Één van de redenen dat ik destijds geen marathon wilde lopen, was omdat ik dan allerlei ingewikkelde dingen qua voeding moest doen. Vooral dingen eten die ik niet lekker vind, en dingen laten staan die ik wél lekker vind. Focus op voedsel dat veel energie geeft, weinig vet heeft en vooral heel veel eigenschappen heeft van toetjes in het buitenland. Dat wil zeggen, het ziet er prachtig en heerlijk uit, maar het is niet te vreten.

Ik heb dan ook nul interesse in foodbloggers, sla demonstratief de rubriek met recepten uit de Runnersworld over, en kom niet verder dan een bord pasta, een banaan of een boterham met pindakaas. En niet omdat ik niet kan koken, maar omdat ik gewoon met koken al net zo lui ben als met hardlopen. Teveel gedoe. Daarnaast lijken de meeste gezonde hardloopontbijtjes verdacht veel op een of andere vorm van pap. Nu heb ik pap toch al nooit lekker gevonden, maar sinds we op de Kilimanjaro geweest zijn heb ik tegenover god en de hele wereld gezworen dat ik nooit, maar dan ook nooit van mijn leven meer pap zou eten. Niet in dit leven en niet in alle levens die hierna nog komen. Om je een beeld te geven, pak twee eetlepels maizena, gooi daar wat water bij, goed mixen, opwarmen, drie scheppen suiker erbij en smullen maar! Of voor wie The Matrix gezien heeft, de witte drab die ze daar eten zag er beter uit.

Maar goed, voor het universum niets leukers dan je op je woorden te pakken en je op de proef te stellen. Dus waren wij onlangs te gast bij mijn beste vriend in Valencia. Een uitstekende kok en erg geïnteresseerd in gezond voedsel. We gingen dan ook met twee flessen olijfolie, twee flessen wijn en een zakje laurierbladen uit eigen tuin in de koffer naar huis, omdat dit alles ‘het beste van het beste van de wereld was, want het was zelf geteeld, biologisch en kwam uit het dorp van de vader van zijn vriend’! Maar dat terzijde. Nou had mijn vriend een fantastische nieuwe keukenmachine gekocht die behalve paella zo’n beetje alles klaar kon maken. Smoothies, ijs, gazpacho, en allerlei andere gepureerde gerechten, you name it, en ‘Betty’ zoals hij het ding genoemd had, kon het maken. Vooruit, hij kon ook nog stomen en eerlijk is eerlijk, de gestoomde vis die we de eerste avond voorgeschoteld kregen was prima te eten.

Natuurlijk had hij er ook een receptenboekje bij, waar een heel hoofdstuk gewijd was aan gezonde ontbijtjes. Inclusief een energetisch ontbijtje voor hardlopers met hazelnoten, sojamelk, zonnebloempitten en rogge. Ik weet niet, ik vond het verdomd veel op pap lijken. En ja, het was ook nog warm. Uit beleefdheid nam ik een hapje en ook hier eerlijk is eerlijk, ik hoefde niet spontaan over te geven. Omdat wij de volgende ochtend zouden gaan hardlopen bood mijn vriend aan om vroeg op te staan en een ontbijtje klaar te maken voor ons. Het ‘Nee hoor dat hoeft niet’, en ‘Doe geen moeite, slaap lekker uit’ was tegen dovemansoren en werd gelijk van tafel geveegd. Ik gaf me over. Ik kreeg het nog wel voor elkaar om er buiten het recept om een banaan doorheen te laten mixen.

En dus stond meneer de volgende ochtend heel lief zondag om half negen te pureren en te mixen en presenteerde trots het bruine goedje voor mijn neus terwijl ik met slaperige ogen mijn hardloopspullen aantrok. Met kleine voorzichtige hapjes heb ik de helft opgegeten. De banaan maakte veel goed. Daarna zijn we gaan lopen en moest ik met de billen bloot. Want in tegenstelling tot al die andere ontbijtjes voor het hardlopen was ik na één boertje al klaar met het eten een plek te geven in mijn maag en voelde ik me vol energie. In zoverre dat ik besloot om het recept mee te nemen naar Nederland en een week later driftig op zoek ging in de AH om de ingrediënten bij elkaar te sprokkelen. Het kan verkeren.

Eerste Pinksterdag leek me een mooi moment om het uit te proberen. Mijn eigen blender deed zijn werk net zo goed maar ik verruïneerde een pannetje tijdens het opwarmen, meer vanwege ongeduld dan iets anders. Want opwarmen moet je langzaam doen terwijl je goed roert, en niet gelijk op stand 10 zodat het lekker snel kookt-en-tegelijkertijd-aankoekt. Ik hield de banaan er voor de zekerheid in, hapte het voorzichtig weg en ging rennen. En wederom geen last van mijn maag en lekker energiek. Het lag dus niet aan de zon! Gelukkig maar, want natuurlijk heb ik van alle ingrediënten een halve kilo gekocht zonder naar het recept te kijken. En uit een halve kilo kan je heel veel handjes van 20 gram halen! Maar goed, misschien voortaan toch maar eens de recepten lezen en de foodbloggers bekijken.

Nu willen jullie natuurlijk allemaal weten hoe je dit wonderlijke goedje klaar maakt? Nou vooruit, bij hoge uitzondering dan.

Voor twee personen, 250 calorieën per portie:
45 gram roggevlokken
20 gram gepelde hazelnoten
10 gram zonnebloempitten (ik heb pompoenpitten gebruikt, foutje maar net zo goed)
15 gram suiker (heb ik weggelaten, er zit suiker in de sojamelk en de banaan maakt het ook zoet)
300 gram (ja, zo staat het écht in het recept) sojamelk met calcium (kan ook amandelmelk of hazelnootmelk zijn)
En de variatietip. Voeg 1 banaan toe.

Alles in de blender mixen, even opwarmen in het pannetje, en klaar is Sas.

Ga ik vanmiddag toch ook maar de wortelcupcakes proberen!

2 Reacties

  1. Inez Ruitenbeek

    Saskia wat zijn jouw stukken toch lekker makkelijk te lezen. En nog grappig ook!

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dank je wel Inez! En zolang er nog van dit soort leuke reacties komen, blijf ik lekker schrijven. 😀 <3

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *