Goed, nu het lijkt alsof het weer wat beter gaat tijd om eens een echte test doen. Een leuke georganiseerde trail van 45 km. Was dat de reden om in te schrijven? Nee natuurlijk niet! Het feit dat de Viking Steam Trail voor de laatste keer georganiseerd wordt natuurlijk wel. Mijn FOMO gen is highly activated als ik het bericht voorbij zie komen, helemaal als wat trailvriendjes en vriendinnetjes aangeven ook te gaan. Ik wist toen nog helemaal niet dat het inmiddels wat beter met me gaat, maar daar liet ik me sowieso niet door tegen houden. Een trail over de Hoge Veluwe is altijd leuk, en met een ouderwetse stoomtrein naar de start gebracht worden om daarna terug te lopen is nog veel leuker.
Inschrijven, de datum in de agenda zetten en de langste afstand kiezen was het enige dat ik op dat moment hoefde te doen. Vervolgens er geen aandacht aan besteed tot twee dagen ervoor. Hoe ver is het nou? 45 km of 50 km? De berichtgeving is wat verwarrend maar als we de GPX krijgen is het uiteindelijk 45 km. En waar moeten we eigenlijk zijn? En hoe laat? Met de vakantie, het bezoek van mijn nichtjes, Frank zijn verjaardag en de organisatie van de Harbourrun met de zaak weinig tijd gehad om me er vroeg in te verdiepen. Nou ja, twee dagen van tevoren is nog steeds vroeg genoeg.
Zo rijden we zaterdagochtend om 8:00 uur de deur uit. Het zal weer eens niet vroeg zijn in het weekend, maar er wordt goed weer verwacht, ik heb twee weken geleden een redelijke 33 km gelopen en ik heb er echt zin in! We parkeren bij het station in Dieren en worden naar het start/finishgebied doorverwezen. Daar zijn Tony en René al aanwezig, net als Dennis en Rob. Ik kom, eindelijk weer eens, Erik tegen alsook Frans en even later zijn ook Simone en Tobias van de partij. Spullen pakken en spullen achterlaten en dan hop, hop, hop terug naar het station naar de stoomtrein.
Het is inderdaad een old timer. Ik ga op de foto met de conducteur, what else, en we zoeken een plekje. Als we zijn gesetteld ga ik op onderzoek uit. Ik kom niet ver want de rest van de aanwezige bende van ellende zit in de coupe naast ons en er is nog plek dus we verhuizen om bij elkaar te kunnen zitten. Om twee minuten over tien zet de trein zich in beweging. Ondertussen heb ik al de nodige foto’s gemaakt want met deze laatste keer moet ik profiteren. De laatste keer overigens omdat ze geen vergunning meer krijgen om de trail te mogen organiseren. Ik zeg niks…
Een klein koud half uurtje later zijn we in Eerbeek waar wij er uit moeten samen met de mensen van de 15 km. De 25 km en 35 km gaan nog door naar Beekbergen. De trein staat echter lang genoeg stil zodat iedereen nog uitgebreid foto’s kan maken van zowel trein als locomotief. Daar tref ik Fernando ook nog en natuurlijk leggen we ook dat vast. Dan is het tijd om te beginnen met rennen. Nog even een sanitaire stop en dan gaan met die banaan.
De 45 km mensen zijn maar een klein handje vol maar er zijn veel 15 km lopers dus in het begin is het erg druk op het parcours. Zijn we niet meer gewend. Toch kan ik aardig meelopen, teken dat het inderdaad beter gaat. Al snel scheiden de wegen van de 15 km en de 45 km zich en overvalt de stilte ons. Vanaf dat moment is het weer me, myself and Frank in dit geval want die heeft besloten dat nu het weer een beetje kan met mij samen te lopen.
Het eerste gedeelte van de route gaat een stukje langs het spoor en dan door het bos en ik loop lekker. Hoewel het bij de start best koud was, is het tijdens het lopen gewoon lekker fris. De zon verschuilt zich achter de wolken maar het is droog en wat we noemen ‘lekker loopweer’. Bovendien is het op de Veluwe altijd fijn en mooi lopen en de herfst kenmerkt zich goed door de vele mooie paddenstoelen die langs de paden staan. Ik kan me helemaal uitleven met mooie plaatjes schieten.
Ondertussen stekkeren we lekker door. Voor ons houden we een groepje in het oog. Als Frank echter iets achter moet laten in het bos terwijl ik rustig doorloop verlies ik ze, pik een tweede groepje op die blijkbaar ook even waren gestopt maar uiteindelijk moet ik die ook laten gaan om Frank niet te ver achter te laten.
Na een kilometer of zeven ruilt het bos zich in voor de hei. De route van de 25 km is uitgepijld met gele pijlen en die zien we dan ook regelmatig hangen. We lopen zelfs delen van de route in tegengestelde richting wat soms verwarrend is. Het is echter wel duidelijk dat wij elke keer een extra lusje hier en daar hebben om aan de 45 km te komen. Rond de 13 km komen we bij de verzorgingspost.
Alhoewel we nog steeds soort van laatsten zijn, op Frans na want die hebben we een stukje terug al ingehaald, ben ik helemaal nog niet ontevreden over hoe het gaat. Ok, mijn benen doen een beetje zeer en zijn stijf, maar conditioneel merk ik echt wel verschil. Ik kan weer goed genieten van het lopen. Bij de verzorgingspost drink ik wat cola en eet wat chips en gaan we weer op pad. Opnieuw door voornamelijk het bos en wat bredere paden en ik moet een beetje denken aan de Chouffe Trail. Tevens zitten er meer hoogtemeters in dan ik had verwacht. Tenminste, ze hadden gezegd vooral aan het eind maar het terrein is stiekem toch heuvelachtig met wat vals plat er in. ‘Ja hé, hé, je bent op de Veluwe lief’, roept Frank.
We werken ons voorzichtig naar de 20 km als Frank een beetje een dip krijgt. We nemen de tijd om wat te eten en ik zet zo langzamerhand ook maar een muziekje aan. Geeft toch nét dat beetje extra motivatie ook al is het voor de meeste trailers vloeken in de kerk. Voor mij werkt het als een tierelier. Ik bedoel, ik kan ook zonder lopen als het moet, maar ik kan ook op blote voeten lopen met een rugzak van tien kilo, en dat doe ik ook niet omdat het niet hoeft. Op 23 km staat na een pittig stuk vals plat omhoog de tweede verzorgingspost. Helaas is de cola opgedronken door de lopers voor ons en ook de chips heeft het niet overleefd. Ik moet het doen met water, sinaasappel en tumtummetjes. Ook lekker maar ik had liever iets zouts gehad. Hans Spieker staat net voorbij de post te fotograferen, dat dan weer wel. We staan er weer fraai op.
Vrolijk hobbelen we nu lekker naar beneden weer verder en beginnen een beetje in bekend gebied te komen als we vier kilometer later bij de Carolinahoeve komen. Hier zijn we vaker geweest. Liep ik te klagen over heuveltjes en vals plat, komen we nu op stukken waar het wel vals maar niet meer plat is. Gewoon echt recht omhoog bikkelen. De kuitjes worden weer gemarteld maar ik sta verbaasd over mezelf dat ik nog energie heb om naar boven te klimmen. Ik moet vaker op zo’n ijzerpillen dieet gaan en ook Frank begint zich achter de oren te krabben.
Voor ons zie ik twee lopers maar de vraag is even of dit lopers van de 45 km of de 35 km zijn. De 25 km is afgezwaaid naar links en gaan we denk ik nu niet meer tegenkomen. Frank denkt dat het lopers van de 45 km zijn maar daar durf ik niet op te hopen want dat zou betekenen dat we mensen inhalen. Dat ben ik helemaal niet meer gewend het afgelopen jaar. Het motiveert me wel om door te lopen want ik ben nu wel erg nieuwsgierig. Als we boven aan de heuvel zijn, zie ik ze nergens meer. ‘Dus toch niet? Of ze zijn verkeerd gelopen, of ze lopen ineens weer heel snel of toch een andere route?’, vraag ik aan Frank. We weten het niet.
Als we rond de 30 km zijn, ongeveer een kilometer verder, en we weer lekker naar beneden stiefelen zie ik ze weer en naarmate ik dichterbij kom zie ik tot mijn stomme verbazing dat het René en Simone zijn. Ik wist dat Simone niet fit was, maar dit had ik niet verwacht. Vanaf dat moment lopen we samen op. Frank en ik gaan toch niet harder en het is wel zo gezellig. Bovendien vindt Frank het nodig om tot twee keer toe de samenstelling van de bodem van dichtbij te bestuderen wat de snelheid er ook wel een beetje uit haalt. Dat en het feit dat de hoogtemeters inderdaad vooral in het laatste stuk zitten.
We krijgen nog één verzorgingspost rond de 37 km en daar kijken we allemaal naar uit. Gelukkig hebben ze hier wel voldoende cola en er is zelfs nog een beetje chips. Genoeg om mij weer van wat extra energie te voorzien voor de laatste 5 km. In combinatie met mijn geheime Terminator deuntje ga ik als een speer en wil het liefste naar de finish vliegen. Ik kan me niet heugen dat ik me zo goed gevoeld heb tijdens een lange trail en zelfs voel ik mijn benen bijna niet meer. Wat kan een mens toch gelukkig zijn met zo iets kleins. Het ouderwetse gevoel is weer even helemaal terug en voor een paar kilometer voel ik me als een feniks herrezen uit het vuur.
Het is genoeg om de finish te halen maar net niet goed genoeg om dat onder de zes uur te doen. Ik heb al lang geleden competitie en snelheid opgegeven maar ik zal altijd toch stiekem in een split second tijden blijven vergelijken. Mijn snelste 50 km was rond de 5:30. Deze 45 km na al die slechte maanden in 6:05, met inachtneming van de stops om diverse redenen tussendoor, is dan eigenlijk wel een hele goede tijd. We nemen ons aandenken, een buff, in ontvangst, trekken wat droogs aan, nemen afscheid van de trailvriendjes en rijden uitermate tevreden terug naar huis. Er stond macaroni op het menu maar met de opmerking van René, ‘Ik eet altijd spareribs als ik een lange trail gelopen heb’, vinden wij dat een heel goed plan en rijden door naar de Beren om ook spareribs te eten. Thuis duiken we nog even in bad, op de bank en daarna lekker in bed.
De eerst volgende lange trail is Oostvoorne. 42 km en ik heb er nu al zin in!