Ik sta niet bekend om mijn briljante ideeën. In elk geval niet als het gaat om hardlopen. Een halve marathon lopen de dag nadat je terug bent van vakantie uit Bonaire, waarbij er zes uur tijdsverschil is en je dus een jetlag hebt van hier tot Tokyo. Aan de andere kant helpt het ook niet dat de organisatie van de Vestinglopen die Halve van Hellevoetsluis dan ook precies op die dag planned. Dat hadden ze best op een andere dag kunnen doen toch? Maar helaas. Nee, ik snap het ook niet maar goed, wat doe je er aan. Die vestingloopheldmedaille wil je toch hebben, dus lopen met je kadaver. En misschien helpt het met de jetlag.
Gelukkig is de start pas om 11:30 dus met alles er op en er aan moet ik om 9:00 opstaan. Gevoelsmatig staat de wekker om 3:00 ‘s nachts. Opstaan is dus al een opgave op zich. Even los van het feit dat ik de dag ervoor negen uur opgevouwen in een vliegtuig heb gezeten. En misschien de twee weken vakantie van korte rondjes en veel eten ook nog in mijn lijf heb zitten. En mijn hardloopvriendinnen op vakantie zijn of nog geen halve kunnen lopen. En Frank een ander onzalig idee heeft en niet mee gaat. Op zijn Bridget ‘all by myself’ Jones dus. Nou ja, we gaan medaille halen en worden toch geen eerste. We komen vast nog wel een bekende tegen.
Frank wil kilometers maken en loopt van huis naar Hellevoetsluis en rijdt daarna met mij mee terug naar huis. Moet hij lekker weten. Ik vind eenentwintig kilometer genoeg voor vandaag. We gaan in elk geval tegelijkertijd weg. Half versuft rij ik naar Hellevoetsluis en kan gelukkig vlak bij de start parkeren. Als ik mijn startnummer wil halen kom ik Christa en Carola tegen. Christa loopt de 5 km maar Carola loopt ook de halve en had ook gehoopt dat er meer bekenden zouden zijn. Ik stel gelijk voor om samen te lopen. ‘Ja maar ik loop heel langzaam hoor’, zegt ze bescheiden. Nou, dan heb ik nieuws voor haar. Vandaag ben ik ook niet zo snel.
Terwijl we staan te wachten tot de 5 km start is René er ook. Die loopt de tien, maar we halen hem over om ook de 21,1 km te lopen. Niet dat hij met ons loopt, maar psychologisch leuk om nog een bekende te hebben die meeloopt. Als de 5 km weg is mogen we klaar gaan staan. Er lijken niet veel deelnemers te zijn. Na de start merk ik gelijk al dat het niet vanzelf gaat. Ik blijf lekker bij Carola, kunnen we gezellig samen lopen. Het is warm en na het eerste stukje door de haven komen we al gauw op een lange weg langs het weiland in de brandende zon. Die ben ik gelukkig vanuit Bonaire al gewend.
Desondanks gaan de eerste vijf kilometer nog wel ok. Ik maak af en toe een foto onderweg en tel af. ‘Nog drie keer vijf kilometer en een beetje’, zeg ik meer ter motivatie voor mezelf dan voor Carola. Ze geeft een paar keer aan dat ik mag gaan maar ik vind het helemaal prima zo. Dat we helemaal aan het eind van het deelnemersveld zitten kan me vandaag ook niet zo veel schelen, meer zit er gewoon niet in.
In de warme zon denk ik een paar keer aan Frank. Die loopt ook in deze warme zon en ik weet hoe zwaar hij dat vindt. Bij Spijkenisse zal Olav aansluiten maar tot die tijd… Ondertussen werken Carola en ik ons langzaam maar zeker naar de voet van de brug, waar we een heen en weertje lopen. Gek genoeg kijk ik het meeste uit naar dit stuk. Ik hou er van om op bijzondere plekken te lopen en hier ben ik nog nooit geweest. En heeeeeel misschien hebben we hier ook een beetje wind.
Terwijl we de brug oplopen peuter ik een inmiddels behoorlijk gesmolten chocolate bar uit mijn Flipbelt en met kliederige handen eet ik de helft. De andere helft bewaar ik voor als we weer een waterpost hebben, dan kan ik tenminste mijn vingers schoonmaken. Ik moet wachten tot we aan de andere kant van de brug zijn. Maar eerst staat halverwege Rob Sportfotografie nog foto’s te maken van de inmiddels terugkomende lopers. We hebben mazzel. Net als er even geen lopers van die kant komen draait hij zich om en ziet ons, en natuurlijk trek ik Carola er bij om even te poseren. Dikke kans dat hij er op de terugweg niet meer staat.
Zoals verwacht loop ik prima op de brug. Helemaal het stuk naar beneden toe. Onderaan, aan de andere kant, staat Sasha met niet alleen water maar ook met sponsen. We nemen even rustig de tijd om af te koelen en een praatje te maken, maar dan moeten we toch echt weer op weg. Als we teruglopen zie ik dat we toch niet de laatste lopers zijn. Ik zou toch zweren dat. Ook Rob heeft gewacht tot de laatste voorbij komt dus we mogen opnieuw lachen voor de camera.
Beneden aan de brug duiken we nu een beetje de duinen in. Klein stukje maar, tot we weer op een lang stuk langs de weg komen. Daar gaat de stekker er uit en val ik stil. Ik voel me net een Formule 1 coureur met motor failure. Ik kan Carola in elk geval niet meer bijhouden want die bikkelt lekker door. We zitten dan op 14 km en ik heb nog 7 lange kilometers te gaan. Het wordt nu rennen, wandelen, rennen. Ach, het zal niet de eerste keer zijn dat ik zo de finish haal.
Sterker nog, we halen zo zelfs nog wat mensen in. Bij de eerstvolgende drankpost kom ik weer bij en ik vertrek ik iets eerder. Carola loopt zo lekker door, die heeft me binnen no time wel weer ingehaald is de redenatie en dat klopt ook. Bij 15 km stiefelt ze me alweer voorbij. Ik haak nog een kilometer aan als het gat nu langzaam maar zeker groter wordt. Aan de andere kant is het nu echt aftellen.
Ze is zo lief om bij de laatste drankpost, zo rond de 18,5 km, op me te wachten zodat we het laatste stuk toch nog samen kunnen lopen. Inmiddels zijn we weer bij de bewoonde wereld en ook Leen komt even gedag zeggen. Dan nog een hels stuk over de vestingmuur, met veel bochtjes en trappetjes, maar dan komt toch eindelijk de finish in zicht. Nog even tanden op elkaar en dan voor de laatste keer lachen voor Rob, die ons eerder op de fiets voorbij kwam toen hij terug naar de start-finish racete. We zijn in elk geval binnen de 2:30 gebleven.
Frank is er nog niet en we kletsen even na, ook met René die al lang en breed binnen is. Het wachten is op Frank en Olav als ze een kwartier later aan komen hobbelen en hilarisch genoeg over de finish komen waar ze afgekondigd worden door de speaker. We drinken nog wat als er op de klok gekeken wordt om te zien dat we moeten opschieten voor Max. We nemen afscheid en brengen Olav naar huis, waar we blijven plakken voor de race en gelijk de BBQ ook maar aangestoken wordt. Dat lost in elk geval het ‘wat eten we vanavond’ probleem op. Rond de klok van 20:00 richting huis want morgen moet er weer gewerkt worden.
Vestingloop Hellevoetsluis, check. Medaille vier van de zes voor de vestingloopheld, check. Jetlag overwonnen? We gaan het zien morgen. Voor nu, welterusten!