Over pieken en dalen

Ok, je hebt een ultramarathon gelopen. En dan? Ben je nu klaar? Ben je nou geweldig? Ben je nou superwoman? Niets van dat alles. Voorlopig zit ik zwaar verkouden op de bank, op zoek naar motivatie om weer lange afstanden te gaan lopen. Want na iedere piek komt een dal. En dat dal, daar zit ik nu in.

Wat houdt dat nu in, zo’n post-marathon dal? Om te beginnen fysiek. Ik heb de hele dag het gevoel alsof ik een gat in de dag kan slapen. De laatste weken heb ik alle energiereserves gebruikt. Als een mobile perpetuum ben ik doorgegaan. De ene training na de andere, een feestje her en der, wat wedstrijdjes en gewoon mijn werk. Maar er komt een moment waarop die batterij toch echt leeg raakt. En net als mijn i-phone moet die weer opgeladen worden. Goedschiks of kwaadschiks. 

Naast de vermoeidheid is mijn afweersysteem een beetje afgezwakt. Ergo de zware verkoudheid en andere kleine fysieke ongemakjes waar ik verder niet over uit zal wijden. Ik wil niemand afschrikken. Ook alle hardlooppijntjes die ik wekenlang lekker onderdrukt heb voelen zich nu vrij om zich te laten gelden. Ik zie het maar als een teken dat het herstelproces op volle toeren draait en vertrouw er maar op dat het allemaal wel weer wegtrekt.

Het mentale aspect laat zich ook gelden. Alhoewel ik niet geheel zonder zin om te lopen zit, moet ik er even niet aan denken om op een gemiddelde woensdagavond even 15 km weg te tikken. De helft vind ik al meer dan genoeg. Of misschien zelfs wel een derde. En laten we eerlijk zijn, de grauwe grijze massa buiten en het vooruitzicht van winterse buien aankomend weekend helpen ook niet echt mee. Gelukkig staan er wat semigedwongen loopjes op het programma. Geplande trainingen voor de Roparun en enthousiaste inschrijvingen zonder van tevoren gekeken te hebben naar planning en afstand. De beste manier om er weer in te komen.

Het helpt ook om weer een stip op de horizon te hebben. In mijn geval heb ik er drie. Of vier. Of vijf. De Roparun is het dichtste bij, maar iets met een berg in Oostenrijk van de zomer gevolgd door een drukke september maand en een marathonnetje in november maakt het jaar wel weer vol. Ik hoef me dus niet te vervelen.

Maar voorlopig moet ik nog even dat dal door. En dat is helemaal niet erg. Dat dal is noodzakelijk. Niet alleen om de batterij weer op te laden, tot rust te komen en nieuwe doelen te stellen. Of om weer ruimte te hebben en te focussen op andere zaken. Dat dal moet er zijn.

Want zonder dal, geen nieuwe piek!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *