Omdat het leven gewoon doorgaat, ook na een heerlijke vakantie, staat er volgende week een vijftig mijl op het programma in de aanloop naar december, als het écht moet gaan gebeuren. En om Frank te quoten: ‘We moeten kilometers maken.’ De Airborne Freedom Trail is dan een mooie manier om dat te doen.
Niet alleen omdat het een mooie afstand is, 45 km, of omdat we hem vaker gelopen hebben en het parcours dus enigszins bekend is, of omdat het goed aan te rijden is, Arnhem is niet idioot ver weg, maar zeker ook omdat de gedachte er achter ook heel mooi is. Je loopt namelijk voor een gevallen soldaat uit Operatie Market Garden. We krijgen ook een houten kruisje mee om eventueel op het graf van de soldaat te leggen. De begraafplaats ligt traditiegetrouw op de route.
De start is om 13:00 op de Ginkelse Heide, waar destijds de dropping van de soldaten plaatsgevonden heeft. We moeten ons echter melden op Papendal waar we de startnummers ophalen en op de bus stappen die ons naar de Heide brengt. We zijn relatief vroeg, want thuis met je ziel onder je arm hangen is ook niks. Eenmaal daar druppelen de bekenden langzaam binnen. Tony, maar ook Kees, Boris en Henk zijn van de partij en ook Dick waagt een poging. Daarnaast begroeten we nog een paar anderen die de 18 km of de 28 km lopen.
Dan is het toch tijd om naar de bus te gaan. Het heeft de hele tijd best wel geregend maar nu is het gelukkig droog. Binnen een minuut of tien zijn we bij de start en het monument van Airborne. Na het welkomstpraatje en een minuut stilte voor het overlijden van Queen Elizabeth mag de eerste groep van start. Wij zitten in groep drie maar ze besluiten twee en drie gelijk weg te sturen. Het is dan 13:10.
De eerste kilometers gaan lekker. Alhoewel we formeel niet met de mannen meelopen, trekken we in het begin toch met elkaar op. Het tempo zit er wel goed in en dat merk ik aan mijn ademhaling. Tandje rustiger dus, maar omdat de mannen of moeten plassen of Tony zit te kutten met zijn navigatie komen we toch iedere keer weer bij. Tegelijkertijd doen we haasje over met twee mannen die dan weer voor en dan weer achter ons lopen.
We komen al gauw bij een tunneltje onder de snelweg door dat prachtig beschilderd is in de geest van de trail. Natuurlijk moeten hier foto’s gemaakt worden, want het is geen wedstrijd maar een prestatieloop en dat betekent ook gewoon genieten van de omgeving en stilstaan bij de route, wat hier gebeurd is en waarom we hier lopen. De route lijkt ook anders dan twee jaar terug.
Uiteindelijk rond de 10 km laten we de mannen gaan, alleen Tony is nog bij ons. Het is warmer dan het lijkt en ik zweet peentjes. Met mijn ademhaling zit het wel weer ok, maar ik merk dat de beentjes het zwaar hebben. Hopelijk kom ik straks in mijn flow en vlieg ik weer over het parcours. Ik drink ook meer dan normaal en ik ben blij met de wetenschap dat er een ‘hidden’ kist staat op 14 km met extra drinken want mijn waterzak gaat hard leeg.
Tony heeft contact met de mannen en die staan inmiddels bij de kist die op 15 km staat. Ze wachten op ons en even later komen we daar ook aan, samen met de andere twee mannen. De kist zit vol met heerlijk water en voelt dan ook als een echte schatkist. Ik drink niet alleen een flesje maar gooi er ook twee in mijn waterzak. Overigens kan ik me ook niet aan de indruk onttrekken dat hij misschien wat lekt want ik ben wel erg nat op mijn rug en billen. Maar ik kan niet 1-2-3 iets ontdekken. Nou ja, niet te lang bij stilstaan.
Tony sluit nu aan bij de mannen en we laten ze definitief gaan. Ik heb moeite om weer op gang te komen. Mijn hoofd zit goed, conditioneel geen probleem maar mijn benen willen echt niet vandaag. Het lijkt wel of ik spierpijn heb maar waarvan? Bovendien zit er nul kracht in. Mijn lijf is in elk geval niet happy en dat werkt ook niet goed in mijn hoofd. Bovendien loop ik stiekem toch enorm te stressen over de tijd. We moeten om 19:00 binnen zijn en als ik zo doorreken, wetende dat de eerste kilometers best snel gingen, zitten we nu zo’n beetje exact op schema. Maar dat ga ik gewoon niet volhouden vandaag.
We gaan nog even door het smalle tunneltje samen met de twee mannen van het haasje over. De ene geeft het op en pakt de rest van de route van de 18 km, de ander loopt lekker door. Op 19 km geef ik het ook op, zij het op mijn manier. Ik overleg met Frank, die wel lekker loopt, en overtuig hem om mij alleen te laten en door te lopen. Dan kan hij tenminste op tijd binnen komen, de tassen pakken, de medailles aannemen en met de bus naar Papendal. Kan hij mij daarna met de auto oppikken in Arnhem. Ik loop wel uit, maar op eigen tempo.
Nadat Frank weg is duurt het toch nog even voor ik alles los kan laten. Ergens hou ik de tijd toch nog in mijn achterhoofd en als ik op drie uur zit kijk ik op mijn klokje. Ik zit op 23,3 km dus dat is erg krap. Ik had gehoopt bij de verzorgingspost te zijn maar goed, dat red ik dus al niet. Die verzorgingspost staat uiteindelijk pas op 25 km en niet op 24 km. Ik hoop tenminste dat dat zo is en niet dat ik een kilometer voorloop door afwijking van de GPS. Bij de post hebben ze alleen water en sportdrank. Ik had stiekem gehoopt op cola, maar helaas. Dan maar een paar stukjes sinaasappel en voor de rest sla ik over en ga door.
Ik ben nu bij Park Hartenstein, en ondanks de tijd maak ik toch een paar foto’s. Ik eet gelijk ook maar wat. De route vanaf het park is nu voor iedereen gelijk en ik ben ergens toch wel vergeten dat er nu wat klimmetjes en dalinkjes in zitten. De klimmetjes zijn gruwelijk, de dalinkjes zorgen voor nog een klein beetje tempo. Dan kom ik Dick tegen, die ook niet lekker in de wedstrijd zit. We praten even maar dan loop ik toch weer door want ik moet nog een stukje. Een kleine kilometer of twintig.
Dan kom ik op een twijfelpuntje. Moet ik hier nu rechtdoor of linksaf? Het lint hangt linksaf maar net als ik die kant op wil lopen komt de man voor mij terug lopen. Dat was dus niet de goede kant. Ik zet de route voor de zekerheid aan in mijn klokje maar we moeten inderdaad rechtdoor. Een stukje verder opnieuw een twijfel. Rechtdoor over het bruggetje of linksaf steil omhoog? Een keer raden, en ik herinner me van twee jaar terug ergens dat het steil omhoog is. Dat klopt.
Een paar kilometer later sta ik op het panorama punt en word ik ingehaald door de twee mannen van de bezemwagen. Shit, daar had ik geen rekening mee gehouden. Als ik er nou maar niet uit hoef. Ze vragen hoe het gaat, of ik nog genoeg eten en drinken heb en zo. Ik leer dat Dick er inmiddels met een shortcut uit is en dat ik dus (weer) laatste op het parcours ben. Boeien, als ik maar uit kan lopen.
Ik leg uitgebreid uit dat ik helemaal zelfvoorzienend ben, op wellicht water na dat ik nog bij de laatste drankpost wil bijvullen, alles geregeld heb voor de finish en dat ik uitloop, alleen niet binnen de tijd. Het is ok, ik mag blijven lopen en straks komt Sander, de andere bezemloper, bij mij en blijft bij me tot de finish. Ok? Hmmm, nee niet helemaal want ik loop liever alleen, maar ik geloof dat ik geen keus heb. Zolang ik maar niet van het parcours af ga anders kunnen ze me straks niet meer vinden. Vanaf dat moment heb ik een nieuw doel. Sander zo lang mogelijk voor blijven.
Gelukkig gaat het heuvel af door het dorp en langs het kerkje en kan ik even vooruit. Van daar uit naar het moerasgras langs het spoor waar het gelukkig enorm mee valt met de modder. Tegen de tijd dat ik aan het einde van dat stuk ben draai ik me even om en is ineens daar Sander, als een duveltje uit een doosje. Shit. Ik draai me stoïcijns weer om en ren verder, Sander negerend onder het motto ‘als ik doe alsof hij er niet is, is hij er niet’, maar helaas is het heuvel op en moet ik wandelen. Ik zit dan op 36 km, dus minder dan 10 km tot de finish.
Als we de weg oversteken kan ik Sander niet langer meer negeren en praat uiteindelijk met hem. Hij geeft me gelukkig de ruimte om op eigen tempo door te lopen. Ook nu leg ik uit dat ik vastberaden ben om tot de finish uit te lopen en dat alles geregeld is omdat Frank wel op tijd binnen zal zijn. Die heb ik sowieso nog geappt om even te bellen als hij er is, dan kunnen we afstemmen. De laatste verzorgingspost staat op 38,5 km in plaats van 37 km, dus dat scheelt ook weer, dan is het vanaf daar nog maar 6,5 km.
De weg naar de begraafplaats is vals plat omhoog en lang maar zoals gewoonlijk geldt mijn motto ‘aan alles komt een eind’. Als ik de hoek van de weg om draai staat daar de verzorgingspost waar ze eigenlijk al aan het opruimen zijn. En dan opperste verbazing, want wie staat daar in vol ornaat? Frank! Die is verkeerd gelopen ergens en is net aangekomen. Alhoewel ik het leuk vind om hem te zien valt nu wel het hele plan in duigen, want we gaan het niet op tijd redden richting de finish. En dus de tas, de medaille en vooral ook de bus wordt niks zo.
Overleg met de mensen van de organisatie. De laatste bus gaat om 19:30. In theorie zouden we dat nog moeten kunnen halen maar dan moeten we wel doorlopen. En met begeleiding van Sander die dan telkens onze positie doorgeeft. Ok, water vullen en gaan met die banaan dan maar. We hebben de route op onze horloge want de mannen gaan wel de bordjes al weg halen. En de moeilijke beslissing om niet meer de begraafplaats op te gaan. Ik hoop dat Jack Colin het me vergeeft.
Het grootste voordeel dat we nu hebben is dat het merendeel nu vooral naar beneden loopt. Alle protesten in mijn lijf negerend probeer ik nog zo veel mogelijk te rennen. Frank is er inmiddels al niet veel beter aan toe, mede door de psychologische klapper van het verkeerd lopen. Maar we zijn inmiddels wel wat gewend. Nog 5 km, tanden op elkaar, nog 4 km laatste loodje door het bos, nog 3 km lekker naar beneden sjezen, nog 2 km, Sander die ons aanspoort om te blijven lopen, nog 1 km en we worden aangekondigd dat we er zijn. De hele crew van de finish staat ons met luid applaus op te wachten. Medaille om, tas pakken, iedereen bedanken en als de sodemieter met de chauffeur mee naar de bus. We made it!
In de bus zitten de mannen die het ook zwaar gehad hebben en het uitwisselen van de ervaringen is niet uit de lucht. De terugreis duurt iets langer dan de heenreis maar eenmaal op Papendal nemen we afscheid en kruipen stijf in de auto voor de terugreis. Onderweg nog een herstel chocomelk, een cola en dan via de AH voor wat sushi. Thuis douchen, eten, nog even TV kijken en dan naar bed.
Morgen evalueren en kijken wat we voor volgende week anders moeten doen!
Leuk om te lezen. De deelnemers in de bus hebben idd met spanning gewacht op de laatste 2 deelnemers . Jullie dus.
Ik dacht al dat ik het zwaar had gehad maar dit lezend was ik niet de enige.
Succes met de vervolg evenementen.
Maurice(degene in de bus op de terugweg naast je en bij VP 1 door de EHBO geholpen werkerd aan zijn knie.
Groeten, Maurice
Ja, ik heb je gezien bij de EHBO. Fijn dat je nog lekker uitgelopen hebt en nog goed ook! Grappig om te lezen hoe jullie in de bus zaten, ha, ha, ha.
Jij ook heel veel succes met een volgend evenement.