Als kind word je gevormd. Gevormd door je ouders, je rolmodellen, je idolen maar ook door de dingen die je meemaakt. Zo ben ik als de dood voor elektriciteit omdat ik als 4 jarige gezellig een blauw draadje in het stopcontact aan het frutten was en de schok van mijn leven kreeg. Dankzij mijn vader draag ik mijn horloge rechts ‘want dat deden koningen en mensen van adel ook’ en ik heb alles leren eten van hem, waar ik wel, maar mijn weegschaal niet zo blij mee is. En natuurlijk ben ik net zo stoer geworden als mijn moeder en mijn heldin Xena en getrouwd met een ėchte vent á la Arnold Swcharzenegger, Indiana Jones en Jean Claude van Damme.
Ook met het hardlopen is er een duidelijke aanleiding van hoe ik de dingen doe. Ik ben ooit begonnen met drie keer in de week lopen en dat doe ik na ruim 10 jaar nog steeds. Een hele enkele keer of gedurende een specifieke periode wil ik wel eens een keer extra lopen, maar eigenlijk nooit minder. Dat voelt niet goed, dan heb ik het idee dat ik te weinig doe. Hetzelfde geldt voor mijn trainingspatroon. Dat bestaat standaard uit een lange duurloop in het weekend, een herstelloop aan het begin van de week en een ‘vrij’ loopje halverwege. Een overblijfsel van het schema voor mijn eerste marathon en bevestigd door mijn wellicht ietwat klassieke opleiding tot hardlooptrainer. Dat vrije loopje zou eigenlijk een interval moeten zijn, maar omdat dat helemaal niet in mijn schema stond destijds heb ik dat nooit geïncorporeerd.
Ook kleine dingen tijdens het lopen kenmerken zich door mijn vorming aan het begin van mijn hardloopcarrière. Alle loopjes registreren, eerst mijn rechterschoen aantrekken, aan de rechterkant van de weg lopen, te weinig drinken tijdens het lopen en natuurlijk mijn vlechtjes tijdens wedstrijden of langere lopen.
Maar het meest kenmerkende van mijn vorming is denk ik wel mijn beroemde c.q. beruchte Terminatorknop. If everything else fails, use the Terminatorknop. De oorsprong bevindt zich in mijn vroege jeugd. De scheiding van mijn ouders leerde me twee dingen. Ten eerste ben ik geprogrammeerd dat je uiteindelijk alleen bent op de wereld en voor jezelf moet zorgen. Overleven koste wat het kost. Nooit opgeven dus. Ik ben daarmee een meester geworden in gevoelens en emoties wegblokken. In de ruim 40 jaar die daarna volgden ben ik dan ook alleen maar bezig geweest om dat weer af te leren, en alhoewel dat inmiddels best aardig gelukt is, ben ik het nooit verleerd om in te zetten als het nodig is. Heb ik pijn in mijn lijf terwijl ik een marathon uit wil lopen? Wegblokken! Zie ik het niet meer zitten tijdens die ultra? Gewoon negeren, mezelf een schop onder mijn hol geven en doorlopen! Is het de Storm of the century als je nog 20 km moet? Tanden op elkaar en terugvechten! Mij krijgen ze niet klein.
Het tweede element is dat als ik het goed doe, dan houden mensen van me. Of misschien wel andersom, als ik het niet goed doe houden ze niet van me. Het maakt niet uit, ook dat resulteert in het niet opgeven en doorgaan, ook als het moeilijk wordt. Juist als het moeilijk wordt. Het heeft me destijds uiteindelijk naar de top van de Kilimanjaro gebracht toen ik dacht dat ik niet verder kon en door misselijkheid en algehele misère af moest haken. Toen bedacht ik me dat ik dan terug in Nederland aan iedereen moest vertellen dat ik het niet gehaald had. Not gonna happen!
Et voilá, Terminatorknop gegarandeerd. Gelukkig ben ik inmiddels oud en wijs genoeg om ook mijn grenzen te kennen en in veel situaties het besef te hebben dat het helemaal niet erg is om iets niet te halen of op te geven als het niet meer gaat. Het hoef niet meer ten koste van alles, maar als mensen zich afvragen waar ik het vandaan haal als ik op de Trail des Fantômes na acht uur en drie kwartier over 41 km klimmen en dalen die laatste kilometer nog even versnel om toch binnen de 9 uur binnen te zijn, dan bij deze het geheim onthuld.
En zo heeft iedereen zijn eigen gewoontes en opvattingen, ontstaan door de jaren heen, geperfectioneerd, bijgeschaafd, beïnvloed en uitgedragen om zich te uiten in de dingen die hij of zij doet. Tijdens het lopen en daarbuiten. Gevormd. En dat is helemaal prima want ik heb ook nog iets heel anders geleerd al heel vroeg tijdens mijn bestaan op deze aardbol. Leven en laten leven.
Of moet ik zeggen lopen en laten lopen?