Ik heb kaartjes voor de Toppers. Ja, vrijwillig gekocht. Nee, ik was niet dronken. Sommige dingen moet je gewoon een keer meegemaakt hebben. Lekker mensen kijken en sfeer proeven. En gelukkig heb ik een gek gevonden die mee wilde, want Frank heeft grenzen.
Het thema is wit met een vleugje zomer. En dus sprokkel ik wat witte kledingstukken uit de kast en zorgt de vriendin voor plastic bloemenslingers. Toppertje! We gaan met de trein, waar het mensen kijken gelijk kan beginnen. Getuige vier nerds wiens conversatie zelfs ik niet helemaal kan volgen, een moeder die een leenkind probeert op te voeden en twee jonge dames die enthousiast over hun werk praten. We worden er wel gelijk uitgepikt. “Gaan jullie naar de Toppers?” What gave it away?
We zijn niet de enigen. Bij onze overstap op Utrecht Centraal stappen ze met bosjes in de trein. Dames in het wit van allerlei leeftijden en pluimage, al dan niet met onwillige ik-wil-hier-niet-zijn kijkende echtgenoten. En wij.
Bij de Arena eten we een verantwoorde maaltijd van patat mayo en een broodje kroket (ik dacht dat we al terug waren uit Bonaire) tussen een zee van witte mensen met een touch of summer. Alhoewel er ook heren rondlopen die alleen de touch of summer aan hebben in hun lichtblauwe pakken met palmboomeiland motief. De mensen met gewone kledij gaan naar Toto in de Ziggo Dome. Had ook gekund.
In de rij voor de WC vermaken we ons met de Kisscam op het scherm, die weer eens bewijst dat mensen gekke dingen gaan doen als je een camera op ze richt. Iedereen heeft uitgepakt, hoedjes, tropische kleding, plastic flamingo’s (dus toch in Bonaire?) en de plastic bloemenslingers waren blijkbaar in de aanbieding. Ik kijk eens om me heen. Voor ons staat een bedrijfsuitje met matching rode Toppers T-Shirts. Naast mij een dame die nog nooit van deodorant gehoord heeft. Achter mij een dikke oude man met armen over elkaar en een nors gezicht, having the time of his life. Not!
De opening is mooi op tijd met een aflopende klok, 3 minuten, 2 minuten, 1 minuut, 10, 9, 8, … 3, 2, 1 en de gouden kooi komt naar beneden om het feest te beginnen. 3,5 uur lang karaoke waarbij gelukkig de teksten worden weergegeven, want een hoop liedjes ken ik niet. Het grootste feest van Nederland. Beginnend met Amsterdamse meezingers als de eerste vrienden voorbij komen. Clouseau geeft acte de présence en daarna komt Edsilia Rombley voorbij. Dan een solomedley van Gerard Joling omdat hij 30 jaar in het vak zit. Opnieuw dank voor de teksten. Dan komt het rondje Hazes, inclusief Dré en Roxy. Meezingen gaat mijn Rotterdamse hart te ver maar als het hele stadion wél meezingt krijg ik toch een kippenvelmomentje. Het is wel een rollercoaster van emoties want van de tranentrekkers duiken we gelijk door naar de carnavalskrakers. De polonaises blijven niet uit.
De toppers zelf houden de boel lekker op gang. Gerard als rasartiest flirt met de camera en doet regelmatig knipogen, Jeroen zingt de longen uit zijn lijf en een flink vergrijsde en uitgedijde René doet zijn best om het allemaal bij te benen. Wat niet helemaal lukt getuige het feit dat hij regelmatig de wijs kwijt is, geen toonhoogte kan houden en teksten onthouden wil ook niet helemaal lukken. Maar dat mag de pret niet drukken. Daarna krijgen we twee rondjes Bloed, Zweet en Tranen. Eerst de winnaars van het eerste seizoen en daarna die van het tweede. Er gaat toch een hoop aan mij voorbij in deze wereld.
Om 22:30 opnieuw aftellen en gaan we écht los als er zwaar gehoused wordt. Met laserlichten en al. Jaren 90 want de muziek anno 2015 zal 90% van de zaal niet trekken. Zelfs Froger kan het bijbenen. Valt dan weer mee, al is het nét aan. Van de house en de moderne funk die er op volgt vallen we zo in Willeke leeft-die-nog-vraagteken Alberti. Kunnen de Toppers even bijkomen. De zaal gaat uit zijn dak als Johnny de Mol erbij komt om “De glimlach van een kind” mee te zingen. Ja, ja, kosten noch moeite wordt gespaard om er een bonte avond van te maken.
Dan wordt het even stil en is het podium voor Jeroen als hij ultraenthousiast de volgende gast aankondigt. David Bisbal, de spaanse zanger aan wie hij al zijn hits te danken heeft. Hij gaat helemaal uit zijn dak als de beste man begint te zingen en hij bij hem aanhaakt, de zaal kent de man niet en spreekt geen Spaans, zij blijven stil. Nature calls als Joling met zijn veren om Whitney Houston zingt. Kan ik wel missen. Bij Barry ik-kom-ook-overal-opdraven Hay ben ik weer terug. Hij verwoordt wel mijn gevoelens als hij over The Twilight zone zingt.
Na een derde keer verkleden komt mijn hoogtepunt, de Village People. Mán wat zijn die gasten oud geworden, overigens net als de meeste van de gasten, en ik zelf ook realiseer ik me. Het maakt niet uit, Y.M.C.A. blijft mijn heldenlied. Nog een uitsmijtertje met Candy Dulfer en dan heb ik het eigenlijk wel weer een beetje gehad. De trein halen is dan een goede smoes om te gaan. Na afloop nog een uur met diezelfde trein naar huis. Nauwelijks genoeg tijd om bij te komen van zoveel meezing geweld. We vermaken ons nog even met een existentiële discussie over inkakken van een paar jonge gasten die van een festival komen. En dan dacht je dat alleen ouwe mensen slap konden ouwehoeren.
Thuis mogen de slingers weer af en de witte kleding weer in de kast. Ik heb het weer overleefd en ben weer helemaal bij qua Nederlandse volksliederen. Ik kan weer 25 jaar vooruit. Tijd om naar bed te gaan. Om te dromen van glitterpakken, tropische meezingers, een uitzinnige menigte en roze plastic flamingo’s.
De Toppers. Je moet het een keer meegemaakt hebben!