Ik kan me niet heugen wanneer ik voor het laatst een wegwedstrijd gelopen heb. In feite moet ik gewoon even terugkijken op mijn eigen website wanneer dat was, om tot de ontdekking te komen dat de laatste keer gewoon de marathon van Rotterdam was. Dat is dus oktober 2021 geweest. 4 maanden geleden alweer. Als ik dat vergelijk met een aantal jaar geleden toen ik zo’n beetje iedere week een wegwedstrijd liep is er toch wel het een en ander veranderd, en dat heeft niet alleen met Corona te maken. Maar goed. Er staat toch binnenkort weer iets van een marathon op het programma dus een beetje oefenen op asfalt is dan toch wel handig. Kijken of ik het überhaupt nog kan.
Oorspronkelijk zou ik volgende week de CPC lopen maar die is verplaatst naar het najaar. Hij viel net buiten de versoepelingen helaas. Het alternatief? De vestingloop Gorinchem. Ook een halve marathon, niet te ver uit de buurt, een aardige route, nooit eerder gelopen en een mooi ‘metaaltje’ om op te halen, zoals mijn vriendinnen zouden zeggen. Nu nog een paar gezellige idioten vinden die met me mee willen lopen, want alleen is ook maar alleen. Frank hoef ik niet te vragen, die trekt al een vies gezicht als ik het woord asfalt alleen al noem en zal wel ergens een trail gaan lopen. Ik hoef niet lang na te denken. Ik gooi hem in de gezellige Anitameiden groep en een rendez-vous zo ‘in de buurt’ van Rotterdam is binnen twee dagen een feit.
Het belooft mooi weer te worden dus op de vraag ‘wat trek ik aan’ volstaat een lange broek en een dubbel shirt. Ik heb daar vrijdag ook prima in gelopen. Frank mag vanwege omstandigheden even een paar dagen überhaupt niet lopen dus die gaat gezellig mee. Kan hij mooi foto’s maken en de tas dragen. Altijd handig zo’n supporter langs de lijn. Uiteindelijk gaan we met zijn drieën lopen, Mirjam komt uit het oosten rechtstreeks naar Gorinchem en wij pikken Deborah op want we komen praktisch langs haar huis. We hoeven pas om 10:00 de deur uit dus het is ook nog uitslapen op zondag.
De zon schijnt inderdaad volop. Onderweg naar Gorinchem bedenk ik me dat ik mijn startnummer riem vergeten ben. Helemaal niet aan gedacht. Oh, en ik heb ook geen Buff bij me, maar misschien ligt er nog een reserve achter in de auto. Mirjam is er al en wij moeten even wachten om de auto kwijt te kunnen in de parkeergarage want het is druk. Deborah en ik lopen dan ook vast naar de start want we moeten onze startnummers ook nog ophalen. Op straat blijkt het berekoud vanwege de ijzige wind die er staat. Shit, misschien is blote armen dan toch niet zo handig en handschoenen was ook geen overbodige luxe geweest. Gelukkig heb ik wel een jasje en muts in de tas gegooid maar ik moet wachten tot Frank er is.
Terwijl Deborah en ik in de rij voor de Dixi staan komt Frank aanlopen en snel trek ik mijn muts en jasje aan. Ik voel iets in de zakken en ben de grootste mazzelaar ter wereld als dat mijn handschoenen blijken te zijn. Vergeten er uit te halen na mijn laatste loopje! De tijd tikt door en we zijn eindelijk een beetje klaar als we nog maar vijf minuten voor de start hebben. Ik ben zowaar een beetje nerveus en al die lopers om me heen maken me onrustig. Dat, met het feit dat ik van alles vergeten ben, bewijst maar dat ik het wedstrijd lopen een beetje ontwend ben. Het automatisme zit er niet meer in. Nou ja, we doen het met wat we hebben.
We zitten in de tweede wave en staan vooraan aan de rechterkant. Dan wordt er afgeteld en mogen we gaan. We hebben min of meer afgesproken om rustig aan te lopen, zo rond de 6:20, dus gaan we met 6:07 van start om even later, als we de stad uit zijn en op de dijk lopen, rond de 5:50 door te denderen. Natuurlijk. Maar goed, de zon schijnt en het is een leuk uitzicht zo over het water. We hebben alleen de ijskoude wind tegen dus ik ben blij met mijn muts, mijn jasje en vooral met mijn handschoenen. En achteraf gezien had ik toch best wat muziek op de achtergrond mee kunnen nemen.
We lopen een lekker constant tempo en trekken aardig aan elkaar op. Deborah roept ‘daar staat Rob!’ dus gaan de beentjes omhoog, trekken we de buikjes in, gaan de borstjes vooruit, en lachen we onze tanden bloot. ‘En we kunnen alles weer laten zakken!’ als we er weer voorbij zijn. Na 5 km gaan we van de dijk af en komen we op een stukje fietspad waar ook een waterpost staat. Lekker een beetje minder wind. Ik heb het inmiddels wat warmer dus de muts kan af en de handschoen kunnen uit. Mijn jasje hou ik nog even aan tot aan de terugweg als we de wind in de rug hebben.
Anderhalf kilometer verder gaan we de dijk weer op en mogen we ook weer tegen de wind in. Het tweede stuk op de dijk is een kleine drie kilometer en duurt nu toch wel lang, maar uiteindelijk komt gelukkig de draai naar beneden in zicht. In de verte links zie ik de lopers over het fietspad de andere kant op lopen, daar mogen wij ook heen. Maar eerst tijd om wat te eten. Geen chips, geen koeken, geen krentenbol maar een halve chocolate protein bar. Ik heb zowaar ook nog een gelletje in mijn Flipbelt zitten voor als het nodig is. We zien wel.
Het geeft me nieuwe energie en ook Deborah heeft hem nu lekker zitten. Van onze geplande 6:20 komt in elk geval niks terecht. Nou ja, liever zo dan andersom zullen we maar zeggen. Het fietspad is een lang ietwat saai stuk maar gelukkig hebben we nu de wind in de rug. Nog even wat water drinken, de tweede helft van de chocolate bar er doorheen jassen, een tempogroepje voorbij lopen, even kletsen met Ronald, het jasje uit en weer door.
We beginnen nu met aftellen en laten het tempo iets zakken. Tenslotte is het nog steeds een training. Ik ben sowieso al blij dat ik het continue lopen toch nog niet helemaal verleerd ben ook al moet ik best aanpoten. Ook een kwestie van motivatie. De meiden blijven lopen dus blijf ik ook lopen. En het zou zo maar kunnen dat zij blijven lopen omdat ik blijf lopen. Bij 18 km zijn weer terug bij Gorinchem, staat Frank op de vestingmuur voor een foto, en herken ik ineens het beeld van de ‘man met de vis’ waar we tijdens de Biesbosch Crossing Ultra een foto gemaakt hebben.
De laatste drie kilometer gaan over de muur en zijn klimmen en dalen. Het tempo zakt nu wat in en we zijn er een beetje klaar mee. Maar ja, doorlopen hé? Frank staat op de laatste kilometer en als we het terrein op draaien blijkt ineens dat we nog een rondje om het terrein heen moeten. Ik heb dan al lang en breed 21,1 km op mijn klokje staan en ik ben niet de enige. Maar goed, we zullen braaf het parcours aflopen. Bij de finish natuurlijk triomfantelijk hand in hand voor de fotograaf en we krijgen de medaille van Sasha omgehangen.
Ik ben blij. Ik kan in elk geval nog aaneengesloten een halve marathon lopen en gezien het feit dat ik me helemaal niet meer richt op snel asfalt ben ik dik tevreden met hoe het gegaan is. We trekken gauw iets warms aan, maken nog wat foto’s, praten nog even na met bekenden en zoeken dan een tentje waar we kunnen lunchen. En dat blijkt nog de grootste uitdaging van de dag te zijn. Het lukt uiteindelijk op een terras en na een broodje en wat drinken, als ik inmiddels toch echt wel een beetje verkleumd ben, rekenen we af en gaan we naar huis.
Metaaltje in de pocket, nieuwe foto’s voor de verzameling, een tevreden gevoel richting Parijs en Rotterdam en vooral een super gezellige zondagmiddag met hardlopen en leuk gezelschap. Zoals we dat vroeger kenden.
Zou het Corona loop tijdperk dan echt voorbij zijn?