De Schenkelloop revisited

In 2017 liepen we de Schenkelloop. Het bleken drie rondjes van 5 km, waar we niet zo’n fan van zijn. En het was ook nog eens bloedjeheet. Een nachtmerrie dus. Zo een in de categorie ‘eens maar nooit weer’. Daarom deed ik ook mee aan de Facebookactie om een startbewijs te winnen. Onder het motto ‘als het gratis is doen we alles’. Hollander op en top. Je raadt het al. Ik won het startbewijs. Just my luck!

Frank is blij, hij hoeft alleen maar te helpen vandaag. Ik ben ook blij. Lopen moet ik toch, ik vind rondjes eigenlijk niet zo erg als dat ik doe voorkomen, het is alweer bijna 2 maanden geleden dat ik een wegwedstrijd liep en het weer? Ach, typisch Hollands. Na diezelfde 2 maanden weggesmolten te zijn voorspellen ze vandaag hel en verdoemenis. Prima te doen dus. Enige nadeel is dat het vandaag zaterdag is. Dus eerst paardrijden.

Gelukkig krijg ik van de week een appje van de manege of ik een uurtje eerder kan. Gelukkig aangezien ik ook net als vorig jaar aangeboden heb om te helpen bij het uitgeven van de startnummers. Qua planning komt dat dus goed uit. Dat ik dan ook een uur eerder op moet en ook nog een moeilijk paard krijg vergeten we gemakshalve maar even. Snel naar huis waar ik liever in bed duik dan in mijn hardloopkleding spring rijden we na een boterham door de zeikregen naar de start. Eenmaal daar schijnt de zon weer volop om vijf minuten later weer een halve wolkbreuk te hebben. Oh, wordt het zo’n dag? 

Het is een gezellig weerzien met lopers en vrijwilligers. De schema’s van de RMD-ers lopen nogal uiteen dit jaar dus het is een select gezelschap vandaag maar dat mag de pret niet drukken. Als het tijd is lopen we naar de start waar we nog net op tijd toch een aardig clubje RMD-ers bij elkaar sprokkelen voor de groepsfoto. En dan mogen we weer. In eerste instantie is het nog best druk op het parcours. De 5 km en de 10 km starten gelijk met de 15 km en het is zoeken naar mijn plekje en tempo. Bovendien is het stiekem best warm omdat we precies weer in een zonnig moment zitten. Desondanks ga ik rap weg op de eerste kilometer.

Daar staat de eerste drankpost, die ik alleen gebruik om mijn mond even te spoelen. Drinken doen we straks wel. Dan een haakse bocht waar iedereen zo’n beetje schuin wegloopt. Ik loop er blindelings achteraan, terecht gewezen door Jeroen dat het stiekem een beetje afsnijden is. Oeps, technisch gezien heeft hij daar dan wel weer gelijk in. Het zal 10 meter schelen maar toch. Ik zal de volgende rondjes er op letten. Het bos in herken ik de route van vorig jaar. Ik mis alleen het heen en weertje wat even later dan toch komt. Na de verkeerstunnel en de tweede drankpost. Nog een lang stuk fietspad en het eerste rondje zit er alweer op.

Ik werk mezelf naar de drankpost toe waar ik een hap van mijn chocobar neem en een bekertje water drink. In mijn oren klinkt AC/DC met Thunderstruck als we een wolkbreuk over ons heen krijgen. Hoe kien je het uit? Het lijkt wel winter en door de harde regen in mijn ogen zie ik helemaal niks meer. Bovendien mixt het regenwater zich met mijn zweet dat lekker in mijn ogen prikt. Halfblind ren ik verder maar los van het visuele ongemak vind ik de regen eigenlijk wel lekker. Het koelt tenminste een beetje af. 

Als ik weer bij het tunneltje kom ben ik volledig gefocust op het lopen. Zo gefocust dat ik niet eens in de gaten heb dat Frank langs de kant staat. Pas als hij bijna voor mijn neus staat merk ik überhaupt op dat er iemand staat, en in een split second dat hij het is. Onze liefde voor elkaar zit diep. Zo diep dat het even duurt voordat hij naar boven komt als ik aan het hardlopen ben. Opnieuw het heen en weertje en het lange fietspad en dan mag ik nóg een rondje. Joepie! Het is in elk geval opgehouden met regenen en het zonnetje schijnt alweer fel.

Voor de laatste keer werk ik mezelf naar de drankpost waar ik hetzelfde ritueel uitvoer. Eten en drinken. Ik merk dat ik moe begin te worden en krijg een steek in mijn linkerzij. Ook begint mijn kuit te protesteren. Rechts, om alles in evenwicht te houden. Een man en ik trokken al een tijdje aan elkaar op maar als hij me nu voorbij gaat laat ik hem gaan. Die steek is meer dan hinderlijk. En als ik denk dat hij wegtrekt voel ik hem even later weer aan de andere kant opduiken. De sneaky bastard!

Ik kronkel mezelf in allerlei bochten om proberen hem weg te krijgen terwijl ik stug door blijf lopen. Het leidt in elk geval af van de kilometers die linksom of rechtsom toch wegtikken. Nu dat ik weet dat Frank er staat zie ik hem al van ver. Voor de zekerheid gaat hij wild zwaaiend en roepend midden op het pad staan. Grapjas. Dat moet ik zeker nog een paar maanden aanhoren en gaat in de doos met troefkaarten onder de categorie ‘schuldgevoel aanpraten’. Compensatie voor al die keren dat hij weer eens iets vergeten is dat ik hem al drie keer verteld heb of zo.

Nog één keer het heen en weertje en dan mag ik eindelijk na het lange fietspad naar rechts in plaats van links doorlopen. Stukje het bos door en dan de straat op richting de finish. Heerlijk zo’n finish gelijk na de bocht! De klok blijkt vastgelopen op 1:10 maar mijn eigen klokje geeft iets van 1:18:50 aan. Ik ben helemaal niet ontevreden met deze tweede snelste tijd op een 15 km. Omdat ik toch zeiknat geregend ben krijg ik het al gauw koud en loop terug naar de kantine waar mijn tas staat. Onderweg kom ik Frank tegen die ook die kant op loopt. Na wat droge kleding, een broodje kroket en een ruim uurtje gezellig napraten zit de dag er weer op en kan ik een douche op gaan zoeken.

Vanavond lekker op de bank en morgen Frank op de fiets begeleiden voor zijn laatste lange duurloop. Maandag de verkenning van de Rotterdam Running Crew maar voor het weekend ben ik verder klaar met lopen.

En dan krijg ik een appje met een duivelse vraag… 

2 Reacties

  1. Deborah

    heerlijk lezen weer . top gelopen enne sorry hihi

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Ha, ha, ha, sssssht, lezen ze morgen…

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *