Ik schijn nog wel eens een beetje zwart wit te zijn. Soms zelfs een beetje extreem. Zo van alles of niets. En vooral ook in het opzoeken van grenzen. Als je mij mijn gang laat gaan dan kom je er achter dat ik niet zo heel veel grenzen heb. Wat dat betreft is Frank prima geschikt om mij af en toe in toom te houden. Met nadruk op af en toe, want als ik een marathon gelopen heb, wil ik er twee. En als ik er twee gelopen heb, wil ik een ultra en van een ultra komt een honderd kilometer en hopelijk dit jaar een honderd mijl. Maar ze zeggen ook: It takes one to know one. Het is dus ook niet zo raar dat ik met Frank getrouwd ben en er bij vertel dat soms Frank de aanjager is van die rare dingen die we soms doen. Af en toe hou ik hem dan in toom. Met nadruk op af en toe want meestal ga ik gewoon met hem mee. Dus als Frank zegt: ‘Ik wil een keer in de Hoge Venen lopen’, dan zeg ik alleen maar: ‘Dat is goed schat, wanneer gaan we?’
De Hoge Venen is een gebied in België net over de grens van Nederland bij Maastricht. Rauw, onherbergzaam, geen dekking en geen plek waar ze je kunnen komen halen als je een been breekt. En in deze tijd van het jaar ligt er ook nog sneeuw. De favoriete speelplaats van Trailrunning Sammy, oftewel vriend Olav Sammelius, en de mannen van ‘Accept no limits’, Maarten en Marek. Olav en Marek lopen dit weekend ook, alleen zij doen de complete ronde van drie lussen, 160 km in totaal. Wij doen er één van ‘slechts’ 53 km, later ingekort tot 43 km omdat er wat stukken in de route zijn die afgesloten blijken. Maar nog voldoende uitdaging is ons verzekerd.
Omdat we inmiddels een klein groepje gekken bij elkaar zijn, officieel heet dat ‘gelijkgestemden’, lopen we niet alleen maar gaan Wouter, Leonie, René, Simone en Marcel ook mee. The magnificent seven. We huren een huisje in de buurt van de start en rijden er vrijdag heen om zaterdag te kunnen lopen. Wouter en Leonie komen zaterdagochtend, de rest blijft slapen. Beoogde start is om 8:00. Dat redden we niet helemaal maar na een groepsfoto op het plein bij de kerk in Sart gaan om 8:30 de klokjes aan en beginnen we met lopen.
De eerste twee kilometer gaan nog over de weg het dorp uit maar dan komen we al gauw op ondergrond zoals die bedoeld is. Lekker stampen langs de oever van de rivier alle rotsblokken en boomwortels ontwijkend. Als we langs een weg lopen waar water ligt met een boomstronk in het midden kan ik dan ook niet laten om er op gaan staan voor een foto. Bij het afstappen verlies ik mijn evenwicht een stap ik zo in het water. Het zal niet de enige keer zijn dat ik natte voeten krijg.
Het is weliswaar nog een beetje mistig maar minder koud dan verwacht en al gauw gaat mijn jasje uit. De dikke thermo met shirt is voldoende. Bovendien heb ik een grote rugzak gekregen van Olav waar al mijn rotzooi in zit, voor als we verdwalen, het koud krijgen, niet kunnen bellen in nood, toch dat been breken, ijsberen tegenkomen of welk ander horror scenario ons dan ook kan overkomen, die niet alleen prima zit maar ook mijn rug warm houdt.
Zoals gewoonlijk moet ik een beetje opstarten en loop ik vooral achteraan, slechts bijkomend als de groep stilstaat voor een foto, dwars door de rivier moet of een brug over moet, wat best vaak gebeurt zo langs die rivier. Frank weet dat en blijft zo nodig bij me of wacht even bij een splitsing. Soms maant hij me tot doorlopen en dan zwijg ik of roep ik iets over de aankomende Trail des Fantomes als we in de warmte weer lekker 50+ kilometers gaan lopen. Dan weten we allebei dat de rollen omgedraaid worden.
Zo maken we onze meters door het prachtige landschap van ongerepte natuur. Het enige dat me in de weg zit is mijn linker schoen. Hij knelt een beetje en ik krijg de veters niet losser waardoor mijn voet half slaapt en het lijkt alsof er iets onder de bal van mijn voet zit. Frank moet er aan te pas komen om aan de veters te trekken. Dat helpt een beetje maar lost het euvel niet helemaal op. Nou ja, we zien wel, ik kan toch niet terug. We zijn dan inmiddels op 10 km.
We klimmen beetje bij beetje omhoog en rond een kilometer of 13 gebeurt het. De eerste sneeuw! Mooi, dan hoeven we ons geld niet terug te vragen. Natuurlijk maken we gelijk een foto want we moeten wel bewijs hebben. Bovendien is de omgeving prachtig zo in dit oerbos. Dit is de omgeving waar ik het liefste loop. Ik ben dol op het bos en hou van de kleine klimmetjes en het springen over de worteltjes. Misschien ook vanwege mijn luiheidsgen omdat je hier nou eenmaal niet hard kan rennen en vaak even moet wandelen. Ik heb stokken bij me maar ik heb ze eigenlijk niet nodig, het gaat prima zo.
Naarmate we steeds iets hoger komen merk ik dat de temperatuur steeds iets daalt en de sneeuw steeds iets dikker wordt. Ik heb het nog steeds niet koud overigens. Op 16 km komen we het bos uit en op een wat langere weg. We zitten nu volledig in een winters landschap en het is een beetje mistig. De groep is in tweeën gesplitst. Wij lopen met Simone, de rest is iets voor ons op weg naar Baraque Michel waar we zo meteen even pauze zullen houden en wat warms kunnen eten.
Je merkt dat we er in de buurt komen doordat het drukker wordt op het pad. Veel wandelaars, gezinnen met kinderen en hun sleetjes en stelletjes met of zonder hond. Na 3 km over de sneeuw ploeteren, omdat we ondanks onze trail schoenen toch nog best wegglijden op de sneeuw, komen we aan op de parkeerplaats. Het is er echt druk maar we hebben mazzel. Binnen zit de rest met Maarten en een vriendin aan een grote tafel waar we kunnen aanschuiven. Wel moeten we onze QR code laten zien, en dat is nog best een uitdaging.
Binnen is geen dekking dus de app wil de code niet laden. Terug naar buiten dus, de kou in. Eenmaal geladen maak ik voor de zekerheid een screenshot. Maar dat pikt de app niet. Weg code, een waarschuwing en ik moet 3 minuten wachten voordat ik mijn code weer krijg. What the? Lekker dan want ik koel snel af. Als de overheid nou wil dat ik ziek wordt is dit de manier. Ik word er behoorlijk chagrijnig van. De lekkere verse dampende kop tomatensoep met brood die ik daarna krijg verzacht de boel een beetje. Een beetje.
Een klein uurtje later als iedereen gegeten en gedronken heeft wagen we ons weer buiten en beginnen we aan het tweede gedeelte van de tocht, iets meer dan 23 km. Ik heb mijn klokje op pauze gezet en niet in de gaten gehad dat hij dan na een tijdje uitgaat. Shit, een loopje in twee stukken dus en geen zicht op de totale afstand, maar het is niet anders. Ik start hem opnieuw op.
Het eerste stuk is het nog behoorlijk druk met andere wandelaars. Omdat we over een soort bevroren vlonders moeten lopen is het nog best spannend tijdens het passeren want erg breed is het niet. Dat ondervind Frank ook als hij ineens spontaan naast een vlonder in de sneeuw ligt. Gelukkig niks gebroken alleen even hilariteit als hij zijn voet niet los krijgt uit de sneeuw. Ik vergeet helemaal een foto te maken.
Als het euvel verholpen is rennen we weer voorzichtig verder. Omdat Baraque Michel zo’n beetje het hoogste punt is lopen we lekker omlaag. Ook heb ik mijn muziek nu ingedaan en kom ik heerlijk in mijn flow. Als een volleerde berggeit huppel ik van de ene steen naar de andere en vlieg ik over de boomwortels. Zelfs het smalle randje langs een steile wand remt me niet af en ik geniet alleen maar van het mooie uitzicht.
We komen bij een plek waar we steil naar beneden moeten. De mannen gaan eerst maar dan zegt Leonie dat dit niet klopt en dat we nog een stukje door moeten lopen. Ik volg Leonie en inderdaad maken we een lusje en komen we ook beneden. Iets minder spannend maar wel iets veiliger. We volgen nu weer een weg en het lijkt er op dat we het spannendste deel gehad hebben. We komen nog wat bekenden tegen waar we even een praatje mee maken alvorens we onze weg weer vervolgen.
Als we op 7 (26) km zitten maken we nog even een groepsfoto. We zijn nu nog allemaal bij elkaar en er ligt nog sneeuw dus dat moet vastgelegd worden. We duiken daarna opnieuw het bos in en komen weer langs de rivieroever. Het voelt als omgekeerde volgorde van de heenweg want we dalen af en naarmate we lager komen stijgt niet alleen de temperatuur maar verdwijnt ook langzamerhand de sneeuw.
Het tempo zit er eigenlijk best wel lekker in en de kilometers tikken ook lekker weg. Wel nog even een rivier doorkruisen (yup, weer natte voeten). Als we denken dat we het ergste nu wel gehad hebben, hebben we buiten de geest van Maarten gerekend. We zitten op 14 (33) km als we ineens een besneeuwd graspad omhoog moeten. Ongeveer een kilometer lang omhoog, opnieuw de kou in en wegglijden vanwege de sneeuw. Een mentale uitdaging. Ik kan het niet helpen om een klein beetje te vloeken.
Alleen om er even later achter te komen dat het altijd erger kan. Van het besneeuwde graspad gaan we over in een breed bospad waar ze met de tractoren en de rupsbanden lekker doorheen gereden hebben. Ruim anderhalve kilometer aan blubberspoor waar geen ontkomen aan is omdat er gewoon geen uitwijkmogelijkheden zijn. Je kan er alleen maar doorheen want ook de randen zijn blubber en daarnaast ligt dichtbegroeid bos. Tot twee keer toe blijft mijn schoen in de blubber steken en als ik ook nog over een worteltje struikel en vol in de blubber kom te liggen is het geen klein beetje vloeken meer maar de volle opgespaarde boel die ik er normaal gesproken in de eerste 20 km tijdens het opwarmen uitgooi.
De rest van de groep zijn we al lang en breed kwijt en ook Frank hoor ik even geen: ‘Trailen is leuk!’ zeggen. Als ik voor de zoveelste keer vraag: ‘Hoe lang nog?’ blijkt dat we een pad gemist hebben. Gelukkig niet ver en we gaan dwars door het bos nu tot we weer op de route zitten. Daar kunnen we eindelijk weer wat vaart maken. Nog één keer het bos in langs de rivieroever. De sneeuw is nu echt weg en het begint een klein beetje te schemeren. Af en toe kijken of we toch nog op de route zitten en andere wandelaars ontwijkend gaan de kilometers nu best snel. Nog even stoppen omdat Frank een foto van een groep wandelaars moet maken en dan snel weer verder.
En dat is maar goed ook. Ik heb een enorm drukpunt onder mijn linkervoet, nog van het begin wat de hele dag niet weggetrokken is en waar ik nu écht last van begin te krijgen. Bovendien wordt het steeds donkerder en we willen eigenlijk niet hoeven stoppen om onze lampen te pakken. We redden het net. Met 22 (41) km zijn we het bos uit en lopen we het laatste stukje weer in de bebouwde kom. Dan het viaduct over richting Sart, naar het centrum en het kerkplein waar we vanochtend begonnen zijn. Ik zet mijn klokje stil en kijk wat de twee afstanden nu bij elkaar zijn geweest. Ik kom op 43,9 km en dat doet pijn aan mijn cijferfetisjistenhart. Als ik dat geweten had, had ik nog even 100 meter doorgelopen.
De rest wacht ons op en na even bijpraten stappen we gauw in de auto richting het huisje dat gelukkig maar 5 minuten rijden is. Na het douchen en tijdens het avondeten is iedereen het er over eens. Dit was fantastisch en willen we binnenkort nog wel een keer doen. Dan pakken we een 60 km lus. Het wordt niet laat die avond en de volgende dag na een uitgebreid ontbijt rijden we terug naar huis want de volgende dag moet er gewoon weer gewerkt worden.
Gelukkig hebben we de foto’s nog!
Wat een fijn verslag weer. Leest echt erg leuk je schrijft lekker vanuit jezelf en dat merk je.
Dank je wel voor je compliment!