22/9 – 23/9 Aankomst in Tanzania – Kilimanjaro: Vandaag begint dan ons avontuur, onze 3-vakanties-in-één-vakantie, en het mentaal voorbereiden op de taak die voor ons ligt. We hebben het voor elkaar gekregen om alle zooi in twee koffers, twee rugzakken en twee handbagage stukken te krijgen. En met die hele zooi moeten we eerst naar Schiphol zien te komen, wat al een prestatie op zich is. Omdat we ruim 3 weken weg zijn, er niemand is die we lief aan willen kijken om ons weg te brengen omdat het zo vroeg is én we een schipholtaxi wat aan de prijzige kant vinden (bijna 100€ voor een ritje enkele reis, zijn ze nu helemaal besodemieterd!) nemen we de trein. Helaas hebben we pech want de Fyra rijdt zo vroeg op zaterdag niet en omdat er werkzaamheden zijn tussen Leiden en Schiphol moeten we via Gouda en Amsterdam. Nou ja, het is niet anders. We vliegen om 10:00 uur dus om 5:30 staat de taxi naar Rotterdam CS voor de deur. De reis gaat verder voorspoedig, zowel op Schiphol inchecken als de vlucht zelf. Aan het eind van de dag arriveren we dan ook op Kilimanjaro Airport. Enige hobbel is dat bij het ophalen van de bagage er een rugzak mist, die van Frank. Dat is balen want daar zitten toch wel een aantal zaken in die we nodig hebben op de Kili, niet in de laatste plaats het thermo ondergoed. Dan maar in de rij voor reclamatie, want er mist nog veel meer bagage van mensen. Is dat een goed of een slecht teken? Intussen waarschuw ik de chauffeur van de KIA Lodge dat het nog even gaat duren. Als we eindelijk aan de beurt zijn (voorproefje van hoe de dingen gaan hier in donker Afrika), vertelt de man dat dit heel normaal is, bagage heel vaak per ongeluk niet uitgeladen wordt en doorgevlogen naar Dar Es Salaam. Komt vanzelf wel weer terug, waarschijnlijk hebben we het morgen. Dan is het maar goed dat we een extra acclimatisering dag hebben ingelast. Na alle papieren ingevuld kunnen we eindelijk op weg naar KIA, waar we binnen 10 minuten zijn. Lekker dichtbij. Het is een prachtige Lodge en wij krijgen een huisje met uitzicht op de Kilimanjaro. Dat moet wel wachten tot morgen want in het donker zie je niks. Gelukkig kunnen we ook nog wat eten, bestaande uit een keuzemenuutje. Soepje, stukje lam met aardappel en wortel en een stukje taart toe. Prima te eten. Het nationale bier is van het merk Kilimanjaro, en de traditie zegt dat je dat alleen mag drinken als je de berg op geweest bent en de top gehaald hebt. Nou, daar nemen we dan maar een voorschotje op. We krijgen gelijk les in het Swahili. Als groet zegt met Mambo, en dan dien je Poa terug te zeggen. Of Jambo, en dan mag je gewoon met Jambo terug antwoorden. Dank je wel is Asante en heel erg bedankt is Asante Sana, waarop je dan weer Karibu (welkom of graag gedaan) op terug geeft. In het begin effe lastig onthouden, maar dat komt vast goed. Na het eten in de bar nog een drankje en wat korte berichtjes op internet, want het is erg traag. Dan lekker slapen wat ook prima gaat. Morgen nog even relaxen voor we aan de slag moeten.
De volgende dag redelijk vroeg op. In het daglicht kunnen we de Lodge pas goed bekijken en het ziet er erg mooi uit. Totaal geen last van het nabij liggende vliegveld. Mooi zwembad en ik vermaak me prima met het fotograferen van de vele verschillende gekleurde vogeltjes die er rond vliegen. Alleen hebben we wat moeite om de Kilimanjaro te ontwaren. We turen in alle richtingen in de verte, zien wel bergen maar kunnen niet thuisbrengen welke daarvan de Kili is. Ook als we op de aangegeven “Kilimanjaro View Point” staan zie ik niks. Nou ja, dan maar lekker aan het zwembad liggen. We zitten nog een beetje in onze maag met de rugzak, maar calculeren dat als hij niet zou komen we uiteindelijk tóch de Kili op gaan en we dan wel zien hoe we het regelen. Aan het zwembad zit een groep Ieren die net terug zijn, dus vol belangstelling vragen we hun naar hun avonturen en eventuele tips. Ik hoor woorden als “tough”, “hard” en “difficult” en begin hem een beetje te knijpen. Ik lig hier prima op mijn bedje aan het zwembad met een boekje en een colaatje light, in tegenstelling tot de gedachte dat ik vanaf morgen een week moet gaan afzien. Maar we gaan er gewoon voor. Ik zie het wel. Verder hebben ze nog een tip die later van onschatbare waarde blijkt te zijn. Wij hebben Diamox meegekregen met het voorschrift om vanaf 4.000 meter hoogte te beginnen met slikken, en dan twee per dag. Zijn geven aan dat je beter vanaf vandaag kan beginnen met een halve per dag en dit gewoon de hele tocht aanhouden. Dan kan je lichaam vast wennen aan het meer opnemen van zuurstof, want dat is wat het doet. Één van hun is namelijk arts en die heeft het helemaal uitgezocht. Het enige waar zij last van hadden was tintelingen in handen en voeten, maar als dat alles is willen we het er wel op wagen. Intussen is in de loop van de dag de Kilimanjaro zichtbaar geworden. Hij lag vlak voor onze neus, maar was verscholen achter de wolken. We zitten inderdaad dichtbij en met ontzag kijken we naar de besneeuwde top, ons afvragend hoe we daar in godsnaam omhoog moeten klimmen. Ik vermoed one step at a time. Dan krijgen we goed nieuws. De rugzak is terecht en ligt op het vliegveld. Hij was teruggevlogen naar Schiphol en met de vlucht van vanochtend weer mee hier naartoe gekomen. Frank gaat hem persoonlijk ophalen, om zeker te weten dat hij hem terug krijgt en gelukkig is dat ook zo. Nu zijn we er klaar voor morgen, in theorie dan. Morgen, morgen is de grote dag. Morgen zullen we het weten en gaan we het meemaken. En met die gedachte gaan we na het eten en ons laatste slaapmutsje naar bed. Morgen zal blijken of we er tegen op gewassen zijn, of de maanden hardlopen voldoende bijgedragen hebben, of we sterk genoeg zijn, en of we ons kunnen meten met de mensen die ons voorgegaan zijn, bekenden en onbekenden. Ik hoop/denk van wel. Het moet. Never give up! Failure is not an option… Wat denken jullie? Can we kill the Kili?
24/9 D-Day: Machame Gate naar Machame Hut Vandaag gaat ons avontuur beginnen. Helemaal in de stemming met onze rugzakken klaar. We worden opgehaald door onze gids, Gideon, en rijden naar de gate. Blijkt dat KIA gewoon op het terrein van het vliegveld ligt! Vandaar. Toen wij gisteren heel onschuldig vroegen wat KIA eigenlijk betekende kregen we als antwoord “Kilimanjaro International Airport”. Aha! Maar dat terzijde. Eerst langs de preferred supplier supermarkt voor water.
Eenmaal bij de Machame gate inschrijven en dan wachten. Het is een drukte van belang. Toch een tourist trap :-). Wachten op permits, kiezen van dragers, bagage wegen etc… Iedere drager mag namelijk maar maximaal 20kg dragen, 15kg van ons en 5 voor zichzelf. We krijgen een lupaatje (lunch pakketje) met hamburger, stukkie kip, banaantje en een muffin. Voor straks. Straks is 2 uur later als we nog steeds wachten. Inmiddels de eerste apen gespot die brutaal eten proberen te stelen maar voor fotos erg schuw zijn. De apen zijn het dier van de dag.
Dan mogen we eindelijk gaan inmiddels half 2. Het eerste stuk is een weg omhoog en gaat soepel. Gideon stuurt ons vast vooruit, de overige acht (!) man zien we niet (6 dragers, 1 kok, 1 assistent gids). We lopen lekker door, als dit het is valt het mee. Dan wordt het pad wat ruwer maar nog steeds prima. Als Gideon ons eindelijk inhaalt is hij verbaast over hoe ver we al zijn. Dat duurt niet lang. Het pad krijgt wat trap- en klimgedeelten en al gauw lopen we een stuk langzamer. Shoot, toch wel zwaar en we zweten ons te pletter. Dan komt het eerste spijtmomentje. Wat doen we hier en waarom liggen we niet gewoon lekker aan het strand zoals de gemiddelde Nederlander? Omdat we dat nu eenmaal niet zijn. Dus beulen we onszelf af op een berg in donker Afrika. Wel met een hele hoop anderen, dat wel. Alle nationaliteiten. We zijn benieuwd hoeveel daarvan de eindstreep gaan halen. Leuk nieuw tv programma. Sterren op de Kilimanjaro. Anyway, als we er drie uur op hebben zitten en we nog maar een uurtje moeten, ben ik al redelijk verrot. Ook mijn rugzak is te zwaar. En dan komt het laatste stuk, bijna recht omhoog, klim, klim, klim. Steep, steep, zegt Gideon. You’re kidding! Dat wordt dus stapje voor stapje en als we er bijna zijn zien we wel de top liggen. Daar doen we het voor! Dan komen we eindelijk bij het kamp, Machame Hut, overal tenten. Eerst even inschrijven. Die gasten hebben de tent al opgezet dus we kunnen al snel relaxen. Eerst nog even installeren. Fijn dat we selfinflating matjes hebben gekocht. Ja, self inflating, m.a.w. je moet ze zelf opblazen. Het past allemaal maar net in de tent. Dan eten, soep vooraf en gefrituurde aardappeltjes met diep gefrituurde vis (oh, is het vis?) in de krappe tent van de crew maar met een tafel en twee stoeltjes, en dan lekker op tijd naar bed. Wassen, want het is erg stoffig, met een bakje water (of in mijn geval met vochtige washandjes van het Kruidvat, hoera!) en naar de WC in een houten hokje met een gat in de grond. Maar daar was ik al op voorbereid en de vochtige hygiënische toiletpapiertjes (ook van het Kruidvat, hoera!) zijn ook zeker geen miskoop. Qua temperatuur valt het gelukkig mee. Als ultieme antifan van k(r)amperen is dit op zich al afzien, maar ja het hoort er bij en is onderdeel van de experience. We zijn behoorlijk afgedraaid en morgen is er weer een dag. Dan gaan we weer steep, steep. Yeah! 🙂
25/9 Dag 2: Machame Hut naar Shira Cave Na een uiteraard rusteloze nacht waarbij zowel de tent als de slaapzak per definitie te klein is, het matje te hard, de omgeving te rumoerig en het kussen, gemaakt van een jas en een rugzak, te oncomfortabel worden we rond een uurje of 6 wakker van de mensen en de zonsopgang. Het is een liveaboard ritme geworden (waarbij duiken toch een stuk relaxter is). We beginnen met frisse moed na een zeer voedzaam ontbijtje (PAP! Gatver, gelukkig nog een stukje omelet met een worstje er achteraan.) Maar die moed slaat al snel om in wanhoop als ik al na een half uurtje klimmen naar adem loop te happen. En dat minstens 3 uur lang. Blijkt later 5 uur te zijn, maar gelukkig weet je niet alles van tevoren. Gisteren was al stap voor stap en mij rijst het vermoeden dat dat alleen maar erger wordt. Achter iedere heuvel ligt weer een nieuwe heuvel, achter iedere richel nog een richel en zo gaat het maar door. Stukje klimmen, stukje hijgen, stukje stilstaan, stukje klimmen. En ik dacht dat ik met het hardlopen een redelijke conditie had, maar boven de 3.000 meter ligt dat toch anders. Je kan je van tevoren geen voorstelling maken wat die hoogte met je doet. Na iedere simpele handeling sta je te hijgen als een labrador in de gloeiend hete zon, laat staan dat je zware inspanning verricht zoals stijl omhoog lopen, wat we dus de hele dag door doen. Gelukkig af en toe ook nog een foto maken, want het uitzicht is mooi. Dan, als ik denk dat we er bijna zijn blijkt dat dat gedeeltelijk klopt. We zijn er inderdaad bijna, bijna halverwege dat is. Zucht. Nou ja. Nog maar even verder stapje voor stapje. Dier van de dag is de grote zwarte raaf met een witte kraag. Die hangen rond op de picknick site om eten te stelen. Als ze laag overvliegen hoor je het zwiepen van de vleugels. Wow.
Dan zijn we boven de hoge heuvel, zien we wat waarschijnlijk de eerste afvaller is, en moeten we het laatste stuk langs de richel en dan omhoog en er overheen. De temperatuur is aardig gezakt ondanks dat de zon nog schijnt en de vliesjes gaan aan. Stap, stap, stap nog 5 meter maar eerst uitblazen. En dan gehaald! Ik ben over de richel. Nu nog een kleine honderd meter naar beneden en zijn we bij het kamp dat we al gauw zien liggen, Shira Cave. Joepie dag 2 ook gehaald, ik kan wel janken van vermoeidheid. Dan het ritueel van het tentje, wassen want het is weer enorm stoffig, lunchen (wortel soep, pannenkoeken, vis en boterhammen met jam en een beetje fruit) en dan dood neervallen in de hut, siesta , relaxen en weer krachten opdoen. Frank kan trouwens zijn lol op. Wortel is zo’n beetje nationale groente en wordt overal in verwerkt. Ooit een Tanzaniaan met een bril gezien? Nee, nu je het zegt eigenlijk niet. Ha, ha, ha, ik kan weer lachen 🙂 De rest van de dag kunnen we weer een beetje op krachten komen. Morgen moeten we veel langer lopen, maar minder stijl. Kijk, daar houden we van! 26/9 Dag 3: Shira Cave via Lava Tower naar Barranco Hut Vannacht redelijk geslapen. Je merkt wel dat het kouder wordt en ook tijdens het lopen gaat het vliesje inmiddels gewoon aan. Maar we zijn op (bijna) alles voorbereid dus ok. Dan weer mijn lievelingsontbijt (not!) Pap met toast, ei en een worstje. De pap wordt er niet beter op naarmate ik het vaker eet, dus geen kwestie van gewenning. Maar het is goed voor me en ik moet eten hou ik mezelf maar voor. Al snel gaan we weer op pad, vandaag langer lopen maar minder stijl dus voor mij in elk geval makkelijker. Het eerste stuk gaat dus op zich wel.
Het landschap verandert en elke dag komt die ontzagwekkende top een beetje dichterbij. Hoe moeten we in vredesnaam dat ding omhoog, ik zie alleen maar hele stijle wanden. Maar goed, one day at a time. We zien ook de eerste zieke onderweg. Dat zag je mijlenver aankomen, zo grijs in het gezicht als dat ze was en het huilen stond haar nader dan het lachen. Het is echt enorm druk, het is één grote slang van mensen (voornamelijk dragers) en je komt constant dezelfde mensen tegen, dat is wel grappig. Vandaag komen ook twee routes bij elkaar, maar er gaan ook weer
mensen afsplitsen. Dier van de dag is een bergmuisje, bruin met zwarte strepen, of zwart met bruine strepen het is maar hoe je het bekijkt. Na een relatief vlak en dus makkelijk stuk komen we bij de splitsing naar de Lava Tower. De dragers nemen een shortcut rechtstreeks naar Barranco Hut, maar wij gaan via Lava Tower. Daar gaan we naar 4.400 meter om te acclimatiseren, uitermate belangrijk om geen hoogteziekte te krijgen, en te lunchen. Shoot toch weer een heel stuk omhoog. Dat is iets dat ik me niet zo had voorgesteld. Ja, wat had ik dan verwacht als je een berg opgaat zal je denken, maar ik had verwacht dat het wat geleidelijker zou gaan. Helaas laat de berg zich niet sturen en is het niet alleen omhoog, maar ook soms een stuk omlaag om dan weer omhoog te gaan. Mijn rugzak is killing me, maar de lupaatjes van kip, sinaasappel, banaantje, wentelteefje met jam en pakje sap zijn welkom, dus het moet maar. Dan eindelijk aangekomen bij die indrukwekkende rots, die ze Sharks Tooth noemen en lunchen. Ik zie mensen boven op de rots staan, die toch ook een paar honderd meter hoog is, en vraag met een benauwd stemmetje of wij ook omhoog moeten. Frank en Gideon beginnen te lachen, gelukkig, wij hoeven niet helemaal omhoog maar gaan gewoon aan de voet van de rots zitten. Na een kleine 3 kwartier gaan we weer op pad, nu weer 600 meter naar beneden naar Barranco Hut kamp. Afdalen is een stuk makkelijker en ik verheug me al op a.s. vrijdag als we weer op de terugweg zijn 🙂 (wist ik toen veel!). Het stuk naar het kamp is erg mooi met een riviertje, mooie begroeiing en de bergwand. Maar ook in de verte het begin van het stuk dat we morgen moeten doen. Stijl omhoog weer. Fuck! En dat 3 keer, dan lunchen “and then we walk some more”. Ja, ja… ik weet het, ik moest zo nodig die berg op, dus ik zal lopen ook. Leuk verjaardagskado voor Frank. Tegen het eind van de middag komen we in Barranco Hut aan, waar we dan eindelijk kunnen uitrusten. Maar eerst het ritueel van matje uitrollen en opblazen, slaapzak uitpakken, wassen, thee drinken (met popcorn, Joepie!) en relaxen in afwachting van het eten. Misschien een klein dutje ;-). We hebben vandaag weer dekking, dus ook maar een SMSje eruit. Morgen wordt weer zwaar, en aansluitend de zwaarste nacht van mijn leven tot nu toe vrees ik. Maar dat is morgen, eerst vandaag afmaken ;-). Had ik trouwens al verteld dat naar de WC gaan een heel avontuur is? Nee? Even snel voor het eten? Toilet bestaat hier uit een open houten huisje met een gat in de grond. Zal de details besparen maar niet iedereen kan even goed mikken. Het is dus kwestie van zeer zorgvuldig je broekspijpen oprollen, dan de rest van je broek naar beneden, waarbij je goed moet uitkijken dat je hem vasthoudt en hij niet de grond raakt, hurken, je behoefte doen (en proberen te mikken), ergens uit een zak een WC papiertje frommelen (of in mijn geval een natte hygienische tissue) afvegen, papiertje in het gat mikken, broek weer omhoog ( en opnieuw oppassen dat de onderkant de grond niet raakt) naar buiten stappen en je broekspijpen weer afrollen. Voordeel voor de man, plassen is makkelijker voor hem, voordeel voor de vrouw, wij zijn gewend om “boven de pot te hangen”. Ha, ha, ha. Goeie oefening voor je bovenbenen. Overigens wordt het nóg spannender als het donker is, zo na een uurtje of 18:00. Er is namelijk geen licht, maar een hoofdlampje biedt uitkomst. Alleen daarom brengt het zijn geld al op. Ha, ha, ha… maar dat even terzijde. Tot morgen!
27/9 Dag 4: Barranco Hut via Karanga Hut naar Barafu Hut Er is er een jarig (en tegelijk ook harig, want er begint al een aardige baard te groeien) hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is Frank! Zit je dan, op een godvergeten berg je 47-ste verjaardag te vieren. Was mijn verjaardag op de floatels in Thailand toch een stuk relaxter. Maar goed. Vandaag beginnen we na ons ontbijtje met de beklimming van de Barranco Wall. Ja, die enorm stijle wand ja! Maar vol goede moed beginnen we er aan. We zijn nog niet halverwege of een drager ver boven ons verliest zijn evenwicht en daarmee zijn lading die met veel gedonder naar beneden rolt. Oeps, ben benieuwd of hij die nog terug krijgt. Zal in elk geval niet makkelijk zijn. Het is nog rustig want Gideon wilde vroeg weg. We (lees ik) zijn namelijk nogal traag en hij wil voorkomen dat we de dragers in de weg lopen omdat het pad erg smal is. Maar ik moet eerlijk zeggen, het valt me mee en stiekem vind ik het ook wel een beetje leuk dat klimmen. Gewoon niet naar beneden kijken! Dan eenmaal bovenop een prachtig uitzicht op het kamp, en een redelijk vlak stuk lopen daarna totdat we na een klein uurtje aan de overkant van een kloof Karanga Hut zien liggen, waar we zullen lunchen, en waar de mensen die een 7-daagse trip hebben als extra tussenstop overnachten. Moeten we nog wel even de kloof door, dus een behoorlijk stuk (metertje of 200-300?) en daarna natuurlijk ook weer omhoog. Voelt als verloren tijd en energie, want efficient is het niet, eerst naar beneden en dan weer omhoog. Maar ja, ze hebben nu eenmaal geen loopbrug. Het pad naar beneden gaat eerst snel maar dan wordt het daar toch ook wel stijl en er loopt een soort riviertje dus het is glad. We gaan allebei wel bijna een keer op ons muil maar het gaat goed. Onderweg komen we een grote rotsformatie tegen die ze de Crocodile rock noemen. Hij ziet er met een beetje fantasie inderdaad uit als de bek van een krokodil. Dan het stuk weer omhoog en als ik er bijna ben is mijn batterij gewoon leeg. En we moeten daarna nog ruim twee uur door naar boven lopen na de lunch. Eerst maar lunchen stukje kip en lekker patatjes. Gideon is streng en al gauw na het eten stuurt hij ons weer op pad. Redelijk stijl omhoog en dan eindelijk een wat vlakker stukje. Dan weer een soort dal maar aan de overkant de beloning, Barafu kamp, onze laatste stop naar de top. Het stuk omhoog lijkt een beetje op het stuk omhoog naar Karanga, maar is heel verraderlijk, want wat je niet kan zien is een heel stuk stijl omhoog extra om het laatste eindje naar het kamp te komen. Ik ben helemaal verrot, dat beloofd wat. Dan tentje klaarmaken en heb ik nog een verrassing voor Frank, een verjaardagskadootje! Een klein flesje Jameson en een klein flesje Tia Maria. Bedoeld om nu te drinken maar met alle medicijnen en wat nog voor ons ligt bewaar ik hem maar voor morgen, en Frank na een slok ook. Ook de Snicker die ik van Schiphol meegenomen heb als verjaardagstaart bewaren we nog even. Morgen, wat lijkt dat nog ver weg. Nu wachten op eten, dan gelijk wat proberen te slapen en dan de Piece de Résistance. Dier van de dag is overigens de zwarte spinnetjes die op deze verrekte berg op ruim 4.000 m hoog door het gravel kruipen. 28/9 Dag 5 Barafu Hut via Stella Point naar Uhuru Peak en terug naar Mweka Camp Vandaag is het zover, vandaag moet het gaan gebeuren. Eindelijk. We krijgen van kokkie nog een lekker bord spaghetti voor de koolhydraten en gaan gelijk naar bed. Helaas komt er van slapen weinig terecht, niet in de laatste plaats omdat het nog vroeg is. Maar ook zitten er nog een stel kerels te kletsen en als die eindelijk hun mond houden komt er wind opzetten van windkracht 10 of zo, die het zeil van de tent oorverdovend laat kletteren. Als ik het opgeef is het kwart over elf en aangezien we toch om half twaalf gewekt zouden worden komt dat goed uit. Thermo ondergoed aan, kleding, dikke jas, muts, handschoenen en hoofdlampje. Minimale inhoud in de rugzak met halve zak water, camera en energy bars. Gideon is ziek dus hij stuurt twee assistenten mee, Ferdinand en Kurua, die we gelijk omdopen in Ku. Ku gaat voorop en daar gaan we dan. Ferdinand maakt gelijk een onvergetelijke move door aan te bieden mijn rugzak te dragen. Dat laat ik me geen twee keer zeggen want ondanks dat er niet veel in zit, wordt het al zwaar genoeg. Met een blik op de berg waar de route begint zien we al een slang van lampjes gaan van mensen die al gestart zijn met lopen.
Lampionnenoptocht, maar toch ook wel een beetje begrafenisstoet gezien de wijze waarop men zich voortbeweegt. Iedereen gaat in schilpadden snelheid maar wij kiezen voor de slakkentocht, wij willen het halen, niet de eerste zijn. De eerste lampjes zitten al redelijk bovenaan maar het wordt wel spannend want het ziet er best ver en stijl uit en wij moeten nog beginnen. Maar goed, dat doen we dan ook en ondanks het tijdstip van de nacht en het weinige slapen doen we gewoon wat we de afgelopen dagen ook gedaan hebben, stap voor stap omhoog. In het begin gaat het nog wel redelijk en als we een paar uur verder zijn wordt het snel koud, lang leve het thermoondergoed, en wijst Ku ons op een paar lichtjes bovenin die bijna bij Stella Point zijn, de eerste stop voor Uhuru piek. Inmiddels zijn we bij de gravellaag aangekomen en hebben we het zwaar. Moe, snel in ademnood door de hoogte, en nog een lange weg te gaan. De eerste twee energybars zijn er al doorheen en drinken is lastig. Niet alleen omdat je eigenlijk geen dorst hebt, maar ook omdat het uit de rivier gekookte water met een drupje Hadex, Karvan Cevitam en door een rubberen slangetje nu eenmaal niet te zuipen is. Daarnaast is het water koud, wat slecht op de maag valt, en heb ik door al het stof op de berg een permanente droge strot, waartegen geen water meer bestand is. Enfin, wat een uurtje of zes had moeten duren, blijkt dat we zo langzaam gaan dat we nog minstens 2 uur moeten lopen voor we er zijn. We zien de zon dan ook opkomen als we nog volop in het gravel staan, en dan zien we ook pas hoe ver we er nog van verwijderd zijn. Meerdere malen slaat de wanhoop toe, weet ik zeker dat ik het niet ga redden, en vraag ik me weer af waar we aan begonnen zijn. Ondanks mijn wens bij de vallende ster dat we allebei zonder problemen de top halen. Bij zo’n exercitie als deze kom je jezelf écht tegen, en wordt je wilskracht tot het uiterste getest. We zien ook meerdere mensen weer naar beneden komen deze nacht. Ook wij, die nul last hebben van hoogteziekte (lang leve de Diamox), maar waar ik toch één moment heb midden op het gravel, waarbij mijn maag een beetje raar doet en ik denk dat het voorbij is. Maar gelukkig is het toch de inspanning en het feit dat de energybar uitgewerkt is. Dan, wonder boven wonder en vraag me niet hoe, zetten we twee uur later dan gepland voet boven aan en zijn we bij Stella Point. Ik kan wel janken. Nu komt de hamvraag, zijn we zo afgedraaid en is dit ons eindpunt, ook al een prestatie op zich, of lopen we toch nog een uur verder naar Uhurupeak? Ik hoef er niet lang over na te denken, hier ben ik voor gekomen, Uhurupeak lopen is relatief vlak en al moet ik kruipen! Het enige dat een probleem zou kunnen zijn is de tijd, maar gelukkig zijn de gidsen heel simpel en duidelijk, ze zijn er voor ons dus geen probleem. Frank hoeft gelukkig ook niet lang na te denken, hij laat het aan mij. Het is 10 over 8, dus half negen lijkt me een mooie tijd om te vertrekken, kan ik nog even bijkomen, maar dat plan vinden ze minder omdat het weer kan omslaan. En we moeten ook nog terug dus het liefst gelijk op weg. Vooruit dan maar. Op de heenweg komen we een hoop mensen tegen die we kunnen feliciteren en andersom wensen ze ons succes voor het laatste stukje.
Het uitzicht is prachtig. We kunnen Moshi zien en ook het zicht op de gletsjer is fantastisch. Daar wil ik wel even een momentje voor stoppen. Dan weer verder lopen. Het valt mee en op een gegeven moment roept Frank om een bochtje dat hij het bord ziet staan. Dan zijn we er en hebben we het gehaald. Ik moet weer huilen, van blijdschap, van vermoeidheid, en van de spanning. Naar dit moment hebben we tenslotte de afgelopen 4 dagen toe geleefd. Sterker nog, hier hebben we de afgelopen maanden naar toe geleefd. Het lijkt wel een eindexamen van alles wat we de afgelopen dagen gedaan hebben, qua lopen en klimmen, en dit is de prijs! Dan foto’s maken, samen, samen kussend, met de Aware banner, met de jongens die ons boven hebben gebracht, en met de Souldivers sticker. Ik heb zelfs een foto met dat maffe ADP petje 😉 Dan zijn we wel zo’n beetje klaar en moeten we aan de terugtocht beginnen, die toch ook wel behoorlijk zwaar zal zijn. Nu kunnen wij tegen de aanlopende mensen zeggen dat ze er bijna zijn en worden wij gefeliciteerd.
Omdat we zo laat zijn pakt Ku de shortcut naar beneden, een nog stijlere gravelwand waar we zo’n beetje op onze schoenen van af skiën. Killing voor je benen (en schoenen) en we gaan allebei dan ook wel een keer op onze snufferd. Er komt nog een gids over die route met wat lijkt een dronken chinees. Dat zou kunnen want die heb ik op de piek gezien met een kerstmus op en er lag een lege fles champagne naast. Ik krijg last van mijn benen en ben er helemaal klaar mee. Maar uiteindelijk komt ook daar een einde aan en om 13 uur zijn we eindelijk terug op het kamp. Het zit er op, we hebben het gehaald!
Dan even een uurtje liggen, lunchen en dan moeten we gelijk door want we moeten naar Mweka kamp. Ook weer omlaag. Het eerste stuk gaat nog wel soepel maar ik had al pijn in mijn knie en nu komt er ook pijn in mijn tenen bij want die hebben de hele ochtend al tegen mijn schoenen aan lopen drukken. Het eerst gedeelte van het pad doen we een half uur langer over en het tweede gedeelte is al niet veel beter. Het pad loopt zwaar omlaag met allerlei rotsen waar ik vanaf moet springen. Lekker voor mijn knieën, maar niet heus. Dier van de dag zijn wij bij deze zelf, als een soort gemuteerde berggeiten. We zijn dus ook pas laat, 19:15 in het kamp ipv de geplande 18:00. Nou ja, we staan toch al bekend als de slakken. Gelijk eten en dan eindelijk de whisky en de Tia Maria. Dan nog even
foto’s kijken, sms-je versturen en naar bed, want morgen moeten we weer vroeg op. We moeten nog 3 uur lopen, in ons tempo dus minstens 4 en anders moeten we te lang in de rij staan voor de administratie. Uitschrijven en ons certificaat in ontvangst nemen! En dan is dit avontuur voorbij en gaan we door naar het volgende. Safari in Kenia! Maar eest, douchen, scheren en haar wassen!!! En een echt bed. En een normaal toilet. En een biertje en een cola light. En, en, en….
29/9 Mweka Hut naar Mweka Gate Eindelijk een beetje goed geslapen. Toch om 6 uur op en snel inpakken. Ons laatste ontbijtje (dit keer specifiek gevraagd om geen pap te maken en een gekookt eitje) en dan het ritueel van afscheid nemen van de crew. Groepsfoto, het Kilimanjarolied en wat heibel en misverstand over de fooi, die toch wat te karig blijkt te zijn. Zijn we dus niet helemaal goed over geïnformeerd. Lullig, maar het is niet anders en kunnen we slechts een klein beetje rechttrekken. Dan voor de laatste keer op pad. 3 uur over een pad dat als een soort uitvergrote trap de laatste kilometer naar beneden loopt. Gideon gaat vast vooruit om transport te regelen en Ferdinand loopt met ons mee. Eerst gaat het snel maar al gauw toch weer last van mijn knie en mijn tenen, en dan gaat het wat langzamer. Wat dat betreft is omhoog makkelijker voor mijn lichaam dan omlaag. Toch gaat het niet in slakkentempo en halen we zelfs mensen in. Uiteindelijk zijn we na twee en een half uur al bij de gate. Ik vind het een beetje een domper want meer dan een parkeerplaats en een registratiehuisje is het niet. Wat dat betreft is het écht de uitgang van de berg. De verwachte drukte treffen we ook niet aan en zijn dus al snel aan de beurt om “uit te checken”. Dan is het weer wachten, beetje babbelen met 2 Rotterdammers, en dan bye , bye Kili en eindelijk in de auto op weg naar KIA om onze koffers op te halen en door naar Arusha voor het Impalahotel, met zwembad. Afscheid nemen van Gideon na overhandiging van de certificaten. In het hotel aangekomen kleren laten wassen, douchen, internetten en foto’s kijken (en weer janken)! En natuurlijk bij het zwembad, pizzaatje eten en een cola en een biertje (is een Fanta geworden want ik zag alleen Pepsi staan). De hele week geen spierijn gehad, maar nu kunnen we beiden haast niet meer lopen. Het lijkt wel of ons lichaam weet dat we niet meer verder hoeven. Dan eten en slapen in een écht bed met een écht kussen. Morgen naar Nairobi voor fase 2 van de vakantie. Het Kilimanjaro avontuur is ten einde. Het zwaarste dat we ooit gedaan hebben, maar enorm trots op onszelf en een onvergetelijk avontuur!
Jambo! Jambo Bwana! Habari gani Mzuri Sana Wageni! Mwakaribishwa Kilimanjaro Hakuna Matata … Tembea pole pole Hakuna matata Utafika salama Hakuna matata Kunywa maji mengi Hakuna matata Jambo: Greetings Bwana: Respectful address Habari gani: How are you? Mzuri sana: Very fine Wageni, mwakaribishwa: Foreigners, You are welcome Hakuna matata: There are no worries Tembea pole pole: Walk slow, slow Utafika salama: Come safe Kunywa maji mengi: Drink plenty of water. 30/9 De dag in het midden Ondanks het zachte bed slecht geslapen. Zou ik gewend zijn geraakt aan dat matje en die slaapzak? Of was het toch het feit dat het bed bij elke ademhaling kraakte? Nou ja. LB, oftewel lekker belangrijk. Wat belangrijker is, is het ontbijt. Eindelijk weer eens normaal ontbijten. Nou ja, normaal. Het blijft Afrika hé, dus geen bruine boterham. Helaas ook geen pannenkoekjes, dus ik moet het doen met toast en ei. We zorgen dat de spullen klaar liggen en gaan dan maar bij het zwembad liggen. Het internet ligt er uit, en omdat het zondag is, wordt het ook niet hersteld. Ook moeten we nog even kijken hoe het zit met die bus naar Nairobi. We besluiten het maar even te gaan checken en moeten een klein stukje lopen naar het kantoor van het busbedrijf. Die plegen een paar belletjes en het is confirmed. We worden netjes opgepikt bij het hotel. Nu kunnen we écht nog even relaxen en ook nog even gauw lunchen voor we die bus instappen. We bestellen lekker lasagne met gehakt. Frank heeft prijs, na 6 dagen op een berg voornamelijk groente gehad te hebben, hij alle soorten groentesoep voorbij heeft zien komen van groente die hij normaal niet lekker vindt (wortel, pompoen, komkommer, prei) hij wortel verafschuwd en wortel tevens zo’n beetje het nationale voedsel is hier, wat zit er naast de gehakt in de lasagne…….? Precies! Wortel! Ik vind het overigens heerlijk. De bus is netjes op tijd en brengt ons 100 meter verder naar de busstopplaats. Daar stappen we over op een ander busje, een halve slag groter. Er zitten nog meer mensen in, niet alleen Tanzanianen. Het duurt even voor we op pad gaan. Intussen hebben we ook alweer de nodige verkopers aan het raam gehad. Dan gaan we eindelijk rijden. Het is ruim 6 uur rijden, dus dat betekent sowieso dat we in het donker in Nairobi aankomen. Onderweg stappen er ook nog een aantal, hoe kan het ook anders, Spaanse hippies in.
Die kom je ook overal tegen. De weg is goed geasfalteerd en ik laat mijn ogen over het veranderende landschap glijden. De Kilimanjaro is nog een tijdje zichtbaar voordat ik hem niet meer kan zien. Ik zal het verder met de foto’s en de herinneringen moeten doen, en misschien nog even tijdens de safari. Ik richt mijn ogen weer naar de uitgestrekte velden, afgewisseld groen en droog. Hier komt blijkbaar ook het rode zand vandaan dat we vroeger altijd in het zwembad vonden na de rode regen. Wat opvalt zijn in elk geval de enorme grote hoeveelheid termietenheuvels, en niet zulke kleine ook. Dan zie ik ineens zebra’s staan. De eerste wilde beesten van de vakantie! Hopelijk komen we die nog tegen op de safari, vermoedelijk wel. Na een kleine drie uur komen we aan bij de grens van Kenia. We moeten twee formulieren invullen, uitchecken van Tanzania, en inchecken in Kenia. Gelukkig hebben we al een visum, maar we zijn ook afhankelijk van de rest van de bus. De grens is niet meer dan een stuk land tussen twee hekken, met veel busjes en auto’s en een gebouwtje. Het lijkt eerder een parkeerplaats. Gelukkig gaat het uitchecken redelijk snel. Stempeltje en klaar is kees. We moeten lopend naar het volgende gebouwtje voor het inchecken in Kenia. Met andere woorden, we gaan lopend de grens over. Ik wil eerst even plassen, maar ook daar wordt geld voor gevraagd. Dan hou ik het wel op, al was het alleen maar omdat we überhaupt geen los geld bij ons hebben. Het inchecken in Kenia gaat op zich ook wel snel. Ik hoef alleen mijn paspoort te geven en het formulier, Frank krijgt the works. Oogscannen, vingerafdrukken controleren, paspoort uitpluizen, ha, ha, ha, verschil moet er zijn. Ach, we moeten toch wachten tot iedereen in de bus er door is, en er zijn er bij die geen visum hebben dus het duurt even. Dan rijden we de grens over en stoppen we nog even bij een tentje voor wat drinken, en toch maar even plassen. Hier is betalen vrijwillig. Volgende keer maar weer dan. En dan de tweede helft van de trip. Als we nog een kilometer of 20 verwijderd zijn van Nairobi begint het donker te worden, en eenmaal bij de ingang van de stad is het gekkenhuis. Het is enorm druk en op een 3 baans-weg rijden 5 rijen dik auto’s en busjes. Ogen dicht en op hoop van zegen. Gelukkig komt ook hier een eind aan en zijn we in de stad, waar het dan weer opvallend rustig is. Het busje stopt en iedereen stapt uit. Wij moeten nog naar het Boulevard Hotel, dat was ook afgesproken en blijven dus als enigen zitten. Nog even de check bij de chauffeur (oh ja!) en dan brengt hij ons naar het hotel. Ziet er ook goed uit. Inchecken, internet is betaald dus slaan we over, en we zoeken het restaurant op, want het is inmiddels acht uur geweest. Tijd voor een lekkere steak. Frank ruilt het Kilimanjaro bier in voor wat de ober noemt ” het beste bier van Kenia” Tusker! Geloof dat het het enige bier in Kenia is. We checken nog even bij de ober hoe het zit met de taal, want inmiddels hebben we al een woordje of twee opgepikt uit het Swahili, maar het klopt, ze spreken het in Kenia ook. En dus kunnen we gewoon door Jambo-en en ook Asante Sana en Hakuna Matata doen het hier goed. Na afloop waag ik mij aan een ijsje als toetje, en geloof me, op zo’n moment zijn 3 bolletjes chemisch aardbeienijs het lekkerste ijs dat je je kan voorstellen. We zoeken ons bedje al snel weer op want morgen begint de safari. Hard werken, zo’n vakantie. Valt wel gelijk op dat Kenianen overigens een stuk vriendelijker zijn dan Tanzanianen. Ook nieuwsgierig naar de safariverhalen? Lees dan verder in KENIA – SAFARI BOVEN ÈN ONDER WATER DUIKVAKANTIES MET SOULDIVERS. Saskia Uit den Bogaard