De pest in je lijf

En dan lig je ineens maandagavond huilend van de pijn in je bed. De dag ervoor liep je nog 27 km door de duinen en vandaag heb je het gevoel dat er een hete pook in je knie zit. Met iedere beweging die je maakt wordt er een tweede naast gestoken. Hoe kom je er aan? Of beter, hoe kom je er vanaf?

Heb ik dan niets gemerkt zondag? Jawel. Toen we begonnen met lopen zeurde de bewuste plek in mijn knie al, maar ja, ik heb zo vaak dat er iets ‘zeurt’. Meestal trekt dat wel weg en dat deed het ook. Na een kilometer of 8 trok het zeuren weg en voelde ik het niet meer. Ik heb er dan ook geen aandacht meer aan besteed. Die ging meer uit naar de herten die we onderweg tegen kwamen en voornamelijk naar mijn slechte humeur.

Een slecht humeur categorie ‘Storm of the century’. Niet dat ik chagrijnig was of zo, maar meer dat ik gewoon met de pest in mijn lijf liep. Niet lekker in mijn hardloopvel. Ik was moe, ik kwam niet in mijn flow, mijn benen voelden niet lekker en ik vroeg me eigenlijk af wat ik aan het doen was. Ook dat gebeurt wel vaker, maar dan weet ik dat het zeuren onderdeel van mijn opstartritueel is. Niet voor niks mag ik van Frank altijd de eerste 20 km zeiken en grommen, en daarna niet meer. Meestal heb ik ook niet meer nodig en ga ik daarna steeds lekkerder lopen.

Zondag voelde anders. Het voelde écht alsof ik acuut geen zin meer had om te lopen. Dat ik toch doorliep had meer praktische redenen. De rest niet ophouden, niet in mijn eentje de weg terug zoeken, macht der gewoonte, en mijn ego. Ik was voor 25 km gekomen en dus zou ik 25 km lopen. En dat heb ik dan ook gedaan. Dat het zeuren in mijn knie de laatste kilometers weer terugkwam was dan ook niet zo raar. ‘s Avonds thuis viel het allemaal nog wel mee maar die maandag, naarmate de dag vorderde, werd het alleen maar erger. Tot dat moment dat ik mijn ogen uit mijn kop huilde van de pijn. En dat wil wat zeggen want ik ben alles behalve kleinzerig.

Plan de campagne was nodig. Ten eerste het fysieke aspect. Afspraak met de fysio maken en gelukkig kon ik gelijk de volgende ochtend als eerste terecht. Ik verdenk mijn fysio er soms van dat het half uurtje van 7:30 tot 8:00 speciaal gereserveerd wordt voor de spoedeisende (lees hopeloze) gevallen, zijnde ik van tijd tot tijd als ik spontaan bedenk dat ik wel weer een beurtje kan gebruiken. En dan moet het natuurlijk ook gelijk. Het is dat er altijd dan nog iemand voor me is dat ik weet dat het toeval is dat ze op dat tijdstip nog een plekje voor me heeft. Maar je hoort mij niet klagen.

Ten tweede, en het belangrijkste, was het mentale aspect. Want dat niet lekker in je vel zitten is voor mij de belangrijkste reden dat ik last van het lopen krijg. En dus ben ik gaan zitten en gaan mediteren. Je zou het niet van mij verwachten want ik ben altijd zo nuchter, en ik zeg altijd gekscherend dat ik half nerd, half creatief ben, maar stiekem heb ik ook nog een verborgen deel zweefteef. Dat deel moest nu even de scepter zwaaien.

Muziekje aan, wat oude Gothic punk uit mijn vroege jeugd, want lekker stemmig, en afdalen naar de diepe krochten van mijn ziel. ‘Wat zit er dwars? Waar blokkeer ik? Hoe heeft dat zijn weerslag op mijn lopen? Wat heb ik de afgelopen periode allemaal gedaan? En altijd weer die hamvraag, waarom loop ik?’ Ik voel de spanning in mijn lichaam, maar ik voel hem ook langzaam wegtrekken. Het is duidelijk dat ik een klein tandje terug moet doen. Maar er zit ook genoeg dwars dat niks met hardlopen te maken heeft. Weer een huilbui. Ik weet niet eens waarom, maar dat geeft niet, mijn onderbewustzijn weet het wel en daar gaat het om. Ik probeer te slapen maar pas als Frank ook naar bed komt en me adviseert om een paracetamol te nemen val ik in een onrustige slaap en kan de magie zijn werk gaan doen.

De volgende dag maakt de fysio het af. Rug losmaken, masseren en wat spanning uit de spieren halen. De pook is tegen die tijd al uit mijn knie maar lopen gaat nog moeizaam. De halve marathon die ik de volgende zondag gepland heb staan zeg ik sowieso vast af. Pas als ik weer pijnvrij kan wandelen mag ik er van de fysio aan gaan denken om weer te gaan hardlopen. Dat moment komt eerder dan wie dan ook had gedacht. De volgende dag is alle pijn weg, ik kan weer buigen en bewegen en kan zelfs alweer trap op en aflopen zonder verkeerd gevoel. Er zit slechts nog een beetje vocht, teken dat er ‘iets’ geweest is.

In theorie zou ik donderdag weer kunnen hardlopen maar voor de zekerheid wacht ik nog een dag en loop vrijdag een klein rondje, opgedeeld in drie stukken waarbij ik op elk stuk kan besluiten om of 3, of 5 of de volle 6,6 km te lopen. Mijn hoofd zegt 6,6 km, mijn knie is het daar mee eens. Zondag loop ik 16 km en ook nu geen protest van mijn lijf. En ik weet wel hoe dat komt. Ik heb gewoon lekker en relaxt gelopen. Moraal van het verhaal?

Ga nooit met de pest in je lijf lopen, dan loop je het langst…

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *