Als goede trainer(t) heb je natuurlijk ook goede spullen nodig. En omdat ik in les twee voor het eerst een trainingsonderdeel moet geven troont Frank me mee naar de Decathlon om me te voorzien van speeltjes. Pionnetjes in diverse kleuren, een touwladdertje voor de oefeningen en niet geheel onbelangrijk, een trainersfluitje. ‘Want een trainer kan niet zonder fluitje!’, vindt Frank. En natuurlijk geen goedkope rommel dus we laten de plastic fluitjes links liggen en krijg ik een officieel Italiaans chroomstalen scheidsrechtersfluitje. Waar dat Italiaans trouwens op slaat weet ik niet, maar dat staat in de omschrijving, dus dat zal wel speciaal zijn dan. Een hesje met het woord ‘Trainer(t)’ krijg ik pas als ik geslaagd ben. Iets om naar uit te kijken.
Dolblij als een kind met nieuw speelgoed lopen we weer naar huis. Daar kan ik wel mee aan komen zetten! De dagen erna zwoeg ik op mijn eerste huiswerkopdracht -schrijfeentrainingssessievoorbeginners-, het lezen van de theoriehoofdstukken voor de volgende les en het voorbereiden van mijn trainingsonderdeel. Ik mag het programma geven. Het voelt als gelijk voor de leeuwen gegooid te worden, tenslotte heb ik dit nog nooit gedaan en moet ik nog wennen aan de structuur van de opleiding en de formulieren en documenten die gebruikt worden. Gelukkig heb ik wel enige ervaring met een zweep. De tanden van een leeuw zijn daarentegen wel iets scherper dan die van een paard.
Op de bewuste maandagmiddag en na de nodige correcties van Dave op mijn voorbereiding sta ik in de huiskamer mijn verhaal te oefenen. Stopwatch ernaast, want de uitleg mag niet langer dan drie minuten duren, met pen de letters van de volgorde op mijn hand als geheugensteuntje, en de belangrijkste aandachtspunten op een briefje. Voor de rest is het maar duimen dat ik alles onthoud, en het mijn strot uitkomt, en het loopt zoals ik het bedacht heb, en het is wat er van mij verwacht wordt, en het een beetje overkomt, en, en, en…
Met een knoop in mijn maag rij ik naar Amsterdam, demonstratief in mijn Rotterdam Running Crew shirt. Als ik dan ten onder ga, dan in elk geval in stijl. Gelukkig komt het praktijkgedeelte altijd eerst, alhoewel ik wel moet wachten tot het onderdeel inlopen, drie keer oefeningen en het onderdeel techniek geweest is. Ik ben zo te zien niet de enige die zenuwachtig is, ik heb minstens één lotgenoot. De anderen zien er uit alsof ze het al jaren doen. En dan is het mijn beurt. Licht uit, spot aan, en twaalf paar ogen kijken me indringend en verwachtingsvol aan! Mijn hart klopt in mijn keel, het zweet loopt over mijn rug, mijn handen trillen een beetje en mijn gedachten schieten koortsachtig door mijn hoofd. ‘Stap 1, vertel enthousiast over hardlopen!’ En ik start mijn verhaal…
Ik heb vanmiddag geoefend. Godzijdank heb ik vanmiddag geoefend! Het lukt, het komt er enigszins vloeiend, duidelijk en overtuigend uit. Ik spiek even op mijn hand. Shit! De opdracht vergeten mee te geven, maar ik ben nog op tijd en geef hem alsnog mee. Er zijn geen vragen meer. Ik pak mijn fluitje, en zoals zojuist uitgelegd fluit ik 1x, het signaal om te starten met rennen. Damn, wat klinkt dat hard, maar het is wel duidelijk. Stopwatch aan. Shit! Mijn stopwatch loopt niet. Geen flauw idee of er al een minuut voorbij is. Op de gok dan maar. 2x fluiten, nu moeten ze wandelen. Ik ben zo van slag dat ik de tweede minuut ook niet in de gaten hou. Even herpakken en op een hele minuut fluit ik opnieuw. Nu tel ik wel en gaat het goed. Tenminste…
De groep valt wat uit elkaar. Op zich is dat prima, maar als het maar niet te veel is. Als dat dreigt te gebeuren laat ik de voorsten een lusje lopen. Shit! Vergeten diegenen erna te waarschuwen dat zij wél rechtdoor moeten lopen. Gauw corrigeren. Dan weer fluiten en de laatste sessie. Terugkomen bij het begin. Shit! Pionnen vergeten mee te nemen. Bij het bankje starten dan maar. En dan zit mijn tijd er op. Nog even mijn ingestudeerde grapje maken en dan ben ik klaar. Shit! Vergeten te vragen of er nog vragen waren. Damn, wat moet je op een hoop dingen dingen letten tijdens het geven van een training.
Het feedback rondje valt mee. De meeste mensen zijn alleen maar positief en ik krijg zelfs een compliment dat ik het aangedurfd heb om ze een lusje te laten lopen. Ik geloof dat ik opgelucht adem kan halen. Zelfs als we na het laatste onderdeel teruglopen naar het leslokaal en tijdens de pauze krijg ik nog van deze en gene te horen dat ze onder de indruk waren van mijn optreden. Maar er was één ding dat het meeste indruk van allemaal gemaakt heeft…
Één fluitje to rule them all!