Een week niks doen. En wat me volstrekt onmogelijk leek gebeurt toch. Ik raak er aan gewend. Op mijn gemakje de boodschappen doen, ik heb toch geen haast. Thuis lekker treuzelen zonder de druk van ‘ik moet nog een rondje’. Direct aan het eten beginnen en daarna lekker op de bank ploffen. En zondagochtend uitslapen, héél erg lang uitslapen.
En toch sluimert er iets op de achtergrond. Er knaagt iets van binnen, er kriebelt iets tussen mijn tenen, er wiebelt iets aan mijn kont, er tintelt iets door mijn benen en er jeukt iets aan mijn handen. Ik wil lopen en ik had bedacht dat ik met een week wel weer wat kon doen. De blauwe plekken en bloeduitstortingen hebben hun hoogtepunt gehad en beginnen nu eindelijk weg te trekken. Ik kan weer een trap op en af en 5 minuten op de zere kant liggen bouwt ook langzaam op. Dus in diezelfde lijn van gedachten zou een voorzichtig rondje van 5km moeten kunnen lukken.
Het is mooi weer, de meisjes hebben er zin in en ook een paar van de jongens sluiten aan. Ik benadruk dat het écht een voorzichtig en dus langzaam rondje wordt voor mij, omdat ik niet weet hoe het zich ontwikkelt. En om te laten zien dat ik het meen, laat ik de foto’s van het blauwe hoogtepunt rouleren. ‘Ja, zo erg was het écht!’ Gelukkig hebben ze net een borrel gehad met veel blokjes kaas en een wijntje, dus iedereen vindt het wel prima.
Bij het omkleden kom ik er achter dat ik de helft vergeten ben. Ontwenning gaat sneller dan je denkt. Maar goed, niks vitaals voor het lopen, dus ik kan het niet als smoes gebruiken. Gelukkig maar, want ik wil weten wat ik wel en niet kan. De eerste stappen zijn gevoelig, tegen pijnlijk aan. Maar het gaat, pijn is fijn, ik ben geen watje, ik heb met ergere pijn in mijn rug gelopen en ontkennen is een kunst waar ik erg goed in ben. En naarmate ik opwarm gaat het ook steeds beter.
De kuit doet vervelender. Overdag voelde ik hem bijna niet meer, slechts een onderhuidse schim van afgelopen zondag. Maar zodra ik de eerste hardloopstappen zet voel ik hem gelijk weer piepen en kraken. Ik geloof inmiddels niet meer dat het een spierscheur is, maar wat het dan wel is houdt me wel bezig. Ik besluit maar voorzichtig door te lopen en hou het nauwlettend in de gaten. Ook dat gaat, voornamelijk omdat ik tussendoor ook nog een paar keer wandel. Donderdag 7 km moet ik alleen misschien bijstellen naar 5 km. Maar dat zien we donderdag dan wel weer.
Voorlopig is de kop er weer af, ik heb mijn eerste rondje weer gedaan. Hopelijk is het voor nu weer niet de laatste. Dus net als in de Efteling als de karretjes van het Carnaval Festival stilgestaan hebben en weer in beweging komen is iedereen bij deze gewaarschuwd.
‘Attentie, Sas gaat weer lopen!’