21,1 km. Het ‘Mariniersrondje’ vanaf de kazerne in Doorn over de Utrechtste Heuvelrug. Vandaag liepen wij het heel relaxt om te genieten, maar vorige week moesten de deelnemers van de Black Devils 100 dit als laatste lus lopen nadat ze er al 80 km op hadden zitten. Diep respect, want het was zelfs voor mij als relaxt rondje behoorlijk pittig. Mooi, dat wel, maar ik vraag me af hoeveel deelnemers vorige week nog in staat waren om er van te genieten.
De Black Devils 100. Twee jaar geleden liepen wij ook mee, dit jaar kwam hij verkeerd uit met onze planning. We hadden nog een appeltje te schillen met het Petranpad en daar ook al voor ingeschreven toen deze weer voorbij kwam. En twee weken 100 km achter elkaar is zelfs voor mij iets te gortig. Ik zou het fysiek absoluut niet gekund hebben. De 21,1 km van vandaag was daar zeker een bewijs van mocht ik nog enige twijfel gehad hebben. Helaas pindakaas dus, maar dit jaar ging hij aan onze neus voorbij. Alhoewel…
Als we dan toch niet gingen lopen konden we toch zeker wel gaan helpen? Er is altijd een chronisch tekort aan vrijwilligers bij hardloopevenementen, zeker als ze wat minder in de picture staan, dus ons aangeboden. Hoe moet je anders je vrije zaterdag besteden? En van dat aanbod werd gretig gebruik gemaakt.
Omdat we, bleek achteraf, ‘s avonds nog een verjaardag met BBQ hadden konden we maar tot 15:00 blijven, maar met een start om 5:30 lang genoeg en konden we in elk geval de eerste twee verzorgingsposten bemannen. En zo ging op de nacht van vrijdag op zaterdag, net als een week eerder, de wekker wederom om 3:30. Ik hoorde vandaag iets over dauwtrappen op het nieuws. Nou, dat doen wij zo langzamerhand vaker dan me lief is.
Geen hardloopkleding maar een spijkerbroek en een t-shirt, en een broodje pindakaas en een blikje chocomelk mee voor onderweg om straks als soort van ontbijt te serveren. Het is nog stikdonker en eenmaal bij de Van Ghentkazerne, waar de start is, staat Erwin ons al op te wachten. We kunnen niet op het terrein parkeren maar wel bij de hockeyvelden die er naast liggen. Nu is het wachten tot alle deelnemers er zijn en het startmoment.
In de tussentijd maak ik me nuttig door de trackers en de pakketjes met de shirts en labels klaar te leggen. Ik sta voor de verandering nu eens aan de andere kant van de tafel, maar ik weet hoe het werkt, bijna zelfs beter dan de organisatie. Trackers aanzetten, pakketje overhandigen en instructie meegeven. De lopers zijn er klaar voor en wij ook.
René doet nog een praatje en dan wandelt iedereen naar het startpunt, waar ik rustig op mijn gemak wat foto’s maak en daarna een filmpje van de daadwerkelijke start. Het begint al licht te worden. Wij liepen destijds nog een heel stuk in het donker, maar het was dan ook veel later in het jaar. Als alle deelnemers weg zijn ontvouwt zich het mysterie van wat er daarna gebeurt, want normaal gesproken zie ik dat nooit omdat ik aan het lopen ben.
Superspannend wat er dan allemaal gebeurt. De vrijwilligers en de mannen van de organisatie nemen een kop koffie, gaan nog even naar de wc, gooien de spullen in de auto en rijden naar de eerste verzorgingspost. En dat is het dan, spannender kan ik het niet maken.
We rijden langs de route naar het pontje richting Kinderdijk en de zien de lopers gaan. Ik kan het niet laten en roep door het raam ‘Zet hem op. Jullie zijn er bijna!’. Eenmaal aan de overkant is het kwestie van wachten tot de lopers ook over het pontje komen zodat we ze niet alleen kunnen aanmoedigen maar ook weer wat foto’s en filmpjes kunnen maken. Als ze allemaal voorbij zijn rijden we weer door, dit keer naar de verzorgingspost. Daar bouwen we de tent op, zetten alles klaar en begint de volgende sessie van wachten op de eerste lopers.
We staan bij de Westermolen en de molenaar komt op ons aflopen om te vragen wat we daar aan het doen zijn. Het blijkt de nationale Molen- en Gemalendag en ze verwachten bezoekers dus dan moet de parkeerplaats leeg zijn. Gelukkig begint het pas om 10:00 en dan zijn wij al weg. Het is een prachtige dag dus het wachten is geen straf. Maar dat is wel de basis van vrijwilliger zijn op een hardloopevenement. Voornamelijk wachten en dan pieken als er een loper komt.
Want als de eerste loper zich aandient springen we allemaal in de houding. Koortsachtig wordt er chips op de schalen gelegd, bananen gesneden, Tucjes uitgelegd en plakken ontbijtkoek losgehaald. Allemaal zaken die je niet van tevoren klaar kan leggen omdat het dan oudbakken wordt. We zijn dan ook een klein beetje teleurgesteld als de loper, die ondersteuning van een fietser heeft, gelijk doorloopt zonder iets te gebruiken. Wachten maar weer dan, op de volgende.
Die wil gelukkig wel wat water en ook alle lopers die daarna komen kunnen we water, cola, banaan of wat zoute sticks aan kwijt. Het voelt goed om ze te helpen en er voor te zorgen dat ze weer volledig bevoorraad op pad kunnen voor het volgende gedeelte.
Als de laatste loper voorbij is, netjes volgens planning om 9:30, bouwen we de boel weer af en rijden we richting verzorgingspost twee. Dat blijkt nog niet mee te vallen als er een Steenovenweg in Zaltbommel is en je de Steenoven in Culemborg moet hebben. Gelukkig hebben we tijd zat en is het euvel snel verholpen. Er is zelfs nog tijd voor een kop koffie en een stuk cheesecake. En dan is het opnieuw wachten op de eerste loper.
Ik ben opnieuw dankbaar dat de zon schijnt want het wachten duurt lang. Maar uiteindelijk is daar dan toch de eerste loper en volgen daarna de anderen. Het deelnemersveld is nu behoorlijk uit elkaar getrokken dus we volgen de stipjes en hebben af en aan wat te doen. Omdat de post nu op 63 km staat zijn de lopers wat vermoeider en hebben meer behoefte aan verzorging. Dat is fijn want als vrijwilliger op een verzorgingspost wil je maar één ding en heb je maar één doel. De lopers verzorgen! Ze helpen met eten en drinken, soms moed inspreken en zorgen dat ze doorlopen om de finish te halen. Vanwege de vermoeidheid moet jij soms voor ze denken, en dan is het handig als je zelf weet wat het is.
Drinken, check! Eten, check! Eten meenemen voor onderweg, check! Zorgen dat ze niks vergeten mee te nemen, check! Magnesiumpil tegen eventuele kramp, check! Even wat verkoeling met een ijspak, check! Batterijen wisselen, lampje voor later, niks meer in de dropbag dat ze wellicht nodig hebben, check! Alles passeert de revue en als ze weer helemaal up and running zijn, de veerboot in de gaten houden en ze er op wijzen of ze deze of de volgende willen pakken. Deze al? Dan moet je nu gaan lopen! Succes en cu at the finish.
Als ook nu de laatste loper voorbij is zit het er voor ons op. Vanwege onze agenda kunnen we niet mee naar de finish. We helpen nog even met afbouwen en opruimen, nemen afscheid en rijden richting huis. Met een voldaan gevoel en met spanning of iedereen het gaat halen. De rest van de avond houden we de stipjes op de tracker nog in de gaten om de bekenden te volgen, die het uiteindelijk allemaal halen.
Ik heb me wel eens afgevraagd of ik, als ik zelf niet meer aan hardloopevents mee kan doen, of ik dan zou gaan helpen. Of dat niet te veel pijn zou doen. Vandaag heb ik het antwoord op die vraag gekregen. Ik kan deze vraag nu volmondig met ja antwoorden. Kan of wil je niet lopen, ga dan helpen. Je maakt er toch deel van uit en het geeft een enorm voldaan gevoel. En als loper weet ik ook hoe belangrijk het is en hoe het gewaardeerd wordt als je na zeg 60 km iemand hebt die zorgt dat je genoeg te eten en te drinken hebt, die je die schop onder je hol geeft en tegelijkertijd de geruststelling dat het goed komt en je het gaat halen. Die zorgt dat je je lampje niet vergeet en je je weer sterk laat voelen als je er doorheen zit.
En dat allemaal vanaf de andere kant van de tafel.