Rotterdam de mooiste

De mooiste. We hebben er lang, te lang, op moeten wachten maar eindelijk mogen we dan de 40ste jubileumeditie van Rotterdam lopen. De omstandigheden zijn totaal anders dan anderhalf jaar geleden, toen we hem eigenlijk zouden moeten lopen. Niet alleen ben ik inmiddels veel meer getraind op de trails dan op het asfalt, is door Corona het hele schema door de war geschopt, maar was ik afgelopen zondag ook weer een ‘beetje dom’ en ging ik door mijn enkel. Gelukkig heb ik geleerd van de vorige keer en hebben de versterkingsoefeningen sinds 2019 zijn vruchten afgeworpen en is de schade beperkt gebleven. Dus intapen en gaan met die banaan, en dan zien we het wel. Het voelt goed, maar ik weet natuurlijk niet wat hij na zeg 20 km gaat doen.

Anyway, het marathonweekend begint vrijdagavond. Startnummer halen en even langs de expo om Marjon en Mirjam op de stand van Anita Active gedag te zeggen. Daar komen we Karin en Peter tegen en we besluiten om samen een hapje te eten. Een kleine uitdaging want natuurlijk is het druk in de stad. Zaterdagochtend eerst nog even paardrijden, met als belangrijkste doelstelling er vooral niet af te vallen. Ook nog niet gemakkelijk want ik heb er een die graag  bokt. Daarna snel naar huis, omkleden en voor de lunch een vette pannenkoek met spek en vooral veel stroop. 

Omdat we vanavond traditiegetrouw ‘De Marathon’ willen kijken, en we er net achter gekomen zijn dat deze niet meer op Netflix staat, heb ik direct op Marktplaats gekeken en zowaar, er wordt een Blueray aangeboden in Rotterdam Zuid. Ik maak een afspraak maar dat betekent dat we na de pannenkoek eerst weer naar huis moeten om de scooter op te halen, naar Zuid moeten rijden en daarna weer terug naar de Coolsingel om naar de start van de 4,2 km te kunnen kijken. Oh ja, en nog een keer langs de expo om Marjon nog even gedag te zeggen voordat ze weer af gaat bouwen. 
We redden het allemaal in de tijd en tegen de tijd dat we klaar zijn voor de start van de 4,2 km hebben we Richard en Natascha ook gevonden. We kijken de 4,2 km, moedigen bekenden aan en na afloop drinken we nog wat bij de Oude Haven. Rond een uur of 17:00 ben ik moe en wil ik naar huis. Morgen moeten we tenslotte toch een stukje lopen en dat is ook voor ons nog steeds geen ‘walk in the park’. Thuis zoek ik mijn spullen bij elkaar, komt Karin en posteren we ons op de bank met pasta, De Marathon en een stukje speculaas. Nageltjes nog even aflakken en dan lekker naar bed, morgen moet het gebeuren.

De wekker is weer meedogenloos. Gelukkig hoef ik niet veel te doen, douchen, aankleden en pannenkoeken eten, die Frank weer braaf heeft gebakken. We pakken de metro naar Runnersworld en Ferry, die samen de Green Room vormen. Heerlijk om iedereen weer te zien. Om 9:00 de grote groepsfoto, nog een half uurtje ‘hangen’ en dan krijg ik de kriebels. Ik wil naar de start anders lopen we Lee straks nog mis. Ik troon Linda, Marilene, Ysbrand, Wouter, Marco en Frank mee. Op weg naar het startvak is het druk. Frank, Marco, Marilene en ik hebben Wave 3, de rest zit in 4. 

Als we onze plek hebben gevonden sluiten we nog even aan bij Paul en Erik. Nog even gauw plassen en dan is daar het moment. Lee zingt. Eindelijk. Kippenvel en een klein traantje. Het is onvermijdelijk. Dan de heartbeat, het kanonschot en is Wave 1 van start. Wij moeten nog 14 minuten wachten maar dan mogen wij ook eindelijk. Muziek aan, klokje klaar en beginnen met dribbelen. In 2019 stond Lee langs de kant vlak na de start. Ik zag hem te laat en het moment ging voorbij, anders had ik een foto met hem gemaakt. Voor de zekerheid hou ik nu een beetje in en kijk of ik het moment nu wel te pakken krijg. Lee staat er niet, maar wie er wel staat is burgemeester Aboutaleb. Ik bedenk me geen moment. Al 5 keer Rotterdam en 6,5 jaar verder is het me nog niet gelukt om een hand te krijgen bij de finish, laat staan op de foto te kunnen. Nu of nooit en is het niet bij de finish, dan bij het begin. Frank loopt door.

De burgemeester is alleraardigst en neemt de tijd voor me om op de foto te gaan. Hij denkt er zelfs aan om te draaien zodat we het zonlicht op ons gezicht hebben en niet in de schaduw staan. Een man naast Aboutaleb biedt aan om de foto te maken. Ik bedank de burgemeester en hij ‘stuurt’ me weg met de legendarische woorden: ‘En nu rennen hé!’ Ik ben gelukkig, ik moet nog wel finishen maar hoe of wat maakt niet meer uit. Ik sta op de foto met Aboutaleb tijdens het rennen en hij is stiekem toch een beetje mijn held.

Ik ga verrassend rustig de brug over, maak nog een foto van de zon die door de spijlen van de brug schijnt en heb er zin in. Ik voel de binnenkant van mijn enkel een beetje maar vooralsnog niet belemmerend. Het lopen gaat prima. Zoals gewoonlijk vliegen de eerste vijf kilometers voorbij. Ik heb dan al de nodige bekenden gezien, zowel langs de kant als tijdens het lopen. Velen spreken me aan en we wensen elkaar succes. Bij de verzorgingspost neem ik even de tijd. Dat wordt mijn strategie voor de marathon. Bij elke post in elk geval even wandelen, de spiertjes ontspannen, beetje water drinken en met uitzondering van de eerste 5 km ook iets eten. Alles op het gemakkie, uitlopen is het devies. Desalniettemin loop ik eigenlijk wel lekker, inclusief wandelmomentje een gemiddelde van 10 km per uur. Op naar het tunneltje bij Lombardijen en uitkijken naar Evert voor het fotomoment.

Mijn enkel is inmiddels opgewarmd en ik voel hem wel maar geen pijn. So far so good dus en ik ben in elk geval voorbij de 5 km die we woensdag nog liepen denk ik gekscherend bij mezelf. Na het tunneltje loop ik rechts en staar in de verte langs de kant. Even voorbij de 8 km zie ik hem zitten en kies een strategische positie. Dat wil zeggen een enigszins vrij plekje met niet al te veel lopers dicht om me heen. Klein beetje inhouden, een langzamere loper voorbij en dan ziet Evert me aankomen. Pose aannemen en geen saaie foto maken. Springen doe ik gezien mijn enkel even niet, maar de rock ‘n roll salute met mijn handen en mijn tong dusdanig uitsteken dat zelfs Mick Jagger er jaloers op zou zijn wel. Zo, die zit! Ik zwaai nog even na en ren weer verder. Inmiddels bij de 9,5 km aangekomen ga ik wat eten. De keuze is ontbijtkoek, gelletjes en een Nature Valley bar. We beginnen maar met een ontbijtkoekje. Bekertje water er bij en een beetje afspoelen want het is prachtig weer en het zonnetje schijnt. Dan richting het Havenspoorpad. Wat voelt dit toch heerlijk vertrouwt en wat is Rotterdam toch weer een feestje om te lopen. En wat hebben we dit gemist. Veel mensen, waaronder Frank, hebben een hekel aan het Havenspoorpad maar ik vind het leuk en loop er heerlijk. Ook hier word ik weer veelvuldig aangesproken en klets met iedereen. Maar niet te veel want anders ben ik te veel afgeleid. 

We lopen door tot 13 km als we Slinge opdraaien. Mocht ik me afgelopen week zorgen maken of er wel publiek zou staan, was dat nergens voor nodig. Ze staan er en hoe! Rijen dik, hun longen uit hun lijf schreeuwend. Een halve kilometer later het heen en weertje. Ik kijk uit naar links naar de overkant of ik Frank zie lopen. Veel groene shirtjes maar geen Frank. Dan word ik geroepen vanaf de overkant, Marco en Marilene, en ik zwaai. Frank zal wel niet ver achter zitten en inderdaad zie ik hem even later lopen. Hij ziet mij ook en we sturen elkaar een luchtkusje. Tenslotte moeten we onze reputatie als klef stel natuurlijk wel hoog houden. Ik ben niet eens zo heel erg ver van het draaipunt verwijderd wat betekent dat Frank dus niet eens zo heel erg gek ver voor me loopt. 

Ik draai de lus en mag weer terug. Nog even door naar de verzorgingspost voor weer even een wandelmomentje, water en wat te eten. Weer twijfel maar ik besluit de gel te bewaren voor de 20 km en nu de helft van mijn Nature Valley bar te eten. Mensen langs de kant moedigen me aan om te blijven rennen maar ik kan niet eten en rennen tegelijk. Bovendien begin ik mijn enkel nu toch weer te voelen, en dit keer doet hij ook een beetje pijn. Een beetje maar, maar toch. Op 16 km draaien we de lus die straks langs Ahoy gaat. Voor mij het minst leuke deel van het parcours. Wat rustiger qua publiek, wat saaier qua omgeving en nog te vroeg in de route om door te pakken. Maar ja, het zijn nu eenmaal de stukken waar je gewoon doorheen moet, dus we hobbelen gewoon door, dat vervelende plekje in mijn voet negerend. Dat lukt aardig, mede doordat mijn linkerkuit serieus begint te protesteren. Er zat afgelopen vrijdag tijdens de massage al een behoorlijk stijf stuk in en datzelfde stuk doet nu meer zeer dan dat plekje in mijn rechtervoet. Even kijken of ik wat kan ontspannen en het er uit kan lopen. Gelukkig staat op 17,5 km DJ Gewoon René en staat Robert Lathouwers daar ook in de buurt langs de kant aan te moedigen. Als ik bijna op 19 km zit en ik op 20 km weer mijn pauze heb loop ik dan ook maar gewoon door. Het lukt, de pijn trekt weg en de kuit ontspant een beetje.

Op 20 km is het gelletjestijd. Terwijl ik rustig doorwandel met een beker water en mijn gel word ik ingehaald door Wouter. Hij vraagt hoe het gaat en ik geef aan dat ik gewoon lekker rustig aan doe. Dat ik gemiddeld nog steeds op bijna 10 km per uur zit zat niet eens in de planning maar even los van de pijntjes hier en pijntjes daar loop ik eigenlijk wel lekker. Ik verwacht dit niet tot het eind vol te houden maar we zien het wel. Dan de 21 km en zijn we op de helft. Even later voel ik een hand op mijn schouder. Het is Linda die lekker doorloopt. 

Omdat ik het parcours bijna kan dromen kan ik al mijn aandacht aan de lopers en het publiek geven. Zoveel bekenden onderweg en ik realiseer me hoeveel mensen we kennen in het hardloopwereldje, en hoe leuk dat is. Komen we bij ieder loopje wel een of meerdere mensen tegen, lijkt het wel of iedereen hier samen komt. Daarbij maakt het niet uit of het asfaltlopers zijn of traillopers. Het geeft in elk geval iedere keer weer een beetje afleiding waardoor ik inmiddels alweer bij de 25 km aangekomen ben. Tijd voor de tweede helft van de Nature Valley bar en voor de tweede keer richting de Erasmusbrug om het stuk van Zuid achter me te laten. Dat voelt altijd als een stukje afsluiting en het begin van de laatste fase van de marathon. Als ik het vergelijk met Barendrecht een paar weken geleden ben ik er absoluut beter aan toe nu.

Op de brug heb ik een van mijn lievelingsnummers in mijn oren, maar ik hoor er helemaal niks van door de boxen die aan de brug hangen en de harde muziek die er uit schalt. Ik zet mijn eigen muziek maar even uit want dit heeft weinig zin. Op de brug kom ik Erik tegen, een bekende die ik normaal gesproken op de trails tegen kom. Ik was hem op 15,5 km al tegen gekomen en toen liep hij van me weg. Ik vraag of het gaat en hij antwoord dat hij misselijk is geworden. Balen. Ik wens hem sterkte en loop door, over de Schiedamsedijk naar het tunneltje bij Beurs en richting de 29 km. Bart moet hier ergens staan en inderdaad zie ik hem op links samen met Gert Jan. Ik neem even de tijd (‘Je neemt wel je tijd’, zegt Bart), en eet drie tucjes die Bart bij zich heeft. Ach ja, als hij de moeite neemt om te komen en eten ter beschikking te stellen, neem ik de moeite voor een praatje en wat aandacht. En ik hoef geen PR te lopen. Ik hoor van Bart dat Frank ‘ver voor mij loopt en als de brandweer gaat’. Mooi, dan kan hij in elk geval een PR lopen.

Als de tucjes op zijn ga ik weer verder. Op de Mariniersweg is het ook lekker druk en bij de 30 km gaat er weer een ontbijtkoekje in. Ik moet wel blijven eten namelijk. Bij een trail is het wat minder spannend omdat je veel langzamer loopt maar hier moet de motor gewoon blijven draaien. Richting het bos en in Crooswijk is het weer supergezellig. Wat een drukte, wat een sfeer, wat een feestje. Er gaat niets boven Rotterdam! De aanmoedigen zijn nu grotendeels van mensen die ik niet ken, maar dat maken ze er niet minder om. Met ruim 31 km duik ik het bos in. Op naar de RMD Cheering zone.
Ik zie onder andere Natascha staan en ren op haar af waardoor ik niet 1-2-3 in de gaten heb dat de helft aan de andere kant staat. Als ik alweer bijna voorbij ben zie ik nog net in mijn ooghoek Joost staan en kan alleen nog maar gauw zwaaien. Nu begint het wat zwaarder te worden en ik voel afwisselend mijn rechtervoet, mijn linkerkuit en mijn onderrug. Ik hou het uit tot 33 km en dan moet ik toegeven aan mijn wandelduivel. Kleine stukjes maar desalniettemin is het gedaan met het non stop rennen van de 5 km stukken. Ik accepteer het maar gewoon.

Bij 34 km ga ik de hoek om en staan de aanmoedigingsschermen van Nationale Nederlanden. Ik schenk er weinig aandacht aan want ik verwacht niks en focus me op het beloofde appeltje van Anita. Ze staat inderdaad op 35 km samen met Douglas en het appeltje is heerlijk friszuur. Ik neem weer even de tijd. Ik heb inmiddels gerekend en zou enorm blij zijn met een sub 4:30. Daar heb ik nog 50 minuten voor en moet nog 7 km dus dat moet kunnen. Dan neem ik afscheid en ren weer verder. Ik ben blij als ik de hoek van de plas op 36 km mag nemen. Weer een stuk afgesloten. Nu door Kralingen, ‘mijn’ wijk, en op naar Crooswijk en het einde. Kralingen en langs de plas wordt weer een interval net als in 2018. Rennen en een stukje wandelen, rennen en een stukje wandelen, rennen en een stukje wandelen. Zolang het rennen er maar in blijft zitten is het goed. Ik heb marge maar niet voldoende om uit te wandelen. En dus rennen we door, zo goed en zo kwaad als het gaat. Op 37 km neem ik een laatste gelletje en reken 38 minuten voor 5 km. Ik hoor her en der mijn naam maar ik sta inmiddels in overlevingsstand en hou me alleen nog maar vast aan de muziek in mijn oren. Ik probeer het af en toe wel maar reageren lukt nauwelijks nog. Maar dan is daar dan toch de bocht naar Crooswijk. Mijn muziek gaat weer even uit want het lawaai is oorverdovend. 

Rennen door Crooswijk is rennen door een erehaag, zo dik staan de mensen langs de kant. Hier weten ze wel hoe ze een feestje moeten bouwen en ze schreeuwen me naar de 39 km en er voorbij. Toch blijft het zwaar maar inmiddels weet ik dat de marathon tot 40 km loopt. Daarna is het alleen nog maar uitlopen, en dat doe je altijd. Ik vraag me af of Frank al binnen is en denk terug aan afgelopen woensdag toen we hier samen langs het 40 km bord liepen en een foto maakten. Nu loop ik er voor het echie en sla weer aan het rekenen. 2 km en nog 18 minuten voor de sub 4:30. De vraag is niet meer of ik het ga halen, maar hoeveel van die 18 minuten ik daadwerkelijk ga gebruiken. Ik ben nu al blij, ook al is het nog ergens diep in mijn hart.

Dan de bocht naar de Mariniersweg en de kubuswoningen, het 41 km bord en het verlossende bord ‘Nog 1000 meter’. Ik proef de zoete smaak van de laatste kilometer in mijn mond. Ik ga nog éėn keer even wandelen als een groep studenten me toeschreeuwen dat ik hem op moet zetten en er bijna ben. Onder luid gejuich van de mannen ga ik weer rennen. Vooruit dan maar. De laatste bocht, vanaf hier alleen nog maar rennen. 500 meter van de mooiste finish van Nederland. Nog even gauw Bart gedag zeggen die weer langs de kant staat links en Herman rechts en dan de laatste meters naar de finish. Uit de speakers klinkt Frank zijn lievelingsnummer (Not!), ‘Leef!’ van André Hazes. Ik kruis de mat op 4:25:16 en ben superblij. Niet alleen omdat ik klaar ben, maar omdat iedere marathon onder de 4:30 een overwinning is en helemaal vandaag gezien de omstandigheden. Bovendien heb ik mijn foto met Aboutaleb. En dat is maar goed ook want ook nu is hij even in geen velden of wegen te bekennen.

Ik wandel door om mijn medaille op te halen en probeer in de app te kijken wat Frank gedaan heeft. De app doet het niet dus ik moet afwachten tot ik hem straks weer zie. Bij de medailles staat traditiegetrouw oud collega Peter Wiel en hij doet me de medaille om. We praten even bij, maken een selfie en dan ga ik toch weer verder voordat ik te veel afkoel. Mijn voet doet nu echt wel zeer en mijn linkerscheenbeen brandt. Hopelijk geen slecht nieuws en slechts een tijdelijk ongemakje. Ik strompel naar het Schouwburgplein om mijn medaille te laten graveren, wat verrassend genoeg binnen twee minuten gebeurd is. Ik kan dus rustig verder strompelen naar de Runnersworld en Ferry. Ik duik eerst nog wel even de AH in voor een zak Doritos.

Frank staat me buiten al op te halen. Of was het toeval? Het maakt niet uit, hij is en blijft de liefste. De liefste die een mooie PR gelopen heeft. Bij de Runnersworld kleed ik me om en even later zit ik bij Ferry aan de chocomelk met  Doritos. Iedereen is superblij en in opperbeste stemming. Marilene heeft haar doel bereikt en een sub 4 gelopen, Frank heeft zijn PR en is ook nog met Aboutaleb op de foto geweest, Linda heeft ook een supertijd gelopen en Karin is ook goed gefinisht. Eigenlijk is er niemand die niet blij is, hoogstens een tikje teleurgesteld als het doel een sub 4 was en er 4:00:01 gelopen is. De stemming zit er in elk geval goed in en de drank vloeit rijkelijk.

Rond een uur of 17:00 is het echter toch tijd om naar huis te gaan. Thuis lekker in bad en eten laten bezorgen want wij gaan de deur niet meer uit. De rest van de avond nagenieten van alle verhalen en foto’s, Max zien winnen en dan heel voorzichtig de blik weer op morgen leggen, als we gewoon weer moeten werken. De komende twee weken een beetje rustig aan doen en vooral het pootje een beetje laten bijkomen. Over drie weken staat er weer een ultra gepland, die gevoelsmatig naar verwachting minder zwaar zal zijn dan vandaag. Iedereen zegt namelijk dat het voor ons appeltje-eitje is, maar het blijft 42 km en een beetje, en asfalt is toch echt op een andere manier lopen dan trailen. Maar voor nu hebben we het toch maar weer gedaan. 6 down, 4 to go voor de Supermarathon Master titel. In April mogen we mogelijk weer.

En het bleef nog lang onrustig in Rotterdam.

2 Reacties

  1. Boris

    Bedankt voor jouw verslag Saskia, ik heb er van genoten en was weer even terug naar zondag waar ik ‘gelukkig’ ook de mooiste heb gelopen samen met jullie

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dank je wel. Het was echt weer een feestje! Hopelijk in april weer…

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *