…en ik ben verslaafd aan marathons lopen. Vandaag op Facebook een oproep van RTV Rijnmond. ‘Staat alles in het teken van de Rotterdam Marathon en kan je niet wachten? Waarom loop jij mee?’ Ik heb er even over nagedacht. Waarom loop ik mee? En het enige eerlijke antwoord is, ik ben verslaafd aan marathons lopen. Niet gewoon aan hardlopen, maar aan marathons lopen.
Sommige mensen zijn verslaafd aan sigaretten, drank, drugs of een heleboel andere gekke zaken. Omdat het ze een goed gevoel geeft. Ondanks dat de meeste van die substanties ongezond voor je zijn. Over het lopen van een marathon zijn de meningen verdeeld overigens. Wat maakt voor mij dat goede gevoel? Ik bedacht me van de week dat de marathon voor mij een feestje is. En ik ben dol op feestjes.
‘Die is gek!’, zal je denken. ‘Een feestje? Maanden trainen, alles er voor opgeven om vervolgens 42 km lang een martelgang van bloed, zweet, tranen en pijn, vooral veel pijn, een fééstje?’ Ja, een feestje ja. Ik zal proberen het uit te leggen. Het begint met het maken van een schema. Een beetje ruwweg plannen. Wat ga ik trainen, welke wedstrijdjes loop ik in mijn schema? En ook al loop ik vaak te schelden op vroeg opstaan, lang reizen en een hele dag bezig zijn, ik geef toe, ik vind wedstrijdjes lopen gewoon heel erg leuk. Het trainen is verder een stukje van mijn gewone routine, dus daar hoef ik dan verder niet zo over na te denken. De kameraadschap van alle medelopers en in de social media groepen geeft me daarbij het gevoel dat ik ergens bij hoor. Onderdeel ben van een familie. Ik wil het niet missen.
De échte pret begint natuurlijk een paar weken voor de marathon. Als de eerste verkeersborden weer gesignaleerd worden voor de wegafsluitingen. Dat is het teken dat ik mag gaan aftellen. De taperperiode voelt superrelaxt. Mijn lichaam is er klaar voor en ik hoef alleen nog maar kleine afstanden te trainen. Zowel opwinding als spanning dringt dan langzaam naar binnen. Op de Coolsingel worden de vlaggen geplaatst. Nog een paar nachtjes slapen. Dan komt het marathonweekend. Op vrijdag mijn startnummer halen. Heb ik een mooi nummer? In de rij staan, t-shirt oppikken en dan over de Expo struinen. Waarschijnlijk koop ik niks, maar ik lik alle nieuwe hardloopgadgets, streel alle hardloopkleding, kwijl over alle hardloopvoeding en knuffel alle hardloopschoenen. Daarna een spekpannenkoek met stroop eten. En een donut. En een stukje cheesecake. Dit weekend mag álles!
Op zaterdag ga ik vast sfeer proeven. Kijken naar de kidsruns en de minimarathon. Wat bekenden tegenkomen en over niets anders praten dan de marathon. Wegdromen bij morgen. Dan naar huis voor een relaxte avond met een bord pasta en de film ‘De marathon’ op het scherm. Tranen met tuiten natuurlijk. Op tijd naar bed, maar niet nadat ik eerst mijn complete outfit voor de volgende dag bij elkaar gezocht heb, mijn voedsel klaargelegd en gecheckt of ik álles bij me heb wat ik nodig heb. En dan natuurlijk de hele nacht niet kunnen slapen. Uiteindelijk val ik dan toch in slaap, om een uurtje later weer wakker te worden, vlak voordat de wekker gaat. Het is M-day!
Douchen, haren vlechten, pannenkoeken eten en Frank zenuwachtig tot snelheid aansporen. Ik wil eruit! Weg! Naar de start! Ik ben één brok zenuwen, en ga snel nog even voor de zesde keer naar de WC voordat we met de metro naar het startgebied gaan. Alle bekenden opzoeken en omhelzen terwijl ik sta te stuiteren alsof ik tien Red Bulls gedronken heb. Dan naar het startvak met al die duizenden andere zenuwpezen. Ik wacht op Lee, en als hij eindelijk komt schreeuw ik uit volle borst mee met het kippenvel op mijn armen. En dan mag ik eindelijk gaan rennen. Rennen door MIJN stad.
Al die mensen die langs de kant staan en me aanmoedigen. Mij, en alleen mij. Alsof ik de koningin ben! De held! De winnares, nu al! Alle opgekropte energie mag er eindelijk uit. En ik ren, en ik ren en ik ren. En dan begint de pijn. En die pijn maakt dat ik mijn lichaam voel, maar me ook bewust maakt van wat mijn lichaam kan en wat mijn geest kan. Namelijk die pijn gewoon wegblokken en door blijven rennen. Ik voel me onoverwinnelijk. Ik kan dit. Ik kan alles. En dan draai ik de Coolsingel op en breken er allerlei emoties los. Emoties waar ik in verdrink en me laten voelen dat ik leef. Dan kom ik over de finish en krijg ik een mooie medaille. Daarna natuurlijk de afterparty en de roes die nog minstens een week duurt. Aan al die dingen ben ik verslaafd. En als alles weggezakt is pak ik gewoon een nieuw schema uit de kast, en begint het circus gewoon weer opnieuw. Twee keer per jaar. Begrijp je het nu? En wees eens eerlijk.
Als je dit zo leest, gaat het bij jou dan ook niet stiekem een beetje kriebelen?
Mooi geschreven, dit jaar loop ik m’n eerste marathon. Ik hoop dat ik er achteraf net zo over denk als jij
Veel succes
Iedereen is anders natuurlijk, maar een klein gokje? Ik denk het wel…
Heerlijk geschreven weer. En zo herkenbaar. Het eerste wat ik vorig jaar tegen Leen zei(die al samen met onze oudste dochter voor het 2de jaar mee fietste) aas ” Sorry hoor ik ga volgend jaar weer want het is net een feestje, het lijkt wel carnaval.Heb ook weer zo zin in alles 3 maart (misschien) de route van Road Trough Rotterdam mee fietsen,18 maart de bezem wagen en dan natuurlijk De Marathon. Heel veel succes met je voorbreidingen. Tot ziens en ga vooral ook diir met schrijven.
Dank je wel. We vieren dat feestje samen!
Dat dus! Dank je Saskia, jij hebt verwoord, dat wat ik bedoel. Maakt ons dat gek? Ja knettergek, maar wel leuk
En wat is het leven toch fijn om gek te zijn!
Ja*… 🙂 *reactie is te kort, dus ja…ik krijg de kriebels en kan niet wachten tot het zover is en als Italiaan ben ik uiteraard gek op pasta, dus dat komt helemaal goed 😉
Nog 43 dagen!
Jaaaa… t kriebelt
Kriebel, kriebel…
Wat mooi geschreven. Ik hoop dit jaar mijn aller eerste halve marathon te lopen. En wie weet ooit de hele. Maar dat is zo veel trainen pfff
Wie weet! Ik zei ook nooit, en nu…? Heel veel succes alvast met de halve.
Endorfinen, altijd een feestje !
Zo is dat!