SM. Sado Masochisme. Het schijnt dat ieder mens het in zich heeft, in meer of mindere mate. Ja, ook jij die dit leest en denkt: ‘Écht niet!’ En ik zal het ook niet ontkennen. Sterker nog, ik geef er regelmatig aan toe. Minstens 1x in de week, soms vaker. Dan ga ik naar wat ik niets anders dan ‘de martelkamer’ kan noemen. Om me een ongeveer een uur lang te onderwerpen aan allerlei vormen van pijniging. Vrijwillig. Het masochisme. Maar ook om anderen gepijnigd te zien worden. Het sadisme.
In de kleedruimte trek ik een speciale outfit aan, mijn gewone kleren zijn hier niet geschikt voor. Eenmaal in de kamer werp ik een blik op de verschillende martelwerktuigen waar ik me aan ga onderwerpen. Maar ik stel het moment nog even uit. De scheidslijn tussen plezier en pijn is namelijk heel dun. En de kunst is om die grens heel voorzichtig te benaderen, een beetje op te rekken en vervolgens een heel klein beetje te overschrijden. Dat kan je niet zomaar ineens doen, dat moet met beleid. Eerst een beetje opwarmen, om in de stemming te komen zeg maar. Ik zet er dan ook altijd een toepasselijk muziekje bij op. En kijk daarbij naar de verbeten en vertrokken gezichten van de anderen die eerder waren dan ik, en al vastgebonden zitten aan één van de apparaten. Ik moet nog even wachten, maar het zal niet lang meer duren voordat ik ook een verbeten trek op mijn gezicht zal laten zien.
Als ik warmgedraaid ben kan ik beginnen. Ik kies één van de werktuigen en klem me er in vast. Het beest mag los. Ik weet precies wat ik moet doen, ik kom hier vaker. In het begin valt het nog mee, het duurt even voordat de pijn komt. Maar dat hij komt, dat is een ding dat is zeker. Ik stop heel even om adem te halen en mijn bonkende hart weer een beetje tot rust te manen. En ga dan weer verder. Ik begin het nu te voelen, en de eerste zweetdruppels vormen zich op mijn gezicht, mijn rug en mijn borst. Ik sluit mijn ogen, zodat ik me beter kan concentreren op wat ik voel. Iedere vezel in mijn lichaam staat op scherp, een siddering loopt over mijn rug en ik krijg kippenvel. Ik voel de pijn. Die zaligmakende zoetgevooisde pijn. Ik begin te trillen. En dan ineens houdt het op.
Ik doe mijn ogen weer open en sta te hijgen. Ik neem even een rustpauze. Een andere vrouw komt binnen, kijkt me aan en knikt kort naar me. Ik weet wat ze denkt, ze heeft mijn gezicht gezien en weet dat zij zo ook aan de beurt is. Als ik weer tot rust gekomen ben ga ik door naar de volgende fase. Ik ga op mijn rug liggen en klem me opnieuw vast. Ik zet me schrap voor wat er gaat komen. De pijn wordt nu langzaam opgevoerd, tot het moment dat ik er bijna niet meer tegen kan. Tot ik het bijna uit wil schreeuwen. Schreeuwen om het te laten stoppen. Smeken om genade. Bijna. Ik klem mijn kaken op elkaar en knijp mijn ogen dicht. Ik hou vol. En net op het moment dat ik niet meer kan, dat ik het op wil geven en weg dreig te zakken in een donkere diepte is het weer over. Ik slaak een zucht van verlichting en hijg weer uit. Tot het volgende moment weer komt. En zo maak ik mijn ronde af. Tot het punt dat ik leeg ben. Een fijne ontspannen leegte, en ik weer naar huis mag voor een lichte avondmaaltijd en een goede nachtrust.
Zou dat nu het hele principe van masochisme zijn? Dat je jezelf pijnigt tot een punt waarop je het bijna niet meer uithoudt, en het geluksgevoel dat je dan ervaart als die pijn stopt? Of is het de verslaving aan endorfine, de drug die door je lichaam aangemaakt wordt als je pijn ervaart? Eerlijk gezegd zou ik het niet weten. Ik besef me dat ik überhaupt niet weet waarom ik dit doe. En toch zit ik hier elke week. Op de maandagavond, minstens een uur. En met mij velen anderen.
Welkom op de sportschool!