Een wedstrijd lopen. Hoe ging dat ook alweer? Even los van twee trails, waar tijd geen doelstelling is, is de laatste wedstrijd alweer bijna anderhalve maand geleden. En 15 km hebben we na de Dam tot Dam ook niet meer gelopen. Het is een mooi moment om weer eens te kijken waar ik sta. Bovendien ben ik weer aan het werk waardoor mijn focus niet meer volledig op hardlopen ligt en, ik durf het bijna niet te zeggen, maar laten we het er maar op houden dat het goede leven van afgelopen zomer zijn sporen achtergelaten heeft. Sporen die een negatieve invloed op je PR hebben zeg maar.
De Zevenheuvelenloop dus. Vorig jaar niet geweest omdat we in Valencia iets te doen hadden, maar twee keer eerder toch wel. Dus we kennen de heuvels, weten hoe we er moeten komen en zijn door Marco Vink gebombardeerd tot de RMD Meet & Greet fotomomentcoördinatoren nadat Frank zijn diensten aan heeft geboden. Ook staat Anita Active op de Expo en komen er een hoop Anitameisjes. Genoeg redenen om er een gezellige dag van te maken.
Om de gruweltaferelen van andere jaren te omzeilen, waarbij we bijna twee uur verkleumd en verstijfd in de ijzige wind stonden te wachten op de pendelbus terug naar de P+R, zoeken we dit jaar een alternatief in de vorm van een klein schattig stationnetje net buiten Nijmegen met een hele grote gratis parkeergarage. Elst is de gelukkige. Na Frank zijn bananenpannenkoeken, God I missed that!, rijden we richting het oosten. Herman rijdt met ons mee.
In Elst worden we weer herinnerd aan waarom we toch altijd met de auto gaan. Seinstoring zorgt voor minder treinen en de trein die er aan komt zit zo vol dat er omgeroepen wordt om op de volgende te wachten. No way José, dan krijgen we een probleem met de M&G. Als de deuren van de trein opengaan doen we drie pogingen. Uiteindelijk staat Frank met één been binnen en wurmen Herman en ik ons een deur verder naar binnen. Gelukkig hoeven we maar twee haltes gezellig strak tegen elkaar aangeplakt te staan.
Op Nijmegen heb ik schaamteloos weer honger en koop een krentenbol. Op weg naar de kroeg waar de M&G is komen we langs de Expo waar ik gelijk Marjon van Anita Active even gedag zeg. Dan is het toch nog rennen naar de kroeg. Het is enorm gezellig om zoveel bekenden weer eens te zien. Na het fotomoment maken we ons klaar en gooien onze tas af om nog even terug naar Anita te lopen. Marjon is naar de start maar Anitameisjes Frouke en Stans zijn er wel en ook LindaLynn komt even langs. Van daaruit lopen we door naar ons startvak. Vandaag is Rood.
Het is vooral koud. Ik heb voor het eerst sinds de zomer mijn dikke thermoshirt met lange mouwen aan en een muts op. Mijn handschoenen vond ik onhandig en liggen in de tas. Ik schurk tegen Frank aan tot het moment dat we mogen beginnen met lopen. Ondertussen loopt Cheptegei 8 seconden van het wereldrecord af. Op een scherm zien we hem nog net binnenkomen als wij over de start gaan. Een start die Frank niet zo in de gaten heeft als hij zijn jasje nog in zijn camelback aan het proppen is. En ik vergeet helemaal mijn ‘lucky kiss’ van Frank voor de start. Die pik ik alsnog onder het lopen, zeg Herman gedag, zet mijn muziek aan en ga. Let’s do this!
Omdat mijn lijf zo koud is en mijn voeten bevroren kom ik maar moeizaam vooruit. Echt soepel gaat het niet en het lijkt meer op strompelen dan hardlopen. Frank loopt me dan ook voorbij terwijl ik een paar bekenden groet. Ik hoor ook iemand roepen vanaf de andere kant en nadat ik twee keer heb gekeken herken ik Deborah uit de groep. Ik zwaai, tenminste, ik denk dat ik zwaai, en hoop maar dat ze gezien heeft dat ik haar gezien heb. Na twee kilometer begin ik op te warmen. Ergo de mouwen worden opgestroopt, ben ik blij dat ik geen handschoenen aan heb en gaat de muts af. Die laatste krijg ik nauwelijks in mijn Flipbelt gepropt maar de oplossing loopt een paar meter voor me. ‘Toch wel handig dat Frank zijn camelback bij zich heeft’, denk ik bij mezelf als ik even aanzet om bij hem te komen en schaamteloos mijn muts tussen zijn grote rits duw. Van daaruit begin ik aan de klim van de eerste lange heuvel.
De heuvel loopt door tot iets voorbij de 5 km. Het valt me eigenlijk wel mee, op een totaal van 15 km zit ik nu al op een derde en ik weet dat de laatste 4 km heuvel af zijn. Voor mijn gevoel heb ik het ergste eigenlijk al gehad, de heuvels die nog gaan komen zijn wel stijl maar niet zo lang. De waterpost staat op 6 km maar ik sla hem over omdat ik mijn eigen waterflesje bij me heb. Ik wacht echter tot 7 km. Niet alleen ben ik dan bijna op de helft maar we gaan weer heuvel op dus dan zou ik toch al iets langzamer lopen. Twee vliegen in één klap.
Het is eigenlijk heerlijk loopweer. Lekker koel met een prachtig zonnetje. Ik heb het alles behalve koud meer, mijn lijf is voldoende opgewarmd en loopt weer flexibel. Alleen mijn rechterbil protesteert weer op de heuvel maar ach, dat is nou eenmaal een zeikerd. Ik krijg echter weinig mee van de omgeving. Ik ben meer gefocust op het lopen en irriteer me een beetje aan de klittende lopers voor me die geen ruimte laten om er voorbij te gaan. En dat zijn er best veel. Het lijkt wel extra druk dit keer, of misschien is het omdat ik zelf sneller ben dan twee jaar geleden waardoor ik veel meer mensen inhaal. Hoe dan ook moet ik regelmatig inhouden of zigzaggen en dat kost energie. Ik peuter een winegummetje uit mijn zak die ik uit de pot bij de Anitastand gegrist heb om weer een beetje aan te vullen.
Voorbij het tien kilometerpunt drink ik nog wat en bereid me voor op de laatste heuvel. Ik merk dat ik een hoge hartslag heb en het lijkt wel of ik een beetje bibberbenen heb. Ik heb echter geen flauw idee wat ik daar van moet denken, waar het vandaan komt, wat het effect is of hoe ik het op moet lossen. En dan is er maar een ding dat ik kan doen. Gewoon doorlopen en zien waar het schip strand. Ik ben blij om het 11 km bord te zien. Als ik de heuvel waar ik nu op loop voorbij ben hoef ik me alleen nog maar te laten vallen. En laat ik daar nu toevallig heel erg goed in zijn. Jarenlang geoefend in zwaartekracht toen ik nog wat meer rondingen had.
Vanaf dat punt gaat het ineens snel. Ik begin een beetje moe te worden maar met de stijle run naar beneden heb ik veel minder energie nodig en hoef ik alleen maar mijn lijf met mijn benen op te vangen. Het is nog steeds zigzaggen maar er is iets meer ruimte waardoor ook dat makkelijker gaat. En het is zo zonde om er geen gebruik van te maken dus blijf ik gewoon rennen met een gemiddelde snelheid van rond de 12 km per uur. Het 13 km punt. Ik heb geen controle meer over mijn lichaam, mijn Mr Hyde heeft het overgenomen. Ik ben nu echt moe, mijn bil doet nu echt zeer, ik voel nu echt mijn voeten en mijn longen branden ook echt, maar ik kan niet langzamer. Echt niet. Er blijft niets anders over dan me er maar aan over te geven. Nog twee kilometer. ‘Highway to hell’ is dan allang geweest.
Het 14 km bord lijkt dan weer een eeuwigheid te duren maar als het daar dan eindelijk is ga ik aftellen. Op 500 m heb ik nog minder dan een minuut om een PR te lopen. Dat ga ik niet redden maar onder de 1:20 moet ik wel halen en daar ben ik naar omstandigheden meer dan tevreden over. De bordjes helpen, 400 m, 300 m, 200 m, 100 m en dan daar joepie de poepie de finish! 1:17:32, in elk geval mijn op één na snelste tijd op de 15 km. Gelukkig, ik kan het nog.
Op mijn telefoon zie ik dat Frank niet zo heel gek ver achter me zit dus ik besluit toch even op hem te wachten. Dat geeft mij de gelegenheid om uit te blazen en op adem te komen. Als hij er is lopen we samen richting uitgang. Nu krijg ik het koud maar galant als altijd krijg ik zijn jasje omgeslagen die samen met mijn muts uit zijn camelback getoverd wordt. Had ik al gezegd dat het best handig is dat Frank die bij zich had?
Eenmaal terug in de kroeg gaat de warme broek en vest aan en worden er bier en bitterballen besteld. We praten nog even gezellig na met een groep RMD-ers alvorens dan uiteindelijk toch maar weer richting station te lopen. Opnieuw nog even langs de stand van Anita om Marjon gedag te zeggen en ook Femke van Girls run the world zien we nog even. Bij het station nog snel op de foto bij Reis je fit en dan lekker snel terug naar station Elst om de auto op te halen. In elk geval vele, maar dan ook vele malen sneller dan met de pendelbus. Eenmaal thuis duiken we lekker in bad en probeer ik mijn bil te sussen met een lekkere massage en coolingsgel.
Ik zal hem maar even niet vertellen dat we morgen de verkenning van de Rotterdam Running Crew moeten lopen…
Wat een heerlijk verhaal weer
Dank je wel