Chagrijnig. Dat is het eerste woord dat in me op komt als iemand me vraagt: ‘Wat doet het met je als je niet kan hardlopen?’ Zoals de meeste hardlopers is het hardlopen zelf een soort verslaving. Als je dan cold turkey stopt dan krijg je afkickverschijnselen. Chagrijnig worden is er daar een van die eigenlijk direct op de kop steekt. Het uitblijven van je drie-keer-per-week-dosis endorfines is daar debet aan. Dicht bij chagrijnig staan dan ook boos, moedeloos, depressief en onrustig. Geen pretjes dus.
Afgunstig ook. Al die blije posts van heerlijke loopjes die mensen gedaan hebben, mooie medailles die voorbij komen nadat iemand weer een wedstrijd gelopen heeft, berichten dat iemand zich weer voor wedstrijd zus of zo ingeschreven heeft en zelfs Frank die lekker de hele zaterdag op pad is omdat hij een trail in Amerongen aan het lopen is en dan vrolijke groepsfoto’s op Facebook zet. Ik bedoel, ik gun het hem van harte, was toch niet meegegaan omdat ik altijd paardrij op zaterdag en ook nog naar de kapper moet, oh nee, omdat ik nooit meer een trail ging lopen, maar het feit dat ik de keuze niet heb maakt het toch anders.
Het formeel geblesseerd zijn is ook een dingetje. Ik? Geblesseerd? Nee joh, ik heb alleen maar mijn enkel verzwikt. Paar dagen en dan is dat weer over. Ja hoor, ik loop volgende week gewoon die 10 km wedstrijd. Niet? Oh… Hé? Het heeft allemaal wel even impact op mijn dagelijkse routine. Ik hoef nergens meer heen ’s avonds, denk niet op mijn werk ‘ik ga want ik moet ook nog 10 km rennen’, of probeer krampachtig mijn planning te laten passen en meten. Struin niet meer internet en Facebook af op zoek naar loopjes om in te schrijven en kijk met lede ogen aan hoe de inschrijvingsbevestigingsmails die binnenkomen allemaal op naam van Frank staan. En ik kan me niet heugen dat ik pannenkoeken gegeten heb.
Het allerergste is echter die wijzer. De wijzer die staag naar de verkeerde kant aan het bewegen is. Want dat is het enige dat momenteel beweegt. Als je niet beweegt dan verbrand je niets. En als je niets verbrand, dan blijft het aan je plakken. Ik eet namelijk gewoon nog steeds alsof ik 50 km per week wegtik. Daar helpt een half uurtje fietsen in de sportschool of een wandeling maken naar de kapper niets aan. Belangrijkste reden om zo snel mogelijk weer op de been te zijn. Zal dan wel met 3-0 achter starten worden maar alles is beter dan niets.
Toch is niet alles negatief als het gaat om niet hardlopen. Ja echt waar, er zitten ook positieve kanten aan deze verplichte vakantie van het hardlopen. De wasmachine draait geen overuren meer, ik zie sinds tijden weer eens de bodem van het bad omdat alle hardloopkleding netjes opgeborgen is, ik slaap uit op zondag, heb een spontane eetdate met een vriendin waar ik voor de verandering wel eens tijd voor heb, eet zomaar een banaan tussendoor omdat ik lekkere trek heb en niet omdat het functioneel is, zijn er weer vrije stopcontacten omdat er niet om de haverklap een horloge of oordopjes liggen op te laden en is de slijtageslag van mijn hardloopschoenen abrupt tot een halt gebracht. En dan heb ik het nog niet eens over het lichamelijke herstel. Mijn teennagels krijgen kans om te groeien, mijn voeten zien er weer een beetje hebbelijk uit, de chronische zwakke plek in mijn rug heb ik al een tijdje niet meer gevoeld en zowaar, de dikke eeltplek aan de zijkant van mijn grote teen links met dat rare zwarte stipje in het midden (is het nou een eksteroog, een likdoorn of een eeltpit?) is aan het slinken en begint er enigszins normaal uit te zien.
Zoals een bekende voetballer al zei, ‘ieder nadeel heb zijn voordeel.’ Maar het is net als vroeger in Spanje waar we drie maanden zomervakantie hadden. In eerste instantie voelde het niet als vakantie, dan drong het tot me door en vond ik het heerlijk en tegen het einde, als ik alle smaken ijs had geprobeerd, doorgefeest tot ik helemaal naar de klote was, bruinverbrand van de zon en het strand en mijn vakantie in Nederland had gehad, al mijn nieuwe boeken uit had en voldoende uitgeslapen was begon ik me toch stierlijk te vervelen en wilde ik weer naar school.
Zo voel ik me nu ook een beetje. Bovendien mis ik mijn hardloopvriendjes en vriendinnetjes die ik nu nauwelijks zie. Dus als volgende week de vakantieperiode over is gaan we kappen met die onzin en gewoon weer lekker rennen. Kweken we lekker een nieuwe eeltpit of wat het dan ook mag zijn, gaan we weer stinkende hardloopkleding in het bad opstapelen, hoop ik mijn rug weer te gaan voelen, komen de bananen me weer mijn neus uit, kan ik weer potjes kaneel groot inkopen, schrijf ik me weer in voor een leuk wedstrijdje of twee en mag de wekker weer om 8 uur ’s ochtends af gaan op zondag.
En misschien, heel misschien, of toch niet zo heel misschien, koop ik dan ook nog een paar nieuwe hardloopschoenen!