Sommige loopjes zijn zo langzamerhand traditie. De Bruggenloop, de CPC, de Rotterdam Marathon en de Trail des Fantomes staan zo langzamerhand standaard op het lijstje. Dan heb je de loopjes die je een aantal keer gedaan hebt maar plaats hebben moeten maken voor andere loopjes omdat het anders niet in de agenda past, en de loopjes die je ooit nog een keer wil doen als het zo uitkomt. En je het hebt de ‘once in a lifetime’ loopjes, nog niet eens zozeer omdat je die waarschijnlijk maar één keer doet, zoals Boston als ik die ooit nog een keer kan lopen, maar omdat ze simpelweg maar één keer in je leven georganiseerd worden.
De Rotterdam Running Crew heeft zo’n loop georganiseerd, samen met Rijkswaterstaat en Baak. De Tunnelrun, 10 km rond en door de Blankenburgertunnel ter ere van de opening. De Blankenburgverbinding is een nieuwe snelweg (de A24), die vanaf 2024 de A20 bij Vlaardingen met de A15 bij Rozenburg verbindt. En wij mogen er doorheen rennen. Tenminste, als je hebt ingeschreven.
Al maanden geleden krijgen we als Leaders of the Pack te horen dat er iets gaafs aan zit te komen en de vraag of we willen helpen. De datum past in de agenda en wordt er in gezet tot het moment dat we informatie krijgen waar het precies over gaat. Als de inschrijving open gaat is natuurlijk de vraag ‘kunnen we naast helpen ook rennen?’. Gelukkig wel mits we officieel inschrijven. Niet wetende dat er maar 2024 inschrijvingen zijn ben ik er vroeg bij en schrijf ons in. We gaan in elk geval rennen.
Het is zondagochtend en de wekker staat weer eens vroeg, om 6:00. Alhoewel de start pas om 11:00 is, worden we toch verzocht om 7:45 aanwezig te zijn voor briefing en voorbereiding. Gelukkig mogen we bij het informatiecentrum parkeren. Als we er bijna zijn en ik de parkeervergunning op mijn telefoon opzoek voltrekt zich een ramp. Mijn telefoon staat nog maar op 2% batterij, terwijl hij toch de hele nacht op de lader heeft gelegen! Foutje in de regie maar dat betekent geen foto’s en vooral ook geen muziek tijdens het lopen. Een snelle check bij de overige leaders leert bovendien dat niemand een lader bij zich heeft. Ik probeer het dan maar in de auto tijdens de briefing. Als die geweest is maken we nog een groepsfoto en dan is het tijd om naar de start te wandelen. De telefoon staat inmiddels op 20%, genoeg voor een paar foto’s, te weinig voor muziek. Dan maar zonder.
Bij de start moeten we plek maken voor de tasseninname. Het is even onduidelijk hoe het parcours precies loopt maar als we het eenmaal weten kunnen we plek maken. Het is pas 9:30 als we al klaar zijn maar gelukkig staat de stand van Hoka er met een aantal vrienden. Bovendien heeft Concetta een lader voor me! Saved by the bell, kan ik misschien toch nog racen op de housebeats van mijn favo raceplaylist straks.
Het is fris maar droog, dus dat scheelt. Dan worden Frank en ik gevraagd om bij de toegangscontrole te gaan staan. Er mag niemand door zonder startnummer, wat bij een enkeling wat irritatie veroorzaakt omdat een vriend of vriendin die het startnummer in handen heeft al wel door is. Helaas, de regels zijn streng vanwege de veiligheid en de vergunningen. Geen toeschouwers, dus niemand zonder startnummer! Wel zien we ook een hoop bekenden voorbij komen. Na een uur zijn we verkleumd vanwege de koude wind en we moeten ons ook nog klaarmaken voor de start om zelf te rennen. Gelukkig worden we om 10:45 afgelost, net tijd genoeg om om te kleden, mijn telefoon klaar te zetten voor die housedeun en ook nog even te plassen. Ik ben net terug als het virtuele startschot klinkt.
Frank ben ik kwijt maar die zie ik vast ergens bij een heen en weertje wel weer. We beginnen heuvel af te tunnel in en mijn eerste kilometer zit dan ook op 4:50 qua tempo. Zo snel heb ik in jaren niet meer gelopen maar dit parcours is er vooral een van ‘what goes down must come up’! Niet lang daarna lopen we dan ook omhoog richting kilometer twee. Desondanks ga ik veel te hard en loop met open ogen in de klassieke ‘te snel starten’ val als mijn tweede kilometer rond de 5:03 zit. Dit ga ik natuurlijk helemaal niet volhouden, helemaal niet tunnel in naar beneden en tunnel uit omhoog.
Iets voorbij de twee kilometer en de tunnel uit is het eerste keerpunt. De snelle lopers zijn ons in de tunnel zelf al tegemoet gelopen. Ik mag nu ook weer naar beneden en ik krijg een beetje een half pipe gevoel. Omdat ik redelijk vooraan gestart ben zie ik veel bekenden aan de andere kant lopen, waaronder uiteindelijk ook Frank. Ik probeer een hand te geven maar moet net een beetje uitwijken voor een loper voor me waardoor ik hem mis. Ach, ik krijg nog een paar kansen. Tunnel uit is weer omhoog maar nog steeds goed te doen, en ga daarmee alweer naar de 4 km. Ik maak een hartje met mijn handen voor de fotograaf als ik het start- en eindpunt aan de andere kant van de weg voorbij kom. Ik zie ook een vlag van de 9 km staan maar kan hem niet helemaal plaatsen.
Ik sjees nu het tweede deel van de tunnel in naar beneden en kan alleen maar denken aan het feit dat ik dat stuk straks omhoog moet. Het is voor mijn gevoel best lang maar moet er maar van profiteren en nu snelheid maken. En dat doe ik als ik zie dat ik bij 5 km onder de 26 minuten zit. Dat zit dicht tegen mijn PR aan uit 2018. Misschien niet helemaal eerlijk nu ik een groot stuk naar beneden ren maar toch. Tevens is het idee dat ik voorbij de helft ben fijn. Natuurlijk word ik gelijk afgestraft voor die gedachte. Kilometer zes gaat nog wel maar begint stiekem alweer omhoog te gaan en ik begin het nu wel te voelen. Niet alleen in mijn benen maar ook in mijn longen. Ik ga nog steeds te hard en begin nu de prijs voor mijn snelle eerste helft te betalen.
Helemaal als het steilste stuk van het parcours komt. Tunnel uit is het steil omhoog en moeten we een aardig stuk het viaduct op. Iemand riep ‘vergelijkbaar met de Van Brienenoordbrug’ maar dit is steiler. Gelukkig wel korter, het zonnetje is gaan schijnen en het geeft ook een prachtig beeld van het industriegebied dat er achter ligt. Gek hé, dat een industriegebied een mooi gezicht kan zijn? Misschien toch wat beroepsdeformatie gekregen na al die jaren bij Huisman. Ik red het niet om te blijven rennen, mijn ademhaling zit te hoog en waarschijnlijk mijn hartslag ook. Ik kan het niet zien, mijn klokje doet weer eens raar. Hoe dan ook, ik ga gewoon even wandelen. Vanuit het trailen heb ik geleerd dat rennen toch geen zin heeft als het zo steil is. Je verliest er alleen maar energie mee en wint er geen snelheid mee.
Na drie keer wandelen en dribbelen ben ik wederom bij het keerpunt en mag ik nu weer als een raket naar beneden. Ook nu zie ik Frank aan de andere kant van de weg en ook hij is aan het wandelen. Ik snap het maar al te goed. Ik klok kilometer zeven en deze is op 6:24. Ach, ik wil graag onder het uur lopen en heb voldoende marge. Zelfs als ik kilometer acht opnieuw omhoog moet en toch ook weer even wandel. Ik word aangemoedigd door een aantal lopers dat het nog maar een klein stukje is en realiseer me maar weer eens dat je aan een loper nooit het verhaal er achter kan zien. Als ik de tunnel uit kom snap ik eindelijk hoe het parcours zit. We moeten nog een stuk door en dan waarschijnlijk nog één keer keren om weer terug te rennen naar de finish. Vandaar de 9 km vlag, die nu iets te vroeg komt daar waar ik tot nu toe elke kilometer iets verder was.
Met andere woorden, nog één keer naar beneden, nog één keer omhoog en dan een beetje vals plat richting finish. Ik ben nu echt wel moe en voel mijn kuiten en mijn bovenbenen, maar onder het uur blijf ik zelfs als ik uitwandel, wat ik niet doe. Ik ren het laatste stuk naar beneden en permitteer me om het laatste stuk omhoog nog een keer of twee te wandelen. Aan de andere kant zie ik Frank voor de laatste keer langslopen, nu in gezelschap van Peter en Jelle. Dan de laatste meters richting finish die ik met 54:16 passeer. Wacht even, 54:16? Niet zo maar onder het uur, maar gewoon onder de 55 minuten? En dan ook nog met dit parcours? Ik moet vaker op een ijzerpillendieet gaan! Ik moet maandag weer bloed prikken, ik ben zo benieuwd wat daar uit komt. Voor nu is het wachten op Frank.
Dat duurt best nog even maar als hij er dan is maak ik wat foto’s en ga daarna mijn tas halen om een jasje aan te doen. We hangen een beetje rond bij de finish om nog wat bekenden te spreken en op de laatste loper te wachten. Als die binnen is kunnen we nog even helpen met opruimen alvorens we terug naar het informatiecentrum lopen en uiteindelijk naar huis gaan. We hebben honger, scoren een hamburger bij de McDonalds en rijden dan naar huis om de rest van de middag op de bank te hangen. Frank kijkt ook nog even hoe Max voor de vierde keer wereldkampioen wordt.
Volgende week is Voorne’s Duintrail en om de een of andere reden heb ik daar enorm veel zin in.