“Goedemorgen Laser! Heb je zin in een lekker uurtje dressuurles met mij op deze mooie zaterdagochtend?” Zijn grote bruine bips staat naar me toe gedraaid als ik de staldeur open doe en nodigt me uit om de stal binnen te komen. Not! Ik probeer het nog eens…”Laser, knul, draai je eens om zodat ik je kan poetsen en zadelen. We gaan lekker een uurtje rijden!”
“Grrrrrr, ik negeer je mens, zie je dat dan niet?” “Lazy……., Lasertje, draai je eens om voor tante Sas.” “Zie je dan écht niet dat ik chagrijnig ben, geen zin heb en met rust gelaten wil worden terwijl ik mijn ontbijt eet? Ga weg!” “Hallo lieverd, zal ik dat dekentje eens van je af halen? Anders kan ik je niet poetsen hé?” “Zucht, je gaat écht niet weg he? Oh, ben jij het. Nou ja, meestal vind ik je wel aardig, je hebt altijd snoepjes in je zak, maar nu heb ik gewoon geen zin.”
Ik pak de borstel en begin Laser te poetsen. Dat vindt hij altijd zo fijn maar niet heus. In de loop der jaren heeft hij dan ook de onhebbelijkheid aangeleerd om met zijn hoofd te gaan schudden en zijn tanden te klapperen tijdens het borstelen. “Maar daar hebben wij gewoon lak aan, je moet je gewoon niet zo aanstellen Laser…” Iedere keer weer hetzelfde liedje. “Ja, en zo lang jij het volhoudt om mij onder mijn buik te blijven poetsen, waar ik dus totaaaaaaal niet tegen kan, al dat gekriebel, blijf ik lekker volhouden om er tegen te protesteren. Oooooh nee, niet daar, nee, nee, NEE! NIET! DAT! PLEKJE!” En hap zegt Laser, zo in mijn been. Gelukkig heb ik mijn chaps al aan. Hij krijgt dan ook direct een pak op zijn donder, want bijtende paarden op een manege, dát kan natuurlijk niet. “Ach Laser, ben je er nu helemaal beduusd van? Je weet donders goed dat dat niet mag!”
“Ja, sorry, ik weet het. Sorry, sorry, sorry.” Ik krijg een heel voorzichtig duwtje van zijn neus tegen mijn arm. “Het spijt me écht heel erg. De volgende keer doe ik het gewoon weer, maar wil je me voor nu vergeven?” Nou vooruit dat maar, en we poetsen de laatste stukjes en krabben de hoeven. Nog een klein protestje als ik het zadel opdoe maar verder is hij rustig.
“Wat? Gaan we niet naar buiten? Maar het is zulk mooi weer, en de andere paarden gaan ook naar buiten? Ik ga écht niet binnenlopen. Nee hoor, vergeet het maar! Ik wil geen saaie les.” Pech voor Laser, ik ben de baas en we gaan gewoon naar binnen. Sporen in de aanslag en stappen maar. “Kom op Laser, niet zo sloom. Gewoon luisteren naar wat ik zeg en actief aan de gang.” Ik spoor hem aan, letterlijk, maak wat snelle overgangen en zet hem aan het werk. “Ja daaaaaaag, bekijk het maar, ik zei toch dat ik geen zin had en al helemaal niet binnen wilde lopen? Op een spoor zet ik 3 stappen snel, maar net zo makkelijk ook weer langzaam. Dat spelletje van jou kan ik ook spelen hoor. Ik ben toch groter en sterker dan jij. Jij bent… jij bent….uuuuuh, jij bent gewoon een vlieg voor mij! Lekker púh!” De instructrice hoort mijn klaagzang en zet Laser bij. Is hij wat handelbaarder. Tenminste, dat zou je denken. Voor Laser is het een extra motivatie om vandaag vooral niet te doen wat ik hem vraag. “Jij speelt vals. Mij bijzetten, durf je wel? Eens even kijken hoe het met je balans is.” En bok, bok, bok gaat het. Met een gemiddelde van twee bokken per rondje doet hij zijn best om deze les voor mij net zo onvergetelijk te maken als ik voor hem. Het rondje galop wordt de omgekeerde taktiek. “Zo, dus jij denkt dat je me hebt? Eens even kijken. Galop, ja hoor, ik spring wel gewoon aan hoor in de galop als je me het signaal geeft…..om er nét zo hard weer uit te vallen als je even ontspant. Word je lekker moe van hé? Weet je ook eens hoe ik me voel als ik geen zin heb en tóch moet van jou.”
“Zeg Laser, nou ben ik het wel een beetje zat, die nukken van jou! Kunnen we alsjeblieft de laatste 10 minuten gewoon normaal rijden?” “Nou, misschien. Maar het is je eigen schuld. Jij wilde zo nodig, dan kan je het krijgen ook.” Bij het einde van de les stappen we buiten een rondje uit. “Yes, ik heb gewonnen. Je hebt het opgegeven en gaan we toch nog even naar buiten. Haaaaaa, lekker dat zonnetje.” “Zo Laser, dat was one hell of a lesson. Maar ik heb toch maar mooi gewonnen, want uiteindelijk heb je wel gewoon een uur gelopen en moeten doen wat ik zei. Tenslotte ben ik de baas, en niet jij.”
Terug in de stal zadel ik hem weer af en mag hij lekker aan zijn lunch beginnen. “Zo, nomnomnom…dat was een nomnomnom leuk uurtje. En ik nomnomnom was braaf hé? Hé, lekker eten. Nomnomnom, oh je bent er nog. Nou dag mens nomnomnom.” “Dag Laser, we hebben lekker gereden hé? Ondanks dat je een uur lang strontvervelend was heb ik toch van je genoten hoor. Hier een knuffel. Dag knul!”
Volgende week weer?