Zondag 12 april 2015. 10:00. This is the moment. This is the time. This is it!
Toen ik gisteren om 23:00 naar bed ging was ik heel relaxt en dacht ik bij mezelf: “Ik ga lekker slapen.” Toen ik om 1:30 mijn rechterooglid optilde om op de klok te kijken dacht ik daar heel anders over. En niet in de laatste plaats omdat ik een knoop in mijn maag had, maar ook omdat Lee volcontinue door mijn hoofd galmde met zijn “You’ll never walk alone”. Na een plaspauze dan blijkbaar toch een uurtje geslapen want om 3:00 schrok ik wakker nadat ik over aangereden zwanen droomde. De knoop in mijn maag was gelukkig ontward en ook Lee was eindelijk in slaap gevallen, dus na wederom een plaspauze, wie riep er van de week ook alweer “veel drinken!”, dit keer doorgeslapen tot vlak voor de wekker.
Ze hebben het wel eens over die man met die hamer, maar dat wijf met die zenuwenstok is veel erger. Ik denk dat ik niet kan lopen, ik heb bibbers in mijn benen.
Het is prachtig weer, dus de twijfels slaan weer toe. Wel of geen thermoshirtje onder mijn shirt? Het is stiekem wel koud buiten. Op het laatste moment besluit ik mijn thermo toch maar uit te doen en alleen in het marathonshirt te lopen. Ik ken mezelf, ik heb het altijd warm met lopen. Ik prop mijn flipbelt vol met gelletjes en bars en ergens is er ook nog ruimte voor mijn telefoon en dan gaan we maar. Met de metro naar de plek waar het allemaal moet gebeuren. De start van de marathon.
Het is lekker druk en de sfeer zit er al goed in als we de metro uitstappen. Gelijk door naar de afgifte van tassen waar we een kennis tegen het lijf lopen die ook meeloopt. Iets sneller dan wij overigens. Terwijl Frank de tas afgeeft en hij en Gaston, die ook met ons meeloopt, zich omkleden maak ik van de gelegenheid gebruik om nog maar eens aan te sluiten bij een lange wachtrij voor de WC. Dan snel naar het startvak en rustig afwachten. Het is perfect marathonweer. Lekker zonnetje maar wel koel en een klein briesje. We staan naast de speakers dus we kunnen lekker genieten van de opzwepende muziek. Ik geniet nu al. Dan is het bijna 10:00 en tijd voor Lee. Kippenvel en we zingen uit volle borst mee. Daarna de heartbeat en….
Het startschot voor de eerste wave is gegeven en ik neem het muziekje van de marathon in me op. We moeten nog even wachten want we zitten pas in de laatste wave. Ik kijk naar Frank en mijn ogen vinden de zijne. Mijn steun en toeverlaat. 8 maanden heeft hij met me meegelopen en nu staan we hier. Ik sluit mijn ogen en denk terug aan de 105 trainingen die me hier gebracht hebben. Maar niet te lang, want 20 minuten na het eerste startschot, mag ik eindelijk los!
Als ik de start passeer en naar links kijk zie ik Lee staan. “Waar is mijn camera?” denk ik snel, maar het moment is alweer gepasseerd voordat ik er überhaupt aan kan denken om mijn telefoon te pakken. We lopen redelijk achteraan de meute waar ik eigenlijk niet zo blij mee ben, maar verwacht deze en gene later nog wel in te halen. Al na 1 km doemt de Erasmusbrug voor de eerste keer voor me op. Het is een vriend en helpt me om mijn snelheid een beetje in te perken want ik zit zwaar onder de geplande 7 minuut per kilometer. De brug luidt het lange stuk op Zuid in en nog voor de eerste 5km zie ik al de eerste collega langs de kant staan. Hij ziet me pas als ik roep en ik ben alweer voorbij, op naar de meetmatten. Ik heb ook mijn eerste cheer al binnen, die ik de komende kilometers probeer bij te houden. Ik zou eigenlijk een pennetje moeten hebben om ze te kunnen turven want uiteindelijk raak ik de tel kwijt. Gaston voelt zich goed en gaat toch zijn eigen tempo lopen. We zien hem wel weer bij de finish.
Binnen no time is het tijd voor het eerste gelletje. Water hebben we een tijdje terug al gehad dus in plaats van op 8km wacht ik tot 9km zodat ik niet al te lang erna kan drinken. 10km is nummer 2 van de 8 x 5km “rondjes” en vlak daarna draaien we naar het lange stuk langs het water en over het fietspad. Op 12km beleef ik mijn op één na mooiste moment, als ik een energiebar open aan het peuteren ben. Een corpulente ras-Rotterdamse schreeuwt me na: “Zet hem op Saskia, stop die Snicker in je mond en lopen!” Hoeveel aanmoediging heb je nodig?
Het voordeel van veel lopers op zo’n lang stuk is dat je het einde niet kan zien, en dus afgeleid wordt van hoe ver het nog is. Het aantal toeschouwers valt me dan weer een beetje tegen en ook voor de “op elke kilometer staat muziek” zijn de kilometers op Zuid blijkbaar langer dan normaal. Ik voel de onderkant van mijn voeten nu al, maar mijn rug houdt zich gelukkig nog goed. De draai naar metrostation Slinge sluit weer een stuk af en het heen en weertje maakt 15km. 2km later komt mijn dipje. Rond de 18km krijg ik een “ik heb geen zin meer” aanval, en wetende dat ik dan nog niet eens op de helft ben maakt het zwaar. We lopen langs de Ahoy en het Zuiderpark. Over twee maanden loop ik hier weer, de Ladiesrun. Een andere tijd, een ander leven. Een meisje langs de kant biedt me een paardebloem aan die ik achter mijn oor stop. Weer een paar meter afleiding. Maar om er écht overheen te komen zet ik mijn tussendoel, eerst die halve maar lopen en van daaruit weer verder. Ik ben blij als die eindelijk komt en krijg gelijk nieuwe energie. Ik heb nu een symbolische Ladiesrun (10km), een Circuit Run Zandvoort (12km), een Dam tot Damloop (16km), een 20 van Alphen (20km) en een CPC (21km) gelopen. Ik knipper twee keer met mijn ogen en we zijn al op 22km, op weg naar de uitgang van Zuid.
Opeens zie ik een bekend startnummer. Het is Monique, van de Hardloopwinkel. We grijpen elkaars hand voor een moment en ze roept dat ik maar lekker door moet lopen. Ik weet dat ze het zwaar heeft om specifieke redenen dus ik laat haar lekker haar ding doen, en na een laatste blik als onze ogen zich kruisen ren ik verder, op naar de Erasmusbrug. Maar eerst nog het stukje Laan op Zuid. Ik zie weer een verloren ongebruikt gelletje liggen en roep tegen Frank dat ik volgend jaar met de scooter en een tas achter de laatste lopers ga rijden, want ik ben onderweg al een fortuin aan die dingen tegen gekomen. De zwerver in mij wil ze allemaal oprapen maar dat gaat niet.
Als we de hoek omgaan doemt de Erasmusbrug voor de tweede keer op. Ik ben nog nooit zo blij geweest om dat kreng te zien en loop er met alle liefde van de wereld overheen. Het uitzicht is schitterend, Rotterdam in zijn volle glorie, de aanblik van de slinger van lopers en de foto van de lopers op het Nationale Nederlanden gebouw recht voor mij. Ik neem mij voor om morgen met de scooter naar dit punt te rijden en een foto te maken. Onderaan de brug zijn we “klaar met Zuid” en komt het zo gevreesde tunneltje onder de Beurs door. Ik heb nergens last van, gewoon langzaam aan en kleine stapjes, dan is er niets aan de hand. Frank wijst me op de lopers die al weer terug komen lopen, maar ik negeer ze. Ik loop mijn eigen race.
Bij de kubuswoningen begint het feest. Een eerste collegaatje staat langs de kant speciaal voor mij om me aan te moedigen, en op de Mariniersweg staan er nog meer tussen alle andere onbekenden die luid schreeuwen door de muziek heen. Met recht één groot feest. Op het 30km punt staat de familie met vrienden, klaar met water, bananen, bouillon en reserverepen. De boost is enorm en ik ga dansend het bos in op 31km. Het bos is van mij, dit is mijn terrein dus het bos kan me niks maken….dacht ik.
Ik zie de man met de hamer en trek mijn “Verlaat het bos zonder hamerslag” te voorschijn. Hij pakt hem aan en bekijkt hem goed. Terwijl ik zenuwachtig doordribbel draait hij het kaartje om, bekijkt hem nog eens extra aandachtig en geeft hem dan terug met de verlossende woorden: “Het is goed, loop maar door.” Ik slaak een zucht van verlichting en ren vrolijk verder. Daardoor zie ik niet dat hij enthousiast weer aan de slag gaat om andere lopers neer te halen en loop hem in de weg. De hamer schampt mijn rechterknie aan de zijkant en begint gelijk enorm zeer te doen. Het genieten gaat over in pijn. We tellen 32km.
De komende 5km zijn dan ook zwaar. Gelukkig ben ik erg goed in staat om pijn te negeren en zolang ik maar in mijn ritme blijf lopen gaat het goed. Frank zijn aanbod om even te wandelen sla ik dan ook resoluut af, als ik dat doe weet ik zeker dat ik niet meer op gang ga komen. Ik krijg het predikaat “Terminator” opgeplakt. Langs dit stuk staan ook weer veel collega’s en ze helpen me stuk voor stuk om deze moeilijke kilometers te overbruggen totdat we weer de hoek om mogen, het punt waar we beginnen met “terug” lopen. Inmiddels voelt mijn rechterbeen aan of iemand er een emmer cement overheen gegoten heeft en dat nu langzaam op begint te drogen. Iets meer dan een week geleden liepen we hier ook tijdens onze laatste lange duurloop. Toen liep ik toch iets makkelijker dan nu. Ik heb ook verschrikkelijke dorst, en benut dan ook elke waterpost niet alleen om te drinken, maar ook om mijn gezicht, haar en armen nat te maken voor verkoeling. Lekker drinken na al die zoete gelletjes, energierepen en de weeë smaak van de sponsjes in de bekertjes water. Nee, voor het lekkere eten hoef je het niet te doen.
Op het 37km punt staat het grote scherm van de Marathonsupporter. Ik weet dat een hoop mensen een bericht achter gelaten hebben, en ik zie er inderdaad één van Marcel en Nel van de manege verschijnen op het bord. Opnieuw een boost! Vanaf nu is het nog maar 5km, een rondje brug of een rondje Esch, wat dan ook. Ik begin dan ook systematisch de kilometers af te tellen, 38km, rondje mini-marathon, oeps ik struikel bijna…voeten op blijven tillen!!!, 39km terug langs de gezellige Boezemweg waar we Gaston weer oppikken die misselijk was en moest wandelen, 40km “vanaf-hier-kan-ik-het-ook-lopen”, 41km “die laatste kan er ook nog wel bij”, en het laatste bord van de Marathonsupporter waar ik van alle berichten die men moet hebben gestuurd uitgerekend mijn eigen berichtje aan onszelf zie, en dan….
….het wonder geschied, we draaien de hoek om bij de Coolsingel, alle pijn trekt weg, ik krijg een brede glimlach op mijn gezicht die niet onderdoet voor de lach op de dag van mijn bruiloft en 500meter lang loop ik op wolken stralend over de Coolsingel. Vlak bij de finish pakt Frank mijn hand, ik die van Gaston en als de drie musketiers komen we de finish over! Ik dacht dat ik zou gaan huilen maar ik ben te uitgedroogd om nog een traan te produceren.
5 uur en 13 minuten geleden zong Lee voor ons. Nu heb ik de Marathon van Rotterdam gelopen.
You’ll never walk alone!