Als je gaat hardlopen is er vaak een factor waar je in het begin geen rekening mee houdt. Dat komt vaak omdat er dan nog niet zo veel aan de hand is. Het wordt juist aangemoedigd en niemand merkt dat je af en toe een half uurtje weg bent, misschien zelfs een uurtje. Het probleem begint pas als je roept: ‘ik ga trainen voor een marathon!’ Ook dan zal men eerst niet aanslaan. Het sluipt er in gewoon in en dan ineens is hij daar. De partner factor.
Partners van hardlopers zijn er in allerlei soorten en maten. Ik zal ze in willekeurige volgorde benoemen. Zo heb je ‘De supporter’. Terwijl jij aan het trainen bent past zij op de kids, doet de boodschappen, wast je stinkende kleding, kookt rode bieten voor je en fietst bij terugkomst van een bezoek aan moeders even een blokje om langs de winkel voor een nieuwe voorraad gelletjes. Natuurlijk de avond voor de wedstrijd wordt er pasta klaargemaakt, de zenuwen gekalmeerd en de ochtend daarna heel vroeg opgestaan om je helemaal startklaar te maken. Tijdens de wedstrijd urenlang enthousiast langs de kant om je in een paar seconden voorbij te zien flitsen terwijl ze je een banaan aanreikt en dan nog een tijdlang bij de finish wachten tot je er eindelijk bent. ‘Het ging fantastisch lieverd, ik ben zo trots op je!’ Volledig naar de klote negeer je echter alle liefkozingen en uitingen van trots maar als je ‘s avonds op de bank zit geniet je met volle teugen als liefdevol je voeten worden gemasseerd, al dan niet in stilzwijgen als het kut ging of haar de oren van de kop kletsend over hoe je je PR verpulverd hebt. Geduldig wordt alles aangehoord tot je ineens halverwege de avond instort van vermoeidheid en terwijl je je bed in duikt wordt de rotzooi opgeruimd en begint alles een week later weer van voren af aan. En dag in dag uit staat zij voor je klaar. Deze partners moet je koesteren en de belangrijkste tip is dan ook om af en toe een dag in de agenda te plannen die volledig om je partner draait!
Een lastige is ‘De onverschillige’. Hardlopen is je lust en je leven. Sinds je gestopt bent met roken en begonnen met hardlopen ben je 15 kilo afgevallen en voel je je beter dan ooit. Alsof je ineens tien jaar jonger bent. Vol enthousiasme ren je dan ook minstens drie keer per week, en dan ook minimaal 10 km. Sinds een jaar of twee gaat dat ook binnen een uurtje dus dat is prima in te plannen. En recentelijk heb je ook de lol van wedstrijden rennen ontdekt. De spanning, de gezelligheid, de voldoening van een PR en natuurlijk die schitterende medaille. Hij heeft echter niets, maar dan ook helemaal niets met hardlopen. ‘Je doet maar hoor schat, leuk dat je een hobby hebt. Je vindt het toch niet erg dat ik morgen in bed blijf liggen en uitslaap hé?’ Dus als de wekker op zondagochtend om 7:00 gaat zet je hem gelijk uit en sluipt op je tenen de slaapkamer uit. Je spullen liggen al klaar en als je eind van de dag moe maar voldaan weer thuiskomt hangt hij met een biertje op de bank en zit een film te kijken. Hij is blij voor je, bewondert je medaille en biedt je ook een biertje aan. Je rolt met je ogen, hoe vaak moet je nou nog zeggen dat je na een wedstrijd chocomelk drinkt als herstel. Ach, hij bedoelt het goed bedenk je je maar als je naar de douche loopt, maar ergens diep in je hart zou je toch stiekem wel willen dat hij eens met je mee ging. Ik ken overigens een geval waarbij het andersom was en zij uiteindelijk zwichtte onder de psychologische druk. Dat sloeg helemaal door, ik noem geen namen.
De volgende categorie is ‘De eigenzinnige’. In dit geval wordt er niet hardgelopen maar is er een andere hobby in beeld. Fietsen, of zwemmen, of modeltrein bouwen voor mijn part. Het geld uit de huishoudpot wordt eerlijk verdeeld. Een derde voor boodschappen, een derde voor hardloopschoenen en een derde voor een nieuwe trein. Op zondagochtend geven jullie elkaar een kus en terwijl jij je muziek op zet om 35 km in de polder te gaan bedwingen pakt hij de trein voor een beurs in Rijswijk. ‘Tot vanavond schat!’ Tijdens het avondeten luistert hij meelevend naar hoe je halverwege kramp in je linkerkuit kreeg en lacht hij mee om die gekke koe die van je schrok toen je onverwachts de hoek om kwam rennen. Jij hoort geduldig aan hoe interessant de lezing over de geschiedenis van modeltreinbouwen was en bekijkt belangstellend naar het tweedehands model uit 1963 waar er slechts 500 van gemaakt zijn die hij voor een paar honderd euro op de veiling gekocht heeft. Ook een prima partner, heb je geen last van, zit je niet in de weg.
Dan een iets minder leukere. ‘De zeurkous’. Ik bedoel, het is niet dat het je niet gegund wordt, maar er wordt toch echt wel afgedwongen dat je je tijd moet verdelen tussen haar en je trainingen. ‘Ga je nou alwéér hardlopen? We zouden toch naar de Woonboulevard gaan?’ Uuuh, ja, in de middag zodat jij ‘s ochtends die dertiger er uit kon persen. Soms lukt dat dus, bij een marathontraining vaak ook niet. Deze hardloopcarrières komen dan ook niet altijd van de grond en is de reden dat de marathon een ‘once in a lifetime’ event is. Als je heel veel pech hebt moet je op een gegeven moment een keuze maken. Je partner of je hardloopschoenen. Als je heel veel mazzel hebt springt het hardloopvirus in de loop van de tijd over en krijg je de laatste categorie.
‘Het hardloopmaatje’. Allebei even sportief, even gek en even fanatiek. De volledige agenda wordt thuis afgestemd op het hardlopen, de helft van de tijd wordt er over niks anders gepraat. Het huis ligt vol met hardloopspullen, de kast kan niet meer dicht vanwege acht paar schoenen, gelletjes en electrolyten worden in grootverpakking thuis afgeleverd want tijd om naar de winkel te gaan is er niet. Tenzij het hardlopend heen en weer is als onderdeel van de training van die dag. Je loopt twee keer zoveel wedstrijden want jij wil de ene lopen, en dan gaat hij mee, en hij wil die andere lopen, en dan ga jij natuurlijk ook mee. Vakanties worden hardloopvakanties en de muur hangt vol met medailles, links van hem, rechts van haar. Als je doordeweeks zonder hem gaat lopen is hij teleurgesteld. ‘Sorry schat, ik was vroeg thuis en het was nog licht dus ik dacht, ik ga even snel. Als ik had geweten dat je mee wilde had ik op je gewacht.’ Na een wedstrijd duik je samen in bad terwijl je elkaars voeten inspecteert op blaren. Je bent trots dat hij zijn PR verbeterd heeft maar had stiekem eigenlijk sneller willen zijn. Volgende keer weer, als hij zijn dag niet heeft. De enige ruzie die jullie maken is als je allebei hetzelfde shirtje uit de kast trekt om in te gaan lopen. Want wie moet toegeven en een ander shirt aantrekken? Om vervolgens allebei maar een greep te doen uit een van die andere honderd shirts uit de stapel. De ideale partner? Bijna. Er kleeft namelijk wel een nadeel aan. Romantiek schiet er nog wel eens bij in want jullie zijn vaak te moe. Maar ach, je moet er wat voor over hebben.
Als laatste heb je natuurlijk ook de mix partners. Soms blijven ze op de bank hangen, soms lopen ze een stukje met je mee en soms staan ze je aan de kant aan te moedigen. Desondanks weet ik wel waar mijn voorkeur naar uit gaat. Het is niet alleen heel fijn en gezellig om je passie met elkaar te kunnen delen, maar het is ook gewoon heel handig. Veel mensen die ik spreek zijn dan ook jaloers. ‘Wat fijn dat jullie dit samen kunnen delen.’ En ja, dat is ook zo. Ik voel me dan ook een gezegend mens ook al moeten we elkaar af en toe ook een beetje afremmen als het te gek wordt. Maar goed, als dat het enige is. Hoe was het ook alweer? ‘En zie je Bassie gaan, dan komt Adriaan er aan!’
De partner factor, for better or for worse!