Dat hardlopers rare mensen zijn, dat weet iedere hardloper en iedereen die met hardlopers te maken heeft. Maar wat maakt ons nu zo ‘raar’? Het is niet het hardlopen zelf. Nee, het zijn al die rare trekjes en gewoontes er omheen. Om over het vakjargon maar te zwijgen. Ik zal er een paar noemen.
Om maar een open deur in te trappen, hardlopers hebben de raarste ideeën als het gaat om eten. Niet alleen zal een marsmannetje ‘De belangrijkste bron van voedsel voor aardingen is een kromme gele vrucht die ze ‘banaan’ noemen’, in zijn rapport schrijven, ook zijn we verantwoordelijk voor 90% van de wereldwijde omzet van pindakaas- en pastaproducenten. Bovendien is het dankzij hardlopers dat iemand ooit bedacht heeft dat er energykauwgum, dextro met magnesium of proteïne pannenkoekenmix op de markt moest komen. Ja echt waar, ik zal het nog een keer herhalen. Proteïne pannenkoekenmix. Ik bedoel maar. En het ergste van alles? Ik wil het nog proberen ook…
Helaas zijn er niet alleen maar positieve ontwikkelingen op het gebied van voedsel. De gelletjes kennen we allemaal, maar wat dacht je van havermoutpap, griesmeelpap of wat voor pap dan ook? En come on, bietensap? Dan heb je toch een hekel aan hardlopers als je daar reclame voor maakt? (‘Nou, ik vind het gewoon lekker!’ hoor ik een aantal mensen nu denken. Maar jij bent dan ook écht raar.)
Een ander raar trekje is bijgelovigheid. De meeste hardlopers die ik ken hebben wel een bepaald soort ritueel voordat ze een wedstrijd gaan lopen. En dat kan de avond er voor al beginnen. We hebben hem al tig keer gezien, kennen de tekst bijna uit ons hoofd, maar de zaterdagavond voor de Rotterdam Marathon kijken we de film ‘De marathon’ en eten we pasta. Voor iedere marathon leg ik sowieso alles altijd van tevoren klaar, trek mijn lievelingsBH aan en lak ik mijn nagels in de kleuren van het land waar ik de marathon loop. ‘For good luck!’
Zo wordt er door andere lopers gebeden, specifieke schoenen aangetrokken, hebben ze dat ene armbandje om, die speciale sokken aan, moeten ze die haarband om, is alleen die ene onderbroek garantie voor succes, moeten de teennagels gelakt of drinken ze altijd een biertje de avond er voor en een koek exact een half uur voor de start.
Als laatste heb je nog de overtuigingen over wat goed is voor je hardloperslijf en wat niet. Wat dacht je van koud afdouchen? Ik denk er wel eens over na maar als ik na een loopje in februari met een bloedhete straal water de bloedsomloop van mijn bevroren tenen weer op gang probeer te brengen denk ik toch iedere keer weer: ‘Nee, dat kan niet goed zijn!’ Ik luister naar mijn lichaam en die zegt op dat moment dan toch echt wel keihard dat ik het niet in mijn hoofd moet halen om aan de koudwaterkraan te komen.
In datzelfde rijtje passen rekken, masseren, yoga, insmeren met coolingsgel of tijgerbalsem, ‘s ochtends lopen versus ‘s avonds lopen, the daily mile of running streak versus rustdagen, kilometers vreten versus de maximale 14 km van sportrusten, langzaam lopen, afwisselen qua ondergrond, op blote voeten lopen, andere sporten beoefenen, traplopen, lopen op een nuchtere maag, zeg het maar. Welke kan jij afstrepen? Allemaal wetenschappelijk bewezen. Allemaal. Denk daar maar eens over na.
Ze zeggen wel eens, iedere gek zijn gebrek. Het enige voordeel is dat we met velen zijn. Dan valt het niet alleen minder op, maar dan heb je altijd een onderwerp van gesprek met elkaar. De argeloze niet hardloper verbaasd kijkend voorbij lopend. Hoe het ook zij, het moge duidelijk zijn dat we een raar volkje zijn. Of zoals Obelix uit het gelijknamige stripverhaal zou zeggen, terwijl hij met zijn wijsvinger op zijn voorhoofd tikt.
Rare jongens die hardlopers!