Er staat 17,5 km op het schema. Nou ja, eigenlijk is dat pas zondag, maar hoewel ik zeer gedisciplineerd mijn schema volg, is de eerste lange duurloop op Nieuwjaarsdag zelfs voor mij te gortig. Dus hebben we de boel omgegooid. De weersvoorspellingen geven koud, droog en zonnig. Heerlijk hardloopweer dus.
Als Frank ’s ochtends de gordijnen van de slaapkamer open trekt is de werkelijkheid heel anders. Het is grijs, grijs, grijs, alle 50 tinten. En nog 50 meer. De mist staat tot op het raam en onttrekt zelfs de blik aan de geparkeerde auto’s beneden op straat. Maar ja, er staat lopen gepland.
Ik loop het liefst in koel, droog en enigszins zonnig weer. Graadje of 14 max, maar lager mag ook. Ook nu in de winter kunnen de wolkjes die mijn warme adem in de koude lucht maakt me niet deren. Mijn oren lekker weggestopt, handschoentjes aan voor de vingertjes. Op mijn lijf een thermoshirtje, en al naar gelang een dik of dun shirt met lange mouwen. Lange tights van verschillende diktes, net hoe mijn pet staat. Het neusje warmen we na de loop gewoon in de douche en de voetjes worden vanzelf warm tijdens het lopen. Sowieso ben ik een machine die met activiteit permanent gekoeld moet worden om oververhitting te voorkomen.
Het zonnetje is een extraatje, en ’s winters heeft hij weinig kracht dus mag hij van mij schijnen. Het licht maakt me vrolijk en zeker met een bevroren landschap creëert hij prachtige taferelen. In de zomer mag hij wegblijven in verband met de warmte, maar in deze tijden… Daarentegen heb ik een bloedhekel aan regen. Als ik eenmaal bezig ben dan laat ik het wel over me heenkomen, maar blij word ik er niet van. Water over mijn gezicht, vochtige plekken en natte zooi. Brrr. Nou vooruit, een heel klein beetje miezer dan voor de extra zuurstof, maar dan moet het absoluut geen regen heten.
Sommige mensen vinden het wel heerlijk, die regen. Net zo goed dat sommigen zweren bij saunalopen. Frank heb ik inmiddels echter zover dat ook hij toegeeft liever in de winter te trainen dan in de zomer. Alhoewel hij van de zon en de warmte is, en ik van de fris en de koelte. Ik heb dan ook een klomp ijs op de plek van mijn hart zitten, zegt hij altijd gekscherend. Daarom passen we ook zo goed bij elkaar, kan hij me lekker verwarmen. Één van mijn favoriete onhebbelijkheden is dan ook mijn ijskoude voeten lekker tegen zijn warme lijf te leggen.
Terug naar het lopen. Want ondanks de mist zo dik dat je er met een mes plakken van kan snijden, zal ik toch iets moeten beslissen. Ik kan vanmiddag gaan lopen, of morgenochtend, met de hoop op beter weer. Ik kan een kort rondje doen en Nieuwjaarsdag alsnog de lange duurloop. Of ik kan überhaupt inkorten of overslaan. Of ik kan gewoon mijn spullen aantrekken, naar buiten gaan en door de mist heen lopen. Waarbij één van de hardloopwijsheden maar weer eens in werking treed.
Het moeilijkste van hardlopen is de eerste stap naar buiten!