Ooit is het plan om de Six Majors te lopen. New York was de eerste en boekten we vrij makkelijk en na een tweede poging hadden we Berlijn ook in onze zak. Chicago kan je ook gewoon via een tour operator inschrijven te zijner tijd dus daar maakte ik me niet druk over. Die andere drie, Londen, Boston en Tokio, waren wat lastiger. Londen had je dan wel weer twee kansen, loten via de eigen organisatie en loten via de Tour Operator. Die eerst maar proberen dus, gewoon elk jaar inschrijven tot het een keer raak zou zijn. De rest zag ik daarna dan wel weer, want vooral Boston lijkt nagenoeg onmogelijk.
Na drie jaar proberen kwam hij bijna uit het niets vallen. Londen via een tour operator. In april was daar het bericht dat we in oktober mee mochten. En toen werd de boel ineens serieus, want met drie op de rol, en één vrij simpel te regelen kon de focus op die andere twee gelegd worden. Boston blijft een probleemkind, maar Tokio? Daar maakte ik dan ook gelijk maar werk van en ging mijn geld op diverse kaarten zetten.
Optie één konden we vergeten, optie twee mocht ik in 2024 nog maar eens proberen en optie drie was een dappere poging die sneuvelde in een uitloting. Dit ging dus écht een meerjarenplan worden. Net als mijn marathon master Rotterdam. En dat tussen al het trailgeweld door. Wie kon vermoeden dat op 21 oktober, zo rond de klok van tien, mijn leven voor heel even volledig op zijn kop stond?
Een mailtje over de marathon van Tokio. Oh ja, dat ging over de informatieaanvraag. Bijna gooi ik het mailtje weg maar open hem en lees hem vluchtig door. Wacht even. Wat staat er nou? Hé? Wat? Lees ik het goed? Bla, bla,bla, extra startnummers, bla, bla, bla, alsnog ingeloot? Mijn hart mist drie slagen, ik lees het keer op keer maar het staat er echt. Ik bel Marathons International. Het is echt waar, en het geldt voor ons allebei. We zijn in de tweede ronde ingeloot en mogen mee! Als mijn hart weer een enigszins normaal ritme heeft bel ik Frank.
‘Schat, we gaan naar Tokio!’
ARRIVAL
Een dikke 4,5 maand later is het dan eindelijk zo ver. Net terug uit de Filipijnen, onze uitgestelde coronavakantie uit 2020, zijn we net een beetje hersteld van de jetlag heen én terug en mogen we weer die kant op. ‘Jullie hadden daar beter kunnen blijven’, is een veel gehoord commentaar. Dat klopt, maar tussen de vakanties door moet er ook nog een beetje gewerkt worden. Werk dat door een beperkt aantal vrije dagen nog tot het laatste moment gedaan wordt en weinig ruimte voor de voorbereiding laat. Maar goed, als in de nacht van dinsdag op woensdag om drie uur de wekker gaat zit alles als het goed is dan toch in de koffer.
Zondag al begonnen met een uur eerder opstaan. Alsof de jetlag zich daar ook maar iets van aantrekt. Want ik sta wel eerder op, maar ik ga niet eerder naar bed. Ik ben toch een avondmens. Maar goed, hopelijk helpt het onchristelijke tijdstip vannacht om in het vliegtuig een beetje te slapen. Maar eerst van Schiphol, waar we twintig euro uitgeven aan twee croissantjes, koffie en een chocomelk, naar Parijs, waar we opnieuw twintig euro uitgeven aan een broodje en een sapje. De groep is ongeveer dertig man en de helft vliegt via Parijs en de andere helft via Londen.
Na de vlieguurtjes en de wachtuurtjes mogen we in de big bird voor ongeveer veertien uur naar Tokio. Economy want het vliegtuig zit ramvol, voornamelijk lopers, en iets regelen met een upgrade lukt niet meer. De vlucht duurt lang, de stoelen zitten krap, de service is magertjes en slapen lukt al helemaal niet. Bovendien heb ik thuis minstens vier uur gespendeerd aan administratie vooraf met registraties, health checks, prints maken en de juiste stappen voeren om het land in te mogen, eenmaal geland mogen we nog twee uurtjes spenderen aan dezelfde handelingen en wachten. Maar alle ongemakken zijn stante pede vergeten als we in de bus naar het hotel zitten. We zijn in Tokio!
Ik kijk nu al mijn ogen uit als we de metropool binnenrijden. Ik was al diep onder de indruk van de verwarmde wc brillen en de spoelfuncties van het toilet voor de voorbips en de achterbips al dan niet begeleid door een gezellig muziekje, de fly overs, de grootste gebouwen, de relatief schone straten, en zowel de gedisciplineerdheid als de vriendelijkheid van de Japanners die uitstekend passen in mijn wereldfilosofie. Tel daar bij op dat er op allerlei hoeken van de straat een stuk speelgoed voor volwassenen staat in de vorm van een Mario Kart beeld of een gigantische Transformer robot en mix dat met de prachtige cherry blossom van de bomen in de traditionele parken en ik weet het zeker. Tokio ziet er uit als mijn versie van de hemel.
Twee kleine smetjes op het blazoen. De overdreven smetvrees en nog steeds angst voor Corona maakt dat het oh zo gehate mondkapje weer uit het archief gevist moet worden. Daarnaast ben ik getrouwd met die ene duivel in de hemel die zich niet aan kan passen aan de orde en regelmaat van de Japanners waardoor mijn oogspieren in de kramp dreigen te springen iedere keer dat ik ze moet rollen als hij niet wil wachten voor een rood licht (‘Er rijdt hier geen kip, dan ga ik toch niet zinloos wachten op groen.’), of over het gespannen touw die een rij markeert heen stapt (‘Er staat niemand, waarom moet ik dan drie keer op en neer lopen als ik gewoon hier moet zijn’). En eerlijk is eerlijk, ik kan hem geen ongelijk geven, maar het autistische deel van mijn brein wil wél op groen wachten. Iets met conditionering, risico mijden, regels respecteren enzovoort.
We kunnen nog niet inchecken in het hotel maar mogen wel de koffers achterlaten om te gaan lunchen. Om twee uur worden we weer verwacht voor een korte uitleg over Tokio en om gezamenlijk naar de expo te gaan. Wij duiken het winkelcentrum in, na even de Rainbow Bridge en het Vrijheidsbeeld (dat mens kom je ook overal tegen) te hebben bewonderd, want eten ben ik altijd voor te porren. We zijn in Japan, dus ik wil Japans eten. Sushi, dumplings, ramen, you name it! Uiteindelijk belanden we in een tentje waar ze menukaarten in het Japans hebben, maar wel met plaatjes. Als we eenmaal zitten en de kaart bestuderen lijkt het er op dat ze alleen vis hebben. Nou, dat lusten we prima. Iets met een bowl dan maar.
Google Translate biedt uitkomst en de woorden ‘zeebrasem’ en ‘rijst’ komen herkenbaar uit de bus. ‘Doet u die maar, twee keer.’ Cola zero hebben ze niet, bier bestellen is te lastig. ‘Cola, ook twee keer’. Even later krijgen we allebei een tray met daarop een bowl met rijst en visprut, wat bakjes met smaakmakers en een leeg kommetje en een theepot met warm water. Uit de gebarentaal lezen we dat we het water in het kommetje moeten doen en dan de inhoud van de bowl er bij. Seriously? Maar goed, ‘s lands wijs, ‘s lands eer dus doen we braaf wat ons is opgedragen, in complete verwarring of we nu het gerecht op de juiste manier eten of onszelf volslagen belachelijk maken omdat we het kommetje water om je vingers mee te wassen aan het opeten zijn. Lost in translation noemen ze dat.
Het eten is Rivella, een beetje vreemd maar wel lekker. En gelukkig hebben we honger dus we eten alles netjes op alvorens aan de volgende uitdaging te beginnen. Betalen. Nou maar duimen dat de creditcard het doet. Gelukkig spreekt die beter Japans dan wij en kunnen we zonder de politie op onze hielen nog even verder in het winkelcentrum kijken. Naast de winkel waar ze niet alleen puppies verkopen, maar ook allerlei soorten carnavalpakjes voor diezelfde puppies zit een supermarktje, en veel belangrijker, een ATM. Ook nu trappen ze er in en trekken we 10.000 Yen uit de muur. In één biljet. We slaan hem maar gelijk stuk met een flesje cola zero.
Terug in het hotel krijgen we uitleg over Tokio van de gids waar we morgen mee op pad gaan voor een toer. Een lijstje met Do’s en vooral ook een aantal Don’ts. Ik heb nu al zin in morgen! Dan wandelen we met de hele groep naar de Expo, waar zich op het gebied van controles een herhaling van zetten van vanochtend op het vliegveld afspeelt alvorens we ons startnummer mogen ophalen. Daarna hebben we de keuze, of drie uur in de rij voor de ASICS winkel om een extra shirtje te scoren, waarschijnlijk veel te duur en niet meer in onze maat, of twee uur in de rij bij de officiële merchandise winkel voor marathon meuk, waarschijnlijk veel te duur en niet meer op voorraad tegen de tijd dat we aan de beurt zijn, of het hazenpad kiezen.
Frank gaat direct voor optie drie, ik spendeer nog tien minuten aan optie één en drie minuten aan optie twee alvorens ook ik voor optie drie ga. De rest van de expo is niet zo spannend en eventuele sportbars waar ik naar wilde kijken hebben ze niet. Met een tas vol met flyers, die achteraf allemaal in het Japans blijken te zijn, drie sampletjes van iets waarvan ik niet weet wat het is, en vooruit toch nog een officieel marathonshirt in lelijkstaatmevoorgeenmeter wit neem ik de metro terug naar het hotel. Kan ik gelijk kijken hoe dat werkt, en eerlijk gezegd laat ook nu mijn aangeboren metro intelligentie me niet in de steek. Bijna instinctief doe ik de juiste handelingen, sta op het juiste spoor en rij de juiste richting op.
Terug in het hotel bel ik Frank om te vragen waar onze kamer is en kan ik eindelijk even rustig zitten en de eerste indrukken op me in laten werken. Twee uur later eten we in een grillrestaurant, ribeye die verrassend genoeg niet doorgebakken wordt, met als toetje een Sweat Beast, een milkshake in New Yorkse toestanden. Een maaltijd op zich met een donut, een chocohoorntje, marshmallows en heel, heel, heel veel slagroom. Op de weg terug maken we nog gauw even wat foto’s van de nachtelijke skyline en gaan gauw naar de kamer want het waait als een gek en het is ijzig koud. Nog wat drinken, even orde op zaken stellen en dan toch maar een poging wagen om te gaan slapen.
Had ik het al gezegd? We zijn in Tokio!
TOKIO OF ZO
Frank ligt al lang te pitten als ik om 23:15 het licht uitdoe. Ik slaap tot de wekker gaat, ietwat onrustig en licht maar ik slaap. Met moeite doe ik mijn ogen open als de wekker om 7 uur gaat, maar om 7:30 staan we buiten om ons eerste rondje in Tokio te gaan lopen. Het is een prachtige dag en ochtendfris. Ik heb een ongeveer 5 km route uitgestippeld die ons als eerste langs de Transformer robot (Gundam) brengt. Die staat bij de ingang van een groot winkelcentrum en is vast in de pocket. Dan over de lange weg richting de expo om ergens een brug over te steken en langs het water terug te gaan. We moeten ergens een talud af om langs de kade te kunnen rennen want er is niet echt een weg of trap. Later blijkt waarom, het is een afgesloten gebied. Hebben wij weer. Gelukkig zit het hek niet op slot en de bewaker niet op te letten om er weer uit te komen. Dan via het ‘strand’ en de houten loopbrug langs het Vrijheidsbeeld terug.
Na douchen en omkleden schuiven we aan bij het ontbijt. Het is even zoeken want echt brood kennen ze niet. Ik bestel een eitje voor mezelf en twee voor Frank. Die moeten uit de keuken komen als ze aan komen zetten met drie borden met elk twee eieren. Ook weer zo’n ‘Lost in translation’ momentje. Ach, we weten er wel raad mee. Om 9:45 melden we ons in de lobby voor onze ‘De twee gezichten van Tokio’ toer.
Als eerste gaan we naar Ameya Yokocho, ook wel de Amerikaanse straat. Het is een openlucht markt waar vooral veel vis te krijgen is. We wandelen er doorheen en bijna aan het einde trakteert onze gids ons op een rondje trommelen in de Arcade. Het lijkt op Guitar Hero maar dan met trommels dus het gaat me makkelijk af. Daarna gaan we naar het naastgelegen Ueno park waar ze ons het interessante verhaal van de geschiedenis van Tokio en de Samurai Saigo Takamori vertelt. Van daaruit naar een tempel waar we een ‘paardenkaartje’ kopen en ik ook vijf kleine bean bags koop om vanaf de tempel naar beneden in een soort schotel te gooien. Als je raak gooit brengt het geluk. Ik scoor er twee.
Omdat het al laat is bekijken we alleen nog een tweede tempel in plaats van de geplande vijf en gaan daarna lunchen in een ramenrestaurantje. Ook weer een belevenis. In de rij staan, via een automaat bestellen en betalen en dan in een soort cubicle zitten waar je centraal je bak met eten krijgt van achter een luikje vandaan. Het doet me denken aan een peepshow. Frank past er niet eens in.
Als iedereen uitgegeten is gaan we naar Nakano Broadway, een winkelcentrum met winkeltjes voor verzamelaars en nerds. Manga, treinen, horloges, action figures, boekjes, tienermeisjes muziek, je kan het zo gek niet bedenken. Er is zelfs een winkel die een automaat heeft staan met ‘gedragen slipjes’, voor nou ja, vul zelf maar in wie dat zou kopen. Ik koop een kleine action figure van mijn favoriete animatieserie uit mijn jeugd, het G-Force team uit Battle of the Planets.
Het is inmiddels 16:00 geweest als we naar Shinjuku rijden. Daar vind je het Metropolitan Gouvernment Building waar we naar het observation deck kunnen voor een mooi uitzicht over de stad. Als we de lift uitstappen lopen we zomaar tegen Gerard aan. We praten even alvorens hij weer verder gaat en wij het uitzicht bewonderen. Als we daarmee klaar zijn is de toer ook officieel voorbij en nemen we afscheid van Stephanie, onze gids. Met een kleiner clubje gaan we naar Shibuya, eerst naar Harajuku waar je bizarre winkeltjes vindt met onder andere cosplay kostuums en dito mensen die zich ook zo uitgedost hebben. En dan naar Shibuya crossing, het drukste kruispunt van de wereld. Het is een ware belevenis. We duiken ook nog even een rooftop bar in om het beter te kunnen zien.
Daarna is het toch écht tijd om te eten. De tip van Stephanie is Miyashita Park. Dat blijkt een winkelcentrum met een foodcourt. We twijfelen een beetje en belanden uiteindelijk in een standaard restaurant waar de meesten een Runners Plate eten. Frank en ik gaan gewoon voor opnieuw een steak. Na het eten zijn we er wel een beetje klaar mee. Het is dan ook al 21:00 geweest. Nog een uurtje met de metro als we redelijk afgeknoedeld weer in het hotel zijn. Gelukkig doen we voor een marathon altijd rustig aan en heb ik vandaag maar 24 km gelopen.
MEMOIRES OF A GEISHA
Omdat de organisatie van de marathon het toch wel spannend vindt, zoveel hardlopers bij elkaar die Corona zouden kunnen hebben, is de officiële Friendship Run omgezet naar een virtuele run. Wij doen die dan maar met Marathons International. Maar eerst ontbijten, waar we Peter Kramer tegenkomen, ook een RMD-er. We zitten vanwege het weekend in een andere zaal dan normaal. Het wordt een mix van yoghurt, pannenkoekjes, wafels en een croissantje.
Dan even snel naar boven en om 9:00 staan we klaar voor het loslooprondje. Groepsfoto en op weg. Het is overigens weer een beautiful day! We zijn nog geen kilometer op weg of ik voel in de praktijk wat Frank gisteren al riep. Ontbijten voor het lopen is een slecht plan en ik heb sowieso te veel gegeten. Vooral de yoghurt doet lelijk in mijn maag. Gelukkig is het maar 5 km.
We lopen over het boulevardje waar wij gisteren ook liepen, maar gaan nu wel het eilandje rond. Van daar uit naar het Tokyo beeld voor nog een groepsfoto en dan zit het er eigenlijk al weer op. Mijn misselijkheid is tegen die tijd ook alweer een beetje gezakt. Nou ja, beter vandaag dan morgen. Na afloop bedenk ik me dat ik de Runkeeper helemaal niet aangezet heb voor de registratie van de virtuele run. Ach, het tempo was toch ook niet om naar huis te schrijven.
We douchen en kleden ons om en ik neem even de tijd om een plan voor de dag uit te stippelen en te kijken waar we heen moeten. We hebben als onderdeel van de Friendship Run een wat ze noemen cultural experience. We konden kiezen uit een theeceremonie (ik lust geen thee), houtsnijden (vond Frank niks), origami vouwen (ik zeg niks) en een geisha dans voorstelling (leuk, typisch Japans). Omdat we genoeg tijd hebben pakken we gelijk Asakusa wijk mee met de Senso-Ji tempel.
Het is inmiddels bijna 12:00 en hebben stiekem wel trek dus eerst maar wat eten. We lopen langs de Kaminarimon Gate en de Nakamise-dori straat waar het megadruk is maar wat we toch maar gelijk meepikken om te bekijken. Dit moet een van de meest toeristische stukjes van Tokio zijn en het barst er van de souvenierswinkels. De straat eindigt bij de tempel maar die moet nog even wachten, eerst eten.
Ik had iets gevonden in een nabijgelegen food court dus daar lopen we heen. Ik wil iets van spiesjes en dat is exact wat ik op het bord zie dus we strijken neer bij het tentje. Dan blijkt dat we het menu digitaal krijgen en via een website bestellen. Het is tevens een palingrestaurant en ze hebben voornamelijk palinghapjes. Gelukkig ook een rundvleesspiesje, een kipspiesje en een gebakken rijstbol met kaas er over. Dat dan maar. Het is niet idioot veel maar genoeg voor nu en prima te eten.
Na de maag gevuld te hebben lopen we naar het tempelcomplex van Senso-Ji, waar je gratis naar binnen mag, en waar we plaatjes kunnen schieten, al dan niet van en met dames in traditionele kleding die je blijkbaar kan huren om te dragen en mee rond te paraderen. In het complex is het net zo druk. Niet zo gek als je bedenkt dat het zaterdagmiddag van marathonweekend is.
Dan is het tijd om naar de check in van de experience te gaan en we wandelen terug naar de rivier waar we ons moeten melden. Ik begin mijn voeten alweer te voelen, dat wordt nog wat morgen. Maar aan de andere kant wist ik dat ook van tevoren. Bij de check in staat ook een finishboog voor de Friendship run waar we hadden kunnen finishen. We doen het symbolisch nog even. Nadat we zes keer onze health form hebben laten zien worden we op een stoeltje gedrapeerd en wachten we tot het drie uur is om naar het optreden te wandelen.
Die blijkt in de wijk achter de tempel te liggen, waar we dus net vandaan komen. Over kilometers maken gesproken. Nou ja, mooie training voor de volgende ultra. Eenmaal aangekomen moeten onze schoenen uit en mogen we op een kussen op de grond gaan zitten. We krijgen wat uitleg en dan begint het optreden. Ik wil het goed zien en foto’s maken en zit helemaal vooraan, Frank zit achterin zodat hij tegen een pilaar kan leunen. Dan komt er een dame die op een Shamisen, de typische geisha gitaar, muziek maakt en begint te zingen, terwijl de feitelijke geisha opkomt en danst.
Ik krijg stante pede de slappe lach en bijt op mijn tong om het in te houden. Ik kijk express niet naar Frank en probeer me te concentreren op het kostuum en de make up van de geisha. Dat lukt gedeeltelijk en tegen de tijd dat de eerste dans is afgelopen is het gevaar geweken. Dan gaat de geisha trommelen en komen er twee andere geisha’s bij die dansen. Als dat klaar is krijgen we uitleg dat er een spel gespeeld gaat worden dat lijkt op ‘Rock, paper, scissors’, maar dan is het tijger, krijger en oude vrouw. De krijger heeft een speer en wint van de tijger, de tijger eet de oude vrouw op en de oude vrouw is de moeder van de krijger dus wint ze weer van hem.
Ze doen het één keer voor. Het gaat met een liedje. Daarna worden er vrijwilligers uit het publiek gevraagd om een rondje te spelen. Bij het derde rondje krijgen ze geen tweede speler uit het publiek en dat vind ik zo sneu dat ik me maar opoffer. Jammer dat ik ‘verlies’. Dan komt er nog een rondje en is het afgelopen. We wandelen terug langs de tempel en de straatjes van Asakusa. Mijn oorspronkelijke plan was hier nog wat kijken tot het donker zou worden voor de verlichting van de tempel, en dan eten en terug naar het hotel, maar we zijn allebei volledig naar de klote dus gaan we gelijk terug naar het hotel. Tenslotte is dat ook nog een uur reizen.
Om 17:00 zijn we terug om even twee uurtjes te relaxen alvorens we maar gewoon naar de mall gaan om te eten. We eten lekker Japans (eindelijk) en ik heb op de kamer een stukje cheesecake als toetje. Dan spullen klaar leggen voor morgen en naar bed. Morgen is het M-day!
M-DAY
We worden wakker van een raar geluid. Het blijkt Frank zijn wekker van blaffende hondjes (why?🤔), maar hij staat wat zacht. Douchen, aankleden en ontbijten waarbij ik alles eet, behalve yoghurt. Dat is gisteren niet goed bevallen dus dat doen we maar niet. We gaan met de bus naar de start waar Frank en ik gelijk gescheiden worden omdat we allebei een andere gate hebben. Dan door de health check security en die is ok dus ik mag door de security, mijn flesje water helaas niet. Die drinken we dan ook gelijk maar leeg, ik heb toch tijd zat om te plassen. De verborgen banaan in mijn trui zien ze niet en ik zeg niks.
Het is nog ruim twee uur wachten die ik volmaak met wat foto’s maken, een filmpje van de toppers die zich warmlopen en naar de wc gaan want ik heb toch niks anders te doen. Schoonste Dixie’s EVER! Geen verwarmde wc-bril. Beetje jammer. Voor de rest is het ondanks mijn trui berekoud en dat duurt tot de start. Ik mis Frank zijn warme armen. Een half uur voordat de coral dichtgaat, ga ik nog maar een keer in de rij voor de WC staan. Het gaat snel en ik eet op de Dixie rustig mijn banaan op. Ben ik niet alleen de schil kwijt, maar het is iets warmer. Als ik klaar ben is de rij inmiddels behoorlijk lang en sluit ik opnieuw aan. Ik moet de tijd volmaken en tegen de tijd dat ik aan de beurt ben moet ik vast nog wel een keer.
De rij gaat echter wel langzaam en pas als ik bij een bordje kom snap ik waarom. Ze hebben ‘western’ WC’s, gewoon met een pot en een bril, en lokale WC’s, zijnde een gat in de grond. In de Dixie in dit geval. Oh well, ik ga nu niet meer in een andere rij staan. Tien minuten voor tijd ben ik gelukkig aan de beurt en ga ik naar het startvak, waar geen Dixie’s meer staan. Bovendien moet ik hier mijn trui dumpen. Terwijl we staan te wachten zie ik dat ik de time-chip verkeerd om heb zitten. Voor de registratie maakt het geen zak uit, voor het autistische deel van mijn brein wel. Ik maak hem los om hem goed te doen en breek een nagel. Goed begin van de marathon!
In het startvak is het muisstil. Geen muziek, geen speaker of gangmaker en zelfs alle lopers houden hun mond. Daarnaast geen vuiltje op de grond. Ook geen volkslied of iets dergelijks, in elk geval niet dat wij hier kunnen horen, of een startschot. Dan zet de meute zich toch in beweging, teken dat er iets gestart is, en ruim tien minuten later is daar dan eindelijk de start. Ik ben stijf van de kou en het duurt even voor ik een beetje soepel kan lopen, maar ik loop de marathon van Tokio. Tokio. TOKIO!
De eerste paar kilometers ben ik goed afgeleid door het landschap, waaronder een grote Godzilla over een gebouw, a.k.a. Gojira, en de schreeuwerige aanplakbiljetten op de gebouwen. Fotostop natuurlijk. Toch merk ik het al gauw en gaat dit geen walk in de park worden. De eerste 10/15 km gaan nog wel ok. Muziekje op, water pakken doen we van de tafel met het laatste nummer van je startnummer en ik warm langzaam op. Op 10 km het eerste gelletje en door naar 15 km. In New York begon ik hier af en toe te wandelen en hier scheelt het niet veel. Maar ik werk me rustig naar de 20 km, hebben we de (bijna) helft weer gehad. Er zitten een aantal heen en weertjes in het parcours die we normaal gesproken niet leuk vinden maar nu perfect zijn om Frank te spotten die ergens een paar kilometer voor mij loopt. We zien elkaar dan ook een aantal keer gedurende het parcours. Een kiss instead of a song en weer door. Hij loopt lekker door, ik iets minder.
De man met de hamer komt vroeg deze keer, op die 20 km, en zijn naam is Jetlag von Sightseeing. Zijn bijnaam is Dikenlui. Ik ben hondsmoe en kan me er bijna niet toe zetten om te blijven hardlopen. Ik vrees dat de Terminator stuk is. Het worden ruim 12 km van dribbelen en wandelen en vooral afzien, mezelf voor blijven houdend dat tijd er niet toe doet. Maar mijn persoonlijk eer schreeuwt in mijn oor toch wel onder de vijf uur. Ik mag dan wel foto’s blijven maken van mezelf en ook het babbeltje met Valerie van Marathons International op 24 km is een welkome afwisseling, want geen harde popmuziek of juichende toeschouwers langs de kant, maar ingetogen cheers, tekstbordjes en af en toe een groep trommelaars of performance van jonge Japanse meisjes. Nee, de Japanners houden niet van geluid. Ze zijn dan wel weer heel erg vriendelijk en gedienstig. De vrijwilligers doen er alles aan om je te helpen en aan te moedigen. Niet dat ik er ene reet van versta maar de intentie snap ik wel.
Als ik na een eeuwigheid de 32 km haal ga ik serieus rekenen. Het is nog haalbaar om onder de vijf uur te blijven maar het komt met een prijs, en dat is een keiharde schop onder mijn hol. Gelletje met cafeïne er in dan maar en gaan. Niet lullen maar poetsen en dan blijkt dat de Terminator het nog wel doet, alleen in energiebesparingsmodus vanwege low battery. Ik heb voor de laatste 10 kilometer net iets minder dan een uur en een kwartier. Inmiddels heb ik ook niet zo heel erg veel oog meer voor de omgeving, op een enkele landmark na. En natuurlijk de groep Chinezen verkleed als Mario Kart.
Zo reken ik na nog eens 5 km dat ik nog iets meer dan 40 minuten heb, omgerekend 8 minuut de kilometer (iets minder, vergeet die laatste 200 meter nou niet!). Ik loop echter gemiddeld nu rond de 7-7:30 dus als ik dit vol kan houden komt het goed. Met af en toe wandelen, fotostops en drankstops heb ik eindelijk voor de laatste kilometer (en een beetje, vooral dat laatste beetje niet vergeten denkend aan mijn CPC trauma) nog een minuut of acht over. Dat moet lukken. Het laatste stuk is door een winkelstraat met keien en er staat iets meer publiek die ook iets meer geluid maken. Het mag in de krant.
Dan het hoekje om en de finish en wat ben ik blij dat het weer gedaan is. Finishtijd? 4:58:46. Maar liefst 16 hele seconden sneller dan New York, maar hé, onder de vijf uur is onder de vijf uur. Misschien moet ik toch maar weer eens wat gerichter gaan trainen.
Na de finish is het hop hop doorlopen, niet stilstaan, geen foto maken en heel efficiënt word ik in nog geen half uur door alle finishstandjes geleid (foto, water, medaille, vieze eetmeuk, folie, poncho, mondkapje, doekje, kledingzak) naar de bus geleid om gelijk te vertrekken. Uurtje verder mag ik eindelijk douchen en gaan we met de hele groep naar de Fun after de run-party van de organisatie, waar we drank en eten krijgen, een show die we niet zien omdat we ons tegoed doen aan de vers gemaakte sushi, de six star finishers gehuldigd worden en dan mag ik eindelijk terug naar het hotel om lekker in te storten.
Morgen een beetje uitslapen en kunnen we weer verder gaan met sightseeing! Het maakt nu toch niet meer uit of we naar de klote gaan en hoe pijn mijn benen en voeten doen aan het eind van de dag na het vele wandelen.
THE DAY AFTER
Ik heb het licht om 1:23 uitgedaan en kon nog steeds niet slapen. Jetlag really is a bitch! Of misschien toch nog de opwinding van de dag en de liter cola (met cafeïne) die ik weggetikt heb? In tegenstelling tot de andere dagen dat we stralende zon hadden is het vandaag wat mistig. Ik heb nog een heel plan gemaakt met de dingen die ik wil zien, wat een beetje bij elkaar ligt en wat de beste route is. Waarschijnlijk loopt het allemaal anders, maar we zien het wel. We kunnen toch niet alles zien en doen. Eerst maar ontbijten en dan gaan we op pad.
First stop is de Meiji Shrine. We hebben van de marathonorganisatie een 24-uurs metrokaart gehad maar die werkt alleen op de oorspronkelijke metrolijn van Tokio. Dat zit zo (hebben wij vandaag geleerd), er zijn metro’s en meer een soort treinen. En dat wordt beheerd door verschillende bedrijven die hun eigen kaartjes hebben. Wij hebben wel iets universeels, maar de gekregen kaart is dus specifiek. En wij moeten de trein hebben dus voorlopig hebben we niets aan die dooie mus. Helemaal als blijkt dat er zelfs nog verschil in metrolijnen zit.
De Meij Shrine is mooi maar precies dat, een tempelcomplex waar we wat rondkijken, foto’s maken, even ‘bidden’ en een wens doen en dan lopen we door naar bestemming twee, Yoyogi park. Het is niet het juiste seizoen dus de complete cherry blossom garden staat er kaal bij. Aan de andere kant van de fontein staan dan weer een paar verloren bomen waar wel al bloesem aan groeit en daar maken we een medaillefoto. We zijn niet de enigen, het is echt druk.
Het park is niet zo groot dus we zijn er snel door. Ik heb wel een beetje trek en daarom wandelen we nog even door Takeshita street waar we al eerder op vrijdagavond zijn geweest. Behalve de typische Japanse crêpes waar ik mijn eerste honger mee stil, is het niet veel meer dan wat we al gezien hebben en wandelen we via een andere straat terug naar Yoyogi om daar wat te lunchen en naar de volgende stop te gaan.
Ik wil nu wel eens écht bij een Izakaya eten, een soort Japanse tapasbar, en zoek er een op. Als we eenmaal zitten krijgen we een lunchmenu wat niet echt hapjes zijn maar gewoon een maaltijd. Vooruit dan maar. Ik eet een bak ramen met vis die echt verrukkelijk is en Frank eet een stoofpotje met rijst, ook met vis ook al had hij varkensvlees besteld. Net zo lekker.
Na de lunch was het plan om even bij de Tokyo Tower te kijken maar nu dat we er zijn willen we eigenlijk toch ook wel even naar boven, en dan gaan we natuurlijk wel naar de bovenste verdieping waar we de ‘Tower Top’ experience krijgen met een audioguide en een minifoto. Al met al zijn we toch weer een uurtje bezig waardoor het park waar ik nog heen wilde, en als laatste op de planning stond, inmiddels dicht is. Misschien morgen dan maar.
Misschien toch ook wel goed om naar het hotel te gaan. Het plan om karaoke te doen met de groep is al eerder die dag gesneuveld en Frank wil graag bij de Grill on 30th eten helemaal boven in het hotel waar we om 19:30 gereserveerd hebben. We wandelen dan ook naar de metro, niet het station dat ik in gedachten had omdat we de verkeerde kant op gelopen zijn, dus dan maar de volgende.
Terug bij het hotel ga ik nu écht naar de grote robot om de hoek kijken, de Gundam, die nu het donker is verlicht is, om een foto te maken. En nu ik er ben wil ik ook wel even binnen in de mall kijken. Die is nóg groter dan die er naast ligt waar we nu al een paar keer geweest zijn en gegeten hebben. Er is ook een Gundam Base op de 7de verdieping. Even kijken dus. Het blijkt een winkel annex expositie annex workshopruimte annex verzin het maar. Het Gundamparadijs. Ik besluit om ook een miniGundam te kopen. Het staat toch een beetje symbool voor deze reis en mijn nerdgen is blij.
Eenmaal in het hotel maak ik vol verwachting de verpakking open om mijn superrobot te aanschouwen… …om er vervolgens achter te komen dat het een bouwpakket is en ik hem nog wel even zelf in elkaar moet zetten. Bummer! Weer zo’n lost in translation momentje. Dan is het tijd om te gaan eten. We zitten op een bankje naast elkaar met uitzicht over de skyline van Tokio. Beter kan je het niet hebben. Het menu, en de prijzen, zijn die van een goed sjiek restaurant maar het is na de marathon gisteren een beetje de kers op de taart. Een lekker voorgerechtje, een steak en frietjes met truffel.
Het voorgerecht is heerlijk als tot onze verbazing de serveerster aan komt zetten met de frietjes. We moeten haar uitleggen dat dat niet de bedoeling is en kijken elkaar aan. Het meiske is een trainee, maar ze zou toch op zijn minst moeten weten dat een side dish bij het hoofdgerecht hoort? De friet gaat weer terug en ik zie dat hij onder de warmhoudlamp gaat. Hmmmm. Dan komt het hoofdgerecht. Frank heeft waar ik al bang voor was en het daarom niet genomen heb. Zijn Tokiobeef is Wagyu vlees, en we hadden een paar jaar geleden al geconstateerd dat we dat niet lekker vonden. Mijn steak is wel normaal vlees, al is het jammer dat hij eigenlijk teveel doorgebakken is. Tel daarbij op dat de friet die we opnieuw gekregen hebben bijna koud is en de teleurstelling is compleet. Niet wat je noemt een goede prijs-kwaliteit verhouding. Ze hadden bovendien toch op zijn minst de gebruikte handdoekjes even weg kunnen halen voor het eten. Gauw vergeten maar.
In de tussentijd is de rest van de groep bijeen gekomen voor een laatste drankje in de bar en wij slaan het dessert over om aan te sluiten. Na een drankje stort ik echter compleet in en verexcuseer mij om naar de kamer te gaan. Frank komt wat later maar ligt natuurlijk weer eerder te pitten (lees snurken) dan ik. Morgen de laatste dag alweer.
ZO VEEL TE DOEN, IK HEB NOG ZO VEEL TE DOEN
Het is alweer de laatste dag en er staat nog zo veel op mijn lijstje dat ik wil zien en doen dat ik minstens nog zes maanden nodig heb. Ik heb echter één dag, en daarmee word ik gedwongen om moeilijke keuzes te maken. Bovendien wil Frank vandaag niet te veel lopen. Voorlopig eerst maar eens een laatste rondje hardlopen.
Het is weer een prachtige dag en ik blijk veel te warm gekleed. Het lopen valt me zwaar. Niet alleen heb ik spierpijn maar ik ben nog steeds moe van het vele wandelen, alle indrukken en het toch niet genoeg slapen. Maar who cares. Slapen doe je als je dood bent. Ik heb nog één dag en daar moeten we zo veel mogelijk uit halen. Nog een paar foto’s voor het nageslacht en dan zijn we uiteindelijk terug bij het hotel en is het klaar.
We hebben nog een half uurtje voor het ontbijt dus snel douchen en dan naar boven want vandaag wil ik het sushi ontbijt. Met uitzicht op de dertigste verdieping zitten we aan een soort bar waar ter plekke door de koks een bord sushi klaargemaakt wordt. Daarnaast hebben we een kookpotje met wat groente. Het is heerlijk. Vanavond weer sushi.
Terug in de kamer spullen pakken en dan gaan we voor de laatste keer op pad. Ik wil nog graag over de Rainbow Bridge heen wandelen naar de andere kant, een kleine 2 km. Is toch anders dan de Erasmusbrug of zelfs de Van Brienenoordbrug. De skyline van Tokio staat op mijn netvlies gebrand en mag naast die van Rotterdam en New York. Aan het eind van de brug bij de tweede pilaar moeten we er af en lopen we een stukje verder naar de metro. Bij Shimbashi stappen we uit want ik heb op internet een Godzilla statue ontdekt en die wil ik natuurlijk in het echt zien.
Het is maar 10 minuten lopen en als we hem gevonden hebben valt hij een beetje tegen. Hij is erg klein en bovendien kan ik er niet bij of zo. Nou ja, het is wat het is. Tijd voor een kleine koffiepauze maar het begrip terrasje kennen ze hier niet echt. Dan maar een afhaal koffie en een afhaalcola maar omdat de Wendy’s alleen Pepsi verkoopt lopen we nog even door. We moeten toch richting Tokyo Station, daar is vast wel koffie en cola te krijgen.
Terwijl we die kant op lopen herken ik ineens de straat waar zondag de finish was. Een duurdere winkelstraat met keien die vandaag tot wandelgebied bestempeld is. Dan zien we op een hoek ineens een soort pleintje waar veel mensen zitten. Koffie en cola? Het blijkt een Frans tentje te zijn waar ze niet alleen koffie en cola hebben, maar ook allerlei baksels en lekkernijen. Niet erg Japans maar een chocoladecroissantje gaat er best in. Bovendien is het zonnetje heerlijk genieten en zijn mijn benen ook enorm blij met een rustpauze.
Uiteindelijk gaan we toch maar weer aan de wandel en even later zijn we bij Tokyo Station, dat een klein beetje lijkt op Amsterdam Centraal maar dan bijna het formaat Louvre. Een klein beetje maar. Ik heb op Google maps een Pokémon Store gezien, daar wil ik ook wel even heen. Het is even zoeken en terwijl we dat doen komen we een McDonalds tegen. De Teriyaki Chicken burger kan ook afgevinkt. Als we zowel de burger op hebben als de Pokemon Store gezien lopen we door naar het Imperial Palace, waar we volgens planning eigenlijk vanochtend al hadden moeten rondbanjeren. Inmiddels is het 15:00.
Na drie gesloten poorten te hebben aangetikt blijkt dat het publiek alleen in de East Gardens mag komen, tenzij je iets speciaals er voor geregeld hebt. De East Gardens it is. Met opnieuw het besluit dat het park waar ik gisteren heen wilde en we geen tijd meer voor hadden, en dat ik vandaag weer op de planning had gezet, we ook vandaag niet gaan redden. Het wordt een soort Westminster Abbey, maar die hebben we uiteindelijk ook gezien dus misschien komen we nog een keer terug en lukt het wel. Het mooie wijkje dat ook nog op de lijst stond had ik drie uur eerder al opgegeven.
Daarentegen lopen we relaxt door de East Gardens. Even zitten in het zonnetje, Frank doet een paar yogaoefeningen in het gras en ik maak weer foto’s van de cherry blossom en andere blossom. Het park gaat om 17:00 dicht en tegen die tijd zijn we ook wel klaar. We lopen terug naar Tokyo Station om wat te drinken en waar we toch ook de metro moeten hebben.
In plaats van terug naar Simbashi waar ik een paar sushitentjes opgezocht had gaan we naar Asakusa om de Senso-Ji tempel by night te bekijken, gewoon omdat het (nu nog) kan. En dus zoek ik daar wat sushitentjes op. Nadat we onze foto’s gemaakt hebben zoeken we het eerste tentje op de lijst op. Het blijkt superklein met een barretje en drie tafeltjes, maar de kok staat achter de bar de sushi vers te bereiden. Wij mogen aan een tafeltje zitten en bestellen allebei een bord sushi. Het blijkt de lekkerste sushi die we ooit gegeten hebben. We krijgen van de kok nog een shotje koude sake die zelfs ik opdrink.
Als alles op is is het ook echt op en gaan we terug naar het hotel. Tenslotte moeten we de koffers nog pakken aangezien we heel vroeg vertrekken. Ik besluit dat ik nog net even tijd heb om in de mall een suikerspin als toetje te halen, je weet wel, zo’n mooie met allerlei regenboogkleurtjes. Frank gaat naar de kamer en ik dribbel gauw naar de foodcourt van de mall.
Als ik daar ben staat Gundam er in een nieuw kleurtje en een groepje mensen zit op de grond alsof ze ergens op wachten. Het blijkt dat elk half uur er een kort showtje is met licht en een projectie op de muur. Het is 20:28 dus dat is over twee minuten. Ik besluit te wachten en ook te kijken. Het showtje duurt vijf minuten en dan ga ik mijn suikerspin halen. Ik heb pech, ze zijn net vijf minuten dicht. Raar want ze zouden tot 21:00 open moeten zijn. Ik probeer als alternatief nog ergens een ijsje te scoren maar dan blijkt dat alles al eerder dicht is gegaan. Zeker een speciale dag of zo. Dan ga ik ook maar naar de kamer waar ik toch nog tot laat bezig ben. Ach, morgen kan ik de hele 14 uur vliegen slapen in het vliegtuig. Zullen mijn benen ook fijn vinden want uiteindelijk staat er toch weer 29 km op de teller. Gelukkig wilde Frank niet meer zo veel lopen vandaag.
SAYONARA BABY. I’LL BE BACK!
De wekker gaat en als het me gelukt is om mijn ogen open te doen pak ik mijn telefoon. Het eerste bericht dat ik zie is dat de vlucht vertraagd is. Ik wilde langer blijven, nou ik zal het krijgen. Carefull what you wish for! Valerie regelt dat de bus ook anderhalf uur later komt dus voordeel is wel dat ik rustig mijn haar kan wassen, we rustig kunnen ontbijten en dat ik nog een wandeling kan maken. Nog even genieten van de skyline en de zon, want in Nederland is het code oranje met sneeuw en regen. Natuurlijk nog even Gundam gedag zeggen en dan is de tijd écht op.
Op het vliegveld hebben we nog een kleine hick up als het systeem zegt dat onze upgrade naar Economy Comfort niet betaald is, maar na lullen als brugman en alle bevestigingen, betaalbewijzen en boarding passes te hebben laten zien mogen we toch door. Daarna rest ons alleen nog ouderwets de Yens opmaken. Dat lukt aardig. Kommetje rijst met vis hier, flesje Japanse whisky daar en dan toch maar een Pikachu die ik gisteren in de Pokemon Store niet wilde kopen omdat ik al zo veel meuk heb. Maar ja, wat moet ik met Yens want ook al wil ik terug, God only knows wanneer dat zal zijn? De rest van de muntjes gaan in de automaat voor een ranzig ijsje en een flesje citroen bubbels, waarschijnlijk net zo ranzig. Om 12:00 mogen we boarden en is het Sayonara baby.
De reis is weer lang maar omdat we nu overdag vliegen en het overdag blijft kan ik makkelijker wakker blijven en films kijken. We vliegen over Alaska en Canada, en dus hebben we in een week tijd de wereld over gevlogen. Eenmaal op Schiphol gaat het gelukkig allemaal snel, en is de ergste shock die van de temperatuur, de zeikregen en vooral de koude wc bril. Thuis gelijk de koffers leeghalen, de eerste was er in, een patatje als ‘avondeten’ en om 21:00 storten we in en gaan lekker naar bed,
Het was één van de meest geweldige reizen die ik de afgelopen jaren gemaakt heb. De hamvraag is, ga ik naar Tokio emigreren? Laten we de balans opmaken:
- Verwarmde wc brillen (inclusief fonteintje om je gelijk te wassen) + 10 punten maar omdat het slecht is voor het milieu trekken we er 3 vanaf
- Het eten is overal heerlijk +2 punten
- Als je eten bestelt is het altijd een verrassing wat je krijgt omdat ze geen goed Engels spreken -1 punt
- Ze doen niet aan fooien. Niet dat ik het niet wil geven maar niet hoeven lopen stressen of het genoeg is of te veel +1 punt
- Alles is netjes en schoon +1 punt
- Alles is geordend +1 punt
- Ze hebben bijna in geen enkel eettentje cola zero -3 punten
- Japanners zijn heel erg vriendelijk en beleefd +1 punt
- Bijna alles is in het Japans -3 punten
- Japanners hebben smetvrees (en zijn vooral nog steeds bang voor Corona) -2 punten
- Ze hebben Godzilla! +1 punt
- Ze hebben Godzilla -1 punt
- Ze schreeuwen niet en maken sowieso niet veel herrie +1 punt
- Ze hebben geen fatsoenlijk brood -1 punt
- Tsunami- en aardbevingsgevaar -1 punt
- Maar alles is gebouwd om er tegen bestand te zijn +1 punt
- Frank kan niet mee, die is te onaangepast -1 punt, nou vooruit -2 punten. Te weinig? -3 punten dan? Nog stééds te weinig? -5 punten, verder ga ik niet hoor.
Als ik alles bij elkaar optel kom ik op -1 punt uit, dus blijf ik voorlopig toch maar in Rotterdam. Maar één ding weet ik zeker.
Het mag dan sayonara baby zijn, I’ll be back!
Wat een heerlijk verslag weer, ik heb ervan genoten.
Dank je wel!