Wat bezielt iemand om in te schrijven voor een 80 km trail, als die persoon altijd loopt te vloeken, schelden en tieren tijdens het trailen? Iemand een idee? Ik vraag dit voor een vriendin.
Ze zeggen wel eens dat hoogmoed voor de val komt. In mijn geval is het meer een kwestie van ‘It seemed like a good idea at the time.’ En het feit dat ik niet helemaal wakker was. Bovendien heb ik een uitermate slecht geheugen als het gaat over dingen die in mijn hoofd fantastisch lijken maar in het echt dat helemaal niet zijn. Zoals trailen. In mijn hoofd lijkt het me altijd heerlijk om door de bossen en over de hei te rennen. Zo vrij als een vogeltje, lekker weertje met een zonnetje, ik in mijn eentje en niets anders dan de vogeltjes, hertjes en reetjes en af en toe een verdwaalde eekhoorn die ik onderweg tegen kom. Uren kan ik dan zwerven. Lekker buitenspelen.
In het echt ben ik sowieso eigenlijk nooit alleen, hoor ik de vogels wel maar zie ze niet laat staan dat er een hert voor me langs over het pad kruist, is het na 10 minuten in dat zonnetje meestal al bloedheet, valt er weinig te rennen als ik weer een heuvel met mul zand op moet en eindig ik moe, vies en bezweet met de nodige schrammen op armen en benen. Maar goed, wie A zegt moet ook B zeggen. We hebben ingeschreven en ik ben ook nog zo stom geweest om het aan deze en gene te vertellen dus we gaan er voor. En dat betekent dat er ook getraind moet worden. Of getraild, het is maar hoe je het wil noemen.
Dat Frank het helemaal heerlijk vindt en altijd met een grote glimlach die heuvel op rent helpt meestal niet mee. Ik heb wel eens een vergelijking getrokken met een Quad. Dikke rupsbanden, beetje gas er op en voor je het weet sta je zonder moeite op de top van de heuvel van het uitzicht te genieten. Om vervolgens links, rechts, op en neer stuiterend over de ongelijke ondergrond weer naar beneden te denderen. Vies worden hoort er bij, kuilen en bulten zijn eerder goed voor fungarantie dan voor een uitdaging en vast komen te zitten in het zand los je gewoon op door wat extra gas te geven.
Ik daarentegen ben een gedegen dieselauto. Zo mooie strakke Audi A4 met alles er op en er aan, automaat en turbo injectiemotor en glimmende sportvelgen. Gemaakt voor de lange afstanden om snel, geruisloos en efficiënt op de cruise control en daarmee een gelijkmatig tempo over de weg te zoeven. Af en toe wat extra gas er op om deze en gene in te halen om daarna weer moeiteloos verder kilometers te vreten. Dat betekent echter wel eerst even opwarmen en een vlakke ondergrond is vereist. En dat is nu precies wat je met trailen niet tegenkomt.
Maar goed, ergens zit er toch wel iets van waarheid als ze zeggen dat opposites attrack. Ik heb dan ook een soort haat liefde verhouding met het trailen. Ik hou enorm van de natuur, ben gek op dieren en dus bereid om 100 km het bos in te trekken voor die ene split second waarop ik wel de witte achterkant van een reetje weg zie sprinten. Ik kan rustig een uur van mijn leven kwijt zijn aan de rand van een meertje om naar de bezigheden van een bijtje te kijken en volledig het besef van tijd kwijt te zijn. Ik vind het leuk om te verdwalen en dan maar zien waar ik uitkom. Bovendien geloof ik zeker dat trailen je sterker maakt en het daarom goed is voor je prestaties op de weg. En het is altijd fijn om met Frank te zijn en samen dingen te doen.
Het probleem zit hem in het feit dat ik gewoon lui ben. En van trailen word ik moe. Heuveltje op, heuveltje af, rennen en dan weer stilstaan om de weg te zoeken, boomstam over het pad, mul zand, een beekje waar je doorheen moet. Allemaal ‘flow’ killers. Met andere woorden, iedere keer weer opnieuw opstarten om jezelf weer in beweging te zetten. Momenten waarop ik liever op een bank plof om er niet meer vanaf te komen. Bij een wegtraining is het simpel. Je start, je rent en je blijft net zo lang doorrennen tot je klaar bent. Daarna mag je neerstorten en hoef je niks meer te doen. Ik hou van simpel, lekker overzichtelijk.
Frank heeft dan ook een nieuwe naam voor me bedacht. Ontstaan uit de zoveelste keer dat ik aan het kreunen en steunen ben tijdens een trailtje. Ik zuchtend vanuit de achterhoede klaag: ‘Niet zo hard! We zouden rustig aan lopen.’ Dat ik mopperend roep: ‘Ik haat trailen!’ Om drie uur later bij de auto te durven beweren dat ik eigenlijk wel lekker gelopen heb. Dat alles heeft me een mooie bijnaam opgeleverd.
Vanaf vandaag ga ik dan ook door het leven als de enige echte Trailmoppersmurf!