Ik heb mijn wekker om 7:00 gezet. Mijn spullen liggen klaar zodat ik ze gelijk aan kan trekken en weg kan. Het zekere voor het onzekere. Frank verklaart me voor gek, maar hij kent me langer dan vandaag en laat me mijn gang gaan. Zolang hij er maar geen last van heeft. Ik zal zachtjes doen.
Ik heb gehoord dat de wedstrijdlopers van zondag vandaag gaan trainen in het bos. Rond 7:30 worden ze naar PAC gebracht en van daaruit gaan ze lopen. En ze zijn niet afgeschermd dus je kan ze gewoon zien. Als een ouderwetse groupie wil ik mij deze gelegenheid niet laten ontlopen om de hardloopgoden in actie te zien. Want wanneer krijg je als gewone sterveling nu deze kans? Ergo mijn vroege wekker. En aangezien mijn schema toch zegt dat ik nog een 7 km rondje moet lopen. Dat moest eigenlijk gisteren, maar ja, we zijn dan wel prettig gestoord, maar niet gek, dus dat combineren we natuurlijk.
Ik word om 6:45 al wakker en sta dan ook maar gelijk op. Heb ik iets meer tijd en weet ik zeker dat ik op tijd bij PAC ben. Ik heb mijn leuke broek aan, voor je weet maar nooit. Misschien mag ik wel met ze op de foto? Het is vroeg en waarschijnlijk dus ook nog fris. Het thermoshirtje komt dus uit de kast en voor de zekerheid neem ik na twee keer twijfelen toch ook mijn oorwarmers maar mee. Ik moet volgende week nog op duikvakantie dus een verkoudheid kan ik niet gebruiken.
Terwijl ik een banaan eet stap ik naar buiten en begin te joggen. Met mijn slaapdronken hoofd loop ik de verkeerde kant op. Macht der gewoonte. Zo kom ik er ook wel, maar dit is een beetje om. Nou ja, jammer dan. Ik vind het verrassend druk zo vroeg in de ochtend, maar ja, niet iedereen is natuurlijk zo lui als ik. Het is inderdaad fris en ik ben blij met mijn warme kleding. De vogeltjes fluiten en de dag ziet er prachtig uit. Ik zou bijna overwegen om vaker vroeg op te staan om te gaan lopen. Bijna…
Ik ben klokslag 7:15 bij PAC. Ik moet inmiddels eigenlijk best wel naar de WC, maar ze gaan pas om 7:30 open dus ik heb pech. Sowieso moet ik wachten. Geen probleem, lang leve de mobiel met internet. Ik wacht, en ik wacht, en ik wacht. Oh, daar komt een auto, zou het… Nee, helaas. Ik krijg het een beetje koud. Het is inmiddels ruim 7:30 geweest en geen Keniaan in geen velden of wegen te bekennen. Of Ethiopiër of wat dan ook. Wel zie ik de mannen van de gemeente de hekken voor het weekend plaatsen. Dan zie ik ineens een donkere man een stukje verderop rek- en strekoefeningen doen. Dat zijn ze! Ik ren er naartoe, om vervolgens teleurgesteld weer terug te lopen. Dat zijn ze niet…
Ik zie een hoop mensen hardlopen, maar geen een die voldoet aan de omschrijving van wedstrijdloper, hardloopheld of hoe je het ook wil noemen. Om 8:00 geef ik het op en besluit mijn eigen rondje dan maar af te maken. Misschien nog onderweg. Het voelt als een early morning dive op een liveaboard in Egypte. Zes uur het water in om haaien te spotten. 9 van de 10 keer zie je ze niet. En net als die haaien stel ik me zo voor dat de mannen honderd meter verderop aan het trainen zijn terwijl ik net buiten het zicht sta te wachten. Of misschien hebben ze wel besloten om in hun warme bed te blijven en lekker uit te slapen. Wat ik ook had moeten doen. Maar ja, je moet wat over hebben om de goden te kunnen zien.
Tijdens het lopen dank ik een andere god op mijn blote knieën voor mijn thermoshirt, lange broek en oorwarmers. Mijn blote armen zijn bevroren en als ik er hard tegen aan tik breken ze af. En ik begin te twijfelen. ‘Had ik niet langer moeten wachten? Eerder moeten zijn? Ergens anders moeten staan? Misschien toch nog even na moeten vragen óf en zo ja waar ze precies trainen?’ En dan besluit ik het maar van me af te zetten en te genieten van de prachtige ochtend. Want eerlijk is eerlijk, het bos ligt er stralend bij. Niet zo stralend als mijn warme bed, maar toch. Naarmate ik dichter bij huis kom bedenk ik me dat het toch leuk geweest zou zijn als ik in de nabijheid van deze grootheden had kunnen staan.
Maar aan de andere kant bedenk ik me ook de dat ik de échte helden zondag ga zien. Mensen zoals jij en ik die maanden getraind hebben. Die dit allemaal naast een drukke baan, gezin en sociaal leven gedaan hebben. Die in de striemende regen, door de vrieskou en de zinderende zon gelopen hebben. Die hebben moeten kampen met ziektes en blessures zonder dat ze elke keer op stel en sprong een dokter, fysiotherapeut of masseur bij de hand gehad hebben. Die hun partner tot wanhoop hebben gedreven omdat er bietensap op tafel moest komen in plaats van wijn, feestjes ingekort vanwege de lange duurloop de volgende dag en hen opgezadeld hebben met stapels stinkende sportkleding in de was. Die gestudeerd hebben op schema’s, snelheidstheorieën, hartslag en allerlei dingen uitgeprobeerd hebben. Die naar alle uithoeken van het land gereden zijn op zondagochtend om die ene wedstrijd als training te lopen. Mensen die ondanks alles van hun hobby houden, er alles voor over hebben en op ieder moment doorgezet hebben.
Gewone stervelingen die zich na uren en meer dan 40 km zwoegen, de laatste 500 meter op de Coolsingel ook heel even god mogen voelen!
Wauw Saskia wat kan je het toch goed verwoorden. dat het gaat om jouw en mij de gewone vrouw die moet afzien!
Dank je wel. En ja, uiteindelijk gaat het daar om, want zonder deze mensen is de marathon niet wat hij vandaag de dag is…