Ekiden. Het klinkt als een exotische vorm van Sushi, maar in feite is het een estafette wedstrijd met een marathon afstand. Overgewaaid uit Japan wordt de totale afstand van 42,195 km door zes lopers afgelegd. De startloper neemt de eerste 5 km voor zijn rekening. De volgende lopers lopen respectievelijk 10, 5, 10, 5 en 7,195 km. De lopers geven geen estafettestokje door, maar een sjerp, de tasuki (ook lekker!), die om het lichaam gedragen kan worden. Vroeger werden in Japan belangrijke documenten door estafettelopers bezorgd op de plaats van bestemming. Eki betekent “station” en den betekent “wissel”. Tot zover het educatieve gedeelte.
Vanuit de Facebookgroep RMD 2017 zijn er een paar teams samengesteld. Ik heb de eer om voor het ‘Dreamteam’ de laatste afstand te lopen, 7,195 km. Frank loopt als vierde loper een 10 km afstand. De Ekiden wordt gehouden bij PAC, en dus is het een thuiswedstrijd voor ons. In alle gevallen, want niet alleen zitten we om de hoek, maar ook het parcours gaat voornamelijk over ons ‘rondje bos’. Dat voordeel compenseren we dan ook door er een moeilijkheidsfactor aan toe te voegen. Te weten een avond ervoor 5,5 uur rondlopen op een modderig festivalterrein in de regen, daarna 1,5 uur springen op de beats van Rammstein en als extra uitdaging ‘sleep deprivation’ door 4:30 in je bed te liggen en een wekker om 9:30. Gelukkig ben ik de dag na zo’n nacht altijd ergens een half uurtje hyper. Kwestie van goed timen dus.
Omdat we rond 11:00 afgesproken hebben is het nog best haasten. Onze teamcaptain Maaike, komt uit het verre noorden dus die pikt Frank even op van Rotterdam CS terwijl ik een geïmproviseerd ontbijtje in elkaar flans. Er ligt nog wat fruit voor een smoothie en ik maak iets dat voor een volkoren pannenkoek met banaan door moet gaan. Het smaakt er niet minder door. We beginnen om 12:00 met lopen dus tijd genoeg om de boel te verteren.
Eenmaal op het terrein verzamelen we bij de partytent waar ons na afloop paella beloofd is. Kunnen we mooi even checken hoe dat nu precies zit met tijdchips, de sjerp, het wisselen en het parcours. De 5 km loopt één keer heen en weer, de rest twee keer. Start is op de baan en we moeten ingewikkeld op de juiste manier over de matten lopen anders wordt de tijd niet of niet goed geregistreerd. Het lijkt moeilijker dan het is, maar je moet het maar even weten. Ook krijg ik een leenshirt van de groep, het mooie groene marathonshirt. Destijds eigenwijs niet besteld en natuurlijk inmiddels spijt als haren op mijn hoofd. Ik zal Marco straks lief aankijken.
Dan word ik geconfronteerd met een uitdaging. De chip moet aan je schoenen door middel van je veters. En die hebben mijn Hoka’s niet! Gelukkig biedt Monique van De Hardloopwinkel, die met een standje aanwezig is, uitkomst en geeft me twee stukjes touw. Problem solved.
Er wordt gestart met een 5 km afstand. Wij hebben een topper als eerste loper, Robbin, vriend van de teamcaptain die op een haar na kwalificatie voor het NK miste. Voor ons is hij er niks minder op, zeker als hij na 16:31 ons oranje lint doorgeeft aan Marco, loper twee voor een 10 km afstand. En helemaal als hij Marco ook nog even ‘haast’ op zijn tweede heen en weertje en dan bij het wisselpunt even vooruit loopt om aan te geven dat hij er aan komt. Mag hij zelf ontevreden zijn over zijn tijd, wij doen er een moord voor. Zo zie je maar weer, alles is relatief.
Marco geeft weer over aan onze teamcaptain. Tegen die tijd dient probleem twee zich aan. Ontbijt tot aan de start om 12:00 is prima om te verteren. Maar ik heb er geen rekening mee gehouden dat ik als zesde loper pas rond 14:30 aan de beurt ben. Ik heb dus honger. De scooter is ingebouwd door het parcours dus ik kan het terrein niet af om even snel iets te halen bij de AH. De kantine moet uitkomst bieden. Het wordt een tosti, een liga milkbreak en een liga haverkick. Een roze koek leek me niet verstandig. Alleen cash betalen. Gelukkig heb ik nog steeds een noodbriefje bij me. Ook dit probleem opgelost.
Na Maaike mag Frank aan de bak. Vol goede moed gaat hij van start en lacht nog vrolijk voor de foto. Maar als hij na twee rondjes er weer aankomt om over te dragen aan Anita, onze favoriete vlaamse, ziet hij toch een beetje pipsjes. Ik hoor klachten over warmte. Anita is weg, en ik moet me klaar gaan maken. Tegen die tijd ben ik toch een beetje ingestort. Want uitdaging drie is dat als je als laatste bent, je heel lang moet wachten voor je aan de beurt bent. Is iedereen al klaar en aan het bier, moet jij nog effe een rondje. Om de tijd te verdrijven heb ik gelukkig mijn camera bij me. Ik neem de chip over van Frank, ga voor de derde keer achter elkaar naar de WC om vervolgens nerveus dribbelend in het wisselvak op Anita te wachten. Ik voel mijn hyper aanval opkomen. Nog héél even wachten…
Dan zie ik Anita aankomen! TomTom horloge gaat aan, ik zet alle knoppen op Go! en zet mezelf in positie. Ik neem de sjerp aan, hang hem om en de Turbo Boost gaat aan. Rennen kreng! Natuurlijk schiet ik veel te hard over de baan maar durf het me de eerste kilometer nog te veroorloven. Daarna schroef ik terug naar een verstandiger tempo. Nou ja, verstandig… Alhoewel het bos bekend is en ik de afstand in de gaten hou kijk ik toch uit naar de pion waar ik moet keren. Omdat hij niet zo groot is zie ik hem pas als ik er al bijna ben. Draaien en weer terug. Gelukkig is de zon achter de wolken dus vind ik de warmte wel meevallen. Ik ben dan ook relatief snel terug voor mijn gevoel. Als ik de baan weer opdraai word ik aangemoedigd en roept Frank dat ze straks het laatste stukje naar de finish met me meelopen.
Tweede ronde. Het voelt zwaar om de finish over te gaan en nog een hele ronde te moeten. Vooruit, een tweederde ronde want ik hoef maar 7 en geen 10, maar toch. Ik zie de laatste lopers van de andere teams die me tegemoet komen en al bijna klaar zijn, maar focus me meer op de vijfde en zelfs vierde lopers die ik dus ver voor ben. Het lijkt een eeuwigheid te duren voor de pion weer in zicht komt, maar zoals bij iedere wedstrijd komt hij uiteindelijk toch. Draaien en op weg naar de finish, en niet geheel onbelangrijk, naar de paella. Ik begin namelijk alweer honger te krijgen.
Ik probeer het tempo nu vast te houden en zet de laatste kilometer in. Nog eenmaal de draai de baan op, nog even zwaaien naar mijn collega die als vrijwilliger bij de oversteek staat, en dan sluit het team aan. Ik hoor Frank: ‘Go, go, go!’ roepen en zet nog even aan. Dan roept Marco: ‘Sprinten, vergeet de fotograaf!’ en ik ga de laatste honderd meter in volle rengalop over de finish. Ik kan er niks aan doen, maar een schreeuw ontsnapt mijn keel. Vervolgens strompel ik naar het gras en val dood neer. De gedachte aan paella laat me vijf minuten later weer opstaan uit de dood.
Tijd om iets te drinken, kijken naar de prijsuitreiking en dan de langverwachte paella, klaargemaakt door de chef en echtgenoot van Anita. Na twee borden paella weet de man met de hamer ons dan toch te vinden en nemen we afscheid. Maar niet nadat ik Marco toch wel heel erg lief aangekeken heb en het shirt over mag nemen.
Als team hebben we het niet slecht gedaan. 3:32:53 en nummer 61 uit de lijst van 152. Individueel heb ik qua snelheid een PR gelopen, 10,7 km p/u oftewel een gemiddelde snelheid van 5:38. Ik hoor Frank al zeggen. ‘Zie je wel, ik accepteer geen smoesjes meer.’ Maar eerlijk is eerlijk, ik ben aangenaam verrast en dat intervallen met de jongens helpt écht. Thuis mogen we lekker écht instorten. Wat we dan ook doen. Totdat ik weer honger krijg. Dan moet ik weer bewegen.
Lekker, ik heb trek in Sushi. Hoe zou dat nou toch komen?