Vandaag zijn we uitgenodigd voor een training van Tui, met wie we in Oktober naar Chicago gaan voor de marathon. Met uitleg over voeding en blessures, het lopen van een trainingsrondje van 6 km die we een, twee of drie keer mogen doen, en na afloop een hardloperslunch. Alles ter voorbereiding voor het lopen van een marathon in het najaar, want er zijn ook mensen die Berlijn en New York gaan lopen. De groep is dan ook ruim honderd man groot. Voorbereiding voor een marathon. Waarbij naast alle tips over voeding en kleding ook een trainingsschema van groot belang is.
Een trainingsschema. Toen ik ooit aan mijn eerste marathon begon had ik ook een trainingsschema. Van internet geplukt, ik geloof van ASICS, waarin ik op basis van een gemiddelde loper met drie keer in de week de afstanden op moest bouwen en bepaalde snelheden moest lopen. Die snelheden heb ik me nooit aan gehouden, maar de afstanden en het drie keer per week waren heilig. Hoogstens dat ik af en toe iets omruilde om een wedstrijd in te kunnen plannen.
In de jaren erna heb ik datzelfde schema ook nog een aantal keer gebruikt. Her en der getweakt om het passend te maken, maar de basis was elke keer hetzelfde. Vier jaar lang heeft het me goed gediend, tot de volgende uitdaging kwam. De Two Oceans, een ultramarathon van 56 km in Zuid Afrika. Daar had ik een ander schema voor nodig. Eentje die niet zo makkelijk te vinden was op internet. En diegenen die specifiek daar voor gemaakt waren pasten niet helemaal bij me want ik moest minimaal vier keer per week lopen. Omdat ik toen ook nog twee keer per week paard reed én ook nog iets van een sociaal leven wilde hebben, werd me dat te gortig.
Het is tevens de laatste keer dat ik een schema gebruikt heb om me voor te bereiden op een marathon. Inmiddels had ik een vaste routine en begonnen de trailloopjes er doorheen te komen, tot het moment dat de eerste ultratrail een feit was, ergens in januari 2020. Daarna kwam natuurlijk Corona, en was trainen voor een marathon maar voor weinig mensen van nut.
In de twee Corona jaren die volgden liep ik voornamelijk trails, en was een marathon op asfalt niet eens een serieuze optie. Ja virtueel, maar dat loopt toch anders. Dat kwam pas weer in oktober 2021. Tegen die tijd lag er al helemaal geen focus meer op een marathon en al helemaal niet op snelheid, reden waarom je over het algemeen specifiek traint met een schema. De afstand kon ik inmiddels wel volhouden, snelheid interesseerde me niet meer en erger nog, ik werd lui. Want op de trails loop je wel afstanden, maar dat doe je op je gemakje en met regelmatig wandelen tussendoor.
Geen schema’s dus meer voor Sassie. En ook niet meer nadenken over eten en kleding, laat staan dat er focus is op het lopen van de marathon. Is dat arrogant? Of nonchalant? Ik hoop niet dat het zo over komt, het is eerder dat ik nu op een hele andere manier in het lopen sta. De uitdaging is afstand en dat vraagt nu eenmaal iets anders van je dan een snelle marathon op asfalt. Een andere voorbereiding, die er overigens wel degelijk is. Ander eten, andere uitrusting, maar vooral ook een andere mindset.
Iets dat vandaag ook weer heel erg duidelijk geworden is. Begrijp me niet verkeerd, het is absoluut niet beter of slechter, maar het is wel anders. Ik zie om me heen gemotiveerde lopers die goed in hun vel zitten en vastbesloten zijn om alles te geven om hun beste marathon te lopen. Mensen die vragen stellen over welke gelletjes ze moeten eten en welke sportdrank ze moeten drinken. Die zich zorgen maken over potentiële blessures en hoe ze hun schema moeten volgen. Voordat we starten wordt er een warming up gedaan en worden er vier tempogroepen gemaakt. Tijdens het lopen zie ik fanatieke lopers die op hartslag lopen of hun training van vandaag van het schema weer afwerken. Na afloop krijgen we een hardloperslunch van kwark met fruit, eiwitten voor een goed herstel.
En dan kijk ik naar mezelf. Een inmiddels weer iets te dikke en te oude loopster die geen eens gelletjes in huis heeft. Die alleen sportdrank drinkt als ze deze na een wedstrijd gratis krijgt en heel erg veel dorst heeft. Die nooit warming up doet, omdat de eerste zeven kilometer beschouwd worden als warming up. Die een potentiële blessure negeert omdat ik er gewoon doorheen loop en het vanzelf wel weer wegtrekt, of er mee leert lopen. Die onderweg drie keer stopt om foto’s te maken omdat dat belangrijker is dan de training zelf. En die na afloop bij de lunch denkt ‘waar zijn de broodjes kroket en de chocomelk?’ omdat dat ook prima herstelvoedsel en drank is. Zoals ik al zei, niet beter of slechter, maar wel anders.
Op dat soort momenten denk ik wel eens bij mezelf: ‘Moet ik niet gewoon weer eens gaan trainen voor een marathon? Een paar kilo afvallen, aandacht besteden aan die pijntjes, en focus leggen op de wedstrijd? Met een echt schema, inclusief intervallen en snelheid opbouwen?’ En dan denk ik aan die broodjes kroket en de chocomelk en zeg ik tegen mezelf: ‘Naaaah, been there, done that!’ Die marathon loop ik ook wel zonder schema. Misschien niet zo snel, misschien met wat meer moeite, maar die finish die halen we altijd wel.
Ik heb mijn eigen schema, met focus op afstand en niet op snelheid. Ook in Chicago!