Het Eurovisie Songfestival. Als kind een van de hoogtepunten van het jaar, naast mijn verjaardag en Sinterklaas. Met de hele familie op zaterdagavond voor de buis. Kip met patat als avondeten, petit fours als lekkernij en voor die ene keer in het jaar laat opblijven om de puntentelling te zien. Wie is er niet groot mee geworden?
Ik heb nog lang daarna als vaste prik gekeken maar de introductie van de halve finales, de opeenstapeling van slechte inzendingen van Nederland en het oplopende freakshow gehalte hebben door de jaren heen mijn interesse naar het niveau ‘wie heeft er eigenlijk gewonnen’ op de volgende dag gebracht. Mijn laatste actieve herinnering dat ik nog daadwerkelijk interesse toonde was in het jaar van de vuurwerkramp in Enschede. Ik was niet thuis maar had het opgenomen om daarna te kijken. Ik kon de band ongezien wissen.
En toen kwamen The Common Linnets. We werden tweede en heel even leek het er op dat we eindelijk als Nederland weer een goede vibe hadden gevonden op Eurovisie. Met een schuin oog hield ik daarna het Songfestival weer een beetje in de gaten. Ik haalde Frank zelfs over om gewoon voor de lol weer eens een finale te kijken. Het was grappig maar we hadden ons portie weer gehad.
In 2019 hing er echter iets in de lucht. Ik had nog nooit van Duncan Laurence gehoord en vond Arcade eigenlijk naar een zeiknummer. Maar soms ben je op het juiste moment op de juiste plek, dus op de bewuste avond van de finale zapte ik tijdens een reclame van een film rechtstreeks naar het optreden van onze Duncan. Daarna keken we de film af en switchte ik toch naar de puntentelling. Voor Frank werd het te laat, ik dacht bij mezelf ‘stel je voor dat hij wint, dan wil ik het wel zien!’. Hij won, ik zag het. Na 44 jaar kwam het Songfestival weer naar Nederland.
De strijd tussen de steden barstte los maar er kon er natuurlijk maar één winnen. Rotterdam, who else? Als ik al twijfels had wist ik het nu zeker, ik ging proberen kaarten te krijgen. Op de bewuste dag dat de verkoop open ging zat ik op kantoor met 2 telefoons en mijn laptop klaar in de wachtrijen. Kansloos natuurlijk. Ik zou genoegen moeten nemen met de sfeer in de stad te zijner tijd. Corona gooide echter de hele wereld overhoop. Alles werd afgelast, ook het Songfestival. Geen ‘Dinge Dong’ in de stad, geen ‘Euphoria’ in mijn hart en alleen een ‘Waterloo’ defeat.
We zijn een jaar verder en de wereld gaat iets beter. Goed genoeg om het Songfestival, zij het in aangepaste vorm, door te laten gaan. Als er dan ook nog besloten wordt dat het een Field Lab Event wordt waardoor er iets van publiek bij mag zijn plant zich een zaadje in mijn ziel. Zou het dan toch kunnen? Het zaadje dreigt direct om zeep geholpen te worden als blijkt dat alleen de mensen die vorig jaar een kaartje hadden uitgenodigd worden om dit jaar ook een kaartje te kopen. Toch gloort er hoop aan de horizon. Ik krijg een mail van Eneco en kan twee kaartjes winnen. Ik doe mee met de actie en ik voel het aan mijn onderbuik. Ik ga naar het Songfestival!
Ondertussen begint het te leven in de stad, en daarmee groeit mijn zaadje snel uit tot een spruit. Er hangen banners, er staat een klok bij het kunstdepot, de Ahoy wordt opgetuigd en het zingt door de stad. Ik maak een hardlooproute langs al deze highlights en als ik bij Ahoy sta wil ik meer dan ooit naar het Songfestival. En ik wil zo’n gave ‘Rotterdam Make it Happen’ songfestival sjaal die niet te koop blijkt. Hoe ga ik dat nou allemaal fixen?
‘s Avonds op de bank ga ik op internet op zoek naar de sjaal. Die vind ik niet maar ik vind wel iets anders, namelijk een bericht van de Belgische songfestival site. Die weet mij te vertellen dat de verkoop van de overgebleven kaarten dinsdag in de verkoop gaan, maar dat je je wel eerst moet aanmelden via een formulier. Ik besluit mijn geluk met Eneco niet af te wachten en het formulier in te vullen.
De hele dinsdag zit ik in spanning tot ik om 13:00 eindelijk een mailtje met de link en een code krijg. Ik mag in elk geval meedingen. Om 15:58 log ik in. Om 16:06 word ik uit mijn lijden verlost en is het onmogelijke gebeurd. Ik heb 2 kaarten voor het songfestival!
Er zijn nog wel wat voorwaarden. Allereerst ben ik wel zo arrogant dat ik naar de finale wil. Die is op zaterdag maar we hebben net besloten dat we twee dagen weggaan naar vrienden op de camping en hebben ook al een B&B geboekt. Gelukkig is de juryfinale een dag eerder, die ook de complete show behelst, dus wordt het vrijdag. Daarnaast is het zoals gezegd een Field Lab Event en moet ik getest worden, iets waar ik eigenlijk op tegen ben. Of in elk geval getracht heb om gedurende de totale Corona periode niet te hoeven testen. Maar ja, principes zijn er om overboord te gooien. Het is maar wat je belangrijk vindt. Zo opportunistisch ben ik in dit geval van ook wel weer. Kom op, dit is once in a lifetime want de eerstvolgende keer dat Nederland weer wint ben ik al dood en begraven!
De moeilijkste hobbel is echter het tweede kaartje. Voor Frank? Ik dacht het niet. Ik heb het hem twee keer gevraagd om het zeker te weten. ‘Schat, als ik kaartjes voor het Songfestival scoor, wil je dan mee?’ Hij weet het zeker. ‘Nee!’ Da’s duidelijk, maar wie dan wel? Mijn ‘Frank to be’ moet aan drie voorwaarden voldoen. Als eerste willen testen, wat toch wel een grote drempel is voor velen. Als tweede kunnen, ook niet geheel onbelangrijk. En als laatste is het leuk vinden toch ook wel handig. Gelukkig vind ik de perfecte kandidaat en wil Leonie met me mee. Gezien het feit dat we samen 100 km hebben gelopen moet dit toch ook lukken.
En dan tel ik langzaam de werkweek af tot aan vrijdag 21 mei. Een zeer drukke werkweek overigens. Een zeer zenuwslopende week eigenlijk. De testafspraak is gemaakt en staat voor vrijdagochtend. De hele week voel ik irritatie in mijn keel. Van de hooikoorts, of toch stiekem Corona? En wat als ik nou vals positief test? Ik heb geen klachten maar dat zegt niks. Ik kan ook asymptotisch zijn. Ik wil de stad in om merchandise te scoren maar wat als ik ineens niet kan? Dan is de teleurstelling dubbel groot en zit ik ook nog eens met die zooi. En dan is er nog de kwestie van de sjaal.
Dinsdagavond bedenk ik me dat als de merchandise pakketten van ‘Rotterdam Make it happen’ uitgedeeld zijn aan diverse groepen mensen, er misschien mensen tussen zitten die er niks mee hebben. Die zouden dan heel misschien zo’n sjaal wel op marktplaats kunnen zetten. Ik besluit het te proberen. Ik had niet hoeven twijfelen. Marktplaats staat er vol mee, maar ze zijn ook erg gewild. Collectors items en er wordt grif op geboden. Ik probeer mijn geluk bij vier advertenties, drie waar ik moet bieden en een met een vast bedrag. Die laatste reageert snel en ik mag hem kopen. Yes! Ik wil hem gelijk ‘s ochtends vroeg de volgende dag halen maar moet tot de avond wachten. Als ze hem in de tussentijd maar niet alsnog aan iemand anders verkoopt.
Ik krijg ook een positieve reactie op een van mijn biedingen en besluit die ook maar te kopen. Moet ik wel overdag even snel op en neer naar Hoogvliet, maar in 35 minuten ben ik verzekerd trotse bezitster van in elk geval een sjaal met mondkapje. Geef ik die andere aan Leonie om de experience compleet te maken. Gelukkig gaat ‘s avonds ook alles goed en eindig ik de laatste dag voor de show met twee sjaals en twee mondkapjes. Ik kan nog kiezen ook want op de andere kant staat de titel van een winnend lied. Ik ga voor Nederlands trots ‘Dinge Dong’ en maak daarmee de cirkel rond. Krijgt Leonie ‘What’s another year’.
Gedurende de week kijk ik voor het eerst van mijn leven ook naar beide halve finales. Om er even in te komen en de liedjes vast een beetje te leren kennen. Afsluitend Beau in songfestival stijl met gasten, quizzen en bespreking van de liedjes en artiesten. Nauwlettend volg ik het nieuws en voor deze ene week staat mijn leven in het teken van het songfestival. Zelfs Frank ontkomt er niet aan.
Het is eindelijk vrijdag. Mijn testafspraak staat om 8:30 maar berichten eerder die week van lange wachtrijen zorgt dat ik er om 8:15 al ben. Er is echter niemand lijkt het. Er lopen slechts een handje overduidelijke songfestival fans rond. Ik mag gelijk doorlopen en om 8:23 zit ik op een krukje in een hokje met mijn hoofd naar achteren terwijl de jongeman tegenover mij met een ultradun lang wattenstaafje via mijn neus een paar hersencellen wegschrapt. Op een beetje ongemak na is het na een paar seconden weer voorbij. Net als een uitstrijkje maken, maar dan zonder je benen wijd. Hij weet me te vertellen dat ik binnen een half uur uitslag heb.
Ik wandel terug naar huis en ga gelijk maar even langs de bakker voor mijn lunchbroodje. Ze hebben niet mijn gebruikelijke broodje en terwijl de verkoopster vraagt wat ik wil hebben komt de SMS binnen dat mijn uitslag er is. Ik wijs een willekeurig broodje aan, het zal ongetwijfeld lekker zijn, en reken met trillende handen af. Eenmaal buiten open ik mijn mail. Ik kan wel janken. Bizar hoe opgelucht ik me voel als de uitslag negatief blijkt en hoe onbewust ik me er toch de hele week druk over gemaakt heb. Als een kip zonder kop loop ik de Albert Heijn binnen waar ik helemaal niet hoef te zijn. Ik laat Leonie en Frank weten dat ik negatief ben. Nu nog even wachten tot zij ook uitslag heeft terwijl ik weer naar huis loop.
Thuis komt er van werken niet veel terecht en na een paar calls ga ik alsnog naar de stad om te kijken of ik wat merchandise of een leuk t-shirt kan scoren. Ik kom thuis met slechts een paar regenboogsokken en twee regenbooghaarbandjes. Dan ook het verlossende woord van Leonie en vanaf dat moment gaan alle remmen los. We gaan naar het songfestival!
Om 18:00 is ze bij mij en komen helemaal in de stemming. We moeten er op een specifiek tijdslot zijn maar ik heb tot dan alleen maar zien staan dat de deuren om 18:30 open gaan en om 20:30 sluiten. Tijd zat dus om een pizza te eten, Frank brengt ons weg. Terwijl we bij de pizzeria op onze pizza staan te wachten zie ik ineens dat ik een bericht van de organisatie gemist heb. Ons tijdvak is bekend. Oh, dus toch een specifiek tijdvak, niet zijnde 18:30-20:30. We moeten ons tussen 19:00 en 19:15 melden. Het is op dat moment 18:37. De pizza’s zijn in de maak.
Fuck! Snel check ik Google maps. Naar Ahoy is 20 minuten rijden. Dus uiterlijk 18:55 weg, maar ook nog de pizza krijgen, naar huis en pizza opeten. Inmiddels is het 18:41. You do the math. Er zit maar één ding op. Ik bel Frank en het noodplan treed in werking. Wij nemen de pizza’s aan, rijden naar huis terwijl Frank naar beneden komt en neemt een mes en servetjes mee samen met mijn jas en de sjaals. We switchen gelijk zodat hij naar Ahoy kan rijden en wij in de auto onze pizza opeten. Met twee lege dozen achterlatend in de auto, pizza in onze maag en een sjaal om onze nek staan we om 19:13 in de rij voor de entree bij Ahoy. Who said it couldn’t be done?
Nadat we gecheckt zijn mogen we naar binnen en kunnen we songfestival lucht opsnuiven. We hebben tijd dus eten nog een ijsje, maken wat foto’s en zoeken onze plek op. Een DJ vult de tijd tot het 20:40 is en we opgewarmd worden met oude liedjes en een film van 65 jaar songfestival. Dan tellen we af en ‘Let the show begin!’
De vier presentatoren Chantal, Jan, Edsilia en Nikkie dienen zich aan, introduceren de show en dan realiseer ik me iets bijzonders. Wij zien het grote podium en alles wat er in de zaal gebeurt, maar op TV zien ze iets anders, namelijk filmpjes met een voice over. Wij zien de filmpjes op kleine schermen waar met dikke letters ‘Prohibited to film te screen’ doorheen staat en horen geen voice over. Dan wordt de camera geswitched naar het podium en begint de eerste act. We zijn los.
De hele avond vult zich vervolgens met de acts van alle landen. De show is fantastisch, iedereen zingt goed, het publiek is uitzinnig, en er zitten geen slechte artiesten tussen. Nou ja, nagenoeg niet. Het is grappig om te zien hoe bepaalde zaken op het podium lopen. Decors die door mannen er onder voortbewogen worden wat je op TV niet ziet, het green screen van Griekenland dat wij gewoon zien maar op TV er heel anders uit ziet en het rondrennen van de cameramannen voor de beste shot. Maar het meest indrukwekkend is misschien nog wel de enorme vakmanschap van de mensen die in de 30 seconden dat het filmpje tussen de acts door duurt de decors wisselen.
Met een enorme precisie en snelheid wordt de voorgaande artiest het podium af gedirigeerd, het decor weggehaald en het volgende decor opgezet terwijl de nieuwe artiest alweer klaarstaat om alles voor zijn of haar land te geven. Ondertussen swingen we met Albanië, emotioneren we bij Zwitserland, zwijmelen we bij Portugal, rocken we met Finland, voelen we een beetje medelijden met IJsland die niet kunnen optreden vanwege een Corona besmetting, liggen we in een deuk om Duitsland en Noorwegen, gaan we uit ons dak met Italië, willen we de tent afbreken bij Ukraine en juichen we de longen uit ons lijf bij Nederland, ook al is het zeker niet het beste liedje uit de serie.
Als alle 26 artiesten hun ding gedaan hebben krijgen we nog een zeer indrukwekkende clip met aansluitend een overgang op het life optreden van Afrojack met Glennis Grace en Wulf. Nog een filmpje door songfestival geschiedenis, het roof top optreden van een paar oud songfestival winnaars en als afsluiter een filmpje van Duncan Laurence die zijn nieuwe liedje zingt. Rond twaalf uur is de show afgelopen en gaan ze nog repeteren met het uitdelen van de punten. Omdat het toch nep is, het best laat en wij best moe zijn gaan we lekker naar huis. Net als ongeveer driekwart van de zaal.
Bij de uitgang kan ik het niet laten en zwicht ik om toch een t-shirt te kopen en vooruit, ik besluit mijn jarenlang trouwe dienende smoezelige ‘was ooit wit maar nu niet meer’ keycord te vervangen voor een van het songfestival. Eenmaal thuis vraagt Frank als goed echtgenoot nog even hoe het geweest is zodat ik mijn verhaal kwijt kan en na nog een uur stuiteren in bed val ik uiteindelijk onrustig in slaap. En wat dat songfestival betreft zit ik er weer helemaal in. Dus, waar gaan we volgend jaar heen?
Parijs, Rome, Reykjavik of wordt het toch Kiev?
Weer een lekker verhaal Sas. Of ik er zelf bij was. Wij hebben gelukkig het goede leven gekozen.
Dikke kus hou heel veel van je.
Zo is dat! Ik ook van jou. XXX