Dag 1
Voor de derde keer gaan we het avontuur aan. De Roparun met team 335 JatogNiettan!?! In de basis met dezelfde mensen maar toch een paar last minute wijzigingen. Een daarvan is verrassend want vanwege de kuit blessure van Menno hebben we een nieuwe loper nodig en weet hij twee weken voor vertrek Deborah over te halen. Gezellig!
Anders deze keer is dat ik in team B zit. Dat betekent niet starten maar finishen en als ik Frank de afgelopen twee keer moet geloven is het zwaarder omdat we meer in de nacht moeten lopen. Ach, de uitdaging blijft toch meer het slaapgebrek dan het lopen.
Na donderdagavond eindelijk toch nog alles klaar gemaakt te hebben staan we vrijdag normale tijd op. We hebben tussen 8:30 en 9:00 met Menno afgesproken om de busjes te gaan halen. Van daar uit gaat Frank de BBQ bij slager Van Linschoten halen en de banken en tafels bij De Admiraliteit, beide sponsoren van ons team, en rij ik gelijk door naar de verzamel plek. Nou ja, na een lunchpakketje in het centrum van Barendrecht gescoord te hebben dan.
Dat is ook nog een uitdaging. De beoogde parkeerplaats is opgebroken en er is markt dus parkeren duurt een uur. Dan door het centrum, hè heb ik hier niets eens hardgelopen?, op zoek naar een bakker voor broodjes. Bakkers genoeg maar geen een die belegde broodjes verkoopt. Dan maar los brood en los beleg. Nog wat lekkers bij de markt, ik ben er nou toch, en dan alsnog naar de verzamel plek. Frank belt al waar ik blijf. Als ik aankom is er verder niemand. Logisch want we zijn twee uur te vroeg. Terug naar het centrum dan maar voor een kop koffie en een broodje als ik word gebeld door Van Linschoten. Ze zijn vergeten de salades mee te geven. Toch maar weer terug naar Rotterdam om ze op te halen en als we eindelijk klaar zijn en weer terug in Barendrecht is het inmiddels 12:00 en is iedereen er.
Het inpakken gaat snel en rond 13:00 zijn we klaar om te vertrekken. Ondertussen lees ik het bericht van een vriend. Die kreeg vandaag uitslag van een longpunctie vanwege een vlekje. Het is niet ok en in de setting waarin we op het punt staan om met de Roparun te beginnen komt het dubbel hard aan. Ik loop dan ook even weg om de emoties ruimte te geven. De teams verdelen zich over de vrachtwagens en busjes A en B. Peter, aka Smulbeer of Smullie, en Menno zijn mijn chauffeurs, Richard en René de fietsers en ik, Deborah, Richard en teamcaptain Jeroen maken team B compleet als lopers. Ik zit op mijn vertrouwde plekje aan het raam achter de bestuurder. Als we een klein half uurtje onderweg zijn deel ik mijn chocolade medailles uit die ik gisteren nog gekocht heb.
Later komt Smulbeer met zijn traditionele kaarten en persoonlijke tekst, een voor ieder teamlid, en vloeien de eerste tranen. Het zullen niet de laatsten zijn dit weekend. We maken nog een pitstop onderweg alvorens we bij Vliegveld Twente aankomen. Het kamp en de tentjes zijn snel opgezet en dan komt het bier. Wederom een emotioneel moment als Menno een spandoek presenteert met namen er op van mensen die we in gedachten meenemen dit weekend. Door alle emoties krijg ik ook voor het eerst dit jaar een heftige hooikoorts aanval. Gelukkig heb ik pillen meegenomen maar het duurt even voordat die gaan werken.
Rond 18:00 is het tijd om de BBQ aan te steken en het smaakt allemaal heerlijk. De dochter van Smulbeer heeft heerlijke JatogNiettan?! cupcakes gemaakt als toetje. Na het eten lopen we naar de feesttent. Het is niet druk, voornamelijk vrijwilligers. Er staan maar weinig teams op het terrein, de meesten komen morgen of slapen ergens anders. Voor ons is het juist onderdeel van het avontuur. Tenslotte is het een van de weinige keren dat we als geheel team bij elkaar zijn.
Bij de feesttent maken we een mooie groepsfoto met Nelli Cooman en een bij de Roparunvogel, en wordt er gedanst. Ik heb het koud, mijn hoofd zit stampvol vanwege de hooikoorts en ik kan de drukte van de muziek slecht verwerken. Een hooikoorts aanval kost altijd zoveel energie en die heb ik dit weekend nodig voor andere dingen dus ik zwaai gedag en ga lekker naar ons tentje ook al is het pas 21:00. Rond 22:00 komt de rest ook terug en begint een lange ongemakkelijke nacht. Kamperen blijft toch gewoon slapen op de grond in de kou en iedereen die iets anders zegt en beweert dat het leuk is die liegt.
Dag 2
Het is al vroeg als de eersten alweer opstaan en rond 7:00 wint het ongemak het van de vermoeidheid en sta ik ook maar op. Iedereen is al aan het ontbijten en heeft al gedoucht dus waag ik ook maar een poging. Om vervolgens in mijn blote kont half nat de pech te hebben dat de pomp het begeeft en er geen water meer uit de douche komt. Niet erg bevorderlijk voor mijn humeur. De organisatie gaat er even later mee aan de slag maar ik wacht het niet af en na een tip van iemand pak ik de fiets naar de douches voor de vrijwilligers. En oh wee als iemand er iets van durft te zeggen. Zo, dat is ook weer gebeurd. Nu wat eten en dan her en der opruimen en voorbereiden voor straks.
We wandelen naar de start om het eerste team te zien vertrekken. Het is nu wat drukker dan gisteren wat gelijk de sfeer er in brengt. En natuurlijk kom ik de eerste bekenden tegen. Dennis, Ria, Marleen, Kees en Nay. Later volgen er vast meer. Natuurlijk een selfie voor de socials. Dan terug naar ons kamp voor een amandelbroodje, de briefing en een tosti. Nu kunnen we nog even chillen in de zon. Het voelt als een achtbaan die aan het begin van zijn langzame weg omhoog gaat. Zo meteen gaan we naar beneden en kan ik er niet meer uit tot het eindpunt.
Rond een uur of één gaan we weer naar de start, dit keer om Marilene en Ysbrand te zien starten. Omdat het te kort tijd is tussendoor voor dat we zelf moeten starten gaan we niet meer terug naar het kamp. De zon brandt nu nog genadeloos en het is warm. Dan is het onze beurt. Team A start met Walter als eerste loper. De rest gaat in positie staan om foto’s te maken. Dan aftellen en zijn ze weg. Het aangevraagde nummer ‘Thunderstruck’ wordt pas gedraaid als Walter al lang weg is en wij net weg gaan.
We wandelen terug naar ons kamp, busje A is bang dat ze niet genoeg tijd hebben en zijn er als haas vandoor. Ik moet het daardoor doen zonder kusje van Frank. Maken we volgende week wel weer goed. Het lange wachten begint en ik vind het maar niks. Beetje hangen, beetje eten en vooruit, nog een snelle nek massage. Rond een uur of vier breken we op en rijden we richting het wisselpunt. Vlak voordat we er zijn stoppen we nog voor een ijsje bij de McDonalds.
We zijn niet enigen, het is druk met busjes. Opnieuw wachten. Ik moet eigenlijk best nodig naar de wc, en duik uiteindelijk maar de bosjes in. Met moeite maar het lucht wel op. Opnieuw wachten en 100 keer checken waar ze zijn. Dan komen ze eindelijk in zicht. Ik ben wat vooruit gelopen en maak vast foto’s. De wissel, een kus, een knuffel en vragen hoe het gaat. En dan mogen we eindelijk van start. Richard gaat als eerste, ik mag daarna. Natuurlijk ga ik door alle adrenaline veel te hard van start. Mijn mond is gortdroog, mede door het hooikoorts pilletje en het lijkt wel of mijn longen en keel in brand staan. Dit is een drama en hopelijk komt het doordat ik te snel ga.
Anderhalve kilometer is gelukkig te overzien en ik heb even in het busje om bij te komen als de anderen lopen. Ik neem een winegum in de hoop dat het mijn keel smeert. Dat lukt een beetje. Iedereen biedt me van alles aan maar ik hou het even bij water. Als het mijn beurt weer is ga ik beduidend langzamer en dat gaat beter. Van daar uit de routine van lopen, busje in, wachten tot het mijn beurt weer is en lopen. Tussendoor voornamelijk water drinken en af en toe wat eten, stukje brood, stukje koek, wat tomaatjes en vooruit een chocolaatje.
We hebben geen volle 60 km maar 55 km, dus in plaats van 10x de man is het maar 9x. Desalniettemin voel ik dat de vermoeidheid groeit naarmate ik mijn rondes afstreep. Zo langzamerhand moet ik ook weer naar de wc om meerdere redenen. We staan naast een feesttent waar een groot carnavalsfeest voor jongeren gegeven wordt. Ik vraag of ik naar de wc mag en natuurlijk mag dat. Als ik in de rij moet staan word ik zelfs dwars door de feestzaal naar een toilet van het personeel gedirigeerd. Hoe blij kan je zijn met zo iets kleins? En het loopt toch makkelijker.
Dan de laatste ronde. Ik ben blij als het er op zit. Inmiddels is het donker geworden en moeten we onze gruwelijke lichtvesten aan. Hoort er allemaal bij. Als de chauffeurs zoeken waar team A moet zijn zie ik ze staan. We parkeren bij de Burger King en lopen naar de groep. Opnieuw knuffels en kussen en het vooruitzicht van een douche en toilet, wordt ons verteld. Team A gaat weer op pad en wij wandelen richting kamp. Daar aangekomen eerst naar de wc en daarna lekker douchen. Dan zorg ik dat mijn spullen klaar staan voor als we over 2 uur weer gewekt gaan worden. Warren warmt maar liefst drie pannenkoeken voor me op en die gaan er prima in. Ik zoek mijn plekje en ga in de bus liggen. Lekker rustig, slapen doe ik toch niet en het is warmer dan buiten.
Ik zet mijn wekker en dommel lekker weg. Rust is altijd goed. Twee uur later gaat diezelfde wekker en denk ik dat ik toch wat wegtrekkertjes gehad heb. Veel te weinig natuurlijk maar kan ik mooi vast oefenen voor de Bello Gallico in December. Ik ben enorm brak maar na twee tosti’s lijkt het toch wel weer te gaan. Nog één keer naar de wc, de laatste spullen pakken en dan gaan we weer op pad naar de wissel. Het is einde van de nacht en ook al begint het al te schemeren voelt het koud. Jasje aan dus. Deborah start en als ik na Richard moet hebben we gelijk een Run-Bike-Run. Jeroen gaat met me mee, we moeten de Maasbruggen over. Met de opkomende zon is het een prachtig gezicht en ik kan niet laten om een paar foto’s te maken. Met de fiets lukt dat prima en rennend gaan één of twee ook nog wel.
Uiteindelijk blijkt het maar 4 km in plaats van 5 km dus als we 1 km om en om lopen heb ik er twee opzitten, plus twee ‘op de fiets’. Daarna gaan we opnieuw de routine in van lopen, busje in en wachten tot je weer mag lopen. Peter en Menno hebben van het busje een Oktoberfest gemaakt. Ze zijn gekleed in lederhosen en we krijgen 5 uur lang Duitse schlagermuziek te horen, inclusief ieder fout Nederlands skihut nummer, maar dan in het Duits. Joepie… Gelukkig is Rammstein ook Duits en speciaal voor mij heeft Menno welgeteld één nummer opgenomen in de playlist. Dan ook wel een van mijn favorieten, Deutschland.
Het is al snel licht en wegen langs het bos wisselen zich af met kleine dorpjes. Ergens moet ik vreselijk naar de wc. Zo moeilijk als het gisteren ging lijkt het wel of vandaag alles ingehaald wordt. Natuurlijk nergens een wc te bekennen en omdat het nog zo vroeg is, is alles dicht, inclusief de Shell. Gelukkig ben ik een trailert en ligt er wc papier in de bus. Onderweg geniet ik van het prachtige Nederlandse landschap in de opkomende zon.
Alhoewel het ritme er in zit, is de snelheid er bij iedereen een beetje uit. Niet alleen de vermoeidheid maar we kampen allemaal ook met pijntjes. Hopelijk gaat dat vanmiddag beter. Toch mogen we bij iedere ronde weer strepen en dan kom je uiteindelijk op tien. Maar eerst nog langs de ondersteuningspost van de Roparun, waar we een heerlijk broodje worst en een chocoladebroodje krijgen. Dan door naar Sevenum waar team A ongeduldig staat te trappelen om weer te mogen lopen. Er is in het dorp zowaar ook een onthaalcomité en we wisselen op hetzelfde plein als vorige keer. De wissel is rap en wij rijden ook snel door naar het kampement, dit keer op het terrein van een bevriende tuinder.
Daar word ik gelijk gegrepen door Ilona voor een massage en dat is hard nodig want mijn linkerbeen wil niet meer. Douchen kan ook maar is bij de eigenaar thuis. Niemand wil daar gebruik van maken en na het toilet gaan ze gelijk slapen. Nou, dat moeten ze lekker zelf weten, maar ik doe het wel en het is heerlijk. Daarna spullen klaar leggen en even liggen op een bedje. Inmiddels begint het met regenen.
Ik doezel wat weg en om half een worden we weer gewekt. Broodje ei met spek, een handje M&M’s and we are good to go. We rijden weer naar de wisselplek en wachten team A op. Het weerzien is kort en krachtig. Richard start met lopen en ik maak me klaar om het over te nemen en de treadmill weer in te gaan. Het thema van deze etappe is trouwens Back to the eighties! De mannen hebben zich in Miami Vice-achtige shirts gehesen met bijpassende muziek. Beter.
We zijn in Eindhoven en de regen komt nu met bakken uit de hemel. Tja, wat doe je er aan behalve je luxe trail regenjasje aantrekken? Alle dooddoeners over regen passeren de revue, ‘het meeste valt er naast’, ‘wat nu valt kan straks niet meer vallen’ en zo, maar voorlopig moeten we gewoon lopen, fietsen en rijden. Mijn tweede ronde is een Run-Bike-Run, dit keer met Richard. Het landschap is mooi maar helaas heb ik er weinig oog voor tijdens het rennen. Ik ben veel te druk met het, overigens tevergeefs, ontwijken van plassen.
Ik vraag Peter om een loopfoto in de regen te maken maar hij is te moe en vergeet het iedere keer. Dan maar aan Deborah vragen om er op te letten, maar ook die is te moe. Uiteindelijk vraag ik Richard tijdens een stop om een foto te maken terwijl ik door een plas stamp. Olav kan weer trots zijn en ergens maakt het me allemaal ook geen reet meer uit. Ik zit midden in mijn hyper.
Dan een bijzondere verrassing. De moeder van Deborah en haar vriend komen ineens aanrijden. Het is een emotioneel moment en Peter scoort er ook nog een paraplu mee. Deborah krijgt later helaas last van haar kuiten en is ook nog gezwikt met haar enkel. Ik besluit dat we allemaal een rondje van 2 km lopen zodat zij een keer kan overslaan en daarna mag ze van mij en Peter alleen nog maar 1 km lopen. Dat werkt prima en zo maken we onze bingo kaart toch vol.
Vanuit team A horen we geluiden over een vreselijk kampement. Onaardige mensen, nat en koud omdat het buiten is en de massages worden onder een viaduct gegeven. Nikki en Johan gaan op zoek naar iets anders en tegen de tijd dat wij klaar zijn mogen we daarom naar Europarcs Kaatsheuvel voor een dak boven ons hoofd, een douche, matrassen om op te slapen en niet geheel onbelangrijk, friet en snacks!
Nog even de laatste kilometer voor de wissel, die ik af maak omdat ik nog 300 meter moet voor de 17 km. Daarna mogen we naar Europarcs. Daar wacht ons de beloofde douche en veel belangrijker, de frietjes met de snacks. Toch ga ik eerst douchen, dan heb ik dat maar gehad. Daarna lekker frietjes en een kipcorn. Nog even de kuiten laten masseren, spullen klaarleggen en dan toch maar even op een matras gaan liggen.
Een uurtje later is het alweer tijd. Bij de wissel is team A nog behoorlijk fris en hebben wat van onze tijd goedgemaakt. Wij gaan nu vol de nacht in. Richard moet wederom beginnen, ik volg. Ik heb voornamelijk last van mijn blaar rechts op mijn hiel maar even de pijn verbijten en dan gaat het wel weer. Gelukkig regent het niet meer maar miezert het alleen nog.
De nacht kenmerkt zich door lopen en uitkijken naar het groene licht van Menno, die het einde van de anderhalve kilometer markeert. Toch hebben we her en der wat afleiding. Ik mag gelijk via een zorgtehuis lopen waar de nodige aandacht aan de Roparun gegeven wordt. En als we door Sprundel komen hebben ze aan beide kanten van de straat als een soort erehaag een vuurkanon. Rammstein is er niets bij. In het centrum zelf hebben ze ook aankleding met licht.
Ook in Roosendaal is een groots ontvangstcomité. Een beetje a la Zele in België, waar de Roparun het feest van het jaar is. Vanwege het tijdstip is er helaas nauwelijks publiek maar de burgemeester staat op het podium waar we overheen lopen, we worden aangekondigd, ik maak een foto met de burgemeester en we krijgen een tasje met inhoud. Ik krijg ook persoonlijk van de burgemeester een bidon en een schrijven. Dit zijn de momenten die je een extra boost geven.
Dag 3
Het wordt al vroeg licht en de vermoeidheid begint nu echt zichtbaar te worden. Iedereen ligt tussentijds in het busje te slapen en het lopen gaat niet meer zo soepel laat staan snel. Ik tel mijn rondes af. Als ik er nog drie moet en we aan het rekenen zijn qua afstand tot de wissel gaat er iets mis. Volgens mijn berekeningen is het nog zo’n 16,5 km. Volgens die van Menno zijn het er nog 28.
Na wat gesteggel komen we er achter dat er een fout in de berekeningen van het schema zit. Dat betekent voor de lopers minimaal 2x extra lopen en voor de fietsers komt er ook een kleine 12 km bij. Dat eist teamoverleg. Daar komt uit dat wat moet dat moet, maar dat het wel veel is. Het compromis is team A bellen en vragen of ze eerder willen starten. Er wordt gebeld en dat is wat er ook afgesproken wordt. Team A slaapt weliswaar nog maar ze krijgen geen keus. Hup, gewoon bikkelen. Net als wij. Ondertussen is het volledig licht en komen we door Ossendrecht waar ze ook werk gemaakt hebben van de doorkomst. Deborah mag er doorheen.
Van daaruit het dorp uit, heuvel op en langs een natuurpoort. Mooi. Het is mijn beurt en ik zie een oudere man voor mij die het zwaar heeft. Het kan me niet schelen, deze is voor mij! Tenminste een keer een team ingehaald in plaats van alleen maar ingehaald worden. Heuvel af en Feuer Frei in mijn oren helpt dan wel. Deborah en Jeroen nemen nog een Run-Bike-Run voor hun rekening en het is mij daarna niet helemaal duidelijk of ik nou nog 1x of 2x moet. Ik pak in elk geval nog één keer heuvel af met Thunderstruck en geef alles wat ik heb. En moet ik nog een keer, dan heb ik nog een joker achter de hand, maar we zien wel of het nodig is.
Deborah doet nog een laatste Run-Bike-Run maar ze lopen mis. Met haar kuiten wordt het dan iets te lang lopen dus pikken we haar op met de fiets. Richard maakt hem af, ik ben niet meer nodig, en dan is het op zoek naar team A die klaarstaat voor hun laatste etappe. Na de wissel gaan we naar het zwembad waar we kunnen douchen, iets eten en even slapen alvorens we onze eigen laatste etappe gaan lopen. We zijn nu op bekend terrein.
We rijden naar Numansdorp-Klaaswaal waar we wachten op team A. Het is vooralsnog droog maar in de verte zien we zware regenval en Buienradar vertelt ons dat ook wij een en ander over ons heen gaan krijgen. What else is new? Inderdaad komt er even later een behoorlijke bui op ons hoofd terecht, maar die trekt ook weer weg, en dan is daar Team A. Na het weerzien, waar we nu als team even een moment compleet zijn, moeten we toch weer door. We mogen met maximaal 11 man/vrouw de laatste etappe van het parcours rennen en fietsen. Dat is per definitie de lopers en fietsers van team B en de nieuwelingen. Daarna hebben mensen aan kunnen geven of ze mee wilden.
Uiteindelijk gaan we met mijzelf, Deborah, Richard en Jeroen als lopers van team B, Richard en René als fietsers en Menno sluit ook aan. Daarnaast loopt Jan ook mee, net als Ilona, Astrid en Sandra op de fiets. Er wordt enorm getreuzeld als zowel Menno als ikzelf het tijd vinden om te vertrekken. Nog een afscheidskus en we gaan op pad voor de laatste 40 km. In eerste instantie is het nog droog en ik ben hoopvol. Dan valt er een kleine bui en is het weer droog. Nog steeds ben ik hoopvol, maar als het daarna begint te regenen en het duidelijk wordt dat het geen ‘buitje’ is, ruil ik mijn hoop maar in voor wat gevloek en getier, en uiteindelijk acceptatie.
We lopen nu kilometers in plaats van anderhalf en daar ben ik enorm blij mee. In theorie moet ik tien keer een kilometer lopen, maar zowel Menno als Jan pakken ook regelmatig een kilometer. Normaal gesproken zou ik dat smokkelen vinden en daar moeite mee hebben, tenslotte is dit de etappe van team B en is ‘mijn’ portie gewoon 10 km, maar gezien het feit dat ik heel erg moe ben en de regen gewoon een extra belastende factor is accepteer ik maar dat ik waarschijnlijk minder loop. Bovendien heb ik in de vorige twee etappes toch ook iets meer gelopen dus dat compenseert weer.
We houden de normale volgorde aan, Richard eerst, dan ik, Jeroen en als laatste Deborah. Als ik mijn tweede kilometer loop kom ik langs het huis van Ysbrand en Marilene. Die hebben een groot spandoek laten maken maar omdat ik aan het rennen ben kan ik er helaas geen foto van maken. Wel enorm leuk om te zien.
Het eerste dorp dat we tegenkomen is Oud-Beijerland. Normaal gesproken is dit een doorkomstdorp met heel veel drukte, maar de regen helpt niet mee. Ik ren er gedeeltelijk doorheen en zie ineens André en Els staan. Ik roep en zwaai naar ze maar ze zien me te laat voor een foto. Daarna door naar de Heijenoordtunnel. Wie gaat hem lopen? Menno? Nee, zijn kilometer is klaar voordat we er zijn. Jan dan? Nee die redt het ook niet. Deborah? Geen goed plan met haar kuit als ze dan ineens omhoog moet. Vooruit, ik pak hem wel.
Even lijkt het of mijn kilometer ook op is voordat we de ingang bereiken maar het gaat goed. Ik vlieg naar beneden en loop iets meer dan een kilometer voordat ik het dieptepunt bereikt heb. Misschien wel letterlijk en figuurlijk. Mijn voorwaarde was wel dat iemand anders omhoog zou lopen en Richard is de lul. Maar ook op de fiets is het zwaar en geen pretje en ik wandel dan ook het laatste stukje met de fiets in mijn hand omhoog. Trappen lukt niet meer.
Het voordeel van de tunnel is dat we heel even droog lopen, maar nu we de tunnel weer uit zijn worden we weer blootgesteld aan de regen en de wind. Bah, dit is gewoon echt niet leuk meer. We gaan nu naar Barendrecht en ik herken de route van drie jaar geleden. Toch lopen we ergens mis omdat de GPS het door al die regen het ook niet meer weet. Het is even zoeken maar dan pakken we de route toch weer op en gaan verder, Barendrecht in.
Ook hier wordt pijnlijk duidelijk dat vanwege het slechte weer de support en aanmoedigingen op straat letterlijk in het water gevallen zijn. Er is bijna niemand vergeleken met wat je normaal hebt, en ook de enigszins verwachte RMD-ers aan de kant zijn al weg, als ze er al gestaan hebben. Hopelijk straks op de Coolsingel dan maar, want ik heb best behoefte aan wat bekende gezichten langs de kant. Ik word er lichtelijk depressief van.
Gelukkig zijn er ook nog momenten waarop ik die steun wel krijg, als we langs een hospice lopen en een aantal mensen door weer en wind met bakken dropjes langs de kant staan. Ik hoef niet per se iets maar pak toch een snoepmuis. Ze doen tenslotte ook hun best om er iets van de maken en wat extra suiker kan in deze omstandigheden geen kwaad.
Langzaam maar zeker naderen we de finish als we Rotterdam binnenlopen en richting De Kuip gaan. Nu is het echt niet ver meer en ik loop mijn laatste kilometer, de achtste van deze etappe en na een snelle optelsom mijn zeventigste van deze Roparun editie. Ik reken hem goed. Jan tikt me nog een keer af en ik heb beloofd dat hij dat op mijn bil mocht doen. Wel de rechterbil, want dat is mijn voorkeursbil. Geintje natuurlijk maar het houdt de sfeer er wel in. Hij loopt tot een paar meter voor de finish. Die laatste meters zijn voor Deborah en dan ineens zijn we klaar.
De rest van het team stond ons al op te wachten met de nodige aanvulling van het thuisfront en een paar mooie spandoeken. Er wordt druk gekust, geknuffeld, gehuild en bijgepraat en iedereen wil van alles maar we moeten ook doorlopen want we moeten nog naar de Coolsingel. De wind en de regen maken het er niet leuker op. Met de fietsen aan de hand trotseren we ook de Erasmusbrug nog, waar we Marco Vink en Michel Kip tegenkomen, de restanten van het RMD welkomstcommittee. De rest is ook al naar huis.
We lopen door maar ook de Coolsingel is relatief leeg vind ik. Door de vermoeidheid en de kou gaat het eigenlijk allemaal een beetje langs me heen. We lopen traditie getrouw als team met ons spandoek de Coolsingel over naar de ceremoniële finish, maar ik mis de sfeer en de euforie. Ik heb het alleen maar koud en het blijft regenen. Misschien komt het ook omdat we relatief laat zijn ook al hebben we in de laatste etappe een half uur van onze tijd ingehaald. Later begrijp ik dat de voorspelde doorkomsttijden op de Roparun site ook niet altijd klopten waardoor mensen die ons wél wilden zien, te vroeg of te laat waren.
Nelli Cooman is wel enorm enthousiast als ze ons ziet en we krijgen allemaal een kus en een knuffel. We worden aangekondigd en dan zijn we door de finish. We hangen onze bloem aan de muur en willen nog een groepsfoto maken maar Jeroen en Menno worden weer door Radio Roparun geclaimd voor een interview en wachten in de regen en kou duurt te lang.
We hebben afgesproken bij Barclays waar we een drankje en onze medaille krijgen, en lopen daar naar toe. Frank heeft de auto en de tassen al opgehaald en thuis gebracht terwijl ik aan het lopen was en ik had gehoopt dat hij wat droogs mee zou nemen maar dat ging even mis. Ik word dan ook verscheurd tussen gezellig een drankje doen met het team en naar huis gaan om te douchen en droge kleding aan te trekken. Ik ben koud en nat tot op het bot en er helemaal klaar mee. Het wordt het drankje maar als die op is wil ik toch écht naar huis en ik ben niet de enige.
Na wat duwen en trekken krijg ik Frank ook mee dus we nemen afscheid van iedereen en gaan met de metro naar huis. Mijn fiets moet ook nog mee maar blijkt de metro niet in te mogen dus Frank moet fietsen. Thuis mag ik eindelijk mijn natte zooi uittrekken en duiken we in bad. Eten laten we bezorgen en ik kan het nog opbrengen om mijn tassen uit te pakken en op te bergen want morgen moet er gewoon weer gewerkt worden. Foutje in de planning. Frank valt na het eten in slaap, ik volg een half uurtje later. Na een Roparun weet je weer wat luxe is. Een bed, een dak boven je hoofd en warme droge kleding. Zo simpel is het leven eigenlijk.
Roparun 2022. Het was weer afzien, waarschijnlijk de natste editie ooit wat een extra handicap was. Maar wat was het ook weer een avontuur en wat is het toch fijn om met een mooie groep mensen een team te vormen en dit te mogen doen. Dit is wat ik liefde voor je medemens noem. En ondanks alles wat we weer meegemaakt hebben maar ook dankzij alles wat we weer meegemaakt hebben is mijn enige vraag…
Is het al 26 mei 2023? JatogNiettan?!
P.s. Een dikke knuffel voor mijn team:
Nikki (Teamcaptain en drijvende kracht), Warren (Masterchef), Leo (Kwartiermaker), Johan (Kwartiermaker), Patric (Kwartiermaker), Astrid (Masseuse), Ilona (Masseuse)
Bus A: Bastiaan (chauffeur), Novanyo (Chauffeur), Pascal (Fietser), Sandra (Fietser), Frank (Loper), Jan (Loper), Brigitte (Loper), Walter (Loper)
Bus B: Menno (Chauffeur en teamcaptain), Peter (Chauffeur), Richard (Fietser), Rene (Fietser), Jeroen (Teamcaptain en loper), Richard (Loper), Deborah (Loper), Saskia (Loper).
Wat een mooi verslag zeg. Het grijpt me en is zo geschreven dat het net is alsof ik erbij was.
Dank je wel!