‘Doen we de 51 km?’ ‘Ja joh, is goed.’ What was I thinking? In elk geval niks snuggers toen Frank ons inschreef voor La Chouffe trail. Deze trail staat al een paar jaar op het lijstje, maar omdat we standaard eigenlijk de Fantomes lopen, en La Chouffe net een maandje eerder is, kwam hij eigenlijk nooit echt lekker uit. Tot nu dan, waarbij we vonden dat het er nu maar eens van moest komen. Dat ik achteraf gezien nog in herstel zit van de Liberation Trail had ik eigenlijk niet zo’n rekening mee gehouden.
Maar goed, de start is om 8:00 en het einde van het dagprogramma is vanwege de night trail om 0:30. Tijd zat dus ik kan gewoon rustig aan mijn ding doen, dan komt het vast wel goed. ‘Zeg schat, jij zei dat je de hele dag de tijd had, maar er zit gewoon een cut off op hoor. Je moet om 17:00 binnen zijn.’ Wat zegt die Frank nu weer voor gekke dingen? En dan lees ik het zelf. Negen uur de tijd, gemiddeld 5,7 km per uur en een cut off per verzorgingspost waar er drie van zijn. 51 km met ongeveer 1500 hoogtemeters. In de Ardennen wat ik noem ‘Fantomesgebied’ bij de Ourthe. Wat zegt Olav altijd? No Ourthe no party. Oef… of in dit geval Chouffe. Klinkt hetzelfde.
In de aanloop er naar toe slaap ik al de hele week slecht. De hormonen spelen weer op. ‘Je kan altijd nog omzetten naar de 28 km’, zegt Frank. Dan moet ik ook gemiddeld 5,7 km per uur lopen maar de afstand is natuurlijk veel korter en minder hoogtemeters. Op mijn linkerschouder zit een Chouffe kabouter samen met twijfel en verstand. Zachtjes fluisteren ze in mijn oor. ‘Zet gewoon om, 28 km is toch ook prima zeker gezien de Liberation Trail? Je hoef niemand toch iets te bewijzen? Hoef je niet zo te stressen en je krijgt nog steeds een medaille.’ Op mijn rechterschouder schreeuwen ego, arrogantie en kinderlijke naïviteit. ‘Je hebt ingeschreven voor de 51 dus loop je ook de 51! Ga gewoon starten, niet miepen en een beetje doorlopen en dan zie je wel hoe ver je komt. Hoe zat dat ook alweer met dat karakter van je?’ En dan geldt de wet van de sterkste, of in dit geval van diegene die het hardste schreeuwt. Bovendien lust ik helemaal geen bier dus luister ik niet naar kabouters. 51 km it is!
We rijden vrijdagmiddag richting de B&B dicht bij de start, eten een lekkere steak met friet, chocolademousse toe en maken nog een kleine wandeling. De wekker staat om 6:15. Ik slaap wederom slecht maar dat kan er ook nog wel bij. Eenmaal aangekomen bij de start, althans bijna bij de start, mogen we daar niet parkeren. Ik stap uit en pak vast alle spullen. ‘Mijn stokken, waar zijn mijn stokken!’ Shit, die hadden in de box moeten zitten maar ergens vaag herinner ik me dat ik ze uit de auto gehaald heb. Nou ja, zonder dan maar. Ik wandel een kleine tien minuten naar de start waar het erg druk is. Ik pik de startnummers op en zeg wat bekenden gedag als Frank er al aan komt lopen. Nog even plassen en de tas droppen en gauw nog een foto als het tijd is om te starten. De 51 km en de 70 km starten tegelijk en er is een rollende start.
Kusje en we gaan ieder onze eigen weg. Ik heb berekend dat ik 10:23 minuut per kilometer moet lopen maar wil eigenlijk proberen om 10:00 aan te houden zodat ik een beetje marge heb. Net als bij de 81 km van de Liberation Trail ook al was die vlak. In theorie moet het kunnen, etappe 1 heb ik ook ongeveer in dat tempo gelopen. Ok, ik was iets fitter en het waren veel minder hoogtemeters, maar ik heb ook veel stops gemaakt. Eerst maar naar VP1 op 11 km. Daar heb ik 1:45 uur voor. De eerste twee kilometer is een beetje omhoog maar wel over het asfalt. Ik loop een beetje in het midden als we een bruggetje over moeten langs de oever van de rivier. Daar staat het stil.
Ik kan het bijna niet geloven. Loop je een trail, sta je in de file! Ik sta bij Peter die ik ken van de RMD, Frank staat 20 meter voor me. Naast ons staat de fotograaf werkeloos toe te kijken, uit pure ellende maar wat foto’s te maken van de wachtende lopers. Het euvel blijkt een single track klimmetje te zijn. Ik passer onder protest de rij wachtenden om me bij Frank te voegen. Als we dan toch moeten wachten dan met hem. Het duurt ruim tien minuten voordat we bij het klimmetje aangekomen zijn, tijd die ik keihard nodig heb. Ook al waren het maar 2 kilometers, ik liep ze toch rond de zeven minuten maar die marge is volledig weg. Ik denk gelijk terug aan een andere oever drie weken geleden. Iets met gras.
Na het klimmetje gaat het gelukkig snel beter en trekt iedereen weer aan me voorbij. Mag ik weer op mijn eigen plekje achteraan. Gelukkig kan ik weer wat meters maken als ik het bos uit ben, en een gravelweg vals plat naar beneden heb waar ik lekker kan rennen en een beetje verloren tijd inhaal. Op 6 km ga ik rekenen. Om binnen 1:45 uur op 11 km te zitten moet ik veel sneller lopen dan de 5,7 km per uur, ruim 6 km per uur. Shit, waarschijnlijk hebben ze dat gedaan met het parcours in het achterhoofd en het feit dat je dan nog niet zo moe bent. Alleen die file hebben ze even niet ingecalculeerd. Dat wordt doorlopen.
Ik weet zeker dat ik nog een paar mensen achter me heb maar het zijn er niet veel meer. Dan zie ik ineens Peter uit een andere hoek komen en we haken bij elkaar aan. Hij loopt de 70 km om dan later ergens een keer 100 km te kunnen lopen in Nederland. Een soort training dus. Vandaag hij liever dan ik. Het is wel gezellig zo en we spelen haasje over. Dan loopt hij weer voor, dan ik weer en dan weer gaan we gelijk op. Op 10 km moeten we door de Ourthe, het eerste moment dat ik mijn stokken mis. Gelukkig staat het water niet al te hoog, is de stroming niet heel erg en is Peter zo galant om me een handje te geven. Het water is wel steenkoud maar voor de spieren stiekem wel lekker. Op 11 km zou de verzorgingspost moeten staan maar mijn klokje loopt nu al bijna een kilometer voor en op 1:44 en een beetje ga ik over de mat.
Het eerste checkpoint is in elk geval gehaald. Ik eet wat sinaasappel en pak een paar tucjes om gauw weer door te gaan. Er zijn vier mensen achter mij en Peter in dit geval, en een stelletje loopt vlak voor ons. Vanaf de VP is er een lange weg naar beneden van iets meer dan een kilometer en onder het motto ‘naar beneden is gratis’ hol ik die lekker door met Peter in mijn kielzog. We halen het stelletje lekker in. Van daar uit duiken we het bos weer in om daarna weer op de weg uit te komen richting Houffalize. Wat dat betreft merk ik nu al dat La Chouffe vergevingsgezinder is dan de Fantomes. De klimmetjes zijn minder steil en wat minder technisch en er zijn veel wegen waarbij er lange stukken naar beneden zijn die gewoon lekker gelopen kunnen worden. Geen of nauwelijks handen en voeten werk. Dat helpt uitstekend bij het aanhouden van het gemiddelde tempo.
De eerstvolgende verzorgingspost staat op 24 km en die moet ik in vier uur doen. 6 km per uur dus. Bij VP1 heb ik gevraagd wat ze doen met mensen die de cut off niet halen. Als je er tegen aanzit doen ze niet moeilijk maar als je een uur achterloopt wordt het toch wel een probleem. Ik wil het eigenlijk niet uitproberen en gewoon niet in die situatie terecht komen. Bovendien wil ego gewoon in de uitslagen opgenomen worden zonder discussie. Rond de 18 km krijgen we weer een klimmetje naar boven via een soort mountain bike parcours met een leuk uitzicht op het dorp. Peter loopt een stukje voor mij en ik zie hem foto’s maken. Tegen de tijd dat ik op het hoogste punt sta is hij weg. Ik maak ook een paar foto’s. Ik twijfel om een foto van mezelf te maken met mijn standaard maar bedenk me dat het te veel tijd gaat kosten. Net als ik door wil lopen komt er een andere dame aanrennen, een local. Ik vraag haar om een foto te maken en dat wil ze best doen. Daarna gauw weer door.
Ik moet nu steil naar beneden en het pad loopt niet prettig. Ik glij een paar keer uit op het vochtige gras maar weet te voorkomen dat ik op mijn snufferd ga. Het gaat alleen niet snel zo. Peter zie ik niet meer en ik loop weer alleen. Het is wel goed loopweer, ook al is het best warm. Maar omdat het bewolkt is en er een windje staat valt het wel mee. Er is lichte regen voorspeld maar zover is het nog niet. Ik ben blij als ik het pad af ben en weer normaal kan lopen. Ik hou angstvallig mijn tijd in de gaten maar zie dat het goed gaat. Ik wil in elk geval tot voorbij de 24 km lopen zodat ik naar 28 km kan, de afstand waar ik anders misschien naar omgezet had. Alles verder dan dat is dan meegenomen. Zo kom ik langzaam bij de 25 km aan, 24 km voor de lezers thuis.
Ook al weet ik niet waar ik ben, ik weet waar ik ben. Dit is de Chouffe brouwerij waar we morgen even willen gaan kijken. Frank wil sowieso even naar de winkel en misschien kunnen we de rondleiding door de brouwerij doen. Hoe dan ook, ik zie dingen die ik wat beter wil bekijken maar waar ik nu geen tijd voor wil maken. Peter is hier ook samen met Dick die me bij de RotteDamloop al vertelde dat hij de 51 km zou lopen, maar zij gaan net weer op pad. Ik kijk nog even wat ik nodig heb. Ik heb nog genoeg drinken maar ze hebben wederom sinaasappel en er ligt nog een stukje watermeloen. Eten en vocht ineen en ik eet het lekker op. Glaasje cola er in en weer door want ik moet nog een stukje en de klok tikt. Ik was er binnen 3:50 en heb van die tien minuten marge nog drie minuten over die ik gebruik om even rustig op te starten zodat het eten en drinken een beetje kan zakken.
Mijn volgende doel is de 39 km binnen 6:50. Twee uur en vijftig minuten voor 15 km, dat is 5,3 km per uur. Dat zegt waarschijnlijk iets over het parcours dat dan wel zwaarder zal zijn. Dat en opkomende vermoeidheid van de deelnemers. In mijn geval is het meer mijn benen. Mijn voeten zijn net genezen van haar blaren en ook al voel ik geen nieuwe opkomen, voel ik mijn voeten wel als geheel. Dat en vooral mijn kuiten en bovenbenen. Maar we hobbelen vrolijk door. Het parcours kent nu inderdaad wat meer klimmetjes waar er een aantal ook Fantomes waardig zijn. Ook begint het een beetje te regenen, precies rond de tijd dat Buienalarm gewaarschuwd had. Hebben ze het toch een keer bij het rechte eind. Ach, statistisch gezien moest dat ook wel. Gelukkig heb ik er weinig last van en is het eigenlijk best verkoelend.
Ik kom langs een hertenkamp waar een hertenbok me bijna bespringt als ik een foto wil maken. Het is dat er gaas tussen zit en hij roept me luid burlend na als ik doorloop. Is het al die tijd van het jaar? Mijn kilometers zijn enorm afwisselend qua tempo. Dan weer een langzame kilometer of twee en dan ineens weer een hele snelle. Al met al gemiddeld nog wel binnen de tijd. Van het eerdere stelletje loopt de man me ineens voorbij, waarschijnlijk is zij uitgestapt of heeft gezegd ‘ga maar’. Een ander stel loopt voor me en bij lang een vals plat omhoog stamp ik op een lekker deuntje snel door om ze in te halen. Ik zit zwaar in de achterhoede maar troost me met het feit dat ik niet laatste ben en nog steeds binnen de cut off loop.
Tien kilometer verder loop ik langs de oever van een zijriviertje en hier is het echt wortel springen. Nou ja, voorzichtig mijn weg zoeken dan want het is glad en ik weet hoe verraderlijk de wortels kunnen zijn. Toch maak ik relatief gezien een best leuk tempo door stevig door te lopen en goed te anticiperen waar ik mijn voeten moet zetten. Toch hoop ik dat dit stuk niet al te lang duurt want gemiddeld genomen is het tempo buiten de cut off. Een kilometer verder mag ik gelukkig naar de overkant via een bruggetje. Daar is de weg vlak en glad in de zin dat er nauwelijks wortels of andere grijpgrage obstakels zijn, en we weten wat dat betekent. Meters maken! Tot aan de laatste VP is het dan ook best aardig lopen en ik kom zowaar op 6:40 binnen. Made it! Vanaf nu maakt het niet zoveel meer uit alhoewel ik nog steeds wil proberen binnen de gestelde 9 uur te finishen.
Omdat het nu wat harder regent ga ik onder het tentje staan terwijl ik het moet doen met wat sinaasappel en cola, de watermeloen is op. Ik probeer nog een Tucje te eten maar ik krijg hem niet weg en geef het op. Tien minuten later ga ik weer op pad, op naar de laatste 12 km waar ik dan in theorie twee uur en tien minuten voor heb. Ik mag gelijk weer de Ourthe oversteken en ook nu is het water koud maar niet diep. Ik blijf even staan om een foto te maken. Ik heb sinds een paar kilometer een Franse dame in het vizier die ik voorbij gelopen ben. Terwijl ik mijn foto maakt gaat ze mij weer voorbij en wordt mijn haas.
De kilometers lijken ineens snel te gaan en voor ik het weet mag ik gaan aftellen. Met iets minder dan twee uur voor tien kilometer moet ik gemiddeld iets meer dan vijf kilometer per uur lopen en dat lukt aardig. Tenminste, tot ik op 48 km kom, 47 km voor de kijkers thuis. Nog vier kilometer en nog vijftig minuten. Ik steek de weg over en de vrijwilliger roept ‘courage’ en dat het nog maar vijf kilometer tot aan de finish is. Vijf? Heeft mijn GPS dan toch weer een extra kilometer geteld? Dat is een tegenvaller want dat betekent zes kilometer per uur en volgens mij kwam er nog een klimmetje.
Op dat klimmetje hoef ik niet lang te wachten. Zodra ik de weg over gestoken ben mag ik gelijk omhoog, omhoog, omhoog. Weer zo’n moment dat ik mijn stokken wél mis. Bovendien word ik nu regelmatig ingehaald door mensen van de 70 km die nog steeds sneller lopen dan ik. Ik stap uit beleefdheid voor ze opzij maar het haalt me wel uit mijn ritme. Na het klimmetje moet ik nu echt even bijkomen over een stuk dat slechts een klein beetje vals plat is. Gelukkig valt hier wel weer normaal te lopen. Een kilometer later gaat het weer omlaag en kan ik weer rennen. Als het nou toch eens dit tot aan het einde zou zijn…
Het stuk omlaag blijft omlaag gaan en ik durf er bijna niet op te hopen. Als dit zo doorgaat ga ik het misschien toch nog redden, als ik nu nog een bult tegenkom niet. Het zal er om spannen, ook omdat ik nog steeds niet weet hoe ver het nou nog feitelijk is. Dan zie ik ineens aan mijn rechterkant door de bomen een weg en lopers van een andere afstand. Naarmate ik meer naar beneden loop kan ik het beter zien en kijk de vallei in. Is dat het hotel van het startpunt, en dus de finish? Verdomd als het niet waar is en ik moet zomaar huilen. Huilen van vermoeidheid, pijn in mijn voeten en benen en het feit dat ik het toch weer dreig te flikken. Niet dat er veel vocht uitkomt want ik ben uitgedroogd en mijn gezicht zal meer vertrokken zijn in een grimas dan een elegante emotionele vertolking. Toch is het nog best een lang stuk. Eerst moet ik het bos uit en de weg op, dan nog een heel stuk langs de weg terug en dan nog helemaal naar beneden. Bovendien is het stuk langs de weg een beetje vals plat omhoog en kan ik niet inschatten hoe steil het stuk naar beneden is.
Hoe dan ook, het lijkt er op dat het toch geen ‘nog vijf kilometer’ was maar gewoon vier, zoals ik zelf berekend had. Ik heb nog een half uur, dat zou ik moeten kunnen redden. Het laatste stuk naar beneden valt mee. Het is niet zo vlak dat ik me volle bak naar beneden kan laten vallen maar ook niet zo steil dat ik helemaal niet kan rennen. Ik zigzag rustig maar gestaag naar beneden, zwaai naar de fotograaf en als ik door de struiken aan de andere kant van de rivier het startterrein kan zien hoor ik Frank verbaasd roepen. Klein stukje terug, bruggetje over en ik ben gefinisht!
Frank wacht me op en in zijn armen probeer ik een beetje bij te komen, weer overmand door droge tranen. Ik heb het gewoon gehaald met een tijd van 8:42:44. Frank is nagenoeg nog verbaasder dan ik, hij dacht écht dat ik het niet binnen de tijd zou redden. Ik geloof het zelf altijd pas als het daadwerkelijk zo is, alhoewel ik dat nooit hardop zal zeggen. Iets met under promiss and over deliver. Als ik weer normaal kan doen ga ik naar de wc, want dat moest ik eigenlijk al een tijdje, en haal mijn tas en medaille op. Ze hebben twee smaken en je mag kiezen. Mooi, neem ik de één en Frank de ander, dan hebben we ze allebei. Daarna wat drinken en kletsen we nog even met een paar Hollanders die aan onze tafel zitten. Een daarvan onfortuinlijk want als winnaar van vorig jaar is hij nu na twee kilometer door zijn enkel gegaan en moest stoppen. Ook dat is trailen.
Op een gegeven moment ben ik het zat en krijg het ook koud. Ik heb enorm trek in pizza en wil douchen, dus we wandelen rustig naar de auto om naar de B&B te gaan. Nadat we gedoucht en omgekleed hebben rijden we naar de pizzeria en eten een meer dan lekkere pizza om terug in de B&B Nederland te zien winnen van Turkije en in een onrustige slaap te vallen. Ik ben nu écht stuk en maak me toch een beetje zorgen voor de Fantomes over een paar weken. Ik neem me voor om nu echt even die tijd te nemen om te herstellen en geen gekke dingen te doen. Beloftes waarvan ik me afvraag of ik ze waar kan maken. En anders doen we wel weer waar we gewoon erg goed in zijn.
Starten en zien waar het schip strand…
Wederom met respect en bewondering gelezen. Gelukkig ben je kort van stof. Kijk nu al uit naar je fantoom verhaal.
Ha, ha, ha, hoe langer de trail, hoe langer het verhaal.