Een call om vijf uur gooit roet in het eten. Tegen de tijd dat ik klaar zijn ben is het al laat. Mijn collegaatje heeft al helemaal geen zin om te gaan. Aangezien ik de motivator ben geef ik haar vrijaf en rij naar huis. Ik bel Frank. Die is al aan het lopen. Het is druk op de weg. Mijn hoofd zit vol met ergernissen van de dag. Ik sla de boodschappen over.
Het is warm. Ik trek mijn reflecterende truitje aan. 8 km route. Geen zin in een rondje plas. Frank loopt daar wel. Gezien op de Iphone. Autostrada dan maar. Langs de Maas is het opgebroken, maar ik ga toch via dat pad. Ik voel me stiekem een beetje ongemakkelijk. Ik ben alleen en mis Frank. Ik hou alles scherp in de gaten. Niks aan de hand. Ik loop lekker. Veel fietsers op het pad. De meeste zonder licht. Die ene die wel licht heeft scheldt boos naar me. Ik versta hem niet, maar kan het invullen. Ik weet het, sorry. Lampje vergeten. Ik ben niet de enige. Bijna alle lopers die ik tegenkom zijn ook hun lampje vergeten.
Het dreunt lekker in mijn hoofd. Ik loop in mijn eigen wereld. Laat de dag de revue passeren. Denk aan wat ik nog moet doen. Droom weg naar de vakantie. Nog één dag. Kom af en toe terug als ik iemand passeer. Of om de route te bepalen. 8 km vraagt een kleine aanpassing. Ik loop snel. Ik loop langzaam. En dan is daar alweer de Maasboulevard. Nog 3 liedjes. 2 als ze lang zijn. Een klein beetje intervallen, dan gaat het sneller. Ik krijg honger. Ik maak een foto. De batterij is leeg en de telefoon gaat uit. Naar huis dan maar.
Mijn hoofd is weer leeg. Ik ben er nog niet aan gewend, maar kan er niet omheen. Lopen in het donker. De loopwinter is begonnen.