Kleine meisjes worden groot

En dan is het ineens echt. Net zo goed als dat het lopen van de Rotterdam Marathon of de New York marathon destijds ineens echt waren. Wat voelt dat alweer lang geleden. Ooit was hardlopen geen onderdeel van mijn woordenboek. Laat staan het lopen van een marathon. En toen kwam zondag 13 april 2014. De dag dat mijn wereld veranderde. De dag dat ik besloot een marathon te gaan lopen. 

In 105 trainingen over een periode van ongeveer 9 maanden groeide ik naar het monster van de marathon toe. Ik ging er over schrijven om gemotiveerd te blijven. Om het te kunnen bevatten. Want hoe eet je een olifant op? In hele kleine stukjes. The journey to a thousand miles starts with a single step. Tegeltjeswijsheid maar daarom niet minder waar. De Rotterdam marathon van 2015 was het ultieme doel. En ik haalde het. Ik voelde me onoverwinnelijk.

Na de marathon kwam New York in 2016. Niet zomaar een nieuwe marathon, nee, New York. New York! If you can make it there, you can make it anywhere. De tweede keer Rotterdam kwam er toen al als extraatje tussendoor. Bijna liep ik hem niet vanwege stress en blessures. Maar het lukte opnieuw om de finish te halen. De eerste keer was dus geen toeval. Het sterkte me in mijn zelfvertrouwen. En ook al was de road to New York er een met vallen en opstaan, op de grote dag ging het grotendeels soepel. Het laatste stuk naar Central Park was zwaar, maar aan alles komt een eind, ook aan Central Park.

Twee marathons per jaar bleek haalbaar. En sneller worden ook. Sneller op de kortere afstanden waarbij ik PR na PR verbrak. Tot het magische moment. Een halve marathon onder de twee uur. Ik haalde snelheden die ik nooit voor mogelijk gehouden had. 12 km per uur op 10 km. Wie maakt me wat? 2017. Opnieuw kwam Rotterdam. Nummer vier dit keer. Het was warm, iedereen ging stuk en ik? Ik had nergens last van, zette mijn tanden op elkaar en liep de sterren van de hemel. Een half uur sneller dan de drie ervoor. Ik liep zelfs Frank voorbij en voor het eerst in mijn leven wachtte ik aan de finish op hem in plaats van hij op mij. 

Ik begon te dromen. Dromen van de Six Majors. Van een hele reeks aan marathons lopen. Van een marathon onder de vier uur. Ik zette de eerste stapjes van die dromen. Valencia in het najaar van 2017. Het ging als een zonnetje. We evenaarden min of meer mijn tijd in Rotterdam, met het verschil dat ik praktisch onvermoeid en dansend over de finish kwam. Ik had het nog nooit zo naar mijn zin gehad. Het feit dat ik een sterke binding met de stad heb en onderweg oude schoolvrienden tegenkwam speelden een sterke rol, maar toch.

Rotterdam 2018. Zou ik het wagen? Durfde ik het aan? Ik zou gewoon gaan en wel zien waar het schip strandde. Het strandde op 30 km. De volle omvang van het begrip ‘man met de hamer’ raakte me in het gezicht. Geen ‘verlaat het bos zonder te betalen’ kaartje maar een lege tank en een lichaam dat zich alleen nog maar voortbewoog op de resterende koolhydraatdampen in mijn benen. Met horten en stoten haalde ik de finish, de laatste kilometer op de ijzersterke maar enigszins gebarsten fundamenten van mijn wilskracht. Maar met voldoende marge om het nét te halen. Ik schreef mijn eigen geschiedenis en klokte de marathon onder de vier uur. 

Met die vink op mijn lijst kon ik verder gaan werken aan mijn doelstellingen. Berlijn als onderdeel van de Six Majors als meest recente wapenfeit. Opnieuw een ervaring in de categorie ‘alles is relatief’. In dit geval de afstand. De 42 km hadden ook 4,2 km kunnen zijn. Door de adrenaline, de runners high en het lage tempo had ik de tijd van mijn leven. Ik danste meer dan dan ik rende, had het enorm naar mijn zin en kwam dit keer springend de finish over. Fluitje van een cent. Hoe arrogant kan je zijn? Dus what’s next?

Next is een nieuw avontuur. Want ergens tussen al die marathons, de trainingen, de PR’s en de andere wedstrijden is er een ander zaadje geplant. Een marathon lopen blijft een marathon lopen, maar is inmiddels bekend terrein. Een terrein dat ik een paar jaar geleden nooit voor mogelijk had gehouden, maar wat ik nu een paar keer verkend heb en waar ik voorzichtig aan bevriend mee geraakt ben. En dan ga je toch verder kijken. Beyond the marathon. Daar is een naam voor. Dat noemen ze een Ultramarathon. 

Ik weet niet eens meer wanneer het was of hoe ik er op gekomen ben. Maar ergens in die tijd was daar ineens de Two Oceans. Iets om ‘ooit eens’ te lopen. Maar soms is ‘ooit eens’ dichterbij dan je denkt. Want als je signalen uit het universum krijgt is het slim om die niet te negeren. 2019 moet het worden, de vijftigste editie. Is dat niet te vroeg? Ben ik daar al klaar voor? Om zomaar ineens 14 km verder te rennen, in een vreemd land waar het heel warm maar ook zomaar koud kan zijn. Met de nodige heuvels, de zwaarste op het punt waarop het tijdens een marathon onder normale omstandigheden al zwaar wordt? Wordt mijn arrogantie mijn Waterloo en komt hoogmoed voor de val? 

De tijd zal het leren. Ik heb officieel geboekt. Ik kan er niet meer onderuit. Mijn schema start maandag en ik heb 7 maanden om me voor te bereiden op deze nieuwe grootste hardloopuitdaging tot nu toe. Niet alleen verder dan ik ooit gelopen heb, maar zoals gezegd ook nog eens in een ver vreemd land waar ik nog nooit geweest ben en met een fijn aantal heuvels. Dus nog even de feiten op een rijtje. Als alles goed gaat sta ik 20 april 2019, op paaszaterdag, aan de start van de Two Oceans Marathon. Een Ultramarathon van 56 km met meer dan 200 hoogtemeters. De Rotterdam Marathon, waar alles ooit mee begonnen is, zal dit keer mijn laatste lange duurloop zijn.

Een marathon als training. Kleine meisjes worden groot.

4 Reacties

  1. Michel

    ’t Is op zaterdag voor pasen.

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dat zeg ik, paaszaterdag…

      Reageren
  2. Jelte Dorenbos

    Wordt het dan een paaseitjes?

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Als ze van chocola zijn wel

      Reageren

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *