De wekker gaat om 7:30. Per definitie al vroeg, maar ik heb ook nog wat jetlag in de benen dus ik moet extra mijn best doen. Het wordt tijd dat ik naar een parallelle wereld vertrek, waar het leven pas om 12:00 in de middag begint. Tot die tijd zal ik het hier moeten doen.
De aanleiding is gelukkig leuk. Ik word om 10:00 verwacht in de middle of nowhere voor een dagje paardrijden met de Buitenrijders, een paardrijclub die door het jaar heen een aantal buitenritten organiseert bij diverse maneges door het land heen. Die middle of nowhere is overigens vandaag in Holten. Was daar niet iets in oktober met hardlopen in een hel?
Ik rij samen met Manon, een vriendin die uit Den Haag komt, dus we spreken af in Gouda zodat we een auto kunnen laten staan en de rest samen rijden. Het voordeel van zondagochtend heel vroeg is dat het rustig is op de weg, en we komen dan ook zonder problemen op tijd aan, ondanks dat het twee uur rijden is. De manege ligt er mooi bij en we kijken gelijk naar de paarden die buiten staan en de eik waar de manege zijn naam aan verleent, manegestal De Eik. Binnen zitten al een paar mensen op ons te wachten. Zij rijden ook mee en komen hier vaker. In totaal zijn we met acht, plus de begeleider, een wat oudere man die heel toevallig Hans heet net als onze eigen manegeeigenaar.
De eerste vraag die we krijgen is uiteraard wat onze rijervaring is. De tweede is: ‘Jullie zien er niet bang uit, kan je een bok uitzitten?’ Ik lach een beetje schuchter. Over het algemeen lukt dat wel, maar ik ben wel voorzichtig. ‘Gewoon in de galop het hoofd omhoog houden’, en met die instructie wordt besloten dat ik Murphy toegewezen krijg. Een 6- jarige lieve Ierse Tinker ‘die een beetje aan het puberen is’. En er wordt nog bemoedigend aan toegevoegd dat hij niet zo groot is, dus dat de afstand tussen paard en grond dus ook niet zo hoog is. Ach, we gaan het wel zien. Manon krijgt ook een jonge Ier. Het plan is om te gaan rijden en voor de lunch terug te komen op de manege. Kan er altijd nog gewisseld worden voor het tweede gedeelte.
Tijdens de heenweg heb ik een beetje uitgevraagd hoe de ritten gaan. Over het algemeen stappen en draven en een beetje galopperen. Geen wilde toestanden, geen rengalopjes zoals in Frankrijk, alles heel beheerst en gecontroleerd. Mooi, daar houden we van. Tenslotte zijn het toch vreemde paarden met vreemde mensen in een vreemde omgeving. Ik zadel mijn paard, die inderdaad heel braaf is, en neem hem mee naar de binnenplaats voor het opstijgen. Ik krijg een van de stalhulpen zo ver om een groepsfoto te maken als iedereen er op zit. Het is een prachtige dag, dus we boffen.
We gaan op weg, de twee Ieren lopen direct achter Hans en blijven bij elkaar. Gezellig, dan kunnen we ook een beetje kletsen. Murphy blijkt al gauw een prima paardje en als we al snel ook de eerste galop maken weet ik gelijk wat er bedoeld wordt met het puberen, maar ook dat ik dit prima kan handelen. De eerste spanning is er dan ook uit, dit komt wel goed. De omgeving is prachtig, en vanwege de meivakantie en het mooie weer is het druk. Dan komen we bij een pad dat iets omhoog loopt en gaan weer in galop. Ditmaal gaat het sneller, een lekkere voorwaartse galop. We zijn dan 20 minuten onderweg. Ik kijk Manon na afloop verwonderd aan. ‘Wordt het zo’n rit?’ vraag ik stilzwijgend maar met een schitterende opwinding in mijn ogen.
In mijn hoofd zet ik de knop op een andere stand en geniet met volle teugen van de rit en vooral de vele en lekkere galopjes. Ook Murphy heeft het enorm naar zijn zin, ondanks dat hij van mij de kans niet krijgt om gekke dingen uit te halen. Ik kan merken dat hij niet iedere week de kans krijgt om eens even lekker zijn benen te strekken. Aan het einde van de rit wordt het even te bont als we op een lang breed pad galopperen. Er wordt wat ingehaald, met een klein ondeugend bokje. Iedereen blijft goed zitten en ik hoor de opmerking dat dit een mooie avontuurlijke rit is. Hans merkt het ook op. We rijden verder rustig terug voor de lunch. We hebben er dan twee uur opzitten.
Na het verzorgen van de paarden staat er een keur aan broodjes op ons te wachten. Die gaan er wel in na al het harde werk. We kunnen het eten even laten zakken en gaan om 14:00 weer op pad. Er worden twee paarden gewisseld om diverse redenen en ook Manon en ik besluiten om te ruilen, gewoon omdat we het leuk vinden om twee verschillende paarden uit te proberen. Enjoy staat iets hoger op de benen en is iets ranker, dus het is even wennen. Maar ook zij is enorm braaf en galoppeert gemakkelijk, vlak en snel. Dat ik op een aantal momenten met toestemming inhaal is dan ook geen probleem.
Dan merkt Manon op dat mijn peesbeschermer los zit. Goed gedrild meld ik het bij Hans, zodat hij kan afstappen en hem goed kan doen. Daar kom ik bedrogen uit, we zijn niet bij Wittebrug. Ik krijg dan ook de laconieke opmerking: ‘Nou, dan zal je er af moeten.’ En hij heeft natuurlijk gelijk. Lachend stap ik af, doe de peesbeschermer goed en ben enorm blij met -17kg als ik zonder al te veel moeite en met slechts twee pogingen weer opstijg. Al helemaal omdat het later nóg een keer gebeurt.
Ook deze rit is helemaal geweldig, al merk je wel dat de paarden wat vermoeider zijn dan vanochtend. En overigens geldt dat niet alleen voor de paarden. We halen tijdens de rit de maximale snelheid van 33 km p/u maar we zijn allemaal blij en tevreden als we na anderhalf uur de manege weer op zien duiken. We verzorgen de paarden, spoelen ze lekker af, krijgen zelf ook nog wat te drinken en praten nog even na alvorens de lange rit naar huis aan te varen. Het was een heerlijke gezellige dag met twee fantastische ritten en zeker de moeite van het vroege opstaan en de afstand waard.
En er staan twee nieuwe namen in mijn paardenhart gegraveerd, Murphy en Enjoy.