Ergens in augustus. We zitten net een paar weken in Pijnacker als ik een aankondiging zie van de halve marathon van Oostland. Er schieten drie gedachten door mijn hoofd. ‘Leuk, die zou ik eigenlijk moeten lopen nu hij in mijn ‘eigen’ gemeente is.’ ‘Dan zijn wij allang weg.’ ‘Oh, ik kan überhaupt niet want dan hebben we de Freedom Trail.’ Nou, we waren nog ‘lang’ niet weg uit Pijnacker maar goed, ik moest sowieso de Freedom Trail lopen. En dan, op de bewuste dag, is het bloedheet en besluiten ze vanuit veiligheid om hem af te lasten. Misschien dat ze hem later in het jaar nog een keer georganiseerd krijgen, maar dat weten ze nog niet. De Freedom Trail gaat overigens wel door, maar het is inderdaad bloedheet dat weekend.
Ergens half oktober staat de Exodus vanuit Pijnacker terug naar Rotterdam dan toch echt gepland. Net als een nieuwe datum voor de Halve van Oostland, de laatste zondag van oktober. Vriendin Linda gaat hem lopen en ook vriend Bart gaat mee en dan valt het allemaal samen. Ik kan en het is het weekend na ons afscheid uit Pijnacker. Wat een mooiere manier om deze periode af te sluiten door nog één keer ‘door de polder’ te rennen. 10 km, dat wel. Niet alleen omdat de vriendjes 10 km lopen maar ook omdat ik het weekend erna op Terschelling zit met Anita en daar ook al een 10 km én een halve loop. Niet te vergeten Chicago drie weken geleden.
Zo gezegd, zo gedaan. De hele week ervoor zijn we druk in het huis in Rotterdam en heb ik nul aandacht bij de loop. Sterker nog, de zaterdagavond zitten we gezellig bij de Griek waar ik er pas achter kom dat ik een mail had moeten krijgen met mijn startnummer die ik niet gehad heb. Nou ja, het zal wel goed komen morgen. Met teveel eten en veel te laat duik ik in bed om de hele nacht wakker te liggen. Wat heb je dan aan een uur extra wintertijd als je toch niet kan slapen? Maar goed, we hebben toch al afgesproken dat we relaxt gaan lopen.
Frank gaat met Olav ergens in het midden van het land een route verkennen en is vroeg de deur uit. Ik sta om 9:00 op, leef op het randje door crackers met vleeswaren te ontbijten nu onze koelkast het niet goed doet, dus de vleeswaren zijn een soort Russisch roulette. Daarna wandel ik naar Beurs om de metro naar Pijnacker te pakken, iets wat ik de afgelopen maanden regelmatig heb gedaan. Gelukkig is het droog. In Pijnacker doe ik wat boodschappen die ik in het appartement achterlaat, want mijn collega is op vakantie, komt donderdag thuis en ik heb beloofd om voor wat ontbijt te zorgen. Daarna loop ik gauw naar het parkje want deze laatste loop doen we natuurlijk wel in stijl.
In stijl betekent dat we van tevoren een pannenkoek eten bij het pannenkoekenrestaurant in het parkje met de heerlijke naam ‘De Soete Suikerbol’. De eerste week dat wij in Pijnacker zaten ben ik de omgeving gaan verkennen en had ik een route gemaakt van 5 km door het parkje en door de polder. Toen we langs de Suikerbol liepen had ik al besloten dat ik daar een keer een pannenkoek wilde eten, maar het is er gewoon niet van gekomen, dus doe ik het nu. Gelukkig wilden Bart en Linda ook wel mee. Marilene is er ook want die loopt ook mee, en Patries komt supporten.
De pannenkoek is heerlijk en zal goed als brandstof dienen voor de 10 km. Marilene heeft de startnummers al opgehaald dus we hebben tijd. De vraag is wat doen we, gaan we met de auto proberen naar het centrum te rijden met alle parkeeruitdagingen van dien, pakken we een halte met de metro of gaan we lopen om de pannenkoek te laten zakken? Na kort beraad besluiten we te gaan lopen. And guess what? Ik ken de weg. Een klein half uurtje later staan we dan ook bij de start waar net de halve marathon gaat beginnen.
Als die op weg zijn lopen wij naar de kleedtenten waar we onze tas achter kunnen laten en even naar de WC. Daar komen we Ariela tegen. Als we even later in het startvak staan zien we ook Jeanette. We maken wat foto’s en dan wordt er afgeteld en mogen we gaan. Zoals gewoonlijk moet ik er eerst even inkomen. Ik ben enorm stijf en het lopen op de klinkers helpt ook niet echt, maar ik herken iedere meter waar ik loop. Ik heb hier regelmatig gelopen de afgelopen drie maanden.
Het centrum uit, langs het kerkje, een stukje van een Pokemon route en dan richting de Plas van Van Buijsen en langs de grote scholengemeenschap. ‘Kijk’, wil ik tegen Bart en Linda zeggen, ‘daar is de rioolbuis van de speelplaats waar ik de foto voor Instagram gemaakt heb met als tekst ‘er is licht aan het eind van de tunnel’’, wat toen sloeg op mijn verbouwing en het nog even leek dat het die week klaar zou zijn. Niet dus. Maar ik ben te geconcentreerd op het lopen en het kost me te veel energie om het hardop te zeggen.
We duiken nu via het fietspad de tunnel door onder de N470 door. Bij de uitgang zit Bas van Binnendijk foto’s te maken. Long time, no see dus leuk om hem weer eens tegen te komen. Ik waarschuw Bart en Linda, die iets schuin achter me lopen, dat ze moeten lachen en er komt een wereldfoto uit. We zitten dan al bijna op km 3. We gaan nu richting ‘De poepende schaatser’ en lopen het stukje dat Frank en ik liepen toen ik de foto wilde maken voor mijn kunstwerken serie.
Ik verbaas mezelf dat ik redelijk door kan blijven lopen. Het is alweer even geleden dat ik meer dan een paar kilometer aan een stuk door liep, maar de afleiding van mijn muziek, het feit dat het een evenement is maar vooral ook het feit dat ik veel afgeleid wordt door alle herkenningspunten helpt enorm.
We lopen nu richting de polder, officieel De Groenzoom, en ik denk gelijk aan iets meer dan een week geleden. Toen liep ik hier mijn laatste rondje Pijnacker, alleen dan de andere kant op. My first, my last en dan nu nog één keer om het af te leren en helemaal af te sluiten. We zijn inmiddels bij de 5 km aanbeland en ik mis de verzorgingspost die ik nu zo langzamerhand wel verwacht had. Ik voel ook wat druppels dus de vraag is of we het droog houden.
De verzorgingspost komt uiteindelijk op 6 km en als ik er net voorbij ben belt Frank ineens. Shit, hij weet toch dat ik aan het lopen ben? Zou er iets aan de hand zijn? Ik neem niet op maar het zit me toch niet helemaal lekker. Omdat hij niet nog een keer belt en zo te zien ook geen Whatsappje stuurt zal het wel ok zijn. Doorrennen dan maar. We komen over een brug als Bas daar weer zit. Ik maak een sprong en hij vraagt om dat nog een keer te doen. Natuurlijk doe ik dat, hij vraagt, wij draaien. Ik pak nu wel even een kleine wandelpauze maar niet te lang want Bart en Linda zijn er al weer.
Stiekem loop ik best wel lekker. In mijn hoofd in elk geval want ik heb al een tijdje een steek in mijn zij en heb moeite met lucht happen. Toch heb ik ergens het idee dat mijn lijf zich een klein beetje gestabiliseerd heeft met die overgangshormonen. Zou mooi zijn maar ik wil niks jinxen dus ik zegt het niet hardop.
Als we de Groenzoom uit lopen zijn we weer bij de Soete Suikerbol en wordt het ineens aftellen. Er staat nog een waterpost en we zitten op 7,5 km. Wederom allemaal stukken straat waar ik regelmatig gewandeld heb, was het niet om mijn stappen te maken dan was het wel om mijn 5 kilometer rondje vol te maken, kunstwerken te spotten of Pokemons te vangen.
Bij 9 km krijg ik een spekje van een toeschouwer en komen we bij de Klaproostunnel. Jeanette loopt daar ook. Ik ren een stukje vooruit zodat ik wat foto’s kan maken. De tunnel uit komt er een korte maar felle regenbui. Bah, daar zaten we nou net niet op te wachten! Nog één keer zwaaien naar het stadhuis met het pleintje, het vijvertje en ‘De kroontjespen’ en dan is het het laatste stukje richting het centrum en de finish. De bui is dan gelukkig voorbij.
Bij de finish grijp ik Bart zijn hand en trek die omhoog om soort van juichend over de streep te komen. Er staat namelijk altijd een fotograaf bij de finish dus als ik de periode Pijnacker afsluit dan moet dat wel vastgelegd worden natuurlijk. Bart wilde finishen in 1:03, ik riep 1:10 dus het compromis was 1:05. Het is 1:03:33 geworden, wat gezien de huidige situatie van Bart en mij een hele prima tijd is. Over Linda hebben we het niet, die loopt het met twee vingers in haar neus.
Patries staat braaf te wachten bij de finish en ook treffen we Marilene weer, en na ontvangst van onze medaille en een stukje fruit lopen we terug naar de tent om onze tas weer op te pikken en om te kleden. Iets warms is geen overbodige luxe. Als we klaar zijn wandelen we rustig naar de metro, voor mij om richting huis, in Rotterdam(!), te gaan, de rest naar Pijnacker Zuid om daar de auto op te halen.
Het avontuur in Pijnacker is nu écht ten einde en dit hoofdstuk is weer afgesloten. Het was een zegen, het was noodzakelijk en ik ben superblij dat ik weer thuis ben. Toch zal ik het ergens in een uithoekje van mijn hart dragen, en bewaren net als alle andere plekken waar ik ooit gewoond heb en me eigen gemaakt.
Met die gedachte in mijn achterhoofd besluit ik om volgend jaar de planning van de Halve van Oostland in de gaten te houden.