Bruggenloop 2022, terug van weggeweest

Misschien is de Bruggenloop wel mijn eerste serieuze hardloopwedstrijd geweest. Ik had twee keer eerder aan een officiële wedstrijd meegedaan, van respectievelijke 4 km en 5 km, maar dit was andere koek. 15 km terwijl ik nooit verder dan 10 km had gelopen. Dat was in 2012. Sindsdien heb ik geen enkele editie meer gemist, tenzij hij niet door ging natuurlijk. 2017 met de grote sneeuwval, maar zelfs toen liepen we hem alsnog zelf, en 2020 met Corona. 2021 dreigde we hem te moeten missen omdat we de Bello Gallico liepen en die was hetzelfde weekend, maar vanwege Corona werd hij nóg een jaar doorgeschoven. En dit jaar zijn we er gewoon weer bij, want nu past hij wel weer in de planning.

De omstandigheden niet ideaal. Nog steeds last van ‘de bil’ dankzij een overenthousiast paard in de galop, en volgende week staat ‘de grote loop’ op het programma. Maar ik doe nu eenmaal alles voor een oliebol, en zonder Bruggenloop geen oliebollen. Dus trekken we de kerstmuts uit de kerstdoos en leg ik mijn traditionele ‘foute kersttrui’ shirt met ditto broek klaar.

Het enige nadeel van de Bruggenloop is altijd het tijdstip. Ik loop nooit zo goed als ik de hele dag heb lopen lanterfanten. Frank brengt uitkomst. Terwijl ik in mijn hoofd heb om rond een uur of twee te vertrekken wil hij om één uur al weg. Tenslotte moet hij ook de oliebollen nog ophalen. Vooruit dan maar. We zijn dan ook vroeg in de Green Room maar daar waar ik bang was dat ik twee uur met mijn ziel onder mijn arm zou lopen komen de bekenden binnenhobbelen en gaat de tijd toch snel voorbij. Om vijf over drie lopen ik, Linda en Renate richting startvak, de rest komt later.

Het is koud en mijn voeten bevriezen maar ik weet dat als ik eenmaal ga lopen ik zo opwarm. Ik heb mijn handschoenen in de Green Room gelaten. Het is alweer drie jaar geleden maar ik kan me herinneren dat ik ze toen wel aan had en na een kilometer net zo hard weer uit trok. Het duurt toch nog even maar dan mogen we toch van start. Mijn plan van vandaag is relaxt maar wel doorlopen, voor zover mijn lijf het toestaat.

Er gaat een lekker muziekje op. Linda is eigenlijk direct al weg en ook Renate ben ik even later ‘kwijt’ als ik achter twee lopers blijf plakken. Mijn been is stijf maar ik vermoed dat die straks wel wat soepeler wordt als hij wat opgewarmd is. Voor de rest loop ik eigenlijk best wel ok. De eerste twee kilometer gaan iets te hard maar eenmaal over het Varkenoordse viaduct kom ik in een prima comfortabele pas. Het enige waar ik nu last van heb zijn de lopers die per se sneller willen lopen en je rechts inhalen, terwijl ik toch al aardig rechts loop, en dan ineens voor je voeten schieten. Iets meer afstand houden zou toch wel fijn zijn, maar goed. Misschien ben ik die drukke events niet meer zo gewend.

Tegen de tijd dat ik aan de voet van de Erasmusbrug kom, en me bedenk hoe vaak ik hier al gelopen heb omdat het onderdeel is van mijn eigen kleine rondje brug, heb ik al minstens vier bekenden gezien en al een paar opmerkingen over mijn outfit gehad. Ach ja, als je loopt, loop dan in stijl. De brug heeft geen geheimen voor me en met beleid ga ik er op en er overheen. 

Aan de andere kant van de brug worden we nu beneden langs de Maasboulevard geleid. Ik was het vergeten en vanochtend hebben Frank en ik er nog over gediscussieerd. Uiteindelijk had hij dus gelijk dat we niet over de weg liepen. Langs de kant staat een bandje met muziekanten die allemaal een mooi kerstpak aan hebben. Een kerstelf, een rendier, een sneeuwman en zelfs een kerstboom. Ik maak natuurlijk even een foto. Die eerste 5 km gaan dan ook ongemerkt voorbij en vlak voor ons huis komen we weer boven op het fietspad. Natuurlijk wordt het grapje gemaakt dat ik zo ‘naar huis’ kan maar dat ik mijn sleutels niet bij me heb en dus maar door moet lopen.

Ik neem mijn tijd bij de drankpost en ga dan op weg naar de Esch en de Autostrada om daarna de Van Brienenoordbrug over te gaan. In tegenstelling tot andere jaren lopen we niet rechtdoor en het viaduct op maar gaan we vlak na de benzinepomp het park in om bij het fietspad en uiteindelijk de Van Ghent kazerne uit te komen. Dit is nieuw en bevalt me wel. Bij de Autostrada staat ‘DJ gewoon René’ en ook nu maak ik een foto. 

We zijn over de helft en ik begin de bil nu echt wel te voelen. Maar niet zozeer dat ik niet verder kan lopen en het geeft me een goed beeld voor volgende week. Ik kijk uit naar Rob Sportfotografie aan de voet van de Van Brienenoordbrug, waar iemand zei dat hij zou staan, maar ik zie hem niet. Het aantal bekenden is inmiddels opgelopen naar zeven en voor de keren dat ik een compliment voor mijn outfit krijg ben ik de tel kwijt. 

De Van Brienenoordbrug nemen we zoals een paar weken terug, toen ik nog een training deed voor New York. Langzaam maar gestaag en met het muziekje dribbel ik lekker door en gaat het eigenlijk wel prima. Bovenaan besluit ik straks in het zijstukje een foto te maken, waar ik dat altijd doe. Eenmaal daar aangekomen blijkt Rob Sportfotografie dáár te staan. Eerst even poseren dus voordat ik opzij het parcours afstap en mijn eigen foto maak. Rob maakt een opmerking over de eindeloze stroom lopers en dat hij kramp in zijn handen heeft van het drukken op de knop van zijn camera. Ja, met deze temperaturen zal hij het zwaarder hebben dan ik. 

Ik blijf niet al te lang hangen en ga weer door, nu lekker naar beneden en naar het 12 km bord. Andere jaren was dit echt wel een momentje van bikkelen, nu denk ik eigenlijk alleen maar: ‘oh, het is nog maar drie kilometer en dan ben ik er alweer.’ Ik moet eerlijk zeggen dat het niet meer jagen op PR’s of überhaupt snel lopen me heel erg goed bevalt. Getting too old for that shit, zullen we maar zeggen. 

Het is nu echt donker en het lint van lichtjes spreidt zich voor mij uit. Ik volg, soms gewoon achter iemand aan, soms er voorbij en de meesten laat ik zelf aan me voorbij gaan. Ik hou gewoon lekker mijn eigen tempo aan, niet in de laatste plaats omdat de bil dat dicteert. Volgende week is belangrijker dan nu een sprintje trekken op de laatste kilometers. Die laatste kilometer die er dan ook ineens weer is als het volgende bord 14 km aangeeft. 

Ik hobbel vrolijk door onder het viaduct van de Kuip door waar de lichten van de finish in vol ornaat me al tegemoet schijnen. Een paar mensen moedigen me nog aan. Ik ga niet sneller, maar ook niet langzamer. Vlak voor de finish word ik nog even opzij geduwd door een overenthousiaste loper die wél dat sprintje trekt en dan ben ook ik over de finish. Daar gaan we natuurlijk nog even op de foto met de kerstman om vervolgens tien kilometer door te moeten lopen om je medaille, een snelle Jelle en een flesje AA op te pikken alvorens we er uit mogen. 

Ik koel snel af en dribbel terug naar de Green Room waar Frank me al staat op te wachten. Maar nog belangrijker, waar de oliebollen liggen. Toch heb ik nog heel even geduld en trek eerst iets droogs en warms aan voordat ik mijn tanden in de bol en de poedersuiker zet. Een tweede volgt gauw. Na een gezellig uurtje napraten gaan we richting huis waar we lekker Chinees halen, douchen en op de bank ploffen.

Volgende week ‘maar’ 11 keer ditzelfde rondje…

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *