Het is bijna 16:00. Ik ben helemaal gaar. De dag begon al vroeg en na twee lange workshops over Skype en de maandrapportage klaargemaakt te hebben ben ik duf, suf en moe. Helaas ligt er nog een stapel werk op me te wachten waar ik, door diezelfde workshops, nog niet aan toe gekomen ben. Verlangend kijk ik naar buiten. Het zonnetje schijnt, het is aangenaam warm en ik hoor tot de 10% van de Nederlandse bevolking die vandaag wél moest werken. Frank hobbelt nog ergens op een berg in het midden van het land voor zijn 50 km. Lekker vrij.
Dan neem ik een besluit. Ik schuif mijn stapel werk opzij en kleed me om. Tijd om het heft in eigen handen te nemen. Wat zal ik doen? Waar naar toe? Hoe ver? Ik heb geen idee. Het is 5 mei dus ergens wil ik in elk geval langs het beeld van Zadkine, Stad zonder hart. Langs de Maasboulevard is dan niet handig. Gewoon richting centrum dan maar.
Ik meld me formeel even af bij mijn directrice en loop naar buiten. Muziek aan maar na 100 meter beginnen mijn oortjes al te piepen. ‘Battery low’. Ja, zo voel ik me ook. Ik stop de headphones weer weg, dan maar zonder. En terwijl ik begin met rennen bedenk ik me dat het misschien leuk is om ook even langs het monument op het Stadhuisplein te lopen. Stante pede pas ik mijn route aan en ga over de Binnenrotte richting Coolsingel. Het is druk, veel mensen staan in de rij om een winkel binnen te mogen. Ik blijf moeite hebben met dit straatbeeld.
Ik zigzag tussen de mensen door om uiteindelijk op het Stadhuisplein te stoppen voor een foto. Gelukkig is het daar niet zo druk als in de Hoogstraat. Na de foto ren ik over de Lijnbaan terug richting Zadkine om ook daar een foto te maken. De vlag hangt naar beneden maar af en toe komt er een windvlaag. Natuurlijk wil ik dat de vlag mooi zichtbaar is dus ik moet geduld en timing hebben. De jongens op hun skateboard kijken me raar aan en denken er het zijne van maar het boeit me niet. Ik weet wat ik wil. Na een stief kwartiertje heb ik mijn foto’s, mét wapperende vlag. What’s next?
Aan de voet van de Erasmusbrug staat ook een groot monument dus dat wordt mijn volgende stop. Over de Schiedamsedijk, langs het Havenmuseum en mijn oude huis. Góh, wat heb ik daar fijne jaren beleefd. Mijn eerste eigen koopwoning. Bij het monument hangen de vlaggenmasten vol met de Rotterdamse vlag. Foto nummer drie in the pocket en het ter plekke besluit om de brug over te rennen en er een ongeveer 12 km rondje van de maken. Ik loop heerlijk, geniet van het weer en het briesje wind dat de hersenspinsels uit mijn hoofd waait. Op de hoek bij De Kuip duik ik naar links de Piet Smitkade op om aan het eind spontaan te besluiten er een rondje Eiland van Brienenoord aan vast te plakken.
Ik kom direct in een andere wereld. Weg is de stad, enter de natuur. Terwijl het asfalt plaats maakt voor een grindpaadje, aarde en boomwortels hoor ik de vogels fluiten. Als ik mijn ogen dicht doe zou ik me zo in een willekeurig bos kunnen wanen, maar dat lijkt me al rennende niet verstandig. Ik kom weinig mensen tegen, het is slechts me, myself and I. Veel te snel ben ik dan ook weer terug bij het bruggetje dat me terug brengt in de bewoonde wereld.
Op naar de Van Brienenoordbrug. ‘Maar eerst nog wat eten’, zei Likkepot. Vanuit een soort voorzienigheid heb ik een overgebleven hap energy bar bij me gestoken alsmede een klein flesje water waar ik nu gretig gebruik van maak. Niet lang anders krijg ik het koud. Gestaag beklim ik mijn grote vriend, zij het voor de verandering weer eens van Zuid naar Noord, en terwijl ik dat doe bedenk ik me dat ik met deze route niet langs de Willemsbrug kom.
Waarom wil ik langs de Willemsbrug? Om mijn fotoserie verder aan te vullen moet er natuurlijk een foto van mijn voet bij een van de markeringen van de Brandgrensrun komen. Een markering waarvan ik weet dat die op de Willemsbrug te vinden is. Maar er zijn er meer, ik heb er tussen de middag nog een gezien toen ik een broodje ging halen. In de Lusthofstraat, de kleine winkelstraat vlak bij ons huis en waar op het kruispunt ook nog een monument staat, de Steen van de Miljoen tranen. Als ik over de Oostzeedijk ren terug naar huis in plaats van de Maasboulevard kom ik er met een kleine detour langs.
Vooruit dan maar, omdat het een bijzondere dag is. Ik ga eerst langs het monument voor de foto en ga daarna op zoek naar de markering. Waar zat hij nou ook alweer? Ik hoef niet lang te zoeken, voor de deur van de bakker waar ik nu bijna dagelijks kom ligt hij tussen de stoeptegels te blinken. Ik kan zelfs kiezen tussen een rode of een witte uitvoering, die een paar meter verderop ligt. Grappig want die op de Willemsbrug is dan weer groen.
Dan is het tijd om naar huis te gaan. Om toch iets van een plan dat zich al lopende gevormd heeft af te ronden maak ik er 21,1 km van alvorens mijn klokje uit te zetten. Het voelt goed, een halve marathon voor de vrijheid. De laatste paar honderd meter wandel ik uit tot ik weer thuis ben. En dat op een doordeweekse dinsdagavond.
Virtual Bevrijdingsrace. Geen plan, geen route, geen afstand, geen muziek. Gewoon rennen omdat het kan, doen wat in me opkomt, genietend van elke stap die ik zet. Dat is wat ik noem VRIJHEID!