Ga je het écht doen? Je loopspullen meenemen naar Bonaire? Ja, écht waar. Gewoon, drie keer in de week blijven lopen. Anders wordt die Halve van Hoorn niks als we terug zijn.
Yeah right! Mijn hardloopmotivatie ben ik volgens mij vergeten op het tafeltje in de gang, waar ik hem zorgvuldig neergelegd had om vooral niet vergeten in de koffer te stoppen. Zul je net zien. Heb je al je spullen netjes meegenomen, loopschoenen, sportBH en broek, shirtje, loopbroekje, sokken en zelfs mijn horloge om te kunnen klokken, laat je het meest essentiële liggen. Maar goed, ik zou Sas niet zijn als ik niet altijd een noodsetje bij me zou hebben. En drie keer raden wat daar in zit? Juist, een stukje minimotivatie. Handmatig op te laden maar het is tenminste iets.
Dus als ik op dag twee bij het krieken van de dag uit mijn bed spring is het een mooi moment om daar gebruik van te maken. Lang leve de jetlag, want voor mijn gevoel om één uur ‘s-middags moet een 5km rondje wel lukken. Komt mooi uit dat het hier dan net 7 uur ‘s-ochtends is en de supermarkt om 8 uur opengaat. Kan ik het nuttige met het aangename vereenzelvigen. Tenslotte moet er ook brood op de plank komen voor het ontbijt. En gelukkig hebben ze hier ook bananen die ik gisteren vanuit een automatisme in de boodschappenkar gegooid heb. Terwijl ik op het terras op het juiste moment wacht komt er een andere loper voorbij rennen. Daaruit concludeer ik in elk geval één ding. Het is nu al teringwarm. Van schrik laat ik mijn motivatie bijna stukvallen op de tegels en ik kan hem nog nét grijpen.
De route wordt ook een uitdaging. Ik heb geen flauw benul van afstanden. Dat ritje naar de supermarkt kan dus 1km zijn maar ook 5km. Ik vermoed echter het eerste dus gewapend met een gratis toeristenkaartje plan ik een je-bent-wel-heel-dom-als-je-nu-verdwaalt rondje. Ik beloof niks.
Handje dollars in de flipbelt gaan we op weg. Het valt mee met de warmte en het voordeel van Bonaire is dat het altijd waait, dus enige verkoeling is aanwezig. Een kleine kilometer verder zijn we bij de ingang naar de boulevard als Frank last heeft van een zonnesteek. Tenminste, dat is de enige conclusie die ik kan trekken als ik hem hoor roepen “we doen een klein heen en weertje”, want daar heeft hij een bloedhekel aan, en “anders komen we te kort”, want daar maakt hij zich nóóit druk om. Wat jij wil schat.
Langs het water loopt eigenlijk best prima maar aan het einde moet ik toch even spieken op ons kaartje om te checken of we nog goed lopen. Niet helemaal de route die ik gepland had maar nog wel in de goede richting. Dan een lang stuk langs de weg en over het asfalt, en inmiddels staat de zon wat hoger en begint het behoorlijk warm te worden. Help, ik smelt. Warmtestage, voor als het straks tropisch warm wordt in Nederland. Je weet wel, die ene dag in augustus als ik toch niet ga lopen. Ik ben blij als de supermarkt in zicht is. 4,5km staat er op de klok. En dan nog naar huis, maar dat is korter omdat we al over de helft van het rondje zijn.
Een nog warm uit de oven stokbrood in mijn ene hand, en een half litertje vers geperst sinaasappelsap in Frank zijn andere hand vangen we de weg terug aan. Ik ben het stiekem al een beetje zat, heb het warm, ben moe en druip van het zweet. Maar we zullen toch naar huis moeten. We maken het spannend door op het je-bent-wel-heel-dom-als-je-nu-verdwaalt rondje minstens nog twee keer verkeerd te lopen, maar dank zij het kaartje vinden we toch de weg naar huis terug. Ik zei al dat ik niks beloofde. Bij 6,6km ben ik het écht zat en wandelen we de rest uit. Thuis met loopspullen en al onder de douche om alles uit te spoelen en het welverdiende ontbijt. Inclusief een meer dan verdiend glas chocomelk al zeg ik het zelf.
Ik vrees dat ik drie keer in de week niet ga halen.