Suikergoed

‘We zijn toch niet van suiker?’. ‘Het meeste valt er naast.’ ‘The skin is waterproof.’ Allemaal van die heerlijke dooddoeners die je niet wil horen als je een 30 kilometer run gepland hebt staan en Buienradar aangeeft dat het oud Hollands pleuris tering tyfus takkeweer wordt, in de kielzog van de derde van drie stormen die over het land razen.

Maar wat maakt nu dat er toch best veel mensen met dit weer naar buiten gaan om hun rondje te lopen? Ieder normaal denkend mens blijft met dit weer gewoon lekker onder een dekentje op de bank zitten. Wij hardlopers niet. Wij trekken gewoon onze schoenen aan en gaan naar buiten. In elk geval wij hardlopers die aan het trainen zijn voor een specifiek doel, anders zou ik ook gewoon lekker onder dat dekentje blijven zitten en denken, ‘bekijk het maar!’. Het bericht dat de marathon van Rotterdam doorgaat afgelopen vrijdag zal daar zeker aan bijdragen.

‘Er is geen slecht weer, alleen slechte kleding’, hoor ik ook vaak zeggen. Dat is gedeeltelijk waar. Ik ben absoluut geen koukleum. In elk geval, ik heb wel altijd koude handen en voeten, maar heb het vaak niet koud. Rent Frank dik ingepakt in zijn berenpak, loop ik met blote armen en een enkel shirtje in -6 graden, slagregen en windkracht 7 alsof ik in de tropen ben. Desondanks moet ik toegeven dat ik er recentelijk achter gekomen ben dat ik het weliswaar gevoelsmatig niet koud heb, mijn spieren hebben dat wel. Frank kon het ook niet langer aanzien en heeft een (heel duur) wind- en waterdicht jasje voor me gekocht, waarvan ik ook moet toegeven dat het best een fijn en warm jasje is. Om die reden heb ik me ook maar over laten halen om een regenbroek aan te schaffen, en ook nog mee te nemen bij loopjes met de voorspelling van nat en/of koud weer. 

Maar hoe goed gekleed ook, het blijf rondrennen in de zeikregen en beuken tegen de wind in. En dat vergt een van de drie volgende zaken:

  1. Motivatie. Als jij je zinnen gezet hebt op die marathon en je trainingsschema zegt dat je moet rennen, kan je heel soms wel een beetje schipperen, maar zomaar een 30 km run verplaatsen naar de dinsdagavond als je de hele dag moet werken en het nog steeds relatief vroeg donker wordt is toch een beetje lastig terwijl je zondag wel gewoon de hele dag de tijd hebt. Bovendien is het motto: ‘Als het op de dag van de marathon zeikregent zal je ook moeten lopen’, 100% waarheid.
  2. Onnozelheid of kinderlijk optimisme. Uitspraken als ‘Buienradar heeft het toch altijd mis’, of ‘Ach, het zal wel meevallen toch?’ maken dat je gewoon naar buiten stapt en begint met rennen. Na vele jaren ervaring kan ik je twee dingen vertellen. Buienradar heeft het inderdaad vaak mis, maar altijd in negatieve zin, en daarmee geldt nummer twee, het valt bijna nooit mee. Het menselijke brein heeft echter een mechanisme waarbij negatieve ervaringen sneller afgezwakt of zelfs vergeten worden, waardoor je aan het eind van je loopje gelijk roept: ‘Ach, het viel best mee.’ Datzelfde mechanisme zorgt er overigens voor dat je nadat je meer dood, dit-doe-ik-nooit-meer!, dan levend over de finish van je marathon komt, de volgende dag roept ‘Het was zo leuk, volgend jaar loop ik hem weer!’ Maar dat terzijde.
  3. Absolute gestoordheid. Er is een klein groepje mensen die het heerlijk vinden om dwars door een storm te gaan rennen. Die helemaal opbloeien van een goede regenbui op hun kop. Of als een idioot lachend, gierend en brullend de elementen trotseren. Guilty as charged en sommige mensen, wiens namen ik niet zal noemen, hebben mij meer dan eens vervloekt als ik liep te joelen en gieren van plezier terwijl zij liepen te ploeteren en probeerden recht op te blijven staan.

Sterker nog, ik ben bang dat ik een beetje van alledrie heb. Het enige dat mij vaak tegenhoudt is de drempel van het starten. En soms valt het gewoon verkeerd of ben ik er gewoon helemaal klaar mee en word ik chagrijnig. Afgelopen woensdag had ik het heerlijk naar mijn zin toen ik tegen Dudley in aan het beuken was op het Stormpad in Meijendel, vandaag had ik er na 20 km helemaal tabee van. Helemaal toen ik aangevallen werd door een neurotische gans die vond dat ik iets te lang naar zijn kroost keek. Maar ja, ik moest toch naar huis dus loop je maar gewoon door.

Maar linksom of rechtsom, feit blijft dat ik vandaag verdomd veel hardlopers ben tegengekomen, en er nog meer op Social Media voorbij heb zien komen. Alleen of in groepjes, de meeste op lange maar sommigen ook gewoon voor een korte afstand, dik ingepakt of slechts met een korte broek en een shirtje korte mouwen, maar allemaal met die vastberaden blik op hun gezicht. Zo’n blik die zegt, ‘mij krijg je niet klein, ik ben niet bang voor een beetje wind en regen.’

Zo’n blik die zegt: ‘Ik ben toch niet van suiker!’

2 Reacties

  1. Otteline

    Hoi Sas, ik heb het je jaren geleden al eens gezegd: wat schrijf jij toch ontzettend leuke verhaaltjes, echt humoristisch. Dus nu nog maar een keertje. Veel liefs, je tante

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Wat lief!

      Xxx

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *