Het is marathonweekend in de stad. Je ziet het, je hoort het, je voelt het. Ik voel vooral twijfels en zware benen. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om niet te starten zondag of überhaupt maar te stoppen met lopen, maar de frustratie overheerst wel. Desondanks heb ik mijn planning voor het weekend klaar.
Vrijdagmiddag ben ik vrij en komen Linda en Marilene naar mij om van daar uit de traditionele pannenkoek te gaan eten en het startnummer op te halen. Frank wil rond 4 uur naar België rijden dus ‘s avonds heb ik het rijk alleen. Hij gaat nog wel even mee voor de pannenkoek en de expo. De pannenkoek die we op het terras in de zon in het bos eten want ons standaard tentje in de stad schijnt niet meer zo geweldig te zijn. We nemen geen risico.
Na de pannenkoek wandelen we naar de expo om ons startnummer op te halen, ik voor de hele, Linda en Marilene voor de kwart. Op de expo kom ik Monique tegen die morgen bij mij pasta komt eten en zondag mag pacen, en praat ik even met de mensen van zowel Tui als Marathons Internationals, waar Marja tegenwoordig werkt. Voor de rest valt de expo me een beetje tegen. Ik mis de grote Hoka stand en Anita staat er niet, maar maak wel een foto bij het 42,195 km bord. De medaille foto sla ik over, waar ik later natuurlijk spijt van krijg.
Na de expo neem ik afscheid van Linda en Marilene, die zie ik zondag wel weer, en wandel naar huis. Niet alleen om mijn stappen te maken maar ook om gelijk eten voor vanavond mee te nemen en vooruit, ondanks dat de weegschaal me nu helemaal de oorlog heeft verklaard en ik besloten heb om de rest van het weekend niet meer tegen hem te praten, neem ik een donut mee als toetje. Thuis heb ik een ‘me’ avond en ga veel te laat naar bed.
Zaterdagochtend lopen de wandelaars van de 15 km Walk langs ons huis en heb ik toch maar de wekker om 8:00 gezet om Katja en haar dochter voorbij te zien komen en gedag te zeggen. Hoe vaak heb je de kans? Om ongeveer 9:00 zijn ze er en heb ik ondertussen al gestofzuigd en ligt de boodschappenkist al in de auto om zo naar de AH te rijden. We kletsen even, maken een foto en dan gaan ze weer door, net als ik. Ik ben net op tijd terug voor mijn afspraak voor koffie met Marjon van Anita Nederland bij Dudok. Daarna terug naar huis voor lunch, met in mijn tas natuurlijk gebak voor vanavond. Had ik al gezegd dat mijn weegschaal en ik momenteel niet ‘on speaking terms’ zijn?
Time flies en om 15:00 sta ik bij het WTC waar ik Monique weer tref. Ze loopt en passant ook nog even de 4,2 km, naast dat ze op de expo gewerkt heeft en morgen moet pacen. En dan noemen ze mij eigenwijs. Ik zoek een plekje bij het hek en ga aanmoedigen. Het zonnetje doet zijn best en het is enorm warm. Morgen wordt het minder warm, zeggen ze. Ik denk dat het morgen ook warm wordt, dus korte broek en dunne sokjes.
Als Monique binnen is gaan we naar mijn huis waar we een pasta halen. Tegen de tijd dat we klaar zijn, komt Frank ook weer thuis en gaat Monique naar haar hotel om zich voor te bereiden voor morgen. Kan Frank mij onder de traditionele film ‘De Marathon’, zijn avonturen vertellen. Short version, het was bloedheet, het was loeizwaar en na 30 km vond de hele Nederlandse delegatie van 6 man sterk het wel welletjes. Om 22:00 ga ik naar bed waar ik stiekem toch in een onrustige slaap val.
Raceday! Om 8:00 gaat de wekker, ik wil om 9:15 de deur uit. Ik bak pannenkoeken, mijn outfit ligt al klaar en ik maak snel een supporterstasje voor Frank. Die gaat op de fiets her en der langs de kant staan. We zijn iets eerder weg en terwijl we naar de Blaak lopen horen we de start van de kwart van 9:15. Ik weet inmiddels dat Deborah in Wave 1 zit dus ik ren een klein stukje naar de hekken om daar de lopers voorbij te zien komen. Ik kijk uit naar Deborah maar zie Linda, Marilene, Harold en Ria voorbij komen. Het lukt nog net om een paar foto’s te maken. Voor Deborah heb ik minder mazzel. Ik zie haar niet alleen te laat maar ze loopt ook nog eens helemaal links. Ik zie nog wel dat ze met Frouke en Stans loopt. Het blijft bij zwaaien en roepen.
Nu de bekenden voorbij zijn lopen we gauw door richting de start van de marathon en pikken onderweg per toeval vriend Bart op. Ik app met Carola waar ze staat. We hebben gisteren al contact gehad omdat we willen proberen met Lee op de foto te gaan bij de start. Ze is al in het startvak. Daar aangekomen kus ik Frank gedag en duik het startvak in. Ik vind haar bij Renate, René, Marja, Ramona en Joop. Ik moet nog even plassen en gelukkig staan er een paar Dixis vlakbij zonder een al te lange rij. Als ik terug kom zijn Carola en Renate weg, die moesten ook plassen.
Het is bijna 10:00 en Lee zingt voor de allerlaatste keer live zijn ‘You’ll never walk alone’. Ik krijg niet alleen kippenvel maar moet toch ook weer een traantje wegpinken. Dan is het wachten tot we mogen starten. Als onze wave mag gaan bewegen komen Renate en Carola weer bij en proberen we er achter te komen aan welke kant Lee staat. Het lijkt er op dat hij aan onze kant staat en burgemeester Aboutaleb aan de andere kant. Als we bijna bij de start staan wordt dat bevestigd omdat Carola hem ziet staan. Ik ga in de aanslag staan met mijn telefoon en spreken af dat we rustig op hem aflopen om andere lopers niet te hinderen.
Dan klinkt ook voor ons de scheepshoorn en lopen we rustig maar gedecideerd op Lee af voor onze foto. Hilariteit alom en in mijn ooghoek zie ik ook de organisatie met een camera bezig, maar wij hebben onze foto! Daarna beginnen we rustig te rennen en bedenk me dat we vorig jaar met dezelfde meiden de foto met Lee gemaakt hebben. Ik loop een beetje op met Carola en Marja en krijg het voor elkaar om in elk geval de eerste 4 tot 5 km te blijven rennen en niet gelijk te gaan wandelen. Ik zie Leen, de man van Carola, op rechts staan. Zij zelf loopt een beetje links voor mij en ziet hem niet. Ik werk mezelf naar de eerste drankpost op 5 km. Die hebben we vast gehad.
Het is benauwd en warm en ik voel het zweet over mijn hoofd lopen. Iedereen denkt dat het perfect loopweer is vandaag, maar ik wist wel dat het warm zou worden vandaag. Bij de verzorgingspost gooi ik dan ook rijkelijk water over mijn gezicht om af te koelen. Plotseling grijpt iemand me beet en krijg ik een kus mijn wang gepland. Het is Michel, wat leuk om hem te zien. Hij noemt mij altijd een held, maar zelf is hij het ook. Ook hij heeft last van de warmte. We zullen het er mee moeten doen vandaag.
Ik ren rustig door richting de 7 km waar ik nu toch écht aan mijn eerste wandelmomentjes begin. Joop moedigt me aan in het voorbij gaan en ik kom bij de tunnel bij Lombardijen. Als ik daar uitkom zie ik Evert zitten met zijn camera. Ik trek zijn aandacht en ren op hem af voor de traditionele foto. Ik had hem eerlijk gezegd iets later verwacht, waarschijnlijk weer niet goed gelezen, maar het geeft niet, ik heb hem gezien en hij mij.
Ik hobbel weer door tot aan 9 km waar ik twee Sultana’s eet voordat ik het Havenspoorpad opdraai. Het is zoals gewoonlijk retedruk maar het maakt me niet uit, ik kan toch niet sneller. Ik ben een van de weinigen die het Havenspoorpad niet erg vind. Misschien daarom ook wel dat ik ineens een heel klein momentje van een runners high voel. Het voelt heerlijk zoals ik vroeger voelde toen ik nog heel makkelijk en vol energie liep. Helaas duurt het gevoel maar 500 meter in plaats van de 5 á 10 km zoals vroeger, maar ik geniet van wat ik pakken kan. Ook nu kom ik onderweg bekenden tegen, en ook onbekenden waar ik haasje over mee loop. Op die manier loop ik ‘makkelijk’ het Havenspoorpad af.
Bij Slinge is het traditioneel druk met publiek. Het heen en weertje is iets ingekort, dat krijgen we later op de Westblaak weer terug, en ik ben blij dat ik er ben. 15 km is toch altijd het punt waar je inmiddels toch al een aardig stukje gehad hebt en de kilometers te overzien beginnen te raken. Van daar uit loop je namelijk naar de 20/21 km en ben je al op de helft. Ik zie genoeg bekenden op het parcours en een enkel bekend gezicht in het publiek. Oud collega’s, hardloopbekenden, bekenden van Social Media en mensen van de Running Crew. Ik neem een gelletje, wissel mijn playlist en ga weer op pad.
Als ik voorbij de 16 km ben hoor ik mijn naam en zie ik Frank ineens langs de kant staan. Hij staat op links terwijl ik rechts loop dus ik stop en loop naar hem toe. Hij heeft van alles in zijn tas maar ik heb net drinken en een gelletje gehad dus ik hoef niks. Nou vooruit, misschien een chippie voor het zout. Ik geef aan dat ik constant rechts loop maar Frank kan alleen links staan vanwege de route die hij fietst. Ik zal er rekening mee houden.
Ik hobbel weer verder en ga wat voor mij dan weer het vervelendste stuk is in, het rondje om Ahoy. Gelukkig heb ik wat afleiding van Gewoon Renee die me uitgebreid omroept. Goede motivatie om te blijven rennen. Mijn klokje loopt inmiddels een kleine 200 meter voor op het parcours en dus psychologisch is het wel lekker dat ik een kilometer loop, dan even door moet naar het bord en dan de volgende kilometer er al gauw weer aan komt. Zo tik ik de 20 km en de 21,1 km aan. Ik loop dan nog strak op een tijd van 5 uur, met een paar minuten speling. In mijn achterhoofd heb ik dan nog de illusie dat ik dat vol kan houden maar weet ergens ook dat het echt een uitdaging gaat worden.
Frank staat weer even voorbij de halve en nu drink ik wat cola. Ik had hem eerder al geappt of hij dat mee kon nemen wat hij natuurlijk braaf gedaan heeft. Hij geeft aan dat hij gaat proberen bij de brug te staan en ik ga gauw weer verder. Ondertussen rent Nicole me voorbij en ook Renate haalt me in, op bijna dezelfde plek als vorig jaar. Tussen de 22 km en de 23 km staat zoals beloofd Menno van ons Roparun team en ik loop nu op met twee gasten die ook een Houssein Occasions shirt dragen. Ik zeg dat ze een leuk shirt aanhebben en als hij me bedankt ziet hij pas dat ik hem ook draag.
Ik trek het helaas niet om bij te blijven en wandel, ren, wandel naar de 25 km waar ik Marleen en Maarten tegenkom. Maarten maakt een foto dus natuurlijk even rennen. Frank staat nog één keer voor de Erasmusbrug en gaat dan naar de ingang van het bos. Hij heeft het er maar druk mee. Op de brug staat Richard, ook van het Roparun team, en naar beneden is altijd gratis dus ik maak zowaar een beetje vaart. Dat is dan ook zo’n beetje de laatste keer dat ik vaart maak want ik merk dat er niet veel meer in zit. Uitlopen ga ik wel, maar het worden geen kilometers meer onder de 7 minuten.
Op de Schiedamsedijk haalt Monique me in met haar pacegroep. Ze pacet 4:40 maar gezien het feit dat ze in startwave 5 gestart is betekent voor mij niet veel goeds qua tijd. Ik ben in elk geval blij dat ze nog loopt, dat betekent dat het voorlopig goed gaat. Ik maak een selfie en een foto en laat ze voorbij gaan terwijl ik rustig naar de Westblaak loop. De 180 graden draai is er dus hier uitgehaald en hier moeten we ook die honderd meter van de Slinge inhalen. Als ik de bocht omdraai staan daar ineens Ysbrand en Marilene. Wat leuk! Even gedag zeggen, een fotootje en weer door want ik heb nog even te gaan.
De Blaak en de kubuswoningen zijn weer een vrolijke voorbode voor de Mariniersweg richting het bos. De aanmoedigingen zijn oorverdovend en ik kan me niet herinneren dat mijn naam eerder zo vaak geroepen is, of dat nu Saskia of vaak ook Hoessein is. Ineens hoor ik iemand roepen dat ik die Terminatorknop aan moet zetten en door moet rennen. Het is Elizabeth. Ik ben aan het wandelen maar kan niet niet weer gaan rennen dus dat doe ik dan ook. Deborah, Frouke en Stans staan vol met confetti langs de kant die ik rijkelijk over me heen krijg, inclusief foto’s. Deborah rent een heel klein stukje met me mee en vraagt hoe het gaat. Kut natuurlijk maar we lopen gewoon door.
Na wat een eeuwigheid lijkt kom ik bij het bos waar inderdaad Frank bij de ingang staat. Nog maar wat cola dan, dat is toch waar ik het meest aan heb. Ik probeer te blijven eten en drinken maar merk voor het eerst dat mijn maag ook niet helemaal 100% is. Riep ik van de week nog dat ik nooit last van misselijkheid heb tijdens het lopen, denk ik nu dat ik dat maar niet te hard meer moet roepen. Het bos gaat eigenlijk wel ok, tenslotte heeft het bos geen geheimen meer voor me. Ik heb weer playlist gewisseld en wissel af dribbelen met wandelen. Ik ben nu voorbij de 32 km dus het is de laatste 10 km aftellen.
Opnieuw zie ik veel bekenden op het parcours en DJ Flyon leukt de boel weer op. Helaas ook veel uitvallers. Het is een af- en aanrijden van ambulances en ik vrees dat het warme weer stiekem toch veel mensen verrast heeft. Ik draai de hoek bij de golfbaan om en begin aan het laatste stuk bos voordat ik de gekte bij Crooswijk weer in mag. Maar eerst nog kom ik collega Deborah tegen in het publiek, die zoals vorig week aangekondigd lekker aan de witte wijn zit. Tenslotte is het voor de toeschouwers vooral heerlijk terras weer.
Na opnieuw een eeuwigheid ben ik eindelijk weer bij de Boezemstraat nadat ik Frank nog een keer heb gezien. Het enthousiaste publiek is daar nog net zo aanwezig als toen ik er ongeveer een uur geleden langs liep. Ik zie nog net dat aan de overkant niemand meer loopt dus de bezemwagen is al geweest. Ik doe mijn muziek uit, ik hoor de aanmoedigingen toch overal bovenuit. Als je niet meer kan lopen dan schreeuwen ze je wel naar de finish. Het bochtje naar de 40 km is dan weer net even wat rustiger. Mijn klokje loopt nu ruim 300 meter voor op het parcours en nu werkt het tegen me als ik onder de vijf uur wil blijven.
Bij 40 km maak ik een snelle rekensom en de uitkomst is elke keer hetzelfde. Ik ga het niet meer redden. In theorie zou het kunnen maar ik ben gewoon helemaal leeg. Ik zal de lat voor mezelf lager moeten leggen. De enige reden dat ik überhaupt nog stukjes kan dribbelen is omdat de toeschouwers op de Mariniersweg me dragen met hun aanmoedigingen. Dacht ik in Crooswijk dat het niet meer kon qua publiek, heb ik me vergist. En daar waar ik vorig jaar de mensenmassa misschien nog een beetje benauwd en intimiderend vond omdat ik zelf nog wel kon rennen, ben ik ze nu enorm dankbaar. Om nog maar te zwijgen van de hoeveelheid eten en drinken die je aangeboden krijgt. Wat dat betreft doen ze in Rotterdam niet onder voor New York of Londen.
En dan is daar eindelijk de laatste kilometer. Frank staat met Deborah toch nog één keer langs de kant en ik krijg opnieuw confetti over me heen. Van daar uit kijk ik uit naar Rob Sportfotografie. Dit jaar gaat springen me niet meer lukken maar met mijn handen omhoog op hem af rennen gaat nog net. Ik heb minder dan 6 minuten voor de laatste kilometer om onder de vijf uur te blijven en besluit bij de laatste 500 meter op de Coolsingel dan maar gewoon mijn tijd te nemen en te genieten. Ik finish uiteindelijk in 5:01:08 en net als de afgelopen 8 keer staat burgemeester Aboutaleb helaas ook dit keer niet bij de finish. Nou ja, ik heb hem sowieso in mijn eregalerij bij de start van een paar jaar terug dus daar zal ik het mee moeten doen.
Ik loop naar de medailles waar ik Sameena nog tegen kom en Els staat uit te delen. Ramona staat toevallig bij haar. Els wil me de medaille geven maar ik ga hem al 8 jaar bij oud collega Peter halen, die drie meter verderop staat, en die traditie wil ik niet breken. Inmiddels staat Rotterdam bol van de tradities en daar hou ik ook wel van. Els begrijpt het. Ik loop naar Peter, krijg mijn medaille en een knuffel en ik klets even bij over hoe het is, hoe de marathon ging en dat er dit jaar helaas toch weer zoveel slachtoffers gevallen zijn vanwege de warmte. Letterlijk met de ambulance en figuurlijk van mensen die hun tijden moesten opgeven. Ik vraag me af of ik wel binnen de vijf uur had gelopen als het minder warm geweest zou zijn. Of de foto met Lee niet gemaakt had. Ik zal het nooit weten, maar ik denk het niet. En als dat wel zo zou zijn zou ik de foto met Lee altijd boven de tijd onder de vijf uur kiezen.
Ik neem afscheid en zoek Frank op bij de uitgang. Nog even de medaille laten graveren, ook dat doe ik standaard, en dan zoekt Frank zijn fiets op en ga ik met metro naar huis. Daar lekker douchen, nog even een stukje op Rijnmond kijken tot het tijd is om naar Wateringen te rijden voor een avondje bij de Griek met de vriendenclub. Ik sta me nog een klein ijsje toe en daarna lekker naar huis en slapen.
De volgende ochtend ben ik nog vrij en loop een rondje langs de laatste kilometers van het parcours om mijn ‘medaille uit te laten’. Ergo heel veel foto’s maken. Ik ga zelfs naar het stadhuis om te vragen of Aboutaleb toevallig koffiepauze heeft maar hij is er niet. Ik heb het geprobeerd. Natuurlijk loop ik ook met in het achterhoofd dat ik in juni meerdere dagen achter elkaar moet lopen, en ook marathonafstanden om de volgende dag weer 30 km te lopen. Toch ben ik er heilig van overtuigd dat dat anders zal zijn. Ik had spierpijn in mijn bovenbenen toen ik de deur uitging en nu heb ik nog meer spierpijn. Er zal nog een en ander getest moeten worden.
Rotterdam nummer 9 is in de pocket. Volgend jaar nummer 10, tenzij… Iets met een eenhoorn. Maar goed. Voorlopig weer even focussen op de trails. Aanstaande zaterdag mag ik weer. De Pegasustrail, ook in het rijtje van de Liberation Trail. We doen wel maar 1 rondje van 25 km, want gelijk weer 50 km was een beetje te gortig.
25 km trail, en daar mag ik gewoon een heerlijk 3:45 uur over doen…
Heerlijk verslag weer. Ik hoop dat je je snel wat prettiger voelt.