“Wil je meewerken aan een interview voor een afstudeeropdracht omtrent voeding en hardlopen?’ Ja hoor, dat wil ik wel. Ik reageer op een oproep op Facebook en we maken een afspraak. In exact een uur tijd beantwoord ik allemaal vragen en vertel ik over mijn ontwikkeling van voeding tijdens de start van mijn hardloopcarrière, naar mijn eerste marathon tot nu. En terwijl ik dat doe realiseer ik me hoezeer mijn gewoontes zijn veranderd en welke basisprincipes ik nog steeds hanteer. Een kijkje in de spreekwoordelijke keuken.
Laten we beginnen met het feit dat ik een snoepkont ben. Ik heb het niet alleen uitgevonden maar ook verbeterd, zoals Frank dat altijd zegt. Als kind was eten in zijn algemeenheid al een zeer belangrijk onderdeel van mijn leven. Van de boterhammen die mijn vader ‘s ochtends altijd klaar maakte, waarbij ik de avond er voor al aangaf wat ik er op wilde hebben. Hagelslag, ontbijtkoek, pindakaas of speculaasjes als het maar zoet was. Tot aan de obsessie voor het snoepbord bij de plaatselijke drogisterij. Een kartonnen bord met daarop een exemplaar van elk soort snoepgoed geplakt met wat het kostte, zodat je makkelijk kon aanwijzen wat je voor je gulden wilde hebben. ‘Twee van die, eentje van die en doe er ook maar vijf van die.’
Door de jaren heen kon ik om 9:30 ‘s ochtends al makkelijk bij de Mc Donalds ontbijten. En nee, toen hadden ze nog geen EggMcMuffin dus ging er gewoon een Happy Meal doorheen. Groente was nooit mijn favoriet, paprika chips wel. En na lekker zout moest er gelijk een zak M&M’s achteraan, om het evenwicht weer te bewaren door zoet er tegen aan te gooien. Of andersom, whatever came first. Ik kende alle soorten ijs, iedere smaak chocola en alle experimentele zoutjes die op de markt kwamen. Ik was de droom van iedere marketeer die iets nieuws op de markt bracht. En nog steeds kan ik de verleiding niet weerstaan om zoutjes met muntcaramelsmaak afgetopt met bloemenessentie gedoopt in chocola en varkenspootspringles uit te proberen.
Natuurlijk kon mijn lijf dat tot op zekere leeftijd allemaal zonder consequenties verwerken, mede omdat ik vaak het hele weekend door non stop aan het feesten was. Het probleem begon dan ook toen ik afstudeerde én stopte met roken. Het ging hard, ik bereikte een grens en ging rigoureus op dieet, tenminste ik weerde alles met suiker want diëten heb ik nooit gedaan. Te beperkt, te ingewikkeld met al die moeilijk recepten en altijd minimaal 1 ingrediënt dat ik niet ken laat staan in huis heb. Maar geen suiker werkte, ik wende aan de smaak van cola light en viel 13 kilo af. Ik leerde Frank kennen en gaf me langzaam maar zeker weer over aan de Bourgondische levensstijl en liep weer tegen een grens aan. En toen gingen we hardlopen.
Was hardlopen de oplossing voor al mijn problemen? Niet echt, eerder de oorzaak. Immers leefde ik in de illusie dat ik door het hardlopen ongestraft kon blijven snoepen. Met als gevolg dat het alleen maar erger werd. Bovendien was ik totaal onwetend hoe ik moest omgaan met eten in relatie tot hardlopen. Ik trapte in de valkuil van de clichés, met name toen ik begon met trainen voor de marathon. Stapelen was het toverwoord.
Witte broodjes met pindakaas voor het lopen. En dan 10 km rennen. Na afloop alles eten wat los en vast zit. Want ja, ik heb honger. Een halve marathon op een banaan. Ik wilde nooit een hele marathon lopen omdat ik dan moeilijk moest gaan doen met voeding. We weten allemaal wat er werkelijk gebeurd is. Dus ging ik aan de gelletjes. Tot op het punt dat ik ze zelfs ‘niet vies’ ging vinden. Ik at er vijf tijdens mijn eerste marathon. Zorgvuldig gepland op welk moment ik ze nam.
Op een gegeven moment gingen de broodjes pindakaas tegen staan en vielen verkeerd. Via wat vage recepten met havermoutprutjes evolueerde ik naar de pannenkoeken met banaan, al dan niet in klassieke stijl met meel, of eigen gebrouwd zonder. Banaantje prakken, eitje er door, handje muesli en indien we het in huis hebben wat blauwe bessen. Kaneel er over want dat is geen suiker en ontstekingsremmend dus gezond en die eerste 10 km lukken wel.
De gelletjes werden voorzichtig aan gereduceerd dan wel vervangen door power bars. Lekkerder, makkelijker eetbaar en beter te verdelen. Een hele na 10 km bleek op een gegeven moment te veel dus at ik een halve en bewaarde de andere helft voor 5 km later. Ach ja, je probeert eens wat uit. Het ene gelletje er uit, het andere er in. Je weet wel, die ene die Kipchoge ook gebruikt. What’s good enough for him…
Gelletje er helemaal uit en gewoon wat winegums mee. Werkt ook als ik geen snelheid hoef te maken. Het hongergevoel blijft echter dus iets stevigers als ontbijtkoek of inmiddels überhaupt koek. We hebben er zoveel gekregen bij de Disneyruns dus daar kan ik nog wel even mee vooruit. Bij de Rotterdam Marathon een geschild appeltje op 35 km, ooit gezien in Valencia en dat beviel goed, dus die houden we er in. Net zo goed als de zoute stengels dan wel Tucjes, afgekeken van de trailwereld. Wat dat betreft kan ik beter gaan trailen. Gevulde koeken, chips, pretzels, chocoladecake en ik ben zelfs spekkies en Jelly Beans tegen gekomen. Voor mij de zevende hemel.
Zo heb ik mijn compleet eigen eetgewoontes ontwikkeld voor het hardlopen. Een mix uit clichés, experimenten, aanbevelingen en adviezen en soms ook gewoon datgene wat er voor handen is. De pasta voor de avond van een marathon houden we er in en de pannenkoeken met banaan, in welke vorm dan ook, voor het lopen ook. ‘Iets’ voor aanvang van de wedstrijd als hij laat op de dag is kan variëren van koek of een krentenbol tot een bar. Onderweg iets van gel, bars, fruit, koek of vergelijkbaar, maar altijd standaard winegums mee. De recepten uit de Runnersworld vind ik nog steeds ingewikkeld en sla ik dus nog steeds over.
En dat snoepen? Ach dat sla je er toch nooit helemaal uit. Soms worden mensen door schade en schande wijs. Maar hoe vaak ik me weer laat gaan zo’n week voor een marathon, en hoe vaak me dat eigenlijk ook slecht bevalt, ik kan er niets aan doen. Het zit nu eenmaal in mijn DNA en programmering. Alle vrouwen in mijn familie zijn snoepkonten en er valt nu eenmaal niet tegen je natuur in te gaan. Voor de rest is mijn dieet gewoon heel simpel.
I am on a permanent seafood diet. If I see food, I eat it!