Vrijdagochtend 04:00 ‘s nachts. Of ‘s ochtends, het is maar hoe je het bekijkt. Het is donker en koud, het waait maar het is droog. Linda en ik maken ons klaar maar eerst nog een foto bij het kanon, het voor mij officiële startpunt. Of onofficieel, het is maar hoe je het bekijkt. Linda loopt mee tot 24 km in Scheveningen, de eerste verzorgingspost die we op de planning hebben staan, alhoewel Frank bij Ter Heide op 11 km ook nog even langs de kant zal gaan staan. Marilene en Ysbrand komen aanrijden. Wat een verrassing! Ze komen mij, ons, uitzwaaien. Het is 3:55. Ik wil exact om 4:00 starten maar iedereen heeft het koud en dan is 5 minuten stilstaan lang. Vooruit dan maar. Vrijdagochtend 23 februari 2024 om 3:57 ga ik van start om 223 km volgens een route door de duinen van Hoek van Holland naar Den Helder te lopen. Ik zal er nooit aankomen…
De dagen ervoor zijn stressvol. Ondanks dat we het nodige gepland hebben blijkt in het leven maar weer dat niet alles te plannen valt. De aanhoudende regen maakt dat er steeds meer gebieden onder water komen te staan en daarmee paden officieel afgesloten worden. Vooral ook paden waar mijn route over loopt. Op het laatste moment zitten we dan ook de website van de Kennemerduinen af te struinen om te kijken waar we de route misschien wat moeten aanpassen. Het is niet altijd even duidelijk dus op hoop van zegen maar. Berichten van hardlopers die in dat gebied een boete hebben gekregen omdat ze op het ruiterpad liepen vanwege de ondergelopen paden helpen niet om de gemoedsrust te bewaren, natuurlijk heb ik al de hele week last van irritatie in mijn keel en ben snotterig, op donderdag komt storm Louis nog even langs en tot overmaat van ramp word ik toch weer ongesteld. So much voor de overgang.
De wekker staat om 2:15 zodat we om 3:00 zo’n beetje weg kunnen rijden. Frank heeft de gehuurde camper die als base camp moet dienen tijdens de stops al volledig ingericht met alle extra kleding, het eten en drinken, elektronica en zelfs kussens en twee dekbedden voor als ik of de supporttroepen even willen slapen. Aan ondersteuning geen gebrek. De grootste mazzel die ik heb is dat het droog is bij de start. Tenminste nog iets positiefs. Voor de start heb ik normale schoenen aangetrokken aangezien het toch voornamelijk asfalt of semi verharde wegen zullen zijn tot Scheveningen. Een thermoshirt, een normaal shirt en een jasje is tevens warm genoeg voor nu. Lampje op en dan gaan we van start. We zijn begonnen en ik laat alle stress van de afgelopen dagen achter bij het kanon.
Ik ben blij dat ik dit stuk een paar weken eerder verkend heb dus ik weet redelijk hoe we moeten lopen en wat ik kan verwachten. Omdat het donker is én omdat ik met Linda loop hoef ik geen muziek op en al kletsend rennen we langs de kade naar het strand van Hoek van Holland. In de verte, aan de overkant van het water, zie je de lichten van de Maasvlakte en ik hoop stiekem op een zeehondje straks op het strand. We moeten een klein stukje door duingebied om bij het strand te komen en het lijkt zelfs minder nat dan toen ik er eerder liep. Die illusie vervalt zodra we daadwerkelijk bij het strand komen, waar zich een groot meer gevormd heeft bij de uitgang van het pad het strand op. Nog geen 3 km en nu al natte voeten? Het is even zoeken maar we kunnen het vermijden en duiken het strand op.
Na een stukje strand komen we bij het eindpunt van de Metrolijn, daar waar we de duinen in moeten. We hebben hier wel vaker gelopen als we een lange duurloop voor een marathontraining deden. Ik laat Linda zien waar we een stukje route omgelegd hebben omdat ook hier zich weer een meer gevormd heeft. Linda vertelt ook dat ze hier vaak fietst, maar zo in het donker lopen is een compleet nieuwe ervaring voor haar. Gelukkig vindt ze het leuk en onder een redelijk tempo kletsen we honderduit. We komen dan ook snel en ongemerkt bij Ter Heide, onderweg konijntjes opschrikkend die voor onze voeten wegrennen. Nog even een foto bij de andere twee kanonnen en dan kijken waar Frank staat. Als we richting strand lopen zien we de camper staan.
Er is iemand bij hem en voor de tweede keer die ochtend een grote verrassing want het is vriend Bart. Die is naar Ter Heide gerend om het stuk tot aan de Puinduin met ons mee te lopen dus gaan we gezellig met ons drieën verder. Maar niet nadat we natuurlijk nog even een foto gemaakt hebben. We hebben pech want we zijn nog niet koud op weg of het begint te regenen. Bah, dat hadden we niet afgesproken. Gelukkig hebben we wind in de rug waardoor we er iets minder last van hebben. Op 13 km gaan we het strand bij de Zandmotor op. Het zand is hard, het is licht genoeg van een bijna volle maan en in tegenstelling tot vorige keer loop ik nu wel goed waardoor we niet om het water heen lopen. Was het even droog, begint het toch weer te regenen. Ter hoogte van de Puinduin komen we het strand weer af en nemen we afscheid van Bart.
Na de Puinduin duiken we het Westduinpark in. Het loopt beter en voelt sneller dan 4 weken terug maar toch zie ik al dat ik mijn planning nu al niet ga halen. Ik wilde in 3:15 in Scheveningen zijn maar dat zal eerder rond de 3:30 worden. Ik ben een beetje gedesoriënteerd. Waar is nou dat pad waar ik vorige keer die wilde koeien zag? Zijn we daar al voorbij? Maar nee, nu herken ik het weer en als we daar uitkomen staan we weer in de bewoonde wereld. In het donker ziet alles er toch anders uit. Het is inmiddels wel ongemerkt licht geworden. Nog even om de haven heen en dan zijn we bij Simonis, waar Frank en de camper staan samen met Ronald. Etappe 1 is klaar!
Ik wissel schoenen, sokken en jasje, eet en drink wat, neem ‘afscheid’ van Linda als loopmaatje en ga weer door. Ik loop over de boulevard van Scheveningen waar ze druk aan het verbouwen zijn. Wat een zooitje, maar bedenk me dan dat het pas februari is en ze het voor de zomer waarschijnlijk mooi willen hebben. Na de boulevard via Oostduinen en de watertoren, wat heb ik hier vaak met de paarden gereden, naar de Waalsdorpervlakte en Meijendel in. Het is weer gaan regen en vlak voordat ik het gebied in trek kan ik de camper nog even in voor wat eten en drinken want Frank en Linda staan bij de TNO. Dit stukje hebben we twee weken geleden ook gedaan, maar toen was het wél droog.
Ik hobbel over bekend terrein en verbaas me over de hoeveelheid lopers en wandelaars die op pad zijn ondanks het vroege uur en het slechte weer. En ondanks dat ik het hier redelijk ken en recent nog gelopen heb moet ik toch regelmatig checken of ik goed ga. Heb ik hier écht gelopen twee weken terug? Ik kan het me niet herinneren. Oh ja, toch wel! Dit was die trap naar beneden en de uitkijkpost omhoog. Als ik ergens voor mijn gevoel diep in Meijendel loop zie ik iets waar ik erg blij van word. Er staan twee wilde paarden in de bosjes, en als ik voorzichtig dichterbij kom zie ik de rest van de kudde. Een klein stukje verderop staan ook nog een paar zwarte koeien. Ik kan het niet laten en pak mijn telefoon om foto’s te maken. Ik ben minstens een kwartier tot twintig minuten bezig, maar dit is wel de reden waarom ik dit soort trails loop.
Ik kan me uiteindelijk losrukken van de paarden om weer op stap te gaan, richting de Parkeerplaats Kievietsduin waar ik mijn eerste marathon zal afronden. De eerste van de vijf en een half en ik ben zes en een half uur onderweg, een uurtje langer dan het Kroondomein. Ik trek weer andere schoenen en sokken aan en eet wat. Al met al toch weer een half uur verder en ik realiseer me dat die stops meer tijd kosten dan ik gepland heb. Sterker nog, ik heb eigenlijk niet zo heel erg rekening gehouden met stops in mijn planning. Puntje van aandacht.
Ik ga weer op pad en kijk uit naar het punt tot waar we de vorige keer gelopen hebben. Dat was toch verder dan ik dacht maar dan ga ik langs Wassenaar en richting Katwijk en vanaf nu is het voor mij onontgonnen terrein. Gelukkig is het weer droog maar helaas is dat terrein een beetje saai. Een lang, lang schelpenpad langs een fietspad. Het spannendste dat ik tegenkom zijn een paar zwart witte koeien die natuurlijk op de kiek mogen. Bij de Wassenaarseslag staat Frank me op te wachten. Die heeft zich uit de camper laten gooien en loopt met me mee naar Katwijk. Gezellig, bovendien hoef ik dan niet te navigeren. Niet dat dat heel spannend is nu want we moeten gewoon de route van de rode paaltjes volgen. We zien prachtige regenbogen maar we houden het droog. Tenminste ons lijf, want de voeten moeten toch her en der door water. Tijd voor de waterdichte sokken om hun werk te doen en te kijken in hoeverre ze nu écht waterdicht zijn. Mijn voeten worden wel wat vochtig maar ze blijven wel warm.
Zo bereiken we Katwijk waar Frank weer bij Linda in de camper stapt. Maar eerst moeten we nog even langs het checkpoint, het Vlaggeduin, een oude bunker uit de tweede Wereldoorlog. Daarna mag ik via de Coepelduinen naar Noordwijk lopen. Volgens Frank is dat de hel. Als ik er in ga vind ik het in eerste instantie wel meevallen tot het moment dat ik in het ‘vrije’ loopgebied kom. Ergo, er is geen pad meer te bekennen en dus moet ik door het mulle zand mijn eigen weg zoeken wat niet altijd even makkelijk gaat. Maar eerlijk is eerlijk, het gebied is prachtig! Ook nu kan ik het dan ook niet laten om foto’s te maken en ik zie zowaar een oud muntje in het zand liggen. Ik neem hem mee en kijk thuis wel wat het is. Het blijkt later een verweerde cent uit 1904. Die mag in de vitrinekast met souvenirs. Ik ploeter voort in het zand, sta aan de rand van een afgrond waar Frank het al over had, loop een beetje uit het pad van de route, vind hem weer terug en kom uiteindelijk inmiddels veel later dan gepland in Noordwijk aan. Ik krijg een heerlijk broodje Unox. Gelijk een goed moment om zowel mijn telefoon als mijn klokje op te laden. Als Frank hem aan de USB van de camper hangt gaat het fout. Doordat hij verbinding probeert te maken met de camper gaat hij uit en slaat mijn loop op. Shit, nu krijg ik gebroken loopjes maar goed, niets aan te doen.
Vanuit Noordwijk ga ik door naar Noordwijkerhout en de ingang van de Amsterdamse Waterleiding Duinen. Daar sluit Frank weer aan om met me mee te lopen. Het is een lang stuk van 18 km achter elkaar en ook weer veel om water heen lopen en spoorzoeken. Ook nu navigeert Frank wat mij weer helpt. Het gaat gelukkig goed en op het opschrikken van een paar herten na gebeurt er niks spannends en komen we in iets meer dan vier uur later aan in Zandvoort. Op de route is het kilometer 90, ik sta zelf dan al op ruim 95 km. Ik neem wat uitgebreider de tijd om wat te eten, de zelfgemaakt macaroni die Linda heeft opgewarmd. Het is dezelfde pasta die we donderdagavond gegeten hebben, maar in tegenstelling tot die avond is de macaroni nu niet te vreten. Er zit geen enkele smaak aan en we hebben geen ketchup bij ons. Toch eet ik mijn bord leeg, ik weet dat ik voedsel, lees energie, nodig heb.
Na een uur ga ik weer op weg. Langs de weg in Zandvoort moet ik ergens de bosjes in lijkt het. Ik kan het pad niet vinden en ben ruim een kwartier bezig met heen en weer lopen, het duin op klimmen om tegen een hek aan te lopen, er weer af en weer heen en weer te lopen. Dan krijg ik door dat het spoor op mijn GPS waarschijnlijk ongeveer 2 meter naast de route loopt. Soms gebeurt dat als er veel bewolking is. Het is even nadenken hoe ik de GPS dan moet lezen maar dan heb ik toch het juiste pad weer te pakken. Denk ik, want ik loop nog minstens twee keer verkeerd voordat ik ‘ergens’ ben wat ‘ongeveer’ de route moet zijn. Lekker door de struiken met de nodige doorns langs ‘iets’ dat op een pad lijkt. Ach, zo lang ik in de juiste richting loop zal het wel ok zijn. Dat is het niet, tenminste niet helemaal want ik loop tegen een hek aan en als ik uitzoom en beter kijk had ik aan de andere kant van het hek moeten lopen.
Ik heb twee opties. Teruglopen en proberen het goed te doen of… Ik zeg niks maar loop even later weer op de route het Kraansvlak op. Opnieuw een stuk duingebied en ik realiseer me dat ik nu een aantal duingebieden gehad heb, maar dat ze allemaal anders zijn en hun eigen karakter hebben. Dit stuk loopt enorm prettig ondanks het mulle zand en net als in Katwijk krijg ik al gauw door dat ik hier alleen maar paaltjes hoef te volgen. Dit keer gele paaltjes in plaats van rode, maar het scheelt met navigeren. Bovendien is het terrein lekker overzichtelijk. Ik moet wel een trappetje op en af om in het gebied en later ook uit het gebied te komen want hier lopen de Wisenten en het gebied is omheind met niet alleen een hek, ook met dubbel schrikdraad.
Ik loop relatief makkelijk het stuk uit en kom bij de Kennemerduinen. Nu wordt het wat spannender. Vanaf hier zijn er stukken die we op de route om hebben gegooid vanwege de vele ondergelopen paden. Ik heb er inmiddels wel 100 km op zitten dus die mag ik voor mezelf vast afvinken ook al loop ik 5 uur achter op schema. Het eerste gedeelte gaat nog redelijk goed en ik zie de nodige herten wegschieten. Ook staan er koeien met grote hoorns in de bosjes en ik maak een deal met ze. Als ik uit hun buurt blijf, blijven zij uit mijn buurt. Dan kom ik op een pad waar zich weer een meer gevormd heeft. Ik kijk voor me en zie alleen maar water. Ik kijk rechts en zie alleen maar water. Ik kijk links en zie alleen maar water. Wat nu? Er doorheen lijkt me geen goed plan. Ik heb geen idee hoe diep het is en hoe ver om het pad te kunnen volgen. Het enige alternatief is er omheen maar welke kant op? Uiteindelijk besluit ik links te gaan omdat ik daar een soort van paadje zie.
Ik volg het paadje dat niet alleen steeds smaller wordt maar ook steeds verder van de route af. Omdat teruggaan geen optie is loop ik op hoop van zegen maar door, tot het moment dat ik helemaal geen pad meer heb en écht alleen nog maar van de route af aan het lopen ben. Dit is het enige moment dat ik me realiseer dat ik hier helemaal alleen loop in the middle of nowhere en ik voel een lichte paniek op komen. Ik moét terug naar de route maar hoe? Ik zeg streng tegen mijzelf ‘niet in paniek raken’ en baan me een weg door wat struiken in elk geval in de richting van de route. Dan sta ik ineens aan de top van een redelijk onbegaanbare duinpan. Voor mij ligt nog een redelijk onbegaanbare duinpan. Daar achter ligt mijn route en tussen de twee duinpannen in ligt een redelijk onbegaanbaar dal. Natuurlijk.
Ik start een mantra. ‘Ik ben een berggeit, ik ben een berggeit, ik ben een berggeit’ en daal voorzichtig af het dal in, doorkruis het en klim de volgende duinpan op, ondertussen een paar schietgebedjes doende. Wonder boven wonder kom ik zonder kleerscheuren boven op de tweede duinpan en na nog eens honderd meter door de struiken kom ik op redelijk begaanbaar terrein en loop weer richting mijn route tot het moment dat ik er weer op zit. Ik slaak een zucht van verlichting en hobbel snel door. Ik ben er wel even klaar mee en wil nu gewoon heel erg graag naar de volgende verzorgingspost, in de buurt van IJmuiden.
Daar aangekomen is Bart ook net gearriveerd, die komt Linda ophalen. Ik wil nu wel even gaan liggen en slapen dus als we afscheid genomen hebben duik ik even het bed in. Het heeft weinig zin, ik ben wel fysiek moe maar kan helemaal niet slapen. Bovendien vind ik het zonde van de tijd en wil eigenlijk wel gewoon door. Mijn klokje hangt weer aan de lader en weer gaat hij uit en slaat mijn loopje tussentijds op. Nou ja, ik moet de boel toch al aan elkaar knopen straks. Ik eet wat, wissel schoenen en ga op een gegeven moment toch maar weer op pad, Frank nu alleen achterlatend in de camper. Die mag naar Wijk aan Zee terwijl ik over de sluizen bij IJmuiden mag. Maar eerst nog drie kilometer opnieuw mijn weg zoeken over niet bestaande paden door het bos.
Ik had me best wel verheugd op dit stuk vanwege het avontuur om over de sluizen te lopen. Bovendien is het een langer stuk asfalt waardoor ik wat sneller vooruit moet kunnen komen. Het tegenovergestelde is waar. Ik ben moe, mijn lijf doet zeer en is zo langzamerhand stijf, de pijntjes zeuren onophoudelijk en de blaren die eerst alleen op mijn hielen zaten en ik redelijk onder controle kon houden door ze tussendoor door te prikken, zitten nu ook op mijn beide kleine tenen waar ik weinig mee kan. Doorprikken op deze plekken doet alleen maar meer kwaad dus ik zal er mee moeten leven. Of lopen in dit geval.
Het zonnetje schijnt zowaar maar ik kom maar moeizaam vooruit. Het asfalt is juist zwaarder om te lopen omdat het lijf zeer doet en er geen enkele demping onder mijn voeten zit anders dan mijn schoenen. Bovendien is dit een enorm saai en lang stuk om te lopen en heb ik wind tegen. Er ontstaat een vorm van uitzichtloosheid en ik app Frank dat het me spijt dat het allemaal zo lang duurt en ik zo langzaam ben. Tenslotte moet hij alsmaar wachten op mij. Hij appt terug dat het niet uitmaakt. Het gaat om de afstand en het avontuur, niet om de tijd. Gelukkig maar, en een avontuur is het.
Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat ik in Wijk aan Zee ben en heb uitgebreid de tijd om een beetje te volgen wat er in de rest van de wereld gebeurt. Dit weekend is ook de Legends Trail waar een groot gedeelte van de mensen uit de trailcommunity aanwezig zijn. De rest is skiën vanwege de voorjaarsvakantie, maar desondanks dat er niemand is om spontaan bij me aan te haken om mee te lopen, wat vaak wel gebruikelijk is, word ik wel aan alle kanten gevolgd en krijg lieve opbeurende berichtjes. Wat dat betreft heb ik het op meerdere fronten slecht gepland, maar ja, achteraf is een koe in zijn reet kijken en heb ik me dat allemaal niet gerealiseerd.
Frank heeft wat dat betreft ook de nodige uitdagingen. De camper is vaak te groot om op de afgesproken parkeerplaatsen te staan en hij is ook al aangesproken door de BOA’s omdat iemand een klacht ingediend had dat hij ergens in de weg zou staan. Dat was niet zo, maar sommige mensen hebben altijd iets te zeuren. Het feit dat er een Duits kenteken op de camper zit zal ook niet helpen. Bovendien is hij constant aan het rekenen, zorgen dat er eten en drinken klaar staat en natuurlijk maakt hij zich druk om mij. Moet hij niet doen, maar dat gaat automatisch. Ik hoef alleen maar te lopen. Het voelt dan ook heel erg Roparun aan.
Na Wijk aan Zee ga ik het Noord-Hollands Duinreservaat in. Waarschijnlijk ook weer een mooi gebied met relatief makkelijke paden, ware het niet dat de helft weer zwaar ondergelopen is en ik er vaak omheen maar vaker doorheen moet waden. En soms bijna zelfs doorheen moet zwemmen. Bovendien begint het nu toch weer serieus te regenen. Wat je noemt oud-Hollands-tering-tyfus-takkeweer. Ik kreeg voordat ik begon van meerdere mensen het advies om proberen mijn voeten zo droog mogelijk te houden. Yeah right. Kansloos. Terwijl mijn humeur en daarmee mijn gezicht op een grotere donderwolk staat dan wat er in de lucht hangt ploeter ik voort op de route. Dan denk ik aan Ray van Kamp van Koningsbrugge en hoor hem zeggen: ‘Wat zeur je nou. Omdat het zwaar is? Omdat het pijn doet? Als je denkt dat je niet meer kan, zit je pas op 40%!’ En dat is ook zo. Ik ben niet groot en sterk, ik ben niet snel maar ik heb een ijzersterke wil en daar zit ook mijn kracht. Mentaal moet er écht een hoop gebeuren wil ik opgeven en als ik gemotiveerd ben kan ik heel veel. En ik wil finishen!
Volledig doorweekt kom ik aan bij de verzorgingspost ter hoogte van Castricum waar Frank me op staat te wachten. Nog 20 km en ik zit op de 100 mijl. Vanaf dan loop ik verder dan ik ooit gelopen heb. In de camper wacht me een verrassing. Deborah is gearriveerd en gaat het volgende stuk met me meelopen. We hebben even discussie of ik eerst nog even wat slaap pak of doorloop. Ik wil eigenlijk eerst doorlopen en dan wat langer rusten maar gezien het zeikweer ga ik toch maar eerst weer even liggen. Opnieuw heeft het geen zin. Ik kan toch niet slapen en ben onrustig. Ik wil opstaan maar mag niet van Frank en aangezien ik beloofd had dat ik zijn adviezen op zou volgen blijf ik nukkig liggen tot de afgesproken tijd.
Als het tijd is om weer te gaan lopen is het gelukkig een beetje opgedroogd en samen met Deborah ga ik op pad. Ik ben enorm stijf en mijn blaren doen zeer, maar ik weet dat dat na 500 meter wegtrekt dus rustig aan. Het lopen met Deborah is erg gezellig en al kletsend en foto’s makend tellen de kilometers af. Het zijn er maar 10 en voor ik het weet zitten we al op 8 km, moment waarop we Frank waarschuwen dat ik straks in Egmond wel pizza lust. Dat is al geregeld, Harold is onderweg en neemt pizza mee. We komen nog wat wilde paarden tegen en duiken dan het strand op. Later realiseer ik me dat dit ook weer een punt was waar de route is aangepast vanwege afgesloten ondergelopen paden. Deborah is totaal geen trailfan maar dit stuk was redelijk te doen over fietspad en slechts her en der moesten we even langs het pad om droge voeten te houden. In 90% van de gevallen lukt dat aardig, die andere 10% bijt ze op haar tanden en overwint ze voor mij haar afkeer, de lieverd. Ik vind haar stoer.
Het strand op valt gelukkig mee. Wind in de rug en hard zand, maar wel 2 km langer dan gepland. Ergens klopt dat ook wel want ik had op mijn lijstje 12 km staan in plaats van de 10 km van Frank. Als we eindelijk in Egmond aankomen is het ook nog zoeken naar de camper want die staat niet waar ik hem verwacht. Ze konden de parkeerplaats weer niet op maar ze komen er aan. De pizza smaakt prima en ik neem even tien minuten om mijn ogen dicht te doen. Ondertussen past Frank in overleg met Deborah de plannen aan. Frank zou het volgende stuk meelopen maar dan moet Deborah naar een afgelegen parkeerplaats in haar eentje met de camper. Ze draaien het om, Deborah loopt het volgende stuk ook mee en daarna pakt Frank hem weer op. Harold rijdt naar huis om morgen terug te komen naar de finish.
Als ik er klaar voor ben gaan we weer op pad en duiken de duinen bij Egmond in. In eerste instantie ook weer makkelijke paadjes tot we weer bij een nieuw gevormd meer komen waar we niet omheen kunnen. We kunnen er alleen maar doorheen en het is diep. Ze zeggen altijd dat onder de knie het geen sloot is. In dit geval is het overduidelijk een sloot en ik heb medelijden met Deborah. Wat zal die een spijt hebben dat ze met me mee gegaan is maar ze geeft geen kik en loopt dapper achter me aan. Gelukkig is het pad zelf daarna weer droog en goed te doen en komt het water nu van boven. Het is namelijk ook weer gaan regenen. Ook nu komen we weer bij een stuk waar ik de route van tevoren omgegooid heb vanwege afgesloten paden en we gaan het strand weer op voor een dikke kilometer voordat we weer terug de duinen in gaan.
We lopen nu over fietspad maar als ik dacht dat daarmee alle problemen opgelost waren blijkt dat zelfs stukken van het fietspad volledig onder water staan. Opnieuw er doorheen, er zit niets anders op. Na het fietspad komen we weer op bospad en duinpad en zitten we weer op de oorspronkelijke route. Dit is beter te doen ware het niet vanwege de eeuwig aanhoudende zeikregen. Dit stond helemaal niet in mijn planning, ik dacht dat het ‘een beetje regenachtig’ zou zijn maar verder droog. Niet dus. We werken ons verder over de route maar ook nu is duidelijk dat het langer dan de op papier 8 km is. Omdat de daadwerkelijke route anders is dan die op papier weet ik ook niet hoe ver we nog moeten.
We dribbelen richting een bocht als we ineens wilde paarden horen wegrennen en een kwartiertje later wordt ons pad versperd door een kudde hooglanders met hele, héle grote hoorns. We proberen er omheen te lopen maar dat gaat niet en staan te dubben wat we kunnen of moeten doen. Heel voorzichtig proberen er langs te lopen dan maar als de grootste koe besluit om langzaam weg te lopen. Gelukkig, vrij pad. Nu kunnen we verder maar het lijkt een eeuwigheid voordat we bij de parkeerplaats zijn waar Frank moet staan. We zien de camper en vanuit het bospad stap ik zo een sloot in om bij hem te komen. Ik had het niet 1-2-3 gezien maar ook hier is de overgang van de stoep naar de weg volledig ondergelopen en dus een diep afstapje. Nou ja, we zijn er en ik was toch al nat.
Eenmaal in de camper barst de bom. Frank barst los dat hij het allemaal niet meer trekt, dat hij het verschrikkelijk vindt, dat het een lijdensweg is, dat ik nog 60 km moet lopen en nog 20 uur bezig zal zijn etc… etc.. etc… Bottom line, hij trekt de stekker er uit en wil dat ik stop en dat we naar huis gaan. Ik ben als door bliksem getroffen en snap er helemaal niks van. Ik ben er bijna, 60 km is niks op deze afstand, die 20 uur is overdreven, tijd was niet belangrijk, het ging om de afstand, ik wil dit niet nog een keer doen dus nu moet ik het afmaken, ik voel me goed, ben niet moe en het zijn nu alleen nog maar kleine stukjes etc…etc… etc… Dit kan en mag hij me niet aandoen, maar instinctief weet ik dat hij het meent en dat er niets, maar dan ook niets tegen in te brengen is. En alleen kan ik niet verder, wil ik ook niet verder want ik weet ook dat als ik dat doe, ik iets breek dat ik niet wil breken. Dat is het me niet waard.
Ik heb even tijd nodig om het tot me door te laten dringen en het te verwerken voordat ik mijn klokje uitzet. We staan op het 166 km punt ook al heb ik inmiddels 180 km op mijn klokje staan. Boosheid overheerst omdat hij de beslissing voor mij neemt terwijl ik er anders in sta. Ik weet gewoon dat ik dit uit kan lopen. En ja, het zal veel langer duren dan gepland, maar ik wist van tevoren dat ik de 48 uur niet ging halen en ja ik had ook niet verwacht dat ik er zó veel langer over zou doen. Maar de omstandigheden hebben nou eenmaal veel meer tijd gekost en ik heb de fout gemaakt door te veel en te comfortabel gebruik te maken van de stops. Maar toch weer iets met die koe en die achterkant. Ik wil huilen maar kan het niet. Ik trek iets droogs aan en ga stilzwijgend in de bijrijders stoel zitten terwijl Deborah achterin gaat zitten en Frank naar huis rijdt. In de anderhalf uur die het duurt om Deborah thuis af te zetten en naar huis te rijden doorloop ik alle stadia van rouw die eindigt in opnieuw boosheid als we thuis douchen en in bed stappen. Ik slaap onrustig.
De volgende ochtend stap ik uit bed als Frank nog slaapt en zet mijn gevoelens op papier. Als hij ook opstaat laat ik het hem lezen en praten we het uit. Ik blijf moeite houden met begrijpen waarom maar accepteer dat het zo is. Ik weet dat hij het uit liefde voor mij gedaan heeft ook al ben ik het er (nog steeds) niet mee eens. Hij legt het uit als het verschil tussen ‘in the game’ en ‘watching the game’. Als je er in zit ben je alleen maar daar mee bezig en heb je een ander perspectief. Je hebt de controle, weet wat er wel of niet gebeurt en maakt je geen zorgen over wat er om je heen gebeurt. Als je er naar kijkt zie je de omstandigheden en het grotere geheel, en in zijn geval gaat hij zich zorgen maken om mij dat er iets gebeurt danwel de ‘lijdensweg’ die ik nog moest doorlopen. Nog 60 km tussen de 15 en 20 uur lopen, in de zeikregen want het zou niet droog meer worden, een derde nacht in en dan in mijn eentje in de duinen, dat kon hij niet meer aanzien. En zelf was hij ook helemaal op want weinig geslapen, zorgen over het regelen van het eten en drinken, op plekken staan waar het eigenlijk niet kon, aangesproken worden door de politie en noem het allemaal maar op.
Achteraf gezien, daar hebben we die koe weer, hadden we het anders moeten doen. Een ander weekend waarin mensen met me mee konden lopen, een kleinere volgauto die makkelijker te parkeren is, meer mensen als support, minder tijd verliezen op de verzorgingsposten en vooruit, ik had ook iets meer door moeten lopen. Bovendien waren de omstandigheden van het vele water en alle afgesloten en ondergelopen paden een extra uitdaging.
Met die lessen heb ik besloten om, als de omstandigheden tegen die tijd het toelaten, volgend jaar opnieuw te starten en dan kunnen we hopelijk ook samen lopen. Voor nu was het een supergaaf avontuur, heb ik prachtige dingen beleefd met als hoogtepunt de wilde paarden, weet ik beter wat ik kan verwachten en ga me focussen op de volgende uitdaging die al gepland staat, de Liberation Trail. Een multistage loop van Normandië naar Arnhem. Wordt ook nog wel een uitdaging maar ook daar kan ik lessen van nu meenemen. En weet je?
Ik heb er nu al zin in!
Het leest weer heerlijk weg. Even heb ik het gevoel bijna naast je te lopen in die regen.
Ik snap absoluut jullie beiden punten. Ben benieuwd naar het volgende avontuur.
Die zal in Juni zijn. Meerdere dagen achter elkaar!
Geweldig geschreven weer en ik snap jullie allebei…
Dank je wel!
Tjonge jonge wat een avontuur weer. Mens wat heb ik een respect voor je. Ook voor Frank die gewoon zegt en nu is het genoeg. Je weet het je bent een held voor mij. Ik blijf je avonturen volgen. Succes met je voorbereidingen want er zal al weer iets in je agenda staan. Ik stuur je nog een bericht tzt voor aftespreken voor rammstein
Dank je wel voor je support!