Het moet een rustdag worden. Maar ja, we zijn in New York, waar ze het begrip rust niet kennen. Op het programma staat een verkenning van het finishgebied. Eventueel opborrelende ideeën van daarna fietsen of iets anders doen schiet ik ter plekke af. Ik moet echt verplicht rusten, want ik voel me moe en de benen en voeten zijn niet fit. We moeten om 10:30 in Central Park zijn, dus het schema wijzigt niet van dat van gisteren. 8:00 ontbijten, 9:00 weg, samen met Angelique, Ben, Marcel en Mark, onze inmiddels gevormde posse.
Aangezien bijna alle Rijnmond lopers naar de verkenning gaan staat er een rij bij de bus. We moeten dus op de volgende wachten, met als voordeel dat we wel kunnen zitten. Eenmaal in Manhattan hebben we nog een uur, en dus tijd om naar Times Square te lopen voor een Yankees petje. Daar komen we nooit aan. Mijn Hollandse genen trekken mijn blik naar het marathonlogo in een sportwinkel op rechts, en nog veel belangrijker, een bordje dat zegt ‘Sale, 50% off’. 50% korting? Als een magneet word ik naar binnen getrokken, en ook de rest heeft weinig overreding nodig. We verlaten de winkel met shirtjes, petjes, vestjes en een brede grijns op ons gezicht.
De tijd begint nu wel te dringen en Frank heeft ook de NY petjes gescoord, dus we gaan direct naar de ontmoetingsplaats in Central Park. Tenminste, dat was het plan, want een misrekening in de metro zorgt ervoor dat we drie haltes te ver uit moeten stappen en rechtsomkeert moeten maken. We komen exact op tijd aan. De wandeling door het finishgebied maakt in elk geval één ding duidelijk. It’s not gonna be a walk in the park. De laatste tweehonderd meter is keihard heuvel op. Ik zal een extra gel meenemen. Mét cafeine!
We maken foto’s bij de nederlandse vlag, bij de finish en iedere andere plek die we maar kunnen bedenken. Ach, op die honderdduizend foto’s die we al gemaakt hebben kunnen deze er ook nog bij. We lopen niet het hele stuk mee, we denken dat we morgen wel weten waar we onze kledingtas op moeten halen en waar we naartoe moeten lopen als we klaar zijn. Krijgen we wellicht spijt van, maar voor nu lopen we naar het paviljoen. Daar staat een standje met ‘official merchandise’, en laten ze nu nét toevallig het T-shirt hebben wat ik op de webwinkel heb gezien en graag wilde hebben, maar wat ik op de Expo niet kon vinden. En toevallig ook nog in mijn maat. Dat kan geen toeval meer zijn, en ik bedenk me dat het ongeluk brengt als ik deze handreiking van het universum negeer. En dus heb ik voor iemand die bedacht had dat ze geen shirt nodig had toch verdomd veel shirtjes gekocht.
Angelique heeft een Meet & Greet georganiseerd in een italiaans restaurantje in de buurt, en aangezien we toch moeten lunchen en het niet uitmaakt of we in het hotel zitten of ergens anders, is het toch wel gezellig als we mee gaan. Er komen nog twee vrienden van de Facebookgroep, één daarvan is Michel, die al 23 jaar in Detroit woont. Enorm leuk om hem in levende lijve te ontmoeten, aangezien dat niet zo snel meer zal gebeuren. Ergens tijdens de conversatie vallen de woorden Tokyo en marathon in één zin. Ben ik ook nog nooit geweest. Staat ook nog op mijn lijstje. Frank geeft me een blik.
Na het eten gaan we richting hotel, waar ik een nieuwe blaar ontdek en mijn chocolade cupcake ‘stapel’. Ook die was het wachten waard. Binnen no time is het alweer tijd voor de laatste uitleg en daarna de pasta party. Ik voel dat de zenuwen langzaam mijn systeem binnen beginnen te dringen, en ik moet al mijn aandacht er bij houden om te blijven ontkennen dat ik morgen een marathon moet lopen. Dat lukt tot het moment dat ik in bed lig, alles klaar gelegd heb en de wekker ingesteld heb. Over iets meer dan twaalf uur staan we aan de start van de New York marathon. De moeder der marathons. Het einde van opnieuw een reis.
De New York marathon. Een marathon waar ik me vrijwillig en willens en wetens voor ingeschreven heb. Wat niemand me echter verteld heeft, is de marathon die je de dagen ervoor loopt. Twee voor de prijs van één. Het is dus echt waar. In Amerika is alles groter!