Rotterdam Marathon 2019: het begin van het einde

Ok. Ergens krijg je het onzinnige idee om een ultramarathon te gaan lopen. Erger nog, je acteert ook nog op dat idee door je ook daadwerkelijk in te schrijven. En dan komt dat moment waarop je de feiten onder ogen moet gaan zien en je een planning moet gaan maken. Want je marathonschema is niet toereikend meer. Er komt een ander schema, die je loop- en wedstrijdroutine van de afgelopen vier jaar helemaal door de war gooit. Met als grootste dilemma, ‘Ga ik Rotterdam wel of niet lopen?’

Als hij één week voor de Two Oceans was geweest had ik het niet aan mezelf kunnen verkopen. Als hij drie weken ervoor was geweest had ik geen seconde getwijfeld. But life is a bitch dus is hij twee weken ervoor. Ik ken mezelf en ik geef eerlijk toe. Diep in mijn hart wist ik al dat ik hem ging lopen, ik moest alleen wat harder werken en slimmer zijn om een goed excuus te vinden voor mijn verstand. Gelukkig was die snel gevonden. Het schema gaf respectievelijk 42 km en 30 km aan drie en twee weken van tevoren. Als ik dat nou omdraaide én mezelf beloofde dat ik echt rustig zou lopen, dan moest het toch kunnen? Bovendien kon ik dan Rotterdam nummer 5 afstrepen, niet alleen een mooi rond getal maar ook nog eens mijn geboortenummer. The devil in me tricked me again. En zo sta ik gewoon vandaag aan de start van de 39ste editie van de Rotterdam Marathon. De laatste lange duurloop. Het begin van het einde.

Ik heb prima geslapen en ben eigenlijk helemaal niet zenuwachtig. Ik heb dan ook geen enkel doel vandaag. Nou ja, wel, maar mijn doel is slechts om 42 km te lopen. Voor de rest heb ik nul druk en dat is eigenlijk wel relaxt. Volgens planning rijden we om 8:30 richting Engels waar we ons melden en kunnen omkleden. Dan de groepsfoto en rond 9:15 word ik toch een beetje zenuwachtig en wil ik naar de start. Ysbrand en Mirjam gaan met ons mee.

Bij de start is het even zoeken waar we precies moeten zijn maar even later staan we dan toch netjes waar we horen en kan ik nog een keer naar de WC. Dit jaar hoef ik gelukkig niet op straat. Er zijn nog een handjevol mede RMD-ers dus het wordt een drukke startvakselfie. Leen bezorgt ons allemaal weer kippenvel en dan is het alweer tijd om te starten. Ik heb last minute besloten om niet met Frank mee te lopen. Ik wil op geen enkele wijze druk op hem uitoefenen of dat er druk op me uitgeoefend wordt. Hij krijgt een kus en ik wens hem succes als ons startschot klinkt. ‘Dag schat, ik zie je bij de finish. Hopelijk dan pas.’

Als ik bij de startstreep sta wil ik nog even een selfie maken. In mijn camera zie ik een vrijwilliger op de achtergrond fotobomben, dus als ik klaar ben draai ik me om om te kijken wie dat is. Het blijkt Peter, een oud collega en al sinds een paar jaar mijn vaste medaille-omhanger. Ik vlieg hem om de hals en we praten even bij. Inmiddels ben ik de laatste van de startwave die vertrekt. No problem, er zijn nog twee startwaves achter me.

Als ik de Erasmusbrug op loop merk ik al gelijk dat het warm is. De zon schijnt en er zijn geen wolken. Het zal wel weer een slagveld worden maar voor mij is het een goede training. Tenslotte is het in Kaapstad ook ruim 20 graden. Op de brug kijk ik uit naar Jenny en Gaston die uiteindelijk beneden aan de brug staan. Even zwaaien en dan in mijn bubbel. Maar niet voor lang. Op 3 km zie ik Harold en Edwin en haak aan bij de mannen. Ze lopen een lekker tempo van iets harder dan 10 km per uur, prima bij te houden, niet te hard, niet te langzaam.

Op 7 km kom ik in mijn flow en we kijken uit naar Evert Buitendijk voor de foto. Ik spot hem en wijs Harold waar hij staat, om vervolgens eens gek te doen en te springen voor de foto. Geen idee of de foto gelukt is maar ik ontlok in elk geval bewondering van een Engelsman die aangeeft dat hij dat nooit zou kunnen. Bij de 10 km is het tijd om mijn flesje te vullen met water en er een nieuwe elektrolyten pil in te doen. Als ik het buisje open maak wacht me een verrassing. Door het lopen en dus het schudden van het buisje zijn al mijn pillen vergruisd. Goed, weten we dat ook weer voor Zuid Afrika. 

Door mijn oponthoud ben ik Harold en Edwin kwijt dus snel doorlopen om ze weer in te halen. Dat lukt 500 meter verderop en samen lopen we het Havenspoorpad af. Als we net het hoekje om zijn kom ik twee Anita vriendinnen tegen. Met de ene gaat het niet zo goed en dus laat ik Harold en Edwin gaan om bij haar blijven. Ze heeft het heel zwaar en wil uitstappen. Ik probeer haar op te beuren maar dat lukt niet erg. Als we een andere vriendin die langs de kant staat tegen komen is het gedaan. Ze stopt en stuurt mij en Scarlet door. Het is niet anders.

We pakken de pace van 10 km per uur weer op. Helaas belanden we tussen de 4:00 pacegroep waar ik liever ver van weg wil blijven. Ik heb een hekel aan die grote groepen die aan een pacer klitten maar het is lastig om er van weg te lopen. Het duurt even maar het lukt dan toch. In de bocht na de 15 km zie ik ineens Herman staan. Over helden gesproken. Trainen voor de marathon, geblesseerd raken en niet mee kunnen doen en dan toch komen aanmoedigen. Ik loop even naar hem toe om gedag te zeggen en ren dan snel weer door om weer bij Scarlet te komen. Op naar de 21 km! 

Maar eerst mijn flesje weer vullen met water. En dan ben ik Scarlet toch weer kwijt. Gelukkig kom ik haar na een halve kilometer weer tegen waarop we weer samen oplopen en onderwijl horen dat de andere vriendin toch weer is gaan lopen. Bikkel! Ik loop mijn tempo, Scarlet probeert zo lang mogelijk bij te blijven. Dat lukt tot ongeveer 23 km als ik uiteindelijk toch wegloop. Ik ga iets harder lopen omdat mijn lichaam dat vraagt en omdat ik een beetje klaar ben met Zuid. Met als gevolg dat het weer me, myself and I is. Even los van al die groene shirts die ik overal tegen kom.

Bij 25 km gaat het nog steeds lekker. Natuurlijk heb ik het warm en natuurlijk voel ik mijn benen, maar gemiddeld is het nog steeds net 10 km per uur. Net voorbij de 26 km zie ik iemand lopen die ik niet wil zien. Het is Frank. Als ik bij hem ben en vraag hoe het gaat krijg ik een ‘Kut!’. Ik was er al bang voor maar het is gewoon te warm. Bij de halve heeft hij zijn doel al losgelaten en dribbelt verder uit. Ik blijf bij hem tot aan het hoogste punt van de Erasmusbrug en laat hem dan weer los. Ondertussen zien we Jenny en Gaston nog een keer staan.

Brug af gaat het tempo weer iets omhoog en de Schiedamsedijk loopt ook lekker. Bij Churchillplein hou ik mezelf bezig door het rustige publiek een beetje op te jutten. Dat lukt aardig als ze mijn naam in koor roepen. Ik mis de trommels in het tunneltje maar op de Blaak staan Deborah en Joyce met de confetti. Ik zeg ze gedag en ga de kubuswoningen onderdoor de drukte van de Mariniersweg op. Daar staat Myra langs de kant met haar man, zie ik Lynn en staat Janneke te cheeren bij de Running Junkies cheerzone. 

Na de 30 km waterpost neem ik even mijn zenmomentje. Alles even rechttrekken, mijn playlist omzetten, wat eten, beetje wandelen en even tot mezelf komen voor de laatste 12 km. Dan weer verder, richting de ingang van het bos. Aan de andere kant van de straat lopen de mannen en vrouwen die alweer terug komen uit het bos. Ik zwaai naar alle groene shirts en hoop daar straks ook lekker te lopen. En dan komt onze grote vriend. Het Kralingse bos.

Ik voel me nog steeds goed, mede doordat ik inmiddels mijn hoofd in iedere emmer met water die ik tegen kom stop. Koelt lekker af en is makkelijker en sneller dan dat gekut met die sponsjes. In het bos staat de RMD Cheerzone. Opnieuw even stoppen, kletsen en in de bakken met lekkers graaien. Helaas geen spekkies. Het zal me toch niet weer gebeuren dat me spekkies beloofd zijn en dat ze er niet liggen? Ik uit mijn ‘klacht’ bij de organisatie en na even zoeken wordt de zak dan toch gevonden. Sas is blij en kan weer verder lopen. Ik vraag of Harold meegaat, die vlak na mij ook aangekomen is. Edwin is hij kwijt maar hij zegt dat ik maar moet gaan en dat doe ik dan ook maar.

Een stukje verderop staan Richard en Peter van mijn Roparun team, dus opnieuw even stoppen om gedag te zeggen en voor de foto. Ik kijk uit naar Douglas en Anita die hier ook ergens moeten staan maar ik zie ze niet. Ik ben blij dat ik het hoekje om mag de Kralingse Zoom op. Ik begin hem nu behoorlijk te voelen en de motor begint te haperen en te sputteren. Ik probeer in elk geval door te lopen tot aan de 35 km. Links staan Annemieke en Ronald en even verderop collega Marte. Een goede smoes om weer even stil te staan, en als dan ook Douglas en Anita er toch staan met mijn geschilde appeltje herinner ik me weer dat het een training is. Was ik even vergeten dus ik mag stilstaan, rustig aan doen, wandelen desnoods. Ik hoef tenslotte alleen maar uit te lopen. En dat is maar goed ook want bij 36 km zijn mijn benen behoorlijk verzuurd. Note to myself. Over twee weken nog rustiger starten. Twee km terug bedacht ik me nog dat ik vanaf dat punt nog 12 km moet. Oh nee, 22 km. Dat is iets meer dan een halve marathon. Ja, dat dus…

Het hoekje om staat een DJ die AC/DC draait met Thunderstruck. Just what I needed! We lopen weer verder alhoewel het zo langzamerhand verdacht veel op strompelen begint te lijken. Nou ja, vorig jaar was het erger. Het is in elk geval aftellen nu. Uiteindelijk komt na de ingang van het bos toch ook de uitgang. Ik schiet de drukte van Crooswijk in en dankzij de opzwepende beats en het gejuich van de toeschouwers lukt het me om door te lopen. Ondanks de benen van lood en de bijbehorende pijn in mijn poten. 

Nu is het mijn beurt om naar de overkant te kijken en daar de groene shirts te spotten. En te denken: ‘Godzijdank ben ik al klaar met het bos, zij moeten er nog in!’ Ik geef high fives in het voorbij gaan om ze op te peppen. Of misschien wel om mezelf op te peppen. In mijn linkerooghoek zie ik Chris, dus nog een momentje van even rustiger lopen voor de foto voordat ik naar de 40 km post mag. Daar staat Herman nog een keer en op de Mariniersweg opnieuw Deborah en Joyce. In een flits zie ik ook Nicole en Patricia nog staan. Het gehalte ‘bekenden langs de kant’ is hoog vandaag. Nog twee kilometer en dan is het weer gedaan.

Nog een als ik de kubuswoningen nu definitief achter me laat en ik kijk uit naar Jeroen Tibbe die ergens achter de fotografen van Marathon Photo moet staan. Traditiegetrouw aan de linkerkant en ik loop op hem af als ik hem spot. Met mijn laatste krachten probeer ik voor hem ook nog een keer in de lucht te springen. ‘Geen saaie foto’s’, zegt Marjon van Anita altijd! De laatste kilometer doet alleen nog maar pijn, maar ach, het is de laatste kilometer. Doorlopen dus. Ik draai de Coolsingel op en probeer te genieten maar 500 meter is nog verdomde ver. Ik zie Jenny en Gaston nog even op de valreep en Wendy staat op links en dan is het alleen nog maar ogen vooruit.

De marteling komt tot een eind als ik de finish over ga. Damn, weer geen Aboutaleb en ook geen Rijnmond TV. Moet ik volgend jaar weer lopen! Ik word gemaand om door te lopen tot aan het uitdelen van de medailles. Daar staat Peter weer dus uiteraard loop ik naar hem toe, maak een foto en praat even bij. Dan is het wachten op Frank die nog een kilometer of twee moet. Ondertussen kom ik wat andere RMD-ers en bekenden tegen die ook finishen.

Als Frank binnen is lopen we naar de uitgang waarna hij vast naar Engels gaat en ik naar de medaille graveerstand, alvorens ik me ook bij de rest in Engels voeg om na te praten. Maar eerst nog even langs Reis je Fit voor een foto. Aan het eind van de middag rijden we naar huis voor het bad-, afhaal- en bankritueel om daarna volledig in te storten. Gelukkig ben ik morgen vrij.

Ondanks de warmte en mijn verzuurde benen was het een groot feest. Niet alleen de liefde en gezelligheid van de medelopers, maar ook het enthousiasme van de supporters en het fantastische werk van de vrijwilligers die zo’n dag een gouden randje geven. Ook ben ik meer dan tevreden met mijn tijd, 4:21:19. Maar de hamvraag is natuurlijk, ben ik klaar voor de Two Oceans? Het was vandaag warm. Het was vandaag zwaar, in elk geval vanaf 36 km. En over twee weken wordt het ook warm en zwaar. Er zal minder support zijn en meer heuvels. Behoorlijk meer heuvels. Ik zal rustiger moeten lopen, hopen dat mijn benen het houden, meer moeten wandelen en meer moeten eten. Dus ben ik er klaar voor? Ben je ooit klaar voor een dergelijke onderneming? Over twee weken zullen we het weten. Maar een ding weet ik wel. Ook al zijn ze niet fysiek aanwezig maar slechts in gedachten.

You’ll never run alone! En in dat opzicht ben ik er wel klaar voor.

2 Reacties

  1. Deborah

    Prachtig Saskia!!
    Ik heb je gezien en geroepen op de 5km maar je was lekker aan het kletsen met Edwin haha!! Frank spotte ik even daarvoor!!
    Heel veel succes alvast in kaapstad.
    Liefs Deborah

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dank je wel! Jammer dat ik je gemist heb…

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *