Na de valse start vorige week op de Afsluitdijk Open staan we vandaag in Arnhem voor de Bridge to Bridge. Een soort bruggenloop dus, maar dan anders. In elk geval 1 kilometer langer. En gelijk een alternatief voor de Dam tot Damloop volgende week. Wij zijn dan eindelijk weer eens op pad met Souldivers, visjes tellen in Duitsland. Is weer eens wat anders dan kilometers tellen.
De start is om 13:00 en omdat Frank uit die omgeving komt nemen we Pa op sleeptouw om na afloop nog even door de omgeving te banjeren down memory lane. Dat betekent 10:00 de deur uit. We hebben enorm zitten puzzelen met waar we de auto laten. Het gemak van een parkeergarage vlakbij de start wint het uiteindelijk van de goedkopere optie van de P+R bij het Gelredome, maar met lopen en bus. Om 11:30 staan we dan ook op 100 meter van de Eusebiuskerk, waar we onze startnummers op moeten halen.
In de kerk is het een drukte van belang, met een startnummerbalie, massagetafels, garderobe, standjes en zelfs een soort cafeetje. Het voelt raar, hoe modern ik ook ben, dit hoort niet in een kerk. Maar goed, het zal wel moeten. Terwijl Frank zijn compressiesokken aantrekt hoor ik mijn naam. Het is de eerste van een lange reeks bekenden die we tegenkomen vandaag, zowel buiten als op het parcours. En we maken zelfs nieuwe vrienden, als iemand mijn shirt herkent van vorige week bij Oostland. Tja, hij heeft een tijdje achter me gelopen en mijn naam in koeienletters met daarna ‘opwegnaardemarathon’ blijft dan blijkbaar toch hangen.
We begeven ons naar de start, waar ik natuurlijk voor de derde keer toch nog maar even ga plassen. Ik schrik, ik zie mensen voor de 6 engelse mijl in het startvak staan, terwijl wij toch écht 10 moeten lopen. Maar ik weet zeker dat we om 13:00 moesten starten? Het blijkt toch te kloppen. We starten gezamenlijk. Bijzonder. De start is al gelijk pittig. Brug op, om daarna 12 km door het ‘groen’ van Arnhem te lopen. Het is benauwd, heel erg benauwd en ik heb gelijk al dorst. Gelukkig hebben ze al direct een waterpost en word ik ook een beetje afgeleid door de verrassende omgeving. Omdat we redelijk vooraan staan word ik vooral veel ingehaald. Niet goed voor mijn moraal. Wel leuk dat er meerdere mensen ook nu de tekst op mijn shirt zien en vragen welke marathon het gaat worden. Sociale sport, dat hardlopen.
Na 7 km scheiden onze wegen die van de 6 EM lopers. Ik loop gelijk in mijn eentje. Nog een extra boost voor mijn moraal. Not. Ik heb het nu al zwaar en ik ben nog niet eens op de helft. Gelukkig komen we op een stuk waar het open is, en al is het maar een beetje, ik voel een briesje in mijn gezicht. En dan loop ik tegen mijn meest bijzondere hardloopervaring ooit aan. Koeien op het parcours! Nou ja, er vlak naast dan. Ze liggen rustig herkauwend aan de rand van het pad waar we lopen. Ik kan het niet laten en moét even stoppen voor een foto. De koe schrikt er van en staat op om een paar meter afstand te creëren van dat rare wezen met dat rode hoofd, bezwete lichaam en piekende haren. Ik zal hem maar verder met rust laten.
Op de 10 km mogen we de dijk oplopen en dat klere-eind weer terug. Eeeeeeeeen… weg is weer de wind. Mijn tempo gaat omlaag, ik word nog veel meer ingehaald en ik kom in de twighlight zone. En dan weet ik het zeker. Ik ben gewoon te dik en te oud om hard te lopen. En als ik al niet eens in staat ben om een behoorlijke 16 km te lopen, hoe moet ik dan ooit de finish van New York halen? En vooral ga ik nooit, maar dan ook nooit meer een marathon in het najaar lopen! Oh ja kut, dat ga ik wel. Berlijn is ook eind september, en die staat toch écht nog op mijn lijstje. En Valencia in oktober staat op ‘misschien’.
De enige upside van deze zwelging in zelfmedeleven is dat ik inmiddels op kilometer 13 zit en de tweede brug over mag voor het laatste stukje door het centrum. En dat wordt in deze loop wel heel erg letterlijk genomen als ik ineens tussen het winkelende publiek loop. Ben ik verkeerd gelopen? Maar er was maar één weg? Het hoort blijkbaar zo, dus deze mag in de top tien van rare wedstrijdparcoursen. Nog 1 kilometer, Pa staat langs de lijn met zijn telefoon en ik kan het nog opbrengen om te grimassen en er een soort van zwaai uit te persen. Even verderop staat Frank, met de bemoedigende woorden dat ik niet de hele brug nog een keer af en op hoef, maar halverwege mag keren voor het laatste stukje naar de finish. Bergafwaarts. Zoals ik me de afgelopen 15 km heb gevoeld.
Maar zoals met iedere loop, uiteindelijk komt er altijd een einde aan. Nog even juichen voor Frank bij de finish alvorens finaal in te storten. Ze hebben nog één laatste verrassing voor me. Hoe bedoel je water na de eindstreep? Gewoon bier! Zonder alcohol, dat dan weer wel, maar toch. Ik strompel achter Frank aan op zoek naar Pa, daarna een terrasje met bitterballen en poffertjes en dat rondje Arnhem.
’s Avonds op de bank kijken we naar ‘Run, fatboy, run’, en ik krijg gelijk weer zin in de marathon. Hé? Wát? Ben je nou al weer vergeten hoe zwaar het was vandaag? Ja eigenlijk wel. Want zeg nou zelf. Bridge to bridge. A bridge too far? Maybe. And what about New York?
Ach, we will cross that bridge when we get there!