Huisman Harbour Runners

Ik heb het al vaker gezegd maar Obstacle running is niet zo mijn ding. Ik ben lui en heb de kracht in mijn armen van een gummibeertje. Sta ik voor zo’n monkey bar, moet ik aan mijn armen gaan hangen. Dat hou ik ongeveer een halve seconde warpsnelheid vol. Of zo’n houten wand waar je tegen aan moet springen, de bovenrand grijpen en dan jezelf omhoog trekken. Ooit een zeehond tegen de stroming in het strand op zien kruipen? Die doen dat 10x beter dan ik zo’n houten wand. En als ik voor een berg banden staan waar ik overheen moet klauteren denk ik alleen maar ‘pfffffff, vermoeiend’. Maar goed, je bent organisator en daarmee team captain van het Harbourrun team van het bedrijf, dus dan moet je wel hé? En ach, dan is het toch ook wel weer leuk.

Alle jaren hebben we met 40 man acte de présence gegeven op de Harbourrun. Ok, er zijn altijd wel last minute uitvallers maar er is dan ook altijd wel ergens een familielid of goede vriendin die dan daarvoor in de plaats mee wil en kan doen. Dit jaar is de wereld echter wat weerbarstiger. Ongelukjes, ziektes, blessures en de usual suspects die niet kunnen. Dus koortsachtig tot op het laatste moment nog een paar slachtoffers gezocht, ‘Frank je moet meedoen met de Harbourrun zondag!’, en gelukkig gevonden. Nog een andere welwillige echtgenoot, een vriendin en een oud collega zorgen dat de schade een beetje beperkt blijft en staan we toch nog met 33 man/vrouw aan de start.

We hebben mazzel met het weer. Was het vorig jaar bloedheet en een paar jaar geleden zeikregen, hebben ze dit jaar ‘een beetje’ regen doorgegeven maar is het per saldo wel fris maar droog en zonnig. Perfect loopweer dus, en voor het tijgeren onder de obstakels door zal het dan ook droog gras zijn in plaats van zompige modder. Scheelt weer in de was. Frank hijst me achterop zijn motor en we rijden om 9:30 richting de RDM. Met de motor kunnen we lekker dichtbij parkeren en het is ook in de loods nog rustig. Ik zoek een plekje in de Business Area waar iedereen me makkelijk kan zien en ik dan ook makkelijk de bandjes kan uitdelen zodat men naar binnen kan. And now we wait…

Terwijl we wachten springt Deborah me in de nek. Zij starten in Wave 1 dus ze moet gauw door om een groepsfoto te maken. Ondertussen beginnen de Huisman collega’s zich langzaam te melden en wijd ik me aan mijn taak als gastvrouw. Bandjes uitdelen en omdoen, uitleggen waar ze de tas kunnen laten, hoe laat we verzamelen voor de foto en de presentielijst aftekenen. Om 11:20 is het tijd voor de foto want om 11:30 moeten we het startvak in. Ik mis er nog 2 maar terwijl we ons opstellen voor de foto komt er nog één aanrennen, en als we teruglopen naar ‘ons’ plekje om de laatste spullen op te ruimen of te pakken komt ook de laatste collega aanlopen. Nu zijn we compleet en kunnen we naar het startvak. We krijgen eerst een warming up voor de warming up. Om 11:40 is dan de officiële warming up en de spirit zit er goed in. Zelfs ik ben inmiddels enthousiast. Een collega heeft een plus one meegenomen met een camera en maakt driftig foto’s. Leuk! Ik ben dol op foto’s.

Dan wordt er afgeteld en mogen we van start. Gelijk al een eerste hindernis over, net als vorig jaar, en we helpen elkaar er overheen. Daarna lopen we wat uit elkaar want de snelle jongens en meisjes, vooral jongens, gaan vooruit. Frank en ik doen rustig aan en Sjoerd loopt met ons mee. Voor ons de collega’s van Facilities en zowel voor als achter collega’s van Engineering. Wat volgt is een opeenstapeling van klimmen, klauteren, kruipen, springen, ploeteren, hangen, duwen, trekken en tussendoor natuurlijk rennen, rennen en nog eens rennen. Ondertussen zwaaiend naar wat collega’s die al wat verder zijn en aan de overkant in tegengestelde richting rennen. Soms komen we bij de collega’s voor ons als er een obstakel is wat iets meer tijd kost, dan zijn ze weer weg als wij onze tijd nodig hebben. Ik zou ik niet zijn als ik niet ook onderweg lekker foto’s maak. Het gaat beter dan vorig jaar maar al dat klauteren en klimmen is ook wel vermoeiend en kost een andere soort energie dan simpelweg rennen, en dat merk ik wel. En dan zijn er natuurlijk nog een paar obstakels waar ik een grens trek. Monkey bars hoef ik gewoon écht niet te proberen dus daar loop ik snel omheen, kan ik mooi een paar foto’s maken van Sjoerd die als een volleerde chimpansee van de ene bar naar de andere slingert. Diep respect, ik heb het nooit gekund, kan het niet en zal het ook nooit kunnen. De shock tijgerbaan sla ik ook over, tenminste, ik neem de pussy lane, die zonder stroomstoten. Ik ben wel goed maar niet gek. Bovendien heb ik een jeugdtrauma als het om elektriciteit gaat en krijg ik al genoeg te verduren van de winter met statische elektriciteit als het koud en droog is.

Al met al pak ik toch wel bijna alle obstakels mee, zij het sommige via de watjes kant of één (of twee) die ik overgeslagen heb omdat het me te gortig is. Tenslotte moet ik volgende week blessurevrij 45 km lopen te lopen. Ik ben dan ook zeker niet ontevreden als we iets meer dan anderhalf uur later de finish over komen. De rest van de troep staat daar te wachten want er moet ook nog een finishersfoto gemaakt worden. De echt snelle jongens en meisjes zitten dan al binnen aan het bier maar worden opgetrommeld voor de foto. Daarna mag de rest ook omkleden en wordt er eten en drinken gehaald om nog gezellig na te kletsen. Zo rond half twee gaan de meeste mensen richting huis, precies op het moment als oud collega Jeroen ook klaar is met zijn collega’s. We kletsen vrolijk bij, nemen nog één drankje en dan gaan Frank en ik ook richting een warme douche om toch een beetje het stof, de aarde en de grassprieten van onze knieën te wassen.

Obstacle runs, niet mijn ding maar ach, waarschijnlijk doe ik volgend jaar ook gewoon weer mee…

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *