En dan sta je ineens weer bij de bakker om je oliebollen voor vanavond te kopen. Het is weer oudejaarsdag, het lichte ontbijtje zit er weer in want er wordt nog genoeg gegeten de rest van de dag, zo meteen ga je je laatste rondje van het jaar lopen en je dan opmaken voor een avond met vrienden om afscheid te nemen van 2023. Het is weer voorbij gevlogen. Het was weer een bewogen jaar met een aantal hoogtepunten en een aantal dieptepunten. En ook een aantal hoogtepunten die tegelijkertijd dieptepunten waren. Het jaar waar twee zaken mijn leven behoorlijk beheerst hebben maar waar ik ondanks dat toch ben blijven lopen en uiteindelijk weer een goede afsluiting heb gehad.
Januari begon rustig. Traditioneel op 1 januari natuurlijk een nieuwjaarsloopje om het jaar af te trappen. De kater er uit lopen of in mijn geval het gevoel van ‘shit, ik had het me zo voorgenomen maar toch weer te veel oliebollen gegeten!’. Bovendien was ik toen al bezig met de voorbereidingen voor Tokio, wat ik bij voorbaat al de piek van het jaar vond. Ik liep nog een stukje mee met Mike die de Duinhopper 500 km liep en we gingen naar de Filipijnen, waar lopen een uitdaging was. Alleen een weg waar auto’s en brommertjes heen en weer scheurden en ik de keuze had van links heen en weer en rechts heen en weer. De maand ging niet echt van harte qua lopen maar ging uiteindelijk toch voorbij.
Februari was al niet veel beter. Op de een of andere manier kon ik er niet echt lekker meer inkomen en bleef maar moe. Was die Bello met zijn 100 mijl dan toch te veel geweest? Of was het slepen van die extra kilo’s die ik gekweekt had en niet meer kwijt raakte de boosdoener? Achteraf gezien had ik toen waarschijnlijk ook al een tijdje last van de overgang, maar dat was wel het laatste waar ik aan dacht. Ik liep in elk geval de Lansingerlandrun op mijn tandvlees om toch nog een lange duurloop voor Tokio van 30 km in de benen te hebben.
En toen kwam maart. In maart moest het gebeuren. We vlogen naar Tokio en ik kwam thuis. Wat een geweldige stad, wat een geweldig land en wat heb ik genoten! Oh ja, ik liep ook nog de marathon. Bij lange na niet hoe ik hem had willen lopen, ik moest alles op alles zetten om binnen de 5 uur te blijven, wat ternauwernood lukte, maar de hele reis maakte alles goed. Als ik dood ga en naar de hemel, kom ik in Tokio terecht. Een week later was ik alweer terug in Nederland en was daar de klassieker, de CPC. Mijn eerste halve ooit en sindsdien geen jaar gemist, als hij doorging tenminste. Ik mocht het startschot geven, wat niet kon omdat ik zelf liep, dus deze doorgegeven aan een goede vriend. Ik liep niet eens zo slecht gezien de omstandigheden. De marathon kwam er alweer snel achteraan dus op de bezem voor de ‘Road through’ in de zeikregen. Op mijn verjaardag hadden we op de valreep nog een RRC run en kon ik iets van mijn bucketlist afvinken, namelijk op de foto met Martin ‘ik vind het met de auto al ver’ van Waardenberg.
April doet wat hij wil. Ik liep een ‘secret trail’ en we vlogen naar Mallnitz met een deel van ons Roparun team om in de sneeuw de laatste voorbereidingen voor Rotterdam te doen. Bij de start ging ik met mijn nieuwe buurman Lee op de foto en verbaasde ik vooral mezelf door weer prima te lopen, naar omstandigheden dan. Daarna snel weer focus op de trails want ik had nog een appeltje te schillen met het Petranpad.
Dat Petranpad kwam begin mei. Slechter getraind, zwaarder, vermoeider en dus in slechtere conditie dan het jaar ervoor, maar met twee uur extra op de klok stond ik aan de start. Met de gedachte ‘we zien wel waar het schip strandt’ ging ik aan de wandel. Alleen, want Frank ging vooruit. Het ging goed, ik haalde zelfs mensen in en kwam Frank op 80 km weer tegen die iemand op sleeptouw had genomen. De laatste 30 km was afzien maar we haalden het dit keer wél binnen de tijd. We hadden een kwartiertje over. Maar binnen de tijd is binnen de tijd en het Petranpad konden we afstrepen. Dat we de week erna gingen helpen bij de Black Devils in plaats van meelopen was dan ook niet geheel onlogisch. Tenslotte hadden we eind van de maand ook nog de Roparun.
Na de Roparun was het ineens juni en kon ik me gaan opmaken op het volgende doel, Chicago! Pas in oktober maar wederom iets om naar uit te kijken. In Juni deed ik niet veel bijzonders. Een Inner Circle Run loopje hier, een Haute Ardenne trailtje daar met twee afstanden in twee dagen, toen het een beetje begon te dagen dat er misschien iets met me aan de hand was. Al die rare pieken en dalen met het lopen, die hardnekkige kilo’s, de pijn in mijn lijf, de vermoeidheid, de slapeloze nachten, en de moodswings. Het grote woord viel en ik begon me er een beetje in te verdiepen. Zou ik in de overgang zijn en daar last van hebben? Hoe het ook zij, ik baalde er wel van. Maar ja, wat doe je er aan?
Gelukkig is het zomer in Juli en is het geoorloofd om tijdens een Urban Trail in Den Haag langzaam te lopen en vaak te stoppen voor een foto. Het was spannend of we naar Groningen mochten voor Rammstein. Uiteindelijk ging het door om twee dagen erna dood te gaan in het Drents-Friesewold dankzij de ergste allergieaanval ever. Met blote benen door hoog gras lopen als je daar niet tegen kan was dan ook niet echt een goed plan. De rondvaart door Giethoorn maakte het wel weer ok. Ik ging nog even bij mijn moeder in Spanje op visite voor haar verjaardag en maakte daar mijn rondjes om bij terugkomst een leuke dag met Hipro te hebben.
In Augustus pakten we onze koffers voor de grote verbouwing en trokken we tijdelijk naar Pijnacker. In het begin was het nog leuk, ontdekte ik een hele nieuwe omgeving in de polder en vinkte alle kunstwerken in de openbare ruimte van Pijnacker en omstreken af. Maar wat vier weken moesten zijn werden, met veel stress, drie maanden en zag ik de zomer langzaam in de herfst veranderen. Als afleiding hadden we een weekendje Trail des Fantomes met direct daarna de Ronde van West waar ik me elk jaar weer voor laat overhalen door vriendin Linda. En ik maar denken dat we 5 kilometer zouden lopen in plaats van 10.
Een warme September met een nog hetere Airborne Freedom Trail die ik desondanks uitliep. Wederom als laatste binnen, wat zo langzamerhand de norm geworden is, maar wetende dat ik The Great Escape de week erna niet ging uitlopen. Met voorbedachte rade gestart in de hoop in elk geval 42 km te lopen haalde ik het tot 56 km. Ik zat nog tien minuten binnen de cut off en heb heel even getwijfeld, maar ik wist dat het vanaf dat moment heel zwaar ging worden, ik het sowieso niet ging halen en had mezelf gegund om te stoppen, dus dat heb ik toch maar gedaan. Verstandige beslissing, niet per definitie de leukste.
Oktober werd afgetrapt met de Harbourrun met Huisman. Ook alweer zo’n warme dag en niet echt in de staat om de eer hoog te houden maar als organisator toch gewaardeerd dus mijn steentje weer bijgedragen. Vlak daarna mochten we weer in het vliegtuig stappen op weg naar Chicago. Another field day! Chicago was ook weer helemaal geweldig en dankzij de goede omstandigheden liep ik wederom naar omstandigheden best goed. Ik dronk bij de finish zelfs bier. Terug in Nederland nam ik op de valreep een startnummer over van Els voor de 10 km van Barendrecht met Linda en haalde ik bijna het uur. Misschien dat het ooit weer wat wordt met mij op dat vlak. We namen ook eindelijk, éindelijk afscheid van Pijnacker en ik mocht mijn rondjes weer in mijn eigen omgeving lopen. Heerlijk om weer 5 km over de bruggen te kunnen lopen! Natuurlijk nam ik afscheid in stijl en liep met Linda en Bart de 10 km van de Halve van Oostland, om het af te leren. Daarmee was dit hoofdstuk definitief afgesloten.
November begon gelijk goed met een fantastisch Anita weekend en de Berenloop. Op zaterdag de 10 km en op zondag ‘we zijn er nou toch’ de halve marathon, met iets meer regen dan de dag ervoor. Ik begon met racen en switchte na 5 km naar standje genieten en had wéér een field day. Lang kon ik niet op mijn gat zitten daarna, ik mocht gelijk weer op het vliegtuig naar Tsjechië. Voor mijn werk dit keer maar een setje hardloopkleding ging mee in de handbagage. Niet dat de omgeving erg inspirerend was om te lopen, maar het blijft lopen in het buitenland, het leukste wat er is. Daarna langzaam gaan voorbereiden op een nieuwe Bello in december. In Scheveningen, Zoetermeer en zelfs België, en vooral veel in de zeikregen. Ja, het is zowaar herfst in Nederland.
En dan is het December. Maand van de lichtjes, de eerste kerstbomen, de zakkende temperaturen en Voorne’s Duintrail om af te trappen. Even een check voor de Bello en dit jaar dus gewoon weer de 42 km in plaats van afsnijden op de 28 km. Man, man, man, het was droog maar wat een wind tegen op het strand. Gek genoeg liep ik stiekem wel lekker en lijkt het er op dat die stomme overgang een beetje stabiliseert. Ook de traditionele Bruggenloop de week er na liep eigenlijk wel prima en kon ik eindelijk aan de oliebollen. Daarna mocht ik weer écht aan de bak. Hoe zou het dit jaar gaan? Zou ik het weer halen? Zou ik beter lopen of juist slechter? En hoeveel pijn zou ik dit jaar lijden? Het was zeker warmer, het bleef droog maar er was veel modder. Heel veel modder. Ik wil niet zeggen dat het beter of slechter ging. Het eerste stuk ging beter, niet per definitie sneller. De pijn kwam later en anders. Kramp in de kuit maakte de laatste 20 km een hele uitdaging en ik moest Frank toch weer missen, maar ik heb het toch weer gehaald. Daarmee niet alleen het jaar goed afgesloten, maar ook de doelstellingen voor 2024 gezet.
En wat zijn die doelstellingen dan? In Januari doen we rustig aan maar Februari trappen we af met de Kroondomeintrail. Die vind ik spannend omdat de cut off 5:30 is. En nee, dat haal ik niet ‘makkelijk’. Ik vind het bijna spannender dan wat ik het laatste weekend van februari van plan ben. Project D, oftewel project Duinhopper. Een onofficiële trailloop, volledig self supporting van Hoek van Holland naar Den Helder. Niet in een rechte lijn langs het strand maar kris kras door de duinen, ergo de naam Duinhopper, van 220 km. Iets waar ik nog niet zo lang geleden niet aan moest denken, maar waar ik nu een poging voor ga wagen. Niet in de 48 uur die er voor staat, de tijd vind ik niet belangrijk, maar voor mij is de uitdaging de afstand. Gewoon starten onder mijn eeuwige motto ‘we zien wel waar het schip strandt’. (Stukjes) meelopen mag, supporten wordt sowieso gewaardeerd!
Heb ik dan weer genoeg gedaan voor de rest van het jaar? Nee niet echt. Natuurlijk staan de CPC, Rotterdam en de Roparun weer op de planning maar in Juni ga ik een, nu wél georganiseerde, multistage doen. 270 km in 6 dagen, de Liberation Trail. Ook al langer op mijn lijstje en ik word er niet jonger op. De tweede helft van het jaar weet ik nog niet, dat zie ik along the way wel. Eerst deze twee dingen maar eens volbrengen. Hopelijk is mijn lijf het daar ook mee eens en heb ik weer een goed jaar. Een ding weet ik wel. Je moet altijd iets hebben om naar uit te kijken. Wat zijn jullie vooruitzichten voor 2024?
Ik wens iedereen een heel leuk uiteinde en een fantastisch 2024, of je nu wel of niet loopt. Maak er iets moois van! I know I will…